Vooruit: socialistisch dagblad

612 0
08 augustus 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 08 Augustus. Vooruit: socialistisch dagblad. Geraadpleegd op 20 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/901zc7st7z/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Drnkster-U Itg# eïat«r |am:lHaatschappij HET11CHT beituurdtfï p, DE VISCM. Ledeîjerg-Qcrrt . . REDACTIE . . ADMIN1STRATIE HOOGPOORT. 29, GENT VOORUIT ûrgaan ë&p Belgische WeM'edmpartij. ~ Verschjjnende aile efagen. ABCNNEMENTSPRIJS BELGIE Drie tnaanden. . . , , ft. 3.24 Zet maanden • . . • . fr. 6.50 Ecn jaar ....... fr. 12.50 Mea abonaetrt ridi op aNe poctbarcfi» DEN VREEMDC Drie maanden tdagclljk» vcrzond**). ..... fr. 6.73 HET KIND EN ZIJNE OPVOEDING Toordracht gehouden in «Ons Huis», door den Heer Van Eecke op 3 Oogst. (Eerste Vervolg) Laten wij thans een stap verder gaan en den vader wordt de gelukkige geboorte aan-gekondigd van een frisschen zoon of een flinke dochter. Pas nu wel op, gelukkige vader ! van nu af aan loeren misschien talrijke gevaren rond de wieg van uw kroost. Uw vrouw in overleg met u, heeft de hulp ingeroepen van een ervaren dokter in ver-loskunde en gij hebt naar geenen prijs ge-keken. Heel wel, bijzondor wel ! Maar hebt ge wel met dezelfde zorg en dezelfde voorzkhtigheid de keus gedaan van eene goed baker ? (Zoo noemt men de oppasster eener kraamvrouw). Is uw oog soms niet gevallen op eene onde vrouw met schijnfeaar veel ondervin-ding, die over ailes hare eigene gedachten heeft, ik zal maar zeggen die eigenzinnig is, oude vrouw die soms zonder de minste ge'.eerdheid ook niet de minste begrippen heeft van levensleer, maar die gij hebt ge-kozen omdat ze u werd aanbevolen en juist omdat ze reeds wat van jaren wordt? Verre van mij aile oude vrouwen van on-kunde en eigenzinnigheid te beschuldigen ; maar zeker en vast is het dat er vele slech-te bakers zijn behept met gevaarlijke voor-oorcleelen aangaande de behandeling van jonge kinderen. Dit weten en ondervinden de geneeshee-ren maar al te best en daarom ook heeft een groep dokters in onze stad in de laatste tijden een zesr verstandig besiuit geno-men.Sedert verscheidene jaren bemerk ik dat er op verschillende scholen gedurende eenige zondagen bijzondere lessen voor bakers worden ingericht, lessen gegeven door geneeisheeren zelven die zieh richten tôt vrouwen met eenige geleerdheid, die aan die vrouwen de eerste beginselen der leyensverriehtingen mededeelen en hun leeren wat ze aïs baker doen moeten en loornamelijk ook waarom ze het zoo doen moeten. Zoo mag men verhopen dat in de toekomst veel onheil zal kunnen vermeden worden. Wat gebeurt er nu nog al te veel 1 De dokter komt en geeft voor moeder en kind allen mogelijken wijzen raad; maar pas heeft hij den rug gekeerd of de baker vindt dat die dokter niet steunt op onder-vinding, dat zij die zoovele kinderen reeds onder handen had er meer weet van mee te spreken en ze doet soms gladweg het ver-keerde van wat aangeraden wordt. En de moeder is zij niet geneigd de baker in te volgen 1 Inderdaad de dokter komt en blijft maar eenige stônden, maar de baker blijft den ganschen dag en bovendien is die baker niet eene vrouw in wie de moeder onwille-keurig meër vertrouwen stelt, eene vrouw met^ zoogezegde lange ondervinding ? Oh, gewis wanneer het voor eene kraamvrouw slecht afloopt zou men soms zeer verwon-derd opkijken moest men de oorzaken op-zoeken ! Gelukkiglijk dat we in dien toe-stand verbetering hopen mogen. Het zou mij niet mogelijk zijn ailes ap te sommen wat door de bakers soms verkeerd wordt gedaan met goedEeuirng der licht-geloovige moeders. Eenige voorbeelden : hoevelen zijn nog niet in de geda/shte dat het jonge kind dage-lijks moet gewasschen of liever moet inge-Btreken worden met zoete boter. , Is er iets nadeeliger dan dat? Als men iets kent van het menschelàjk lichaam dan moet men weten dat de huid een groot aantal kleine openingen of poriën vertoont die absoluut moeten open blijven, willen zij hunne noodige werking verrichten. Met de zoete b'-iter stopt men die poriën toe ! Met een kind dat op die manier zeer ziek werd, £lng men bij een dokter en het eerste wat deze vorschreef was een bad om de poriën open te krijgen. Dat is natuurlijk. Een pas geboren kind heeft soms het hoofd niet in den vorm zooals de baker dit schoon vindt en ze begint het dagelijks onder min of meer geweldige drukking te vervormen. Denkt men niet dat men op die manier ook aan het hersengestel groot kwaad kan doen en daar storingen kan in teweeg bren-gen die voor het kind noodlottig kunnen worden 1 Dit hoofd zal overigens wel van zelfs een Meer normalen vorm aannemen, zonder ge-weld.Men weet dat bij een jong kind de been-ueren van de hersenka«s nog los liggen, dat fe niet aan elkaar zijn gegroeid, ja langs boven aan het hoofd blijft er nog eene gansche opening die soms maar na een joar twee jaar zelfs toegaat. Nog gisteren zàg eene moeder die van de gedachte niet is te brengen dat het hoofd van haar kind j niet mag gewasschen worden zoolang die opening daar is. ' Is dat geen vooroordeel die belet dat dit . noofd gereinigd worde i ';<!n kind schreit en de angstige jonge j Boeder in hare groote liefde wordt dadelijk onçerust en ze zal ailes in het werk stel-(en om den kleine te paaien ; ze neemt het V 'i°^' w'eÇk in armen en wat weet al en 't Hnd schreit soms nog meer en lûeer. Eerstens vergeet niet, jonge moeder, dat een klein kind wel eens sehreien moet. Het kind moet zijne stemorganen oefenen gelijk aile andere, dat is eene noodzakelijkheid ; het kan nog niet spreken of zingen, het moet soms sehreien, wat dus niet altijd ge-volg is van pijn of ziekte. Moest het spreken kunnen het zou u misschien zeggen dat het uw schudden om het te paaien heel onaangenaam vindt. En nu ik van het sehreien spreek, let ook hier op ; zelfs hier begint de zedelijke opvoe-ding. Als gij bij het minste sehreien toegeeft, wordt het kind, hoe jong het soms nog is, al spoedig- gewaar dat het op die manier zijnen wil kan opdringen en zoo zijne moeder kan beheersohen, en daar ligt een ge-vaar voor zijne toekomst. Een kind moet slapen en men zegt zeer dikwijls de slaap voedt. Ja, de slaap is zeer heiizaam, maar die slaap moet natuurlijk zijn; Wat onder dit oogpunt hoogstens is af te keuren, dat is het wiegen. Het kan een schoon taferesl zijn door schilders gemaald en door dichters bezongen: de moeder die al sehommelend haar wiegelied zingt. Maar weet gij wat die moeder doet? Het kind wordt weg en weer geschommeld, de herse-nen, die nog zeer los liggen, worden stand-vastig geschokt en op elkandej1 geworpen, zoo ontsfcaat er eene verdooving van die hersenen, die zeer nadeelig werkt. Dat is geen goede slaap. We moeten ook niet vergeten dat dit schommelen niet altijd gebeurt door de zachte hand eener geduldige en liefhebbende moeder, maar dat d© ruw hobbelende wieg soms toevertrouwd wordt aan een ouder broerken of zusterken, die dat werk niet aangenaam vinden en, ongeduldig om te gaan spelen, maar ferm en hard doorschom-melen, ja soms wel op gevaar af dat het kind op den steenen vloer terechtkome. Moet het kind soms niet ingebonden worden?En nu ik toch van inbinden spreek, moet ik ook wijzen op eene noodelooze marteling die in het. algetneen kleine kinderen nog ge-durende weken ondergaan, namelijk het in-pakken in de luieren (in 't Gentsch gezegd: het inbunselen). Ik heb door geleerde dokters en deskun-digen hooren bewijzen dat dit hoegenaamd geen nut heeft. Waarom dan het kind tôt die beweegloosheid veroordeelen, wanneer het zooveel behoeften aan beweging heeft en dat het vrij met armen en beenen moet kunnen rondspartelen ? Ik heb gesproken van de wieg; in den-zelfden zin zijn slecht gemaakte en schok-kende kinderïijtuigen hoogst af te keuren. Ik ken groote menschen die niet kunnen tegen het schokken van een te veel opgebla-zen velo. Wat moet er gebeuren met de tee-dere hersenen van kleine kinderen, die over de straatsteenen worden voortgetrokken in schokken de kinderwagens, soms zonder ressorts, zooals men dit ziet ov vele buitens ? En boven dit ailes is er voor dà hersenen nog iets veel gevaarlijkers ; het zijn namelijk de slaapverwekkende afkooksels en drank-jes. Zijn er helaas ! niet nog moeders die onbswust van 't gevaar, nog een verschrik-kelijk gebruik ma,ken van de afkooksels van slaapbollen en die niet weten dat die een vergift bevatten dat vooral op de hersenen werkt, juist daarom dat ze die hersenen ver-dooven ; vergift dat den groei der hersenen tegenhoudt en het kind veroordeelt tôt een later leven van domheid en verdwazing, waarbij het in den strijd des levens voor an-deren zal moeten het onderspit delven. Afkooksel van slaapbollen, de nicotine uit den tabak en het opium der oosterscho volkeren dat- zijn giftsoorten van denzelfden verderfelijken aard. Bij dat ailes komt nog de slecht begrepen voeding. Eene moeder denkt altijd dat haar kind te weinig heeft. Het is bewezen dat vele kinderen sterven omdat ze te veel worden gevoed, en velen willen niet aannemen dat er voor kleine kinderen bij de melk water moet gevoegd worden, enz. Het beste en na-tuurlijkste voedsel is altijd de moedermelk zelve. Ik meen te weten, dat bij ieder huwelijk dat gesloten wordt, er aan de echtelingen eene kleine brochuur wordt ter hand gesteld over de behandeling en voeding van jonge kinderen. Worden die genoegzaam gelezen? Ik hoop ja, maar ben er niet zeker van. Ik ben lang en met reden stilgebleven bij de allereerste voeding van het kind, omdat zij zoo voornaam is. Immers, het is bij het eerste opschieten van het jonge plantje, dat men het het meest in het oog moet houden, omdat dan het grootste gevaar dreigt dat het zou sterven of kwijnen of misgroeien. Zoo ook met het kind. Het groeit nu verder op ; het lichaam heeft de eerste gevaren overwonnen en het wordt kloeker en kloeker ; verstand en hart moeten nu ook ontwikkeld worden. Het kind moet nu leeren begrijpen al wat rond hem gebeurt, ailes waarmede het in aanra-king komt. Dit gebeurt langs den weg der zintuigen, die hier dus eene allercjewichtxg. ste roi vervullen. Voornamelijk gezicht en gehoor, maar ook de drie andere zinnen, krijgen elk een deel. Is het noodig aan te dringen dat er op de zintuigen in het bijzonder moet gelet worden? Een kmd dat slecht ziet of slecht hoort, staat noodzakelijk verstandelijk ten achter. Als gij gewaar wordt dat er aan oog of oor iets scheelt, om godswil, of liever om wille van uw kind, stelt het niet uit, raad-pleegt bevoegde dokters en volgt stipt hun-nen raad. Zegt niet als sommigen « ik wil niet dat mijn kind een bril drage, omdat dit hem ontsiert ». Den dokter moet gij gehoor-zamen of gij maakt u plichtig t-egenover uw kind. , (Vervolg en slot morgen.) Verkeerde stelling Wij lezen in Le Bien Public over de on-derwijzerskwestie die in Gent is opgereizen het volgende : De voornaamste reden van de weige-ring (het houden der vacantieklassen, Red.) was dat het personeel op voor-hand niet geraadpleegd was geworden. Het Syndikaat eischt dus het recht van tusschen te koinen, in de beslissin-gen betrel'fende het onderwijs, zelfs als dere beslissingen geen enkelen nieuwen en verpliohtenden last opleggen aan de gesyndikeerden. Stillekens aan heeft het syndikaat voor doel van tasschen te komen ten titel van ovei'heid, in de organisatie van het onderwijs zelve. Le Bien Public betwist of discuteert niet zegt hij, maar hij stelt vast. Dat is eene al te gemakkelijke manier van doen, als men een eisch om recht in een verkeerd daglicht wil stellen. Wij nomen hier openlijk de verdediging van het onderwijzend personeel, dat volgens ons dient geraadpleegd te worden, telkens er wijzigingen op touw staan, om ingevoerd te worden in het onderwijs. 't Is bij ons eene princiepkwestie als wij fabrieksraden verdedigen voor de werklie-den, schiet er niets aan over dat de onder-wijzers en onderwijzeressen ook geraadpleegd worden in zaken die hun aanbelan-gen en waarin zij vooral als grôep gezien be-voegd zijn. En in een zijner artikelen heeft Le Bien Public zelf geschreven : die raadpleging der onderwijzers ware misschien niet slecht geweest. Nu tracht hij die raadpleging der onderwijzers te doen doorgaan als eene opslor-ping van het gezag der overheid. Dat is niet waar en 't argument heeft iets gezochts, en is in den grond valseh. Indien het onderwijzerskorps dat wilde, dat bedoelde, wij namen geen minuut zijne verdediging. Maar dat willen de onderwijzers niet. Overigens sedert wanneer is eene raadpleging door eene overheid aan zijne onder-hoorigen, een bevel geworden door de min-deren aan hunnen chef gegeven ? Dat is eene radikaal verkeerde opvatting. Ware de zaak aldus gelijk Le Bien Public za wil voorstellen, dan zou elke grondwet-telijke vorst aile gezag missen, omdat hij zijne ministers raadpleegt, die zelve hunne voorstellen. onderwerpen aan een parlement, dat gekozen is, door het volk. Is dat uw advies Bien Public 1 Of zoudt gij de keizers en koningen bij de gratie Gods, die vroeger regeerden, zonder controol, zonder dat zij verplicht waren iemand te raadplegen, wier wil alleen wet was, eh wel zoudt gij soms dat in puin ver-vaïlen stelsel durven verdedigen? Wij dagen er U toe uit ! Ge ziet, de regeeringstelsels van de meeste landen berusten reeds op een democrati-schen grondsag, onvolledig 't is waar, omdat het stemrecht nog niet overal algemeen is en omdat het referendum, buiten Zwit-serand nog nergens bestaat. Maar toch het alleengezag is bijna overal verdwenen. Wij herhalen onze vraag : Zijn de vorsten en de voorzitters der Republieken in iets zedelijk verkleind of verminderd in hun gezag?Het tfgendeel is waar, zij staan sterker, omdat zij voor een groot deel door de wet-ten die ze toekennen, beantwoorden aan de openbare opinie van de massa dos volks of ten minste der heerschende standen. Zouden schepen van onderwijs. een ge-heel college en een geheele gemeenteraad dan verminderd geworden zijn, door een korps te raadplegen, over eene zaak gelijk de vacantieklassen, waar het onderwijzend personeel, toch wel eene bevoegheid moet be-zitten, die de onze 't allerminst waard is. Er zijn toch mannen en vrouwen onder het personeel die grijs geworden zijn in het onderwijs en meer dan een geslacht hebben helpen vormen als onderwijs en ois opvoe-ding.En die menschen zouden niet mogen geraadpleegd worden? Allons donc, 't is al te bespottelijk. Wij zeggen dat zulke raadpleging niets anders kon hebben dan goede gevolgen. En was het stelsel der onderhoorigen te raadplegen algemeen, wij zeggen dat er veel misverstand, veel haat. veel ongegronde ver-denkingen en veel strijd zou vermeden worden.Met onverzoenlijkheid komt i&an tôt niets, dan tôt nuttelooze en schadçlijke verbitte-ring. En 't is hetgeen Le Bien Public bezig is met aan te vuren. Hij zal of mag niet ge-lukken, wij zullen het hem beletten in de mate onzer krachten. F. H. Guido S®z@!°© en île 9Jzer Verscheidene bladen nemen een beiang-wekkende mededeeling over, in ©en blad in Holland verschenen, van den heer Frans Lootens, omtrent de bet&ekenis van 't nu zooveel besproken naamwoord iser, waar-aan wij hier, om de eigenaardigheid, insge-lijks eene plaats inruimen. Men zal daarin zien hoe deerliik men zich somtijds vergist, door de woordvorming af te leiden uit hedendaagsche benamingen, terwijl de oor-sprong in oude talen en lang vervlogen tijdan moet gezocht worden of ook wel m toevallige omstandigheden, die met geleerde navorschingen weinig te maken hebben. Aldus, naar men ons verzekert, bestaat er tusschen Roesclare en Dixmuide, eene herberg, dragende voor opschrift «In de roste geete». ledereen zou allicht geneigd zijn, die benaming af te leiden van eene rosse geit, wellicht vroeger in die herberg ver-zorgd, zonder er ooit aan te denken dat ha.-2 oorsprong in Italië moet gezocht worden. Indordaad, 't is nadat vrijwilligers, die als zouaven vroeger in 't pauselijk leger ge diend hadden, bij hunnen terugkeer aldaar, met krijt, op de deur of den muur « au Rocher de Gaote » hadden geschreven, dat die Fransche benaming algauw in « roste geete » was veranderd ! Na die voorafgaande, beknopte beschou-wingen, laten wij het woord aa-n den schrij-ver van bedoelde mededeeling : « Ik heb nog een gansch schrijven van De Bo bewaard, of liever uitgeschreven, omdat een vriena van den Z. E. deken De Bo zaliger, geern dat handschrift zou gehad hebben. 't Spreekt over 't woord Iser, en 't kwam toen (1883) te pas.se, omd?„t ik toen-maals te Ekelsbeke we-unde, tegen den Iser, en niet verre van de bronne van dien klee-nen stroom, die nu de wereld door vermaard is geworden, Tusschen den opstel zit hier en daàr eene bemerking in, uit Guido Gezelle's penne. Gezelle was toen te Zegherscapelle bij M. Lootens, pastoor aldaar, in wa-ndelin-ge gekomen en, 't is daar, dat ik dien ge-moedelijken geleerden Vlaamschen priester leerde kennen.» Over 't woord en de benaming « Iser » oî « ïser » Zij dolen, deze die peinzen dat Baudewyn grave van Vlaanderen, gezeid den Yzeren, den name van User gegeven heeft aan de riviere of het Vîaamsche stroomke, dat nevens zijn burgslot vloeide, en dat zijn oorsprong neemt drie uren over Ekelsbeke in Fransch Vlaanderen. Boudewyn kreeg zelve zijn lapname den Yseren ^ t is to zeggen van den Yser), omdat hij van de steek van den Yser was. De Frankische koningen waren afkomstig van de Leyestreàe, en daarom namen ze op hun wapens en blazoenen het contrefeitsel van de Lisch blomme ; geene lelie lijk de Fransche Orleanisten of koningsgezinden ze prenten. Nu de benaming van Fleur de Lys zegt reeds zelve, dat het geene lelie kan zijn: La Lys, 't is de Leie, en Fleur de Lys — de blomme van de Leie, — en welke bloinmen staan er meest te pionken aan de twee oevers van die Vîaamsche riviere tenzij de Lischblommen ? De Lischplante heeft altijd in groot aanzien gestaan bij de oude Franken en de Vlamingen ; ik zou er een groot blad kunnen over schrijven : maar dan ben ik van den Yser in de Leie gevallen. Wie zal zeggen dat Boudewyn den Yseren op zijn blazoen, niet 't een oî 't ander tee-ken en droeg, dat gedenknnisse van den Yser gaf? Yser komt voort van 't oud Gaôlsch of Keltisch woord Ys, dat in 't Vlaamsch water wil zeggen. De oudste talen, 'k zal zeggen de oor-spronkelijkste, bestonden uit eenîettegre-pige woorden (monosyllaben). Zulke talen zijn het Zendsch, het Sanskrit, die verdwenen, en het Chineesch, dat nog bestaat. net Gaëlsch of Galisch, dat hetzelfde is als het Keltisch, sta-mt af van het Sanskrit ; stam-men nog af van het Sanskrit de Germaan-sche en Slavische talen in Europa, en het Persaansch in Azia. In het Chineesch, ,als-ook in de oorspronkelijke Egyptische taie verkrijgen de woorden hunne beteekenisse, navolgens den klank, den toon zal ik zeggen, waarop die eenlettergrepige woorden uitgesproken worden. Het Chineesch telt omtrent 450 monosyllaben, die 1203 verscheidene spraakgeiuiden maken. Sommige van die monosyllaben hebben meer dan veertig verschillende i. eekenissen ! Hoe zelfde bestaat ook in de gegrifte of gebei-telde taie der Egyptische hiéroglyphen. Onze Vîaamsche taie bewijst ook dat zij oorspronkelijk en oud is, omdat zij zulken rijkdom bezit van zoovele eenlettergrepige woorden. Moest een schilder onze taie kunnen ten doeke brengen, hij zou verdolen in i'ijne kieuren en tinten, ja, hij en zou de schakeering niet vinden om al de verschillende glanzen te verbeelden, die de uitspra-ke bezit bij al onze verscheidene Vîaamsche volksstammen. In het Vlaamsch, inzonderheid in plaats-en familienamen, bestaan er vele Keltische stamwoorden. Ceilt (koude, vocMigheîd), Dun (hoogte), Ben (vriend, beminde, broe-der, enz.), Ceel (blond, ros), Scor (droog, dorland), Y i ei ie is ys (water, ijs, rivier), Ren Ern (iets dat rap loopt of vloeit, van-daar rendier), Yser (water, rivier die snel vloeit). 't Gebeurt 's zomers, na groote onweers-en donderslagen, dat het water van den Yser zoo snel van de hoogten en bergen komt afgevloeid, dat gansche streken aan zijne oevers gelegen, overstroomen, en dat al het hooi van rond het Dixmudsche weg-spoelt, zooals in het jaar 1881. Vele rivieren en streken ontleenen hunne benaming van 't oud Keltisch woord Y. Zoo kennen wij in Holland het Y en den Yssel (zijarm van den Rhijn). Frankrijk heeft ook ; îijn Ysere, in het département Isère. Maar voor dat wij in andere landen gaan zoeken, zien wij eens onze streke rond, wat daar zoo al naar Yser riekt. Langs den Yter komen wij Pervyse ouds Provyscne, Provyse) tegen. In Stuyvekens nnden wij ook water, ionder dat wij daar in de kerke gaan (Stuyvekenskerke). Dyx-inude (Diksmuide), muide muid mond aan ien iîijk. Een hoogte land opgericht door menschenhanden, om het water der rivier tegen te houden. 't Was daar v66r de jaren L100 een golve, en 't zeewater bij hooge getij Vecvral eene water-y), Lv/am aangestegen bot bij Eessen. Ten tijde dat Sanderus narftr 3it doi-p kwam, waar hij niet ten noenen-iisch verzocht en was, droeg de kerktorre sene steenen naalde, welke. tôt vierbake iiende. Voor den inval der Duitschers (17 Dktober 1914), bewaarde het gemeentehui^ aog den ouden lanteern.die zoo lange jaren iienst gedaan had op die viertore. De naalde viel af of wierd weggeschoten op het [aatste der ja\en 1C00. Een deel er van viel: op den zuidbeuken der kerk, die er grooten-ieels onder verpletterd wierd. (Landbouwleven) Rond den Oorlog Os zaïîttzsk in iSsn oorlog Men heeft tôt hiertoe nog geen duidelijb gedacht van het menigvuldig gebruik dat door de troepen gemaakt word van den zoo-genaamden zandzak — waarvan er, zegt men, in onze stad alleen verscheidono mil-licenen gemaakt werden. Een soldaat zegt daar het volgende over ir. een brief die door een dagblad meege-deeld is: De zandzakken dienen ons al eerst als ma-trassen en kussens, daar waar de grond ons te nat, te koud of te hard is. Vier met kennis opgestapelde zandzakken maken een gemakkelijken stoel uit en met zes andere maken wij ons eene ordentelijke schrijftafel. Met eenige zandzakken en eenige andere dks met schavelingen gevuld zijn maken de gemakzuchtigen zich een zetel die niets te wenschen overlaat. Het is met zandzakken dat wij in de loop-graven «de deur toedoen» en «de vensters sluiten» om den trok te beletten» en «de muggen buiten te houden. » Wij zouden nog honderd andere gevallen kunnen opgeven waarin de voile zandzakken gebruikt worden om ons te beschèrmen,maar wij moeten ook een en ander zeggen over het gebduik dat wij maken van de lediga zakken : Door velen van ons worden de ledig g&> maakte en goed uitgeklopte zakken ook ge-bruiki om het te vuil geworden ondergoed, dat raoet gewasschen worden, tijdelijk t* vervangen. Op den oogenblik dat ik schrijf draag ik een zak als lijveken, waarin ik voor hoofd en armen drie gaten gemaakt heb en dat mij als geschilderd gaat — al jeukte het in déni beginne nog al wat. De ledig gemaakte zakken die door wrij-ving in de handen wat soepel gemaakt zijn dieu en velen voor het maken van zooge-naamde russische kousens, dat zijn kousens waarmede men geene blazen op de voeten krijgt of waarmede men de blazen kan laten genezen die men toch op de voeten gekregen heeft. Van ledig gemaakte zakken maken ande-ren zich onderbroeken, overbroeken, getten, voorschooten en wat weet ik nog allemaal. Terwijl ik schrijf zitten daar achter irij, eenige kameraden eene partij «dam» te spelen op een geruit stuk doek dat voortkomt van een ledig gemaakten zak — en de steenen van hun spel zijn niets anders dan ron-deelen die gesneden zijn uit de kroeten van twee kazen die de eene rood en de ander© geel waren. Er zijn hier overal rond ons, voor ons, achter ons, onder ons, boven ons, zooveel zandzakken, dat een zandzak ons voorkomt als een zandkorrel aan het strand, zoodat het er op een paar volstrekt niet aankomt. Ik moet er om te sluiten bijvoegen dat er bij ons echter niemand is die een verspil-lend misbruik maakt van de zandzakken die. overal met zooveel moeite voor ons gemaakt worden, want zelfs het zand der ledig gemaakte zaken gebruiken wij om de volgeloo- ' pen gï&chten droog te maken of het blin-kende van onze wapens en uniforinea. t« nœtsetv- I.. i i —inr*mu".'fK»g—TOimnimm ât * ^aar -- N. 219 Prijs per nnmraor : voor België 3 centieman, voor den reemde 5 contismen Talefaon s Re'Jac'Je 247 - âdisiinis&raii» SS45 Zonfîaos 8 èîîfiST 191 b

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Vooruit: socialistisch dagblad behorende tot de categorie Socialistische pers. Uitgegeven in Gent van 1884 tot 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes