Vooruit: socialistisch dagblad

882 0
10 augustus 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 10 Augustus. Vooruit: socialistisch dagblad. Geraadpleegd op 28 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/1g0ht2h90q/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Dnikster-Ultgeefstet Mm: Maatschappij H ET L1CHT bestunrder : P. De VISCH. Ue<3ebert-0«nt . . REDACTIE . . ADMINISTRATIE HOOGPOORT. 29. GENT VOORUIT ABONNEMENTSPRIJ8 BELGIE Drle maanden. . » , , tr. 3.2A Zea auMiei * . ■ » . tr. 6.50 Een jaar ....... tr. 12.50 M ta «bonneert dch op aHe postburtclca DEN VREEMDE Drle maanden (ik{c!||ki vtnoMl*»). tr. Orgaan der Belgische Werkliedenparhj. — Versch/jnende aie dagen. HET HDWELUK EN DE WAARDIGHEID OER ÏROUW Le Bien Public laat niet los en wij gaan volhouden. Hij stelt vast dat wij in princiep voor het vrouwenstemrecht, maar het toch be-streden hebben, omdat het klerikalisme nog te veel invloed beschikt over de vrou-wen, invloed die het tegen het socialisme zou aanwenden. Maar onze klerikale confrater voegt er niet bij, dat wij de middelen hebben aan-geduid, die de mannelijke sociaal-demo-cratie in bezit van het algemeen stem-recht zou aanwenden om de vrouw be-kwaam te maken, gelijke rechten naast den man te genieten, namelijk meer be-scherming, meer vrijheid en meer onderwijs.Hebt ge daar soms iets tegen Bien Public? Zeg het dan openhartig! Nu steekt gij eenvoudig van kant en gij noemt onze stelling op dat gebied : Opportunisme. Ter inlichting onzer lezers, zeggen wij dat een sociaal-politiek man of eene ge-heele partij die opportunist zijn, eenvoudig beteekent, dat zij hunne hervormin-gen willen doordrijven op het gunstig en geschikt tijdperk. Welnu wij bekennen dat wij tôt dat soort opportunisten behooren. Wil Le Bien Public ons ne keer zeggen of hij ons opportunistisch gedrag afkeurt? Dat ware inderdaad belangwekkend om te vernemen. Confrater wij geven U 't woord in voile vrijheid. Na de vrouwenkwestie willen wij wel het opportunisme met U discuteeren. # * # Le Bien Public poogt de onverbreek-baarheid van het huwelijk voor de kerk te pleiten. Ja zegt onze confrater, de vrouw kan de schending bekomen door de wet, maar het kerkeljjk sakrament blijft bestaan. 't Is juist die tegenspraak die wij hebben bestatigd, eene katholieke wetgeving laat de echtscheiding die de katholieke kerk niet aanvaardt, daar zij het huwelijk onverbreekbaar verklaart. Oh wij vveten het wel, er zijn nog an-dere en grootere tegenstrijdigheid. De kerk wil op het monopool der zede-lijkheid aanspraak maken, en nochtans duldt hare regeering bordeelen, bars en rendez-vous. Zeker kan een katholiek goevernement met vele redenen antwoorden, die inrich-tingen hoe slecht zij ook zijn in princiep en in praktijk, zijn er noodig, en onvermijdelijk in de tegen woordige maatschappij.Liever de gecontroleerde ontucht dan de geheime ontucht, die nog duizendmaal slechter is, en die er zou door toenemen, indien men uisterste maatregelen nam. Dat is ook eene opportunistische rede-neering door een katholiek goevernement, maar die de Kerk niet bijtreedt. Maar dezelfde opportunistische rede-neering geldt voor wat de echtscheiding betreft. En het katholiek goevernement heeft gelijk als het zegt : liever eene echtontbin-ding dan een samenleven te laten voort- IN DE VLASSTREEK Wij zijn in vollen zomer en moeder natuur heeft over velden en weiden,^ — waa.r de oorlogsgeesel geen al te erge sporen na^aat ~ een zaeht groein tapijt, c!at het gezicht Btreelt, geweven. Door noesten arbeid heeft de landbouwer een over 't algemeen rijken °ogst verkrsgen. Ailes ~ demt groei en le-venskracht.Leie loopt als een zilver lint door on?s ■'laamsche gewesten, die door den natuur-"jken aard van ha-ar water aan minstens 10,000 arbeiders werk en brood verschaft in de vlasnijverheid, en eene echte go-.idmijn is voor Belgische en tôt andere nationali-leiten behoorende kapitalisten. in vredestijd gelijken Lare oevers echte bijenkorven, waar eene mengeling van ar-beidefs, die door het rooten in de Leiewa-ers, het vlas eene hoedanigheid geven waarom het overal vermaard is en gezocht forcit, aan het werk zijn. , °°yer het oog reiken Kan ziet men het v, s 4sapellen » in hooge « schelven » opeen-:s-apelen, en tusschen al die bedrijvighcid 6P t gezwoeg heen. stroomt de « gulden ri-vier» in gekabbel d^or. ah-f ze fier en ®wust was van de onschatbare waarde ha-rer waters. ^«durende den winter wordt het geroote duren dat eene hel is voor vrouw en kin-deren, eene kweekschool van aile ondeug-den en zelfs van latere misdaden. En naar ons gedacht is de v.et, die de vrouw aldus uit de tirannie en van de bru-taliteiten van een onwaardigen echtgenoot ontslaat, beter geschikt dan het kerkelijk sacrament, dat haar tôt dat pijnlijk bestaan veroordeelt tôt den dood, om hare waardigheid te redden. Le Bien Public mag nu niet denken, dat wij er op uit zijn om als apostels van de echtscheiding en veux-tu en voilà op te treden. Om tôt die gewichtige daad over te gaan, moeten er groote en gegronde redenen bestaan. 't Is niet voor een voprbij-gaanden huiselijken twist dat wij iemand den raad zouden geven : vraagt de echtscheiding aan. Zij zouden ze overigens niet bekomen, door rechters bewust van hunne taak en beschikkende over veel ondervin-ding.Maar wie het huwelijk onverbreekbaar verklaart, mag in gevallen waar de echtscheiding tienmaal gewettigd is, geen aanspraak maken op den titel van verde-diger der waardigheid van de vrouw. Le Bien Public zegt dat de vrouw het meest lijdt door de scheiding, door tôt gebrek, tôt armoede te vervallen. Wij loochenen het niet in veel gevallen. Maar eene brave vrouw en moeder zal tienmaal eerder de kans oploopen van een boterham minder te eten met hare kinderen, dan te leven met een man die haar krenkt in hare eer en in hare waardigheid als vrouw en moeder. Al is eene moeder arm, zij dekt nog warm, zegt het spreekwoord en het heeft gelijk. En daarbij, ware er geene schoone, breede daad te plegen, als de openbare besturen van weldadigheid de mishandel-de moeder met hare kinderen onder hunne bescherming namen, aldus de onverdien-de ellende lenigend ? Maar neen, Le Bien Public meent dat de vrouw naarmate zij er slechter aan toe is, meer lijdzaamheid moet toonen. Ziedaar zijne schoone opvatting der evangelische waardigheid der vrouw. Merci ! Le Bien Public zegt, dat wij van de hervormingen die het socialisme voor-staat om de vrouw vrij te maken en haar recht op leven te waarborgen, nog ver af zijn. Dat is waar en wij weten het geheel goed. Maar is hetgeen wij willen slecht, onzedelijk, verderflijk voor de vrouw of voor de maatschappij? Zoo neen, waarom sluit gij er u niet bij aan, om samen te strijden met ons? Wij zullen zooveel vroeger tôt eene betere en volledige oplossing van dit gewichtig vraagstuk komen. Intusschen moeten wij de kleinere en on-vollediger verbeteringen niet verwaarloo-zen. Vele kleintjes maken een groot, en aldus zoudt gij bewijzen, Bien Public, dat gij een ware verdediger zijt van de vrou-welijke waardigheid en van hare ontvoog-ding. F. H. vlas gezwingeld in de talrijke :,wing-elfa-brie-ken, die in de gemeenten, welke door de Leie besproeid w or den, als paddestoelen uit den grond rijzen, waarim men moedlijk, door het vuile en verstikkende stof heen, midden het gesis vaji het aan de noodige bewerking onderworpen vlas, de arbeiders vindt die, door hunnen noesten arbeid, den roem der West-Vlaamsche vlasnijverheid over de heele wereld zijnen weg liet vinden. Men vindt ook nog talrijke handzwinge- -laa-rs, die thuis, in een of ander klein kotje, vlas zwingelen voor den patroon, waarop heel dikwijls de man, de vrouw en de kinderen elkander om de beurt aflossen. Het werk aan de Leie is zwaar en lastig. In de zwingelkotten is het ongezond, ten gevolge van het stof dat overal rondviiegt, de ademhalingsorganen binnen dnngt en bij velen asthma en longziekte veroorzaakt. De ventilatie om het stof weg te maken, laat veel te wenschen, en de beperktheid van 't arbeidstoezicht helpt de zaak nog verergeren, bij zoover dat een verschrikke-Lijk percent der vlasbewerkers, een rijke prooi zijn voor de tuberculose. Dees jaar is langs de Leie dezelfde werk-dadigheid, dezelfde bedrijvigheid als vroeger niet meer waar te nemen. Men bemerkt dat de oorlog, deze bloeiende nijverheid, eveneens geducht getroffen heeft, waarvan de gevolgen nog lang zullen waar te nemen zijn. WBWWirtnPKWJo: WWBBB» 'Xi i r "1-vi • »■ »• 1,93 Verleden winter werkte men in de zwin-gelfabrieken over 't algemeen 3 dagen per week. We vreezen erg dat deze winter de werkelooze vlasbewerkers 't kontingent volledige werkeloozen erg zal komen aan-dikken.In vroeger sehrijven hebben we reeds melding gemaakt van werkgevers die van het oorlogskansje gebruik maakten, om verslechting van loon en werkvoorwaarden aan hunne ondergeschikten op te dringen, wat de stelling bevestigd, dat de patroons er altoos op bedacht zijn de arbeiders de gebroken potten te laten betalen. We mogen gerust zeggen dat de vlasnijverheid in het Zuiden van West-Vlaande-ren het levensbestaan uitmaakt van een heel volk, levensbestaan, dat door de a»an-houdende werking der socialistische partij, met brokken en stukken, steeds mensche-lijker geworden is en het is begrijpelijk dat we na den oorlog niet zullen dulden dat daaraan gerfiakt wordt, wel te verstaan, wanneer de vlasbewerkers zelf niet van plan zijn zifth iets te laten onfutselen. Jos. Coole. ——m—nu Mwim m ■■mniB—mi—w OnÉrwiiziîsiieïaiip!) TWEE MATEN EN TWEE GEWïCHTEN In eene vergadering der burçemeesters van Zuid-Vlaanderen, welkei v6or eenige maanden te Oudenaarde plaats had, werd door een hooggeplaatst persoon van het provinciaal bestuur van Oost-Ylaanderen vorklaard dat de gemeenten de jongst-leden wet op het lager onderwijs niet moesten toepassen, voor wat de uitbeta-ling der onderwijzerswedden betreft. Wij weten niet waar die provinciale mandataris het recht heeft gezocht de bur-gemeesters aan te zetten eene wet niet na te leven die regelmatig is gestemd en afgekondigd, terwijl de algemeene secre-taris van het Ministerie van Wetenschap-pen en Kunsten, de heer de la Vallée-Poussin, in een rondschrijven van 21 April 1915 uitdrukkelijk zegt: «Voor 1915 moet de wettelijke loonstandaard toegepast worden van af het b^gin des jaars.» De gemeentebestureh van Zuid-Vlaanderen, met hunne wijd-en-zijdbekende liefde voor den onderwijzer, verkiezen het advies van den provincialen mandataris in plaats van het bureel van het Ministerie van Wetenschappen en Kunsten en zij verge-noegen zich met hunne onderwijzers te betalen volgens den ouden loonstandaard. Maar wanneer het er op aan komt geld te ontnemen in plaats van geld te geven aan den onderwijzer, dan passea zij de wet toe. Door de vorige wetgeving was de zieke onderwijzer verplicht voor een vijfde deel tusschen te komen in de betaling der ja&r-wedde van zijn plaatsvervanger, doch de provincie Oost-Vlaanderen had, naar het voorbeeld der andere provincies, de uitbe-taling van dit vyfde deel voor hare reke-ning genomen. De zieke onderwijzer betaalde dus niets. Door de nieuwe wetgeving moet de zieke onderwijzer voor een tiende deel tusschen-komen in de uitgaven zijner vervanging en daar de stoffelijke toestand der onderwijzers veel verbeterd werd, heeft de provincie beslist dit tieudc deel niet meer te nemen voor hare rekening. En in al de gemeenten waar er thans zieke onderwijzers zijn, betaJen dezen het tiende deel der jaarwedde hunner plaats-vervangers.-De nieuwe wet wordt dus toegepast om hun een tiende van hunne jaarwedde te ontnemen, maar wordt niet toegepast wanneer het er op aankomt hunne wedde te regelen volgens de nieuwe wet. Hoe rijmt men dat te zaam? Wat de onzijdigen voor den vrede kunnen doen In het Julinummer van «The International Beview » komt een artikel voo- van professor Walther Schùcking, uit Marburg, dat, ook in verband met het besluit van den Nederlandschen Anti-Oorlog-Raad om aan te dringen op eene conferentie van onzijdigen, de aandacht waard is. Het artikel van prof. Schiicking is een antwoord op de beschouwingen van Ram-say Macdonald, waarin deze voorstelde, dat de regeeringen van aile oorlogvoeren-de landen openlijk hunne vredesvoorwaar-den zullen bekned maken. Prof. Schùcking wijst in zijn a.ntwoord op de bijzondere moeilijkheden, die een derge-lijke stap voor de oorlogvoerende Staten zou inhouden. Het schijnt hem onmogelijk, in den tegenwoordigen toestand van de Duitsche regeering te ve wacbten, dat zij uit zichzelf en door middel van eene een-zijdige proclamatie officieel hare vredes-voorwaarden zou bekend maken. De eenige mogelijkheid om tôt den vrede te gera-ken is, volgens prof. Schùcking, gelegen in pogingen van de onzijdige Staten. Gedachtig aan de economische schade, welke de onzijdige Staten door dezen oor log te leiden hebben, kan niemand hun het zedelijk recht betwisten, hunne stem te laten hooren over het vraaçstuk van don vrede, te minder? daar het voor hèn van h et grootste belang is, dat de oorlog zoo spoe-dig mogelijk tôt een einde gebracht wordt. Het is dus aan de neutralen, dezen vrede voor te bereiden. Om te beginnen is het grootste belang voor de stemming der oor-logsvoerende landeci, cl^t de ci°uwsbladen uit de onzijdige landen, die ook in Duitsch-land gelezen worden, voortgaan met het licht te werpen op het zinlooze van het drama, dat zich voor hunne oogen afspeelt en het bittere treurspel daarvan. Het is onvermijdelijk, dat in eene ramp als deze het brein van hen, die in de eerste plaats en het hevigst te lijden hebbein, zich ver w art en de geschiktheid verliesfc, om juist te schatten, wat door verleniging van den oorlog mogelijk te bereiken valt. En boven ailes is het de verbittering, die aan aille zij den heerscht, welke eene juiste beoordeeling onmogelijk maakt, in hoe-verre de vreeselijke verliezen, welke het voortzetten van den oorlog onvermijdelijk met zich brengt, in rechtmatige verhou-ding staan tôt het doel, dat wellicht zal kunnen bereikt worden. Het beste wat gedaan kan worden zou zijn, een volkomen vrij en onafhankelijk comiteit samen te stellen van personeu van groote beteekenis en internationale bekendheid, een comiteit waarin zooveel mogelijk aile neutrale landen zouden ver-tegenwoordigd zijn. Dit comiteit waarvan de juiste samenstelling vooral van gewicht zou zijn, zou in de eerste plaats inlichtin-gen moeten tra-chten in te winnen om-trent de voornaamste doeleinden, die de oorlogvoerende staten op het oog hebben. Dan zou het comiteit moeten onderzoeken, of en in hoeverre deze doeleinden zich aanpassen aan den militairen toestand en hoe zij staan ten opzichte van de Euro-peesche belangen voor het verkrijgen van een duurzame vrede. Eeeds door van dit gezichtspunt uit te gaan, zouden aile fantastische aanhech-tings-plannen van Europeesch grondgebied met inwoners, die een andere taal hebben, hun weg naar de prullemand vinden, wen-scnen voor grensverbeteringenj hetzij om stratepsche of om nationale redenen, en voor bescherming van de vrijheid der îseeën, zouden daarentegen nauwkeurig overwogen worden, als basis van mogelijke praktdsche oplossingen en ten slotte zou zonder twijfel een gelijkheid van belangen wel bereikt worden. Wanneer Duitsihland bijvoorbeeld den waarborg kreeg, dat zijn overzeesche han-del nooit weeç door ruw geweld zou worden lam geslagen, dan zou men van Duitschland kunnen en moeten verwach-len, dat het van zijn kant zijn oorlogsbe-wapening zal beperken binnen zekere vooruit vastgestelde grenzen. De leden van het comiteit zouden moeten tra-chten de goedkeuring van hun onzijdige regeeringen te verkrijgen op de uitkom-sten van hun werkzaamheden en aile regeeringen zouden dan gezamenlijk deze voorstellen aan de oorlogvoerenden moetén voorleggen. Van de oorlogvoerenden wil niemand het initiatief tôt vredesvoorstellen nemen, uit angst een indruk van zwakheid te maken. Een voorstel van één der onzijdige landen zou argwanend worden opgenomen. Slechts een door zoo mogelijk aile onzijdige staten gedaan voorstel zou de noodige kracht be-zitten. Mochten de onzijdigen er in slagen, dit tôt stand te brengen, zij zouden zich onsterfelijken roem verwerven en de ach-ting der menschheid. Voor de geïnterneerde Belgische soldaten in Holland Ondier de geïnterneerde Belgische soldaten is eene Belgische commissie, onder bescherm-schap van den Belgischen gezant, werk-zaam, die zich ten doel heeft gesteld, zich het lot van de geïnterneerde ambachtslieden aan te trekken. Het had de leden dier commissie getroffen, dat de wijze van uitoefening van de ambachten hier ten lande en in Bèlgië in menig opzicht verschilt. Er zijn in België allerlei gebruiken, ge-woonten en behoeften die in Holland niet bestaan,waardoor een leiding van Belgische deskundigen bij de verschaffing vaji bezig-heid a.an de Belgische vaklieden,allicht voor deze menschen meer vrucht zou kunnen dra-gen, dan bij leiding door Nederlanders het geval zou kunnen wezen. Immers, eerst daardoor zou de zoo hoogst wenschelijke aanpassing aan Belgische werkwijzen en ge-woonten kunnen worden verkregen. Wij hebben een en ander vernomen van de werkzaamheid dezer commissie, die nu sedert Februari onverpoosd bezig is. De oommissie ziet met voldoening terug op het tôt stand gebrachte, waarbij zij algeheele medewerking van de Nederlandsche regeering en de militaire overheden mocht onder-vinden. Er zijn nu ongeveer 20,000 leerlin-gen, die de cursussen in allerlei ambachten, die in de interneeringskampen worden ge-geven, geregeld volgen, wel een bewijs hoe-zeer het werk van de coromissie wordt g«-waardeerd. Deze leerlingen worden onderwezen door een staf van ongeveer 450 onderwijzers, welke allen onder de geïnterneerden zijn gevonden. De cursussen vangen 's morgena om 8 ure aan en eindigen 's avonds om 7 ure. Aile cursussen worden dubbel gege-ven, dit wil zeggen in het Vlaamsch en in het Fransch afzonderlijk, zoodat er steeds voor elkeen gelegenheid is, den cursus in de voor hem gebruikelijke taal te volgen. Voor de onderwijzers is een afzonderlijk studie-vertrek ingericht en er is ook een biblotheek samengesteld voor het onderwijzersperso-' neel. Dit allés loopt nu zeer naar wensch. De commissie is nu voornemens haar werkzaamheid uit te breiden. Zij treft maatregelen om de Belgische geïnterneerde ambachtslieden houten, uit elkaar neembare huizen te doen maken, welke na den oorlog naar de verwoeste plaatsen van België zullen worden verzonden, om daar de bevolking tôt voorloopige huisvesting te kunnen dienen. Doch de commissie heeft dit plan gecombi-neerd met een ander, dat dadelijk aan d« geïnterneerden ten goede zal komen. Gelijk bekend zijn er vele vrouwen en kinderen van geïnterneerden op het oogenblik in den omtrek der kampen gehuisvest. Zij hebben het zeer armoedig, omdat de inkom-sten van het gezin natuurlijk zeer gering zijn. De commissie is nu in overleg met den minister van financiën, om tijdelijk een stuk rijksdomeingrond in gebruik te krij-gen, waar dan de houten huizen zouden worden opgeslagèn en tôt woning kunnen dienen van geïnterneerden met hunne ge-zinnen. Er zou aan het aldus te bouwen houten dorpje een gemeenschappelijke keu-ken worden verbonden. Zoo zouden de houten huizen dadelijk nut kunnen opleveren, in afwachting van hunne eigenlijko bestem-ming.Ten slotte bestaat het voornemen, in de laatste helft va-n Augustus te 's-Gravenhage eene tentoonstelling in te richten van de door de geïnterneerden vervaardigde voor-werpen. De opbrengst van den verkoop zal aan de geïnterneerden ten goede komen. Nadere bijzonderheden over deze tentoonstelling zullen later worden medegedeeld. Aan twee leden van de commissie, de heeren Omer Buysse en Jules Franqui, is vanwege onze regeering opgedragen, een, verslag op te stellen van de geschiedenis van het onderwijs in dé Belgische regéerings-kampen.■ ■Il M l>l II II ■ I I H IHil IIIIWIIIIBBM»BI!3CTg»am3i«ilflga5g?^Cq Waarschuwing voor Mosselon Naar aanleiding van verschillende ziek-tegevallen in den laatsten tijd en een droe-vig doodsgeval in de vorige week door het eten van bedorven mosselen, voelen wij ons genoopt onzen lezers te waarschuwen. In de maanden Juli en Augustus zijn de mosselen — anders een uitstekend volksvoedsel — «ziek» zooals men dat in Holland noemt. Niemand eet dààr in de heete zomermaan-den mosselen, omdat die schelpvisch in dien tijd zeer rasch sterft en tôt bederf overgaat. Dan ontwikkelt de mossel een bijzondor ge-vaarlijk vergift, hetwelk soms in vele gevallen absoluut doodelijk werkt. Voor lezers die gaarne gebruik van mosselen maken stellen wij volgende regelen op: 1" Eet geen mosselen in de maanden Juli en Augustus; 2® Indien gij ze toch wilt eten let bij het schoonmaken en spoelen nauwkeurig op: eene leven de mossel sluit bij het aanraken hare schelp ; van dooden kan men met do hand de schelp gemakkelijk openen. Gooit die weg ! — Eene levende mossel is nooit giftig ! 3" Om verder zeker te gaan : eet om deeen tijd geen rauwe mosselen of bakt ze niet.' Kookt ze en legt in den pot een zilveren voorwerp : lepeltje, geldstuk of sieraad ; wordt het zilver zwart, smijt dan liever de heele pot mosselen in de vuilnisbak: er zijn giftigen onder. — Blijft het zilver blank,, geen gevaar. 4° Eet steeds mosselen met azijn; deze werkt in ieder geval voorbehoedend. 5° De verschijnselen van mossel-vergifti-ging vortoonen zich een paar uren na het eten. Branderige uitslag met blazen over het geheel lijf, ondragelijke jeuk; benauw-do ademhaling, koorts en indien niet spoe-dige hulp, doodelijke gevolgen. 6' In zoo'n geval laat men dadelijk de zieke overvloedig melk drinken; klopt des-noods een nabuur op als men die niet voor-radig heeft. Gebeurt het des nachts (zooals bovenvermeld doodelijk geval) verspilt uwen tijd niet naar doktoren te loopen — die zijn meestal « niet te huis » maar gaat naar de nabijzijnde politiepost. — Eischt d<3 politiedoktor of eene agent mede naar de naastbijzijnde geneesheer, dan moet de-zelve komen. Denkt er om, een paar uren verzuim en de ongelukkige is niet meer ta redden. 7e Algemeene les: zeëvisch, van aile soor-ten ruikt niet (ook niet «naar visch») indien ze versch is, — noch rauw noch in het koken of bakken ; hoe sterker de zoogenaam-de «vischlucht» des te meer is de visch «om»' en deugt nifit voor voedsel. Mi. cul aar N. ^21 Prijs per nommer : voor Belgia 3 oentiemen, voor den reamde 5 centiemen Tals^oon : Itedaciie £4-7 • ^dininisiratie 234-5 Oinsdac; 10 0Ô6ST 191 à

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Vooruit: socialistisch dagblad behorende tot de categorie Socialistische pers. Uitgegeven in Gent van 1884 tot 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes