Vooruit: socialistisch dagblad

776 0
11 januari 1917
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 11 Januari. Vooruit: socialistisch dagblad. Geraadpleegd op 28 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/736m03zx95/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Drukater-LMtgeehl#* £2îïi: Maatschappij HET LICHT bestunrdce t P. DE VISCM. Ledeberg-OoM . . REDACTIE . . ADMINISTRATIE HOOGPOORT, 29, GENT* Orgaan der Belgische Werkliedenpartij. — Verschljnende aile dagen, \ „ ' ' 1 ABONNEMENTSPRyS BELCIE Dric tnaanden. » . , . fr. 3.25 Zea maanden fr. 6.50 Ccn Jaar fr. 12.30 Met aboaneert dck op itle postbureeie» DEN' VREEMDE DHe maanden tdagelijka vcrsonden). fr 0.7} "Le Bien Public,, volhardt in zijn boosaardip Isugcns ! Le Journal de Gland heeft op zijne beurt de onwaarheden weerlegd, verschenen in Le Bien Pubiio nopens de aardappelkwestie te Gent. Onze vooruitstrevende confrater heeft méer chance dan wij : Le Bien Public gpe-troost zich de moeitë van hem te antwoor-den.h''an waar dit verschil t Le Journal de Gand is ©en bondgenoot van ^ ooruit, hij is vooruitstrevend, franc-maçon, vrijdenker en god'loochenaar. Daar stoort Le Bien Public zich niet un, want Le Journal de Gand is een burger en hij schrijft Fransch. Van dien oogenblik is hij « deftig en beschaafd » en verdient hij een antwoord. Wij behooren tôt de werkende klaase, wij spreken onze taal, botst het niet zoo klinkt het en diensvolgens behooren wij ma&r tôt hefc1 kànailje, tôt het krapuul en wij zijn geen antwoord waard. Wij stellen eenvoudig dat fait vos*, om-dat dit alleen beter dan vele woorden aan-toont, met welken geest die christelijke lie-den bezield Zijn tegen de werkende klas. De vroegere middeleeuwsche Laten waren : taillable et corvéable à merci ; de fcedendaagsche proletariërs zijn voor h un ne vijanden daarbij nog insultable et calom-niable à merci, 't is t® zeggen : fceleedig-baar en lasterbaar zooveel men maar wil. Maar Le Bien Public vergeet, dat ook de ichoo-nste dingien oen einde neme® ; dat z'allen de papen eens tôt hunne schade ea schande wel ondervinden. En nu het famieue antwoord zelve ran het Merikaal orgaan. In den grand weerlegt het memendalle, lh|3fc wij-st niets terrecht en het berhaalt veele>©r zijne leugens omtient de aardappelen.Le Bien Public bewee*i: Wij hadden gaachrevea, niet dat de stad aian de gemeenten berolen h ad van hunne verzendiagen op te schoJ"» »en, maar dat zefcere geraeenten het advies hadden ontvangea ran h are le» veringen uit te stellon, «m reden dat er plaats ontbrak in de magazijTien der stad. Wekiu de stad heeft zulk adries niet ®e-geven, wij loochenen zulks foraneel. Om zijne leugen meecr kracht bij te »et-t-en, gaa.t Le Bien Public als volgt voort: Aldus is het 't geval gwweest ormt vijf of zes weken met de gerneente Lo-vendegem, wier zen dingien op weg wa-ren.De wagons zâjn moeten* terugkeeren en ontladen geworden. Yeertien dagen later heeft Lovendegem bevel ontvan-gen de aardappelen naar G««t te «to-ren.Wij looohenen dit £*val, nogmaals, op de uibdTdkkeûijksite wijze. De stad Gent, noch haar beroegde sche-pen Ed. Anseele, heeft geene aardappel-verzendingen, door de gemeente Lorende-gem gedaan, onde? den weg tegengehon-den en doen terugketeren. omdat er Mebe plaats was in de stedelfjke magazi|nen, noch om Welkdanige andere reden. Diensvolgens heeft de stad geeoe beve-lein moeten geven om de aardappelen veertien dagen of drie weken later te *en-den.Dat is dus geheel klaar en wij dagen Le Bien Public uit het verkeerde te bewijzeo, n&medijk: dat de stad, door 't orgaan van sdhepen Anseele, die gelant is met den aardappeleodienst, die bevel en waarram hooger spraak is, gegeven heeft. Daar is geen woord van waar, noch voor Lovendegem, noch voor welkdaoige ander® gemeente. * * ♦ Le Bien Public vindt onze logenstraffin-gcn te simplistes of te eenvoudig. i>nvoudig zijn, maar waar bli|ren, fe cercler ecne deugd en ze kenschetst een open en rein gemoed. Wij \crkiezen ze in ieder geval verre boven de geéntortàlleerde of venwrongen leugen en lastiertaal van Le Bien Public. Het klei'ikaal orgaan verwijt opx den bcvocgden schepen te raadplegen vooraleer te schrijven over zaken, die hij beter kent dan wij. Dat is eerder eene wijze daad en eene cet'iijke daad daarbij. Wij verwijten Le Bien Public ran het-zelfde niet te doen, nadat wij het hem her-haaîdc malen voor raad gaven. t Is omdat hij den socialisfcischen schepen opzettelijk in een slleoht daglicht wil piaatsen en hem verdacht maken. Weltw, wij kunnen Le Bien Pnblic de verzekermg geven dat zijn kwâjongensstel-fp_l xn.l rnislukken, want dat hij antwoordde "f zwijge, hij zal Voornit op zâjnen weg \inden om de waarheid in eere te hierstel-len eu zo te doen kenneo, daarvoor wordt ^ ooruit genoeg en met gretigheid gelezen- Ha, de klerikale aristos moeten al dik-wijls eene akte van berouw verwekt heb-bevi, als zij nagaan dat het hunne initiale schuld, hunne allergvootste schuld is dat Eduard Anseele en ïijne vriendi&n in 't collège zitten. i En dat voor eemnaal dat zij goed dedwn, zonder het te wwten ! ! De Heer zij hen genadig I F. H. Weerii nagels met koppen De « Genteaar » weet niet neer wat nit-zoeken om de S. M. Vooruit maar t® kunnen besehuldigen van baatzuchtigheid. In zijne radelooshei'd heeft hij reeds de Hoogeschool van den Arbeid en het Huis-houdkundig Onderwijs, daaraan verbonden, in die zaak van baatzucht willen mengen. 't Was kleingeestig en zot gedaan ! Nu sleept hij er den Stedelijken G as dien st bij, en hij verklaart, onnoozel weg, dat hij de eerste viool wil spelen in dat orkest. Wat de gasdienst te maken heeft met de baatzucht of de onbaatzuohtigheid van de socialistische samenwerke,nde maatschappij Yoorùit, is voor ons een raadsel. Ziehier nu de kritieken van onze viooi-solo:KOLEN. — Wij lazen onlangs in Vooruit, dat de woekerhandel in kolen even zoo erg is, als in andere waren: Kolen, die in magazijn liggen, worden van den eenen dag tôt den anderen met vijf frank per duist kilos opgeslagen. Wij vragen eene uitlegging aan den heer aocialisten scjiepene, çpperheer van Y ooruit en van de Stadsgas, over het volgende: Den 18 December kostte de grove coke in ons Gasgesticht 1,30 fr. den heo-toliter ; den 18 Decem,ber 's morgena 1,80 fr. Dat maakt 60 eentiemen per hectoliter of 12,60 per dniwt.kilog op-slag.De geklasseerde coke kostte den 18 December 1,60 fr. en den 19 December 2,80 fr., of 0,70 fr. opslag per hectoliter, 't zij 17,60 fr. per duist kilos. En zelf de vagelingen, stof met aarde, die den 18 December 0,60 fr. per hectoliter kostten, werden voor de noodlij-ders den 19 December tôt 0,80 fr. opgeslagen.En het is. nochtans wel dezelfde coke, liggende in magasijn en voortkomende van kolen die geen duit opgeslagen waren.Ziehier het antwoord kort en klaar: Yan af 190Q tôt 1913 was de prijs der gaz-kolen 17,78 fr. en de geklassserde cockea werden overeenkomstig verkocht aan 1,90 fr. Tôt den 1 November was de prijs der kolen gestegen tôt 26 fr. en diensvolgens had de prijs der cockes 1,76 fr. moeten zijn, maar in de eerste dagen van December, ton gevolge der hooge vrachtprijzen klom de ko-lenprijs tôt S5 fr. en dreigt van nog hooger te stijgen. In die voorwaarden was het noodig van den prijs der cokes te brengen op hunne overeenkomstige waarde hetzij S,t0 fr. De eockeg worden dag voor dag verkocht en de kolen zijn in tulke geringe hoeveel-heden voorhanden, dat men viag zeggen dat zij veritookt worden naarmate hunne intre-de in de magazijnen. De vagelingen hebben jnatuurlijk dezelfde veranderingen van prijs moeten ondergaan. # # # Des» verklaring is dus geheel duidelijk. De Gazdienst us zoo min baatzuchtig ge-weest als Vooruit. Sloegen de cockes op, het was overeenkomstig met den opslag der kolen. En de Stad kon aan geen speculatie of kunstmatige verhôoging der prijzen den-ken, want zij had geen voorraad van betee-kenis in magazijn en m,oest courant hare kolen verstoken en hare cockes verkoopen. Er is dus door de Stad rechtzinnig mi eerlijk gehandeld in den vollen zin van 't woord. Overigens, welk belang zou de Stad hebben bij speculatie, door de cockes aan over-dreven prijzen te verkoopen aan, door den band, doodarme sukkelaars van menschenl Niemand, noch gazwerkers of bedienden, noeh den bevoegden schepene, noch het College zou daar een blinden halve cent door opstrijken. . En wat de Stad aldus rou profiteeren, zou zij dubbel moeten uitkeeren door meer ellen-de te .^erwekken en diensvolgens meer te moeten ondersteunen. Wij wisten dat op voorhand, maar nagels met koppen slaan zijn altijd 't beste tegen-over lieden die opzettelijk lasteren, liegen en traehten verwarring te brengen en de gedachten en wantrouwem te zaaien tegen-over eerlijke menschen. Wij zijn benienwd welk deuntje onze viool-solo ons nu zal voorspelen. F. H. ————CBj In Limburg ONZE NIEUWE K00LMIJNEN Wie gaarne ailes daaromtrent verneemt, moet enkel de pers van v66r een tiental jaren raadplegen, die van 1905 en 1906. Mis-schien komen we daarop nog wel terug. Laat ons herinneren dat verleden Mei de eerste kool is opgekomen uit de eerste mijn van het Limburgsch bekken, namelijk uit de mijn g van Winterslag, gelegen ten Noord-Wearen van de mooie en schilderachtiige gemeente Genck. Thâns reeds^ zooals men on« meldt, — geiejsrenheid om pt naartoe te gaan, hebben w« nu niet —, wordt kool W-• zorgd aan de inwoners der buurt van de mijn. Yerre verzendingen kunnen niet ge-schieden daar vèldoende landwegea, vaar-ten, spoorwagen ontbreken en hefc ootwoor-pen net verkeermiddeJen nog niet eens een begin van aanleg heeft gevonden. De wording van roo'n nieuwerwetsche kapitalistische ondernJ«ning hebben wij hier onder onze oogen sien gebeuren. Zij rer-dient wel eens te meer al onze aandacht. We kunnen er zoo duidelijk bij opmerken, hoe telkens de voor schiste, van het tôt de inrichting noodig kapitaal scherp tegen-over den arbeider stas.t, die aan de onderne. ming gansch zijn stsoffelijk, zedelijk en ver-standelijk lichaam moet leveren. De strijd ving vinnig aan, den dag zelf dat de kolen werden gevonden. Daar echter de kapitalistische machi, alom beschermd door wetten en regeering, den haveloozen arbeider oneindig ver vooruit is, was reeds deze arbeider geheel tôt slaaf gemaakt, lang vooraleer eene hand aan het werk werd ge-stoken. We zullen maar het enkel geval herinneren van een adelijk getiteld en in zake fortuin wat vervallen hoog ambtenaar al-hier. Zonder weten, waar zijn bekomen ver-gunning lag, zonder «c ooit te hebben ge-zien, zonder er maar één cent te hebben aan geofferd, verkocht hij, enkel onder vorm van notarieel of financée! papier, zijn ver-gunning aan bevriende kapitRafschieters. Alzoo won hij met één sag 800 duizend fr. De aankoop van gronden, aoover het oog draagt, begon al spoedig. Yeel eigenaars van heide, bossehen en an der weinîg op-brengende landerijen werden door een eerste aanbod gewonnen. De taaien en meer-eischenden bedwelmde men door ongehoorde prijzen. Ailes werd wettig aangekocht en onteigend. De staat gaf den ondergr<md kosteloos weg. De Vergnnningeigenaars koeh-ten heele streken boven g rond voor eeo appel en een ei. De aànbouw van aîlerhande woonhuieen, handelshuizen, hôtels, villa's voor beetuur-ders, toezichters, ingénieurs, lachende, zeer gezonde en ruime woningen voor werklie-den kwamen al spoecig ails, irit den grond bp. Intusschen werd in den zandgrond ge-plant. Boonaen, sieraadplanten, bloemen in overvloed, ailes groeide s amen, rond boor-toren, kerk, sehoo,, p<«t-, tclegraaL en tele-foonkantoor, tôt een ,!*«rds«h paradijs. Wie -dit alleu «et, dsc* Ha** vt een magere denneboom stond en geen vogel wou nostelen, vertrouwt zijn oogen niet en staat als te midden van eén droom. De slavernij, woekerende onder dergelijke mooiheid en weelde ziet de vreemdeling niet. Allés hoort hier den mijnbezitter toe. De koolput van «Limburg-Maas», gelegen op het grondgebied van Eysdea (België), bezit reeds 100 huizen en bouwt er nog honderd bij. Hij heeft een groote boerderij gehuurd en drijft er landbouw. Winterslag is reeds een splinternieuw klçin gtedeken geworden, dat Genck zal verduisteren. Ailes wat in 't Kempisch bekken bestaat om den albezitten-den put te doen opbrengen : de machines, de vervoerwegen, de ingénieurs en de arbeiders, is het eigendom van de mijn. Geen heeren meer met naans. Enkel een vergunning, die oppermachtig is. Winterslag, Waterschei, Zonhoven, Coursel, enz. zijn de oppermees-ters. De menschen zijn de slaven, erger aan banden, dan de Amerikaansche, waarvoor Beecher-Stowe « De Negerhut » schreef. Daarover later wel meer. Steven Boereen. wmÊiÊmÊmaBKmimnmmmmmmnmmËemBUBmBnsssmÊimÊÊamÊUÊmn Eh Belgischs rnoordenaar leguilfctineerd ta Parijs Voor de eerste maal sedert het uitbreken van den oorlog heeft in de Fransclie hoofd-stad de guillotien «gewerkt». De Belgische onderdaan Jan Iioose werd den «kopj> afgeslagen als dader van twee moorden in «bezwarende omstandigheden», misdaden die hij koelbloedig beging met de rnedehulp van twee andere Belgische ellen-delingon, de getifiamden Kasemier Boll en Hendrik Martelé, de eerste op de hoeve l'Epine, te Marmant, een dorp m Seine-et-Marne, de tweede te Parijs in de me Charbonnière.Boll was eerst ook ter dood veroordeeld, maar daar men voor hem «vçrzachtende om-standighedein» had aangenomen, werd zijne straf veranderd in levenslangen dwangar-beid, zooals, toegediend was aan Martelé. Op den dag die voor de uitvoering van het vonnis gesteld was, werd Rooze met het krieken van den dag gewekt door den be-stuurder van het gevang dat Santé (gezond-heid) heet, vêrgezeld van den zoogenaam. deh « exécuteur des hautes œuvres » (uit-vœrder der groote werken) en twee pries-ters, den aaîmoezenier van het gevang en een' onderpastoor «die zich sedert versc.hei-dene jaren in Frankrijk opoffert voor de belangen der aldaar rondzwervende vlaam-sche werklieden». Als de heeren hem gezegd hadden waar-om zij hem kwamén wekkep antwoordde Rooze kalm en bedaard dat hij hen reeds sedert verscheidene dagen verwacht had en dat zij ni5t moeten denkein dat hij niet moedig zou weten te sterven. Terwijl hîj zich aankleedde en praatte rookte Rooze zijne hem door de regeering geschonken sigaret en ledjgde hij zijn dito glas champ^gnewijn, WEWirna hij er geree- t delijk in toestemde om naar de mis te gaan, te biechten en te commnnieeeren. Van de kapel werd de veroordeelde terug naar srijne oel gebracht, waar men d« laat-ste formaiiteiten vervulde en «mijnheer» de beul zijn laatste «toilet» maakte. Intusschen was de guillotien opgetim-! merd op het plein van den boulevard Ar*-go, vlafc root den hoofdingang van het gr-vang, onder het oog der gedwongen rerte-genwoordiger» van het gezag en de gerec!»-tigheid.Eene sterke militaire waeht had al de straten afgezet die uitgeven op het plein van den boulevard. Die waoht had voor laat de menschen massa op afstand te houden die zou toestroomen om getuige te zijn van het drama.— maar, alsof de menschen genoeg hadden van bloedvergieten, waren er nog geene honderd nieawsgierigen opgekomen. Op klokslag zes ure is de veroordeelde, vergezeld en ondersteund door den aaîmoezenier, in de "geopende poort der gevangenis verscheoen... Als hij plots het akelig tuig zag staan werd hij doodsbleek, sidderde hij.» Maar hij knarste op de tanden en met vas-ten tred snelde hij den trap op, gaf zich over en stierf «moedig». Na eene geba&rde begraving op het kerk-hof van Ivry werd het lijk van den ver-moordem moordenaar terug naar Parijs gebracht en overgeleverd aan de geneeskun-dige faculteit van de stad. . » ne Diiitsrti-Amerlkaansclie belrskkingiE BIRLIJN, 6 J«n. — In de met Duttscbe en Amtrl-ktansche vlaggen versierde feestzaal van het hôtel Ad-lon Saf heden avond de Anfierikaansche handelskamer te Berlijn (th« American Association of commerce and trede, Berlinj ter eere vas den teruggekeerden gérant Gerarù «en teeatamol. Onder detahijke gastenbemerkte men den plaatsvenranger van den Rijkskanselier, ïtaatssekretaris Dr. Helfterich, staatssekretari» Dr.Solf, den Pruisischen handelaminister Dr. Lydow, excellen-tie Dernburg, /de ondersekretari» van state v. Stumm, v. dem Batsche-Haddeohauten en Dr. Richter, de vice-preaidenten van den Rijkadag, Dr. Paasche en Doore, opperburgemeester Wermuth, de président der Ber-lijnsche handelskamer, v. Mendelssohn, de vertegen-woordiger van het oorlogaministerie en van het Rijkj-marine amht, de dirBkteur der Duitsche Bank v. Gwin-ner, Dr. Walter Rcthenau, handelsraad Ubelen even-als vele sndere vertegenwoordigera der nijverheid, der Bankwereid en der pers. De président der Amerikaansche handelskamer. I. Wolf bracht bij 't begin van het maal in korte woorden het Kaiserhoch uit, waarop een hoch op den président Wilsoo volgde. Er werden meerdere aanspra-ken gehouden, Staatssekretaris Helfferich hield daarbij eene rede over de Duitsch-Ameri-kaansche betrek-kingen.Melfferioh'a rede BERLIJN, 6 Jan. — De rede van den rtaatsiekreta-rii van Binneplandsche Zaken, Excellentie Dr. Helfferich bij het feestmaal der Amerikaansche handelskamer in Berlijn luidde : „ Mijne Heeren! Laat mij toe in oeantwoording op de vriendelijke woorden van Uwen voorzitter, eerst een •pijt te uiten : het spijt dat gij het antwoord van mij hoort en niet van mijnen vriend, den staatssekretaris van Buitenlandsche zaken, die veel beter dan ik onzen dauk voor de hartelijke woorden der begroeting uiting hçd gegeven. Mijne Heeren! Ik mag de vrijheid nemen in uwe kringen Duitsch te spreken. Onze gaatheeren, de leden der American Association of Commerce and Trade zijn wel zonder uitzondering sinds vele jaren bij ons in Duitschland. Ook diegenen onder u wier vaders wieg niet in Duitachland heeft gestaan *ijn door het dage-lijkseh gebruik der Duitsche taal volkomen machtig en uw Aregast de Amerikaansche gezant heeft in de drie jaren zijner Berlijnsche bedrijvigheid zich op bewon-derenswaardige wijze de Duitsche taal toegeëigend; niet alleevi den uitersten klank en de kleine munt der dagelijksche taalwendingen ; hij is, zooals elkeen, die hem kent bevestigen ksn, ingedrongen in den geest onzer Duitsche taal en zal mij, daarvan ben ik over-tuigd, beter verstaan als ik Duitsch tôt hem spreek. als wanneer ik wilde pogen mij in zijne moedertaal uit te drukkeu. Mijne Heeren I De geest der taal il de gewichtigate sleutel tôt den geest van het volk en van aile, voorspel-lingen van eene goede verhouding onder de volken is de eerste en gewichtigste dat de volken zich wederzijds leeren verstaan, een ideaal van het volk echter de we-reld nog ver verwijderd is. Mijne Heeren. juist omdat wij weten dat Mister Gérard zich ernstig bemoeit om het Duitsche volk te verstaan, hebben wij het begroet dat hij na meerder jarig opOnthoud midden in den grooten oorlog v66t een korten tijd zijn vaderland bezocht heeit, dat hij daar gelegenheid heeft gehad met een levendig woord aan de gezagvoerende plaatsen van zijn vaderland te schilderen wat hij van ons land en ons volk in de zware beproeving van dezen oorlog gezien heeft. W ij hebben niets te verbergen. Vast en befrouwend staan wij in het stormbruisen van de 30® oorlogsmaand. Wij kunnen ulechts weuschen dat door den nevelsluier van berich-tensperring en personenstelljng de gansche wereld ons ziet, zooals wij zijn en denken, zooals wij strijden en werken. Dan zou het beter staan met het uitzicht op vrede. Mijne Heeren ven de American Association of Commerce and Trade! Gij zijt kooplieden, welker levens-werk den vreedzamen handel tusseben de beide groote landen gewijd is : Gij zijt kooplieden die sinds lange, jaren onder ons leeft, en voor wie ons land — zooals uw voorzitter gezegd heeft — tôt «en tweede vaderland i« geworden; tôt een tweede vaderland, dat gij ook thans in dezen oorlogstijd trouw gebleven zijt en aan hetwelk gij :n werken der naastenliefde, trots al de menigvuldige moeilijkheden, veel liefde en goeds be-wezen hebt. Wij zijn u daarvoor van harte dankbaar. Mijne heeren 1 Gij hebt het duitsch volk, dat gij thans ziet worstelen in den zwavsten kamp om zijn nationaal bestaan en zijne nationale toekomst, leeren kennen in zijn vreedzaam wrochten. Gij weet dat onze eenigste trotschheid daarin bestond, ons stuk te staan in den vreedzamen wedijver onder de volkeren, om door arbeid en knapheid ons hooger en hooger op te werken, om door de ontwikkeling van onze geestelijke, verstandelijke en huishoudelijke macht onze plaats in de samenleving jn te nemen en te behouden. Gij hebt de ontwikkeling onzer nijverheid meegeleefd. Gij hebf gezien hoe de sprekende cijiers van onze voortbrengtt •n van onzen handel stegen bij de toenemende ont keling, stijging die slechts in uw amerikaanseh land ttn gelijken gang ging. Bij dit ailes hebt gij met ons kunnen waarnemen dat de toenemende voortbrengstkracht en de toenemende welstand van on» land niet bijdroe-gen tôt schade ol nadeel, maar wel tôt voordeel eo aanmoediging van uw eigen land. Want, terwijl gij groot werd en wij groot werden heeft zich de'waren-ruil tusschen Amerika en Duitschland niet boegenaamd verminderd, maarsterk vermeerderd. Uwe heer voorzitter heeft u voor het tiental van jaren voor het uitbreken van den oorlog eenige cijfers aangehaald. Ik mag zijne cijfers volledigen door andere die in onze duitsche statistiek voorkomen. Gedurende het tient»! 1903-1 g 13 i* de omzet van dên duitschen handel met de Amerikaânache Unie gestegen van 1.400.000.000 tôt 2.425.000.000 marken, en dat is eene stijging die voor een aandeel moet toegeschrven worden aan de wer-kingen uwer maatschappij. Mijne heeren ! Wie ons duitsch volk kent als volk van den vredelievenden arbeid, zooala gij het kent, die ia gesticht over de boosaardig* fra»e bij middel van dewelke onze vijanden traehten zand te werpen in de oogen der wereld, over de frase van het duitsch, of zooals zij meer en meer nog liever zeggen van het pruisisch militarisme! Ja, ik vraag u ook wat men zoo moet hebben van dat militarisme ? Gij kent ons land en zijne geschiedenis. Gij weet dat Duitschland! gedurende eeuwen achtereen het slagveld zijner oorlogzuchtige naburen was. Gij kent den Rhijn. Gij kent wellicht ook mijne niet zoo uitgebreidde geboortestreek van den Pfalz. Indien gij sens net opes oogen door deze streek gereisd zijt, dan suit gij geziea hebben dat elke atad en elk dorp spreken over de treu-rige tijden onzer on macht, spreken over de vernialtag»-woede van een nabuur die zich vermeten had om dit bloeiend paradijs voor aile eeuwigheid te veranderen in eene ellendige woestemij. Heet bet militarisme wanneer wij ons voorbereiden om te belettes dat xulka <tj-den nog terugkeerent Is het militarisme wamieet wij planmatig onze eigen volksmacht inrichten voor de verdediging van ons vaderland? En hebben wij op dit gebied iets te veel gedaan? Ziet maar wat onze nabure» gedaan hebben! Is de invoering van den driejarlgen dienstplicht in Frankrijk dan eene beweging van pacifisme geweest, terwijl wij bleven bij ons stelsel twee-jarigen dienstplicht? Even voor het uitbreken van den oorlog telde men Op elk millioen inwoners, voor den vredetijd, 20.000 «oldaten in Frankrijk en slecht* 12.500 in Duitschland! Waar regeerde het militarisme in het land der 20.000 of in het land der ta.«>o solda-ten?Onze uitgavenvoor léger en vloot, per hoofd der bevolkinggerekend, staan veel lager dan deze in Enge-land en in Frankrijk. En neemt er dan nog bij de milliard en die voor den oorlog door Frankrijk aan Rus» land voorgeschoten zijn, alleen met het nooit verholen doel van zich gereed te maken voor den oorlog I Hebben wij daar tegenover niet eerder te weinig dan te' veel-aan militarisme gedaan? JToontde huidige oorlog niet klaar en duidelijk dat wij met onze veibondenen tegen eene geweldige overmacht te kampen hebben? Toont hij niet dat wij berechtigd waren om onze weer* macht op een ;nree- ea driemaal hoogeren standaard in te richten? En is detwee- of driemaal hoogere standaard eene uitvinding van het duitsch militarisme? Of moet men de toepassing van dit ultramilitaristisch princiep niet gaan vaststellen in een aan gindschen kant van het Kanaal liggend lard, dat de heele wereld en de heelc zee voor zich alleen in beslag neemt ? En gaan wij langs den anderen kant de instellingen voor den vrede na : Meer dan een milliard marken—zooveel als de loopen-de rekeningen voor léger en vloot — zijn in het jaar 1913 voor onze sociale verzekeringen uitgegeven geweest. Waar ligt het land, waarin v«or de openbare, rechterlijke voorzorg zulke jaarlijksche geldsommen aitgegeven worden om de maatschappelijk zwakker. te aelpen en te ondersteunen? Onze jaarlijksche uitgaven voor het schoolwezen tiebben voor het uitbreken van den oorlog voor bet leele rijk een bedrag van een-en-half milliard marken Dereikt en ook op dit gebied kunnen wij de vergelijking met aile andere landen gerust doorstaan. Tegenover de litgaven voor hetmilitarisme hebt gij daar twee posten lie aantoonen op welke dingen en op welke zlnnen ons :rachten steeds gericht was. Mijne heeren! Ik zorfer nog een ander kunnen Wj-l'oegen dat uw hart en ons hart beweegt, maar als g««t >an eene onzijdige tafel wil ik over geene dingen spre-cen die de wereld verdeelen. Ik wil op u niet den m-Iruk maken dat ilf uw onzijdigheid zou willen aanra-cen, dat ik bij u zou komen om voor onze zaak te plaâ-:en. Gij weet wel dat wij yan de onzijdigen niets v#r-angen, geene hulp, geene vergunstiging, niets dan onzijdigheid, niets anders dan onzijdigheid die de beid* sartijen weet te meten met dezelfde maat, in het aan-:icht van een volkerenstrijd op leven en dood, zooata ie wereld nog nooit zag. Als kooplieden die jaren lang onder ons leven, hebt jij begrip van onze levensnoodzaak. Gij vormt voor lit begrijpen eene brug over den Oceaan, eene dubbel :n drievoudig waardevolle brug in een tijd, waarin àjandelijke machten de wegen van het vrije verkeer .'ersperren, waarin de waarheid haren weg moet zoe-cen door de lucht, onder de zee en die verder op goed-jezinde onzijdigen aangewezen is.. Ik ben overtuigd dat deze brug van veretandhouding roor beide deelen nuttig zal zijn. Nu bij de voortduur van den oorlog, die door.de weigering van het vredes-sanbod noodzakelijk wordt, alsook later, als het er om jaat, dg oude draclen van het geestelijke en economi-sche verkeer tusschen onze landen weer aaneen te (noopen. Zoolang de oorlog duurt zult gij in den zin ran betrekkingen werken, gelijk het eene goede en op-•echte neutraliteit behoort. En wanneer de dag van de .'rede aanbreekt, dan zult gij met nieuwe kracht en op-?ewektheid uwe nu grootendeels stilligende beroeps-irbeid weder opneir.en en door uwen post daartoe bij-iragen dat de schade, die de oorlog in hat verkeer tua-ichen onze landen aangericht heeft, spoedig weder" ;oedgemaakt zal worden en dat het streven van afgun-itige concurrenten, om een wigge tusschen beide groo-:e handelsgebieden te drijven, geen succès zal hebben. De ervaringen die wij in dezen oorlog m#t de zake-ijke trouw van den grooten makelwr in het wereld-^erkeer gemaakt hebben, laten verwachten dat het ver-;eer tusschen onze landen na den oorlog zich nog beter ■n direkter dan tôt nu toe zal ontvouwen. De kort voor den oorlog in de Vereenigde State» loorgevoerde bankreform, die gezonde princiepen ver-vezenlijkt, zal de direkte aanknooping en afwikking 1er duitsch-amerikaansche zaken sterk begunstigeti, >ok door de verwijdering der tusschenschakels. Aie :ich als onmopelijh bewezen hebben. M. H., wat gi) in de bevordering der handelsbetrek-cingen tôt nu toe gedaan hebt en in de toekomst zoît» loen, dat zal zelfs ovei1 de grenzen van economische vinst voor heide deelen reiken. Uw werken zal de .'riendschap tusschen onze volken vergrooten en aan le grondvesten van een duurzamen vrede bouwen îelpen. Laat mij sluiten met een woord van onzen grooten luitschen dichter Friedrich Schiller : « Aan u goden, >ehoort de koopman; goederen te zoeken gaat hij, loch aan zijn schip knoopt het goede zich aan! » Mogen de vreedzame schepen van den koopmau 33" faar — N. 10 ?njs par nummer ; *eor Bslgië 3 centiemen. toor den vreeiade 5 oentiemen 1 eleloon ! Bedactie 247 - Administi'atie 2845 Donderdaq 11 Januari 1917

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Toevoegen aan collectie

Periodes