Vooruit: socialistisch dagblad

995 0
03 december 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 03 December. Vooruit: socialistisch dagblad. Geraadpleegd op 25 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/xs5j961n80/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

t. u. in,,, j- i ni ■ ■ m n l ■ i i| ■ j M», i v, . ■ »■ ■ -H1^ ■■'.'■ .-"" ■ ■.m!" ■ .. _..,. ...t^Jtf* ït; sise* mm ifJ. 'S?2S Priis oei nommer : voor Balais ;« csDUamcn. voor den VreamdeS centiamsn Telatoon t siedactie 24-7 » Administratie 2845 Vï* idaa 3 DECEMBER 1815 ûruSssîer-lHîgeeïsîer $*si: Maaîschappij H ET L3CiIT bestacrder > », DE VIS CH. 1Lcdeberg-Q«nt . . REDACTIE . . ADM1NISTRATIE KOOGPOORI. 29. GENT VOORUIT Dr gaan de/* Be/gische WerkHedenpartij. — Versehi/nende me dagen, 1 ■ 1 ■■ - 1 ■ —i ABONNEMENTSPRUS BELGIC Drie tnaanden. . . , , fr. 3.29 tes maanden . , , . . fr. 6.50 Ecn jaar ....... fr. 12.50 £en abonneert zich op aile postbareele» DEN VREEMDE Drie maanden tdagelijk» venonden). . . . . . fr: 6.75 Oa mil îtissoleÉoiiis! . h m Srlsls L0 ProgràSj een vrijzinnig blad van Brussel, onderiijnt de schoone roi die de Belgische gemeenten gespeeld hebben, tijdens de heerschende cnsis. Wij geven het artikel : a. Veertien dagen na de verklaring van den oorlog, was het grootste gedeelte van ons land aan zijn eigen zelve overge-laten.De oude gouvernementeele raderwer-ken lagen stil ; de gendarmerie, die op onzen buiten c ; in onze kleine steden de eenige politiemacht uitmaakt, was ver-trokken met het leger en de burger-wacht.De Duitschers bezetten feitelijk het land op militaire wijze, maar zij hadden nu het bestuurlijk gezag in handen niet genomen. Het oogenblik was om te geschikter voor de ontketening van al de driften, van al de belangen, van al de appetijten. Wejnu, op CjBefl eJikei oagenfeisk werd da î;a!mte gestoord ; do ord© en de cpen-bare veïllghsid bîswen gsëerbied^gd. Is het geen bewonderenswaardig en eenig schouwspel? En hebben wij aan de wereld, bij deze gelegenheid, geen prachtig voorbeeld ge-geven van een volk dat een maximum van vrijheid geniet en dat er gebruik van maakt met een maximum van gematigd-heid ? Aan hun âelven overgelaten, hebben de Belgen zich zonder schokken naar hunne Gemeentehuizen gekeerd', naar hunne plaatselijke besturen, waarrond zich al de pogingen, al den goeden wil, al de initiatieven komen scharen zijn. Zonder eene hooge ieiding te zoeken, die er met was, daar wij geene regee-ling meer hadden, boden onze burge-meesters en schepenen onmiddellijk het hoofd aan den nieuwen toestand. Zij gingen de troepen in 't gemoet op vele plaatsen, boden zich zelve aan als gijzelaars en onderhandelden over de overgave hunner stad. Eens deze formaliteit volbracht wijd- ' den zij zich met hart en ziel aan de be-voorrading der bevolking, aan de zeker-heid der mwoners en der goederen, aan het behoud der orde en der openbare rust. Iedere gemeente hield zich maar bezig met hetgeen in hare bevoegdheid viel, en hield zich maar bezig met hare buren dan om ze na te volgen in de verwezen-lijking van een hooger ideaal, tôt groot tout der armen en der ongelukkigen. De gemeenten zonder onderscheid wcdijverden in hare pogingen om het noodige aan al hunne inwoners te be-zorgen.Stilaan kon elke gemeente aan hare hongerlijdende bewoners de soep en het brood verschaffen, aan hen die rilien van koude deelde men warme kleederen uit en men gaf zelfs geld âan diegenen jwt———t—JMMWi—B—y—■ ■■ i i—■ Ce Kubs!, in luren pis! es Siire siiftoklini, liisloiisoif verklagrd foordracht gehouden in Ons Huis, op Dins- dag 23 November 1915, door gezel J. DE GRAËYE. (Tweede vervolg) iïe diclitér en zijn geiîioed Laten wij nu even stilstaan bij een ver-'Çhijnsel dat gelijk > ntsnapt aan de histo-risch-materialistische kunst- of literatuur-beschouwing. Het staat daar als een raad-seij oppervlakkig beschouwd, zoo geheim-&ig, zoo onoplosbaar... Maar or zijn geene Uadsels, eigenlijk voor een grondig weten-schappelijk onderzoek. Daar is de dichter met de poëtische uit-ffortingen van zijn gemoed. Die schijnt heelemaal buiten de wereld te staan, op eene hoogte, ver van allen maatschappelij-ken mvloed. Inderdaad, is de algemeene Moderne opvatting van den dichter die van een S'jnzaam en onbegrepen m an, miskend noor eene maatsehappij welke zich afkeert V;w zijne gezangen, en hij beschouwt die Maatsehappij van uit. zijne gedachten, als van eene stille verhevenheid, met hoogmoo-verachting of met eene machteloos bit-klacht.et jg- d« maatsehappij die hem vereen-^aamd heeft, tv roeda even te voren, die er geen wonnen. Ncoit zag msn een dsrgeîijk voorbeeîd van cDînsrîunîsnîo basian ons Selgië. Gémeentelijke bons werden geschapen weike aan de inwoners van elke gemeente toelieten van zich te voorzien van de ne odigste waren in de magazijnen, gele-gen in de gemeente, èn waarvan zij ae vroegere kalanten waren. Gemeentelijke magazijnen werden ge-opend en met diezelfde bons of in ruil van geld, konden de inwoners, gelijk wie, zich het voedsel en de voorwerpen aanschaffen die elders verkocht werden aan nagenoeg onbetaalbare prijzen. Elke gemeente wedijverde om aan zijne magazijnen de best mogehjke voortbrengselen te verschaffen aan de laagst mogelijke prijzen. Werkeloozen waren aldaar in bediening. Leeningen werden overal aangegaan. Plun bedrag, bestemd aan werken van gemeentelijk nut, liet toe van arbeid te geven aan de werkersbevolking. Voelt gij niet dat deze leeningen schier zooveel als gemaskerde giften zijn, ge-daan met eene grenzelooze fijngevoehg-heid, samen met de opperste wijsheid, van scholen,openbare gebouwen, straten en wegen te doen onderhouden? De ambachtsman beschaamd, ten onrechte, en die met schrik zijne laatste spaarcenten zag smelten, kreeg werk dank aan de gemeente. Dank aan het vooruitzicht en de toe-wijding der bestuurders onzer gemeenten, had men noch hongersnood, noch smetziekte te betreuren. Een tweede strenge winter staat voor de deur en overal zijn er sinds lang maat-regeien genomen om voor de verwarming dei armen te zorgen. Naast de stoffelijke zorgen, heeft de bekommering voor de verstandelijke op-voeding ook plaats gevonden. Gedurende eenige weken onderbroken, werden de openbare lessen hernomen van zoogauw de toestanden het toelieten en de toeloop van jeugdige weetgierigen was zoo groot in de scholen voor volwas-senen, dat men verplicht was op vele plaatsen de ncholen te ontdubbelen. Dit was namelijk het geval in de ver-schillcnde gemeenten der Brusselsche omheining en in vele nijverheidssteden van de provinciën Henegouwen en Luik. Zonder twijfel verwezenlijkt het bij-zonder initiatief schoone en edele din-gen in het domein van het onderwijs, maar alleen ware het onmachtig geweest en hier vinden wij den weldoenden in-vloed der gemeentebesturen terug. Wij konden de voorbeelden van de ge-lukkige tusschenkomst der gemeenten in den loop van den oorlog vermenigvul-digen. Deze die wij aangehaald hebben zijn voldoende om onze stelling te sta-ven. » F. H. Wij zullen op dat artikel terug komen. hoo door het samengest-elder worden der maatsehappij, de gang liarer evolutie duis-terder werd voor de moderne dichfcers; dat was het begin van het einde. Hoe grootscher en ingewikkelder de produktie werd, met de evolutie der techniek, hoe kleiner de men-sehen leken in die wereld, en hoe minder zedelijk schoon de maatschappelijke bewe-ging werd, die aile idealisme verloor. De maatsehappij werd voor hen de levende te-genstelling van aile idealisme en zij haatten en bestreden haar. Zij werden de maatsehappij uitgejaagd door hun idealisme. Er restte hun niets dan de natuur en zichzel-ven, en zij voelden die dan ook als 't ware groeien. Zij gingen de natuur en hun gemoed vergrooten. Hun eigen ikje werd reusachtig groot, hun leven, hun sm&rt, al wat hun personen aanging, verscheen hun in onwerkelijke proporties tôt al het buiten-hen-liggende. Zij leden, omdat het expan-sieve dat samenhangt met kunst, het ver-mogen zich t© voelen in iets anders en iets anders in zich-zelf, in tweestrijd was met de maatsehappij, die eischt-e dat ieder ziehzelf en zijn belangen, hoe ze ook stooten tegen die van anderen, in de eerste plaats gevoelt en daarnaar handelt. Zij waren verlaten, omdat de beweging der maatsehappij het niet meer wa-s die hun verbeelding voedde, zooals wij vroeger zagen, en omdat het hun nu toescheen als s ton den zij daarbuiten. Zij waren hoogmoedig, omdat zij het indivi-dueele in zich sterker voelden dan wat dan ook. Aile drie deze gevoelens: smart, verlaten-heid en hoogmoed, ontstonden dus in hen door bepaalde maatschappelijke verhoudin-gen. Die gevoelens maken dan ook volstrekt niet de kern uit van aile poëzie. Er ziju tijden geweest waarin de expaa- De pios over tien iiorlo? ^ Volgens sommige seandinavisc'he bla4en heeft de paus gesproken met een voornar men onzijdigen persoon. Op eenige vragen omtrent de wereldlijke macht der Kerk heeft de stadhouder van Christus geantwoord « dat er aan geen duurzamen vrede onder de menschen te denken valt zoolang de heilige Stoel niet tôt eenieders bevrediging hersteld is in al zijne rechten. » De voliedige vrijheid en on-afhankelijkheid der heilige Kerk. voegde de man er bij, moeten eens voor altijd door de wetten gewaarborgd worden. Op eenige vragen omtrent de duitsche gruweldaden in België antwoordde de paus : Wij zullen aannemen dat er hier en daar erge daden gepleegd zijn. Maar de Duitschers werden toch hier en daar uitge-daagd. Wanneer wij zouden willen protes-teeren tegen dat wat ioogezegd in België voorgevallen is, dan zouden wij toch eerst moeten protesteeren tegen de manier waar-op de russischè soldaten zich gedragen hebben in het oosten van Pruisen en in Galicië, zoowel als in Polen. Uit eigen beweging kwam de paus verder tôt den man te zeggep : Veel kiescher is de zaak de onderzeeërs. De Aneona vaarde toch van Italië. naar Amerika en zoo kon zij moeilijk verdacht worden vari ^et aan boord hebben van con-tra'oande. Met de Lusitania stond het heel anders. Zij was op weg naar eene engelsche haven en de kapitein van den duitschen on-derzeeër had grond genoeg om aan te ne-men dat zij munities aan boord had. Op het voorwendsel, dait de Duitschers er van overtuigd waren dat een zoo groot schip niet binnen de twee uren kon zinken, en dat het schip in zeven minuten tijd ge-ionken is tengevolge van de niet door de Duitschers veroozaakte ontploffing aan boord, antwoordde de paus dat het juist da&pom is dat deze twee gevallen zoo streng van elkander moeten aigezonderd worden om een redelijk oordeel te kunnen vellen. Verder sprak de paus met groote bezorgd-heid over de sch&rpe aanvahen der fransche kathoheken tegen hunne duitsche geloofs-genooten en hij zegde, dat de oorlog toch in geen gevaJ hoegenaamd een godsdienstig doel had. Vast en zeker \va« het met geen godsdienstig doel dat Reims zoo geweldig gebombardeerd werd. in 1870 hebben de italianen zelfs fiome zoo geweldig bescho-ten Alleen voor de Russen zou men e&nigs-zius kunnen aannemen dat zij in den huidi-gen oorlog een godsdienstig doel o£ neven-doel hebben. Ongelukkiglijk moeten wij echter aariue-men dat in de zoogenaa.md romeinsche lan-den de zoo sterk antigodsdienstige Vrijmet-selarij eene zoo gewichtige roi in den hui-digen oorlog heeft gespeeld en een zoo groot stuk verantwoordclijkheid zal t-o drag-en hebben voor de heele wereld. Het hieeft mij dan ook zeer smartelijk aangedaan ais ik vernam dat gen&raai Sarrail was aangesteld als opperbevelhehb.îr van ons oosterleger, want die man is met al de krachten waar-over hij beschikc een der eerste vrijmet&e-laars en gezworen vijand van godsdienst en Kerk. Ten slotte zegde de paus nog mtdrukke-lijk : x in geen geval zullen wij eigenlijk geloo-ven dat de regeering van Oostenrijk, als het den kasteidenden oorlog aan Servië ver-klaarde, er het minst aan fijedacht heeft dat het zou aanleiding geven tôt den vreeselij- sieve aard van den kunstenaar niet in bot-sing kwam met het begrip der maatsehappij, maar daarin steun vond; dan braeht deze eigenschap hem niet lijden, maar geluh. Er zijn tijden geweest dat , de kunstenaar met zijn idealisme steun vond in de hoopvolle opkomst eener nieuwe kla-sse, eener nieuwe produktieverhouding, dan streed hij, vol gloed en geluk, mede, met anderen veree-nigd, den re^olutionairen kamp voor nieuwe idealen. De Yromv en de Liefde in de Literatuur Ofschoon wij enkel in zeer breede trekken den geest en de uiting der literatuur ver-klaarden, en eigenlijk wel nog niet volledig genoeg, vreezen wij, worden we, tôt ons leedwezen, al te lang. Met deze verontschul-diging zullen wij verder ook veel korter we-zen.De maatschappelijke verhouding der ge-slaehten bepaalt den aard hunner gevoelens voor elkaar, bestemt dus het gehalte der liefde. in het oude Griekenland, bijv., maakte de ondergeschikto roi der vrouw de liefde tôt alleen lijfsliefde en deze was het die door de poëzie bezongen werd. Het indi-vidueele element dat voor ons al de "beko-ring en waardigheid vormt der liefde, do innige gonegenheid voor het komplex van zedelijke, geestelijke, fysieke en gemoeds-eigenschappen dat den persoon uitmaakt, is eene aanwinst van de moderne maatsehappij Deze liefde heeft de eeuwen noo-dig gehad om te worden. In de middel-eeuwen is haar begin en ook nu is zij niet volkomen verwezenlijkt en ten deele gebrek-kig.Het is eenvoudig onmogelijk, in 't bestek van deze .voor^ra^ht, jfelke geeuszina op. 't ken wereldbrand waarvan wij getuigen en slachtoffers zijn. In elk geval wm Duitsch-land eerlijk verbonden en verplicht Oosten" rijk aan de zijde te staan. Rusland daaren-tegen, zoo meenen wij rechtzinnig. had zich op afstand moeten houden, want het is aan zijne tusschenkomst alleen te danken dat cfe huidige oorlog zich ontwikkeld heeft tôt den vreeselijken wereldbrand, waarond&r de heele menschheid zoo schrikkelijk te lijden heeft en nog zal te lijden hebben. Het spreekt van zelf dat wij deze woor-den van den paus onder aile voorbehouding mededeelen en dat wij aile verantwoorde-lijkheid laten aan de scandinavische bladen die ze hebben medegedeeld. OoiinbarB Stann-nitsIsitiD^ Het règlement van het Nationaal Comi-teit sluit, voor den werkloozenonderstand, de naaisters en de kuischvrouwen uit. Over die punten is reeds tôt vervelens toe geredetwist, alhoewel het den schijn heeft, te zullen 'voortduren. De vcorname reden van uitsluiting dier vrouwen en jonge dochters is volgens de ontwerpers van het règlement het gémis aan controol op deze werksters en de ver-onderstelling dat zij, ofwel, nooit een be-paald beroep uitoefenden, ofwel gedurende het genot van onderstand, zouden voort arbeiden, en cok <n het fabriekeeren van getuigschriften tegen te gaan. • Het is jammer dat aile werklooze Belgen op dit oogenblik niet gelijk behandeld worden ; de uitsluiting van genoemde vrouwen heeft al heel wat ellende en verdriet in menig huisgezin veroorzaakt en het zou wel als een vloek aanzien worden, t-e trach-ten uwe kinderen van de fabriek tô houden, zich de kosten aangedaan te hebben van 180 tôt 250 frank3 en MEER, voor het koopen van een naaimachien, het volgen en benut-tigen van leasen en allerhande opleiding tôt vclmaking van het vak ! 1 Onder de slachtoffers van die partijdigo bepalingen zijn de eerbaarst» dochters, de naarstigste werksters, zoo naaisters, als kuischsters. Elkeen weet hoeveel uren er moet gezwoegd worden om een loon te be-" machtigen dat reeds lang door de fabriek-arbeidsters (met veel recht) bereikfc en over-troffen is ! Elkeen kent het loon, d* werken gezondheidsvoorwaarden van den naai-stersstiel, het loopen en het jagen gedurende het goede seizoen, en de bange afwach-ting van het dcode jaargetijde ! Men kent ook de voorwaarden der kuischster, een weinig drinkgeld en een maal eten, heden hier, morgen daar, deze week het gehoopte loon, toekomende week op straat, aïs de huisvrouw thuis blijft en haar werk zelve Joet 1 Dit laatste hebben de naaisters en i.uisch-vrouwen gedurende den oorlog tôt haar leed en tôt haar ondergang ondervonden. Tôt overmaat van ramp wordt haar dan een onderstand ontzegd, eene handeling welke heel zeker niet tôt de inzichten der inrich-ters van den nationalen onderstand heeft behoord. Men sluit vrouwen uit, met dertig eu meerdere jaren arbeid, onberispelijk gedrag en steua van arme ouders en dit al, omdat naaisters en kuischvrouwen niet te contre-leeren zijn ! ? Maar bedriegers vindt men overal, onder aile vakken en het Comiteit heeft dit in den loop zijner werkzaamheden zeker wel ondervonden ! ? Omdat vcrondc.rsteM wordt dat een of meer personen een edel werk gaan bezwad- oog heeft ailes en overal tôt in de minste bijzonderheden te onderzoeken, — door de eeuwen heen de lotgevallen van de liefde en van 't zwakke geslacht, zooals wij ze zouden vinden in de literatuur, na te gaan en te verklaren. Met één woord echter, zal het volstaan de noodige, begrijpelijke verklaring te geven. Is de vrouw in de maatsehappij dezelfde gebleven als vroegertijds? In den grond, neen ! Door het kapitalisme is een zeer groot deel der vrouwen in het nijverheidsbedrijf gestort. Daarin zit de oorzaak dat men stilaan met een ander denk-oog tôt. de vrouw is beginnen opzien. Hare veranderde positie in het maatschap-pelijk leven leek haar te maken tôt een heel ander wezen in de samenleving. Men ging haar aanzien, niet meer als eene onbenul-lige ondergeschikto, met al de geringsehat-ting en wat dies meer daaruit voortvloeit, •— maai' als de moderne « gelijkwaardige « makker en gezellin van den man. Vandaar ook dat wij de gevolgen van dien omkeer vinden in de literatuur. Wij vinden gansch nieuwe « moderne » liefde- en huwelijk-pro-blema's, welke wij tevergeefs bij vroegere schrijvers en dichters zouden zoeken. Maar hierin ook is nog verwardheid en onvol-daanheid. Wat is dat anders dan de weer-spiegeling van den strijd in de maatsehappij zelf: de vrouw dringt zich op door hare nieuwe positie, en het kapitalisme, dat de vrouw in de nieuwe positie bracht, doeh haar thans als een nieuw element tegen zich ziet opkomen, kan haar niet voldoen, uit reactionaire vrees. Het kapitalisme bestrijdt de vrouwen-ontvoogding. Daar is verwardheid en wij zien ze ook in do literatuur des-betre'ffeadU * "#jot wigy deren, moeten honderde eerlijke menschen gestraft blijven 21 Het eene huishouden uit zeven en acht personen bestaande, mag dus breeder en, ruimer leven dan het gezin van drie of vier leden cmdat hier naaisters onder zijn 1 ! ! Is dergelijke handeling de belooning der deftige dochter, die metharen eervollen arbeid, den oudëren dag harer versleten ouders tracht te verzachten ? ! Het is wel pijnlijk die ongelijkheid te moeten verduren en nu nog in een oogenblik, dat wij elkander, zooveel mogelijk moeten steunen ! De tijden verbeteren niet, laat ons zorgen dat er spoedig verbetering komt aan de bepalingen van het Nationaal Comiteit. Dat alla menschen van gceden wil de hand aan het werk slaan : 't is hoog tijd ! ! J. DE CLERCK. De miilieenen dans «Na Waterloo zal de armoede den vrede in Europa bewarem.-», zegide Channing. Dit gezegde verdient overweging. Maar het zal, zegt de medewerkër van het Alg. Hbi. geen toepassing vinden na het einde van dezen oorlog. Want dan zal waarschijn. lijk niet armoede maar bankroet van Sta-ten den vrede handhaven ! Misschien ook niet! Want 't is moeilijk iets te b^grijpen | van de staatshuishoudkunde van den oorlog. De opst-eller van de «Economiste, de heer F. W. Hirst, heeft een zeer lezene-waardig boek nitfres;even bij Dent in Lon-den over (The Political Eeonomv of War.) Maar hij heeft niet helpen begrijpen hoe' ter wereld dïe verkwiste honderden mil-lioenen ooit zullen beta&ld worden in eerlijk geld, of hoe men met papiert'jes een groote leening zoogenaamd volschrijven kan. Econoinische geschiedenis wordt nu onder onze oogen gemaakt. Maar het dwar-relt voor de oogen door al die millioenen papieren geld, door die bijna ontelbare millioenen nieuwe schuld, die millioeneu oorlogsko&ten per das ! En men ziet ont b steld naar die financiers, die bliksemsnel millioenen van de eens hand in de andere werpen, gelijk gooehelaars dit goud ballen doen, en die dan uifcroepen een nieuwe leie-ning is volteekend. Te leen geven beteekent in eerlijk Vlaamsch : iets tijdelijk ten gabruike aan ; iemand afstaan. Tijdelijk! Heeft iemand zelfs maar een vaag vermoeden wat er van al die leeningen der oorlogvoerende mo-gendheden terecht moet komen, zelfs al-krijgen wij binnen een jaar vrede? Van al die millioenen de eindelooze stroom, die wordt opgezwolgen door den oorlog doen denken aan de zondvloed, of aan de ontelbare tonnen water die bij Niagara eindeloos neer plompen. -fr ^ * * If. & 3^ % # Hf. ^ Aimai " Vooruit „ ondergaat, zooals ailes thans, de oaver-mijdelijke oorlogswet : VERTRAGINtï. Wij kopen binnen aeht dagen elkeen te knnnen gerieven. De administratie. Rond dan Oorlog 0® stille! Iif Servië De «Daily Telegraph» verneemt uit Salo-niki : Een Servisch stafofficier, die de vlakte! van Kossowo den 15n verliet, geeft eene vreeselijke schildering van het drama, dat in dat district wordt afgespeeld. Waar-schijnlijk de helft van de bevolking van Oud-Servië zocht daar een schuilplaat3. De honger woedt onder hein. Een groot gedeelte van deze ongelukkigen is zonder beschut-ting blootgesteld aan het ruwe winterweer. Ten gevolge van het gebrek aan voeder sterven de paarden en ossen bij honderden ; hun lijken iiggen overal te rotten. De weg naar Albanie is onbega-anbaar ; Ir veertien dagen geleden was hij "al slecht, thans is hij geheel onbruikbaar geworden, omdat de streek, waardoor hij lcopt, is leeg-gehaald door hen, die er reeds doortrok-ken.Detocht door Albanië moet dus onder-nomen worden zonder voedsel en te voet, want elk vervoermiddel ontbreekt. De terugtocht naar Monténégro is eveneens onmogelijk : daar is het voedsel, sinds Antivari is afgesloten, schaarsch. En intus-schen zet het Servische leger zijn heldhaf-tigen strijd voort en bewaakt de naderings-wegen tôt deze vallei van de ellendo. De correspondent van de «Daily Telegraph» beschrijft een bezoek aan Monaatir en zijn ontmoeting met majoor Picot, den' commandant van het Fransche marine-detachement.Picot had, zcoals reeds gemeld werd, te Resna een ptard gekregen en was daar-, mede naar Monastir gerend om te zien of deze stad nog in handen der Serviërs was. De Fransche mariniers zaten 20 mijl van Resna terzijde van den weg, totaal op van des ysfor.ceerdejQ ^ijhebbea,

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Vooruit: socialistisch dagblad behorende tot de categorie Socialistische pers. Uitgegeven in Gent van 1884 tot 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes