Vooruit: socialistisch dagblad

857 0
17 augustus 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 17 Augustus. Vooruit: socialistisch dagblad. Geraadpleegd op 19 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/0g3gx45s07/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Jru!cst«r-lJ itg«e?st«r Sam: Maatschappij H ET LSCHT bestuiirdcr t P. DE VfSCH. Lcdebcrg-Oent . . REDACTIE . . AD M ! NISTRATÎ E HOQGPOORÏ. 29. GENT VOORUIT Orgaan der Belgische WeM'edenpartjj. — Verschynende aile dagen. ABONNEMENTSPRjj: BELQIE Drie maanden. . . , , fr. .".25 Zes maanden * , « . . fr. 6 50 Een jaar ....... fr. '2.50 Men abonneert zich op allé postbereelea DEN VREEMDE Drie maanden 'dagïlijks verzoncSen). ..... fr. 6.TJ tëi@uwe plannen, schoon en grootsch De plannen door eenige kamaradei verzonnen in vriendschappelijk bijeen zijr hebben mij in verrukking gebracht, voor al omdat zij in de laatste week prachtig volledigd zijn geworden. Lessen over uw vak, door bekwamc vakgenooten gegeven dat is alreeds nieuw en schoon. Onze vriendinnen hooger opvoeren, ei goede en bekwame levensgezellinnen van maken, die met en naast de mannen mede-I strijden voor de bevrijding onzer klasse die poging is edel en grootsch. Maar onze vrienden dreven het verder, Zij wilden dat in de mate van het moge lijkê de lessen verder veraangenaamd worden bij het begin en het einde 't zij met een muziekstuk, viool, piano of een blaasinstrument, 't zij met een gevoelige socialistische romance of krachtig strijd-! lied, 't zij met eene nuttige en aange-name voorlezing. Na de lessen belet er niets dat er onder elkander geredekaveld wordt over de eene of andere hangende kwestie. ïoen wij dat ailes hoorden, dachten wij aan Fourier, een onzer schoonste voor-kampers, wiens doel het ook was den arbeid te veraangenamen, er een genot ▼an te maken in plaats van een ondrage-lijk slavenjuk. De groote fransche denker zou fier îijn kon hij terugkomen en zien, hoe zijn ideaal trots ailes, den weg der verwezen-lijking opgaat. En het schoone van dit ailes is, dat /erwijl de meeste menschen moedeloos, ellendig zijn en op den weg der wanhoop en der vertwij feling worden gesleurd, het iocialisme optreedt als de trooster, de opbeurder, die hoop zaait in de harten, die streeft naar meer kennis in de hoofden en geloof schenkt in eene betere toe-komst.En onwillekeurig kwam in ons 't ge-dacht op; hoe klein onze tegenstrevers zijn, tegenover de gehate en gelasterde : ,socialisten, die een helder, waakzaam oog houden over hunne klasse, om in tijde van nood hunnen gemoedstoestand op te beuren en zelfs hunnen geestdrift verre van hem te laten verzwakken, te doen stijgen. Dit toont de groote, onoverwinnelijke zedelijke kracht die van de sociaal-demo-kratie uitstraalt en die ons naar den triomf zal voeren. * * * Het eene brengt het andere bij. En het kon niet anders of naast al die schoone plannen moest het socialisme op den voorgrond komen. Kunnen naaien, koken, wasschen en strijken is nuttig en goed. Lessen ontvangen over het vak dat gij uitoefent is noodig. De kunst verheerlijken al werkende is schier idealistisch. Maar dat kunnen onze tegenstrevers ook, als zij niet te lamlendig en te dom zijn om eraan te denken. Zij kunnen ons naâpen ten minste. Maar wat zij niet kunnen, niet willen dat is te midden van deze droeve periode het socialisme doen kennen, onze red-dende theorie verspreiden, die de harten verwarmt, de hoofden verheldert en t bewustzijn van rechten en plichten bij de [ werkers doet groeien. En daar besloten onze vrienden hunne plannen te volledigen door socialistische voordrachten in te richten in de wijk-vereenigingen, in Vooruit, overal waar de gelegenheid zich aanbiedt al ware het bij onze tegenstrevers zelven. Dat ailes mits de toelating te vragen aan de bevoegde overheid. Overigens zullen die socialistische voordrachten al-leen loopen over punten van het socia-listisch programma, die kwetsend zijn voor niemand en leerrijk voor iedereen. Wij zullen daarenboven binnen kort de serie der te behandelen punten opgeven, zoodat iedereen kan oordeelen. * * * Ah, partijgenooten wat prachtig wat edel werk. Wij beuren onze klasse op, wij verjagen aile sombere, wanhopige gedachten uit hare harten en wij doen hare hoop en ha-ren geestdrift ontvlammen. En als hier of daar nog een twijfelaar zou zijn dan zullen wij doen gelijk den Christus, wij zullen hem de hand in de sociale wonden doen steken, gelijk Jezus zij ne lichaamswonden toonde aan zijnen twij felachtigen apostel. De wankelbare zal dan overtuigd zijn en zeggen : Socialisme wees gegroeit, gij zijt de redder. En terwijl wij die geestelijke revolutie bewerken, doen wij op practisch gebied ailes wat noodig is om de werkende klasse rijp te maken voor hare vrijma-king.Onze vaklessen zullen allen die ze vol-gen, meer bekwamen in hun werk en er zal een grooten stap gedaan zijn, om de werklieden de noodige kennissen te schenken om in de toekomst de voort-brengst en den ruil te besturen. Er zal uit die vaklessen gepaard met Socialisme nog iets grooter en hooger op-rijzen.De werkers, mannen en vrouwen zullen krijgen hetgeen onontbeerlijk is, om hun tôt het hoogste toppunt van macht en gezag te voeren, namelijk den eerbied voor den arbeid. De Arbeid was tôt hiertoe een schande, eene vernedering, hij zal door onze pogin-gen eene eer en eene verheffing worden, die men aan den Arbeid niet mag weige-ren, als bron van allen rijkdom en geluk voor al diegenen, die heil en troost vin-den om de ellende, de verveling en de verkeerde gedachten te verjagen. Hetgeen wij willen is een opvoedings-werk voor onze klasse, die allen twijfel, honger en wanhoop verdrijft, om geduld en zachtheid te verspreiden en de hoop op beternis in de harten te doen ontvlammen.In deze droeve tijdsomstandigheden zal het blijken, dat de Arbeid eene ver-zoenende, troostende roi speelt en tevens een weldoende invloed die zoowel stoffe-lijk als zedelijk den besten uitslag zal op-leveren.Ons Volk zal aldus al het wee van dien europeeschen krijg doorstaan en er grooter en beter, vaster en hoopvoller uit te voorschijn komen. Ziedaar waarom wij de inzichten der kameraden bijtreden en toejuichen, die overigens door de gansche partij gedeeld worden. F. H. In het Arrondissement Dendermonde j EENE BEïIIEURENSWi ARDIGE VAST-STELLINGMogen wij op een en vooruitgang wijzen met het blad «Vooruit», in ons arrondissement, toch moeten wij vaststellen dat er n°g vele werklieden en vooral kleine bur-gers gevomden worden die de katholieke bladen lezen : «Gentenaar-Landwacht» en V °lk». Wat redens ze hebben om Yooruii niet te lezen, gissen we niet. «Vooruit./ is immers het best ingelicht blad, dat zijne j lezers waren voor hun geld geeft. Jiet ^ordt dagelijks op 4 en vekelijks eens op ; J Pages gedrukt, terwijl het in normale tij-uen tôt 8 pages gaat. Laat ons hier ook vaststellen dat het | * ' °oruit» is geweest die de katholieke bla-kI verP^cht heeft hunne lezers min uit te | Mten : «De Gentenaar» en Bien Public» i ^TSC 6nen maanden lang op twee kleine P?jges en «Het Yolk» tbateis nog geregeld viermaal in de week. «Vooruit» verscheen altoos minstens op vier bladzijden em heeft aldus de katholieko gazettiers-woekeraars verf licht hem op dat gebied dus te volgen. Hebt gij, lezers der katholieke bladen, al ooit er in gelezen dat deze de partij der werkers namen, als deze in staking gtingen voor meer loon, minder uren erk of betere werkersvoorwaarden ? Neen ! altoos namen zij het op voor de kapitalisten, wier koffre-fort-belangen zij verdedigden. Hoeveel artikelen zijn er reeds in de katholieke bladen aangetroffen de w rken-de klasse aansporend zich uit haren to©-stand van knechtschap e verlossen ? Geene, want met derge.lijke 'ectuur zou-den de werkers de burgerCi aruien verlaten hebben en in het léger van het strijdend proletariaat gekomen zijn. Zegt eens, werklieden en ..ieine burgers, hoeveel artikelen hebt go al gelezen in uwe bladen over uwen tegenwoordigen onr~rluk-kigen toestand 1 Hebben zij al gesehreven over het treurig leven onzer werkersklas,^ ever de armoede en ellende die zij te onderstaan heeft? Hebben de klerikale tîhrijvelaars reeds onderzoeken gedaan in de werkerswonin- gen en er bekend gemaakt hoe dn werklieden leven 1 Over de honderde ep duizende iJachten en protestaties van de getroffenen hcfc„ gij er nog geen regel in gevonden,nog veel min over de partijdige samenstelling der Comi-teiten, waar de werklieden. — •'e eerste be-langhebbenden, — zorgvuldig uitgesloten waren... Zij zullen het niet doen, en mogen het niet doen, want degenen die zij moeteu aan-vallen, zijn de personen die hen betrVn om het... anders te doen ! Is het in gewonen tijd plicht het arbei-dersblad «Vooruit» te lezen, hij is in deze omstandigheden dubbel. Te midden der rampen heeft onze dappe-re «Vooruit» niet opgehcuden al de ge-gronde klachten en feiten bekend te maken en dank aan «Vooruit» is er in de mate van het mogelijke verbetering gebracht, alhoe-wel onvoldoende. Maar, hoe meer lezers «Vooruit» telt, des te grooter wordt zijn invloed, 'es te spoedi-ger houden mistoestanden op. Aan u dus, arbeiders en kleine burgers, «Vooruit» te lezen. er pr^ na,<:;anda voor to maken en te strijden met het socialistisch Ie®erl G. D. K. Te Uftfoae*sf©Bi 03<GEH00ED Enkele inwoners hadden aangevraagd tôt wie zij zich moesten wenden om m'eer on-derstand te krijgen. (Men Leeft in ons num-mer van zondag gezitn hoe men daar met de menschen handelt.) Wij beloofden hun te helpen door midded van Vooruit en door ouzen vriend De Win-ter, lid van het gewestelijk Comiteit, op de hoogte brengen. Nu, de heeren van het Comiteit hadden van dat «schandaaJ» gehoord en kwaad omdat hunne slechte daden alzoo aan het licht zouden komen besloten zij daarvoor gansch de gemeente te straffen. Zoo komt het dat er verleden weeik aan niemand meel besteld is en dat er ook geen armengeid uit-gedeeld is. (Hier is geen sprake van werk-loozensteun ; 't is hier armengeid !) Dus het meel is er en men verkoopt het niet; men laat de armsn 14 dagen leven met een rantso^n voor 8 dagen. Van zondag dus is men zorider brood ! Voor de rijke boeren die rogge of tarwe gezaaid hebben is dit niets; immers, zij hebben tarwemeel van hun oogst. Maar wij hebben bij arme dutsen geweest die niets hadden, die zich zelîs geen patat-ten konden koopen. Als zij unKs of rechts geen eten krijgen moeten zij verhongeren. En dat laat toch niemand toe ! Aan den schandpaal dus met ule gemeen-tebestuurders, die, om hun politieken haat te _ koelen eene gansche gemeente zonder hulp zetten. Wat denkt het provinciaal Comiteit daarvan ? Wij, wij vragen de afstelling van sulke laffe personen, aan wie het bestuur eener gansche gemeente niet mag toevertrouwd worden! Wordt daar seffens niet naar gezien dan staat men te Uitbergen voor groote zwarig-heden, die tegen de heeren wel zouden kunnen keeren. Want, dat zij niet denken dat de mannen van Uitbergen hunne vrouw en kinderen zullen laten verhongeren. Wat hier nog gebeurde: rijke boeren mochten eenige weken sreleden slechte rogge binnenbrengen in vervanging van bloem : de rogge werd aan de armen uit-gedeeld ! Het fameus komiteit bestaat uit den pastoor, — natuurlijk, — de ^urgemeester Visart de Bocarmé, plus eenige rijke boj-ren. Wij volgen hetgeen te Uitbergen ge-beurt en het volk zal weten wie hun ver-dedigd heeft. Het zal ons helpen door steeds te ijveren voor het lezen van ons blad Vooruit. BRUOTJE. T© Lairne DE TOESTAND Laarne is eene groote gemeente met om-trent 4700 inwoners. Het gemeentebestuur is er katholiek en de bevolking erg slaafsch. Ais bijzondere nijverlieid heeft men daar de fabriek Hanus, die aan een 800-tai arbeiders werk verschaft, maar nu maar 24 uren werkt, verdeeld over twee ploegen, zoodat elk wever maar 12 uren werkt. De werkloosheid is er algemeen en de onderstand erbarmelijk ; het komiteit is er in handen van een onderpastoor die de on-dersteunden ailes behalve kristelijk behan-delt.Bij eene weduwe met 6 kinders kwamen wij binnen en de armoede grijnsde er u tegen. Die krijgen 10 1/2 kilo roggebrood per week plus 4.50 fr. van het werk der werkloozen. Verleden week was de vrouw haren onderstand afgenomen door den onderpastoor, omdat, zegde hij, men hem was komen zeggen dat haar jongen korenaren afgeknipt had ! Op eene valsche verschuldiging, — want het was er eene, — werden de menschen dus gestraft, doch drie dagen nadien, door schoon spreken, heeft het menseh haren onderstand terug gekregen. Een werkman die bij Hanus werkt, heeft bericht gekregen dat hij zijn werk kwijt is omdat hij, om met vrouw en kinderen niet te vervrieien, verleden winter hout gehaald heeft uit de groote bosschen. Dit bevel kwam van hoogerhand, want het hout hoor-de niet toe aa-n de fabriek,. Evenals op vele andere kleine gemeenten, bestaat hier geene juiste opgave van den steun der werkloozen en het Comiteit geeft wat het liefst kwijt is. Natuurlijk varen de vriendjes daar ook het beste mede. Ook in Laarne zal het volk eens de oogen openen : ons blad is er binnen en alhoewel het er nog vervolgd wordt zal het er blijven en zorgen voor de verdrukten 1 Te OaSckasi Calcken telt 5424 inwoners. Het gemeentebestuur is er katholiek, alhoewel er onder de bevolking eene strooming is naar kri3-ten demokratie, — Calcken de wooc.plaats zijnde van M. Ducatillon. Zooals hij draai-de, is een deel der bevolking van dezelile ziekte aangetast. Hier heeft het gemeentebestuur een tour de force gespeeld. Men geeft hier het geld zooals het Règlement van het Nationaal Comiteit het voorschrijft : 3 fr. voor man en kind boven de 16 jaar en 1.50 voor de vrouw. Maar andere onderstand wordt niet gegeven. De ondersteunden moeten voor de gemeente werken aan eenen ouden poel, een vroeger bed der Schelde vôor zij recht getrokken is. Zij ontvangen daarvoor niets. De vrouwen moeten voor hun 1.50 fr. kantwerken. Wij denken dat op die manier de gemeente het zal uithouden ! Sinds de ooriog is Vooruit er binnen en wij denken dat de bevolking van Calcken in dezen droeven tijd zal zien wie er voor het welzijn der arme klasse is. ■Wij willen het recht van leven voor iedereen, terwijl de gemeentebesturen en Comi-teiten steeds werkqp om zoo min mogelijk te steunen. Dat klagen wij aan en mllen stoe 1s een oog openhouden om de bevolking te be-schermen tegen uithongering en verdruk-king. dp raacEsf aan den Yzer Een donkere avond; do regen pletst op de straatstoenen en de wind giert in de bouw-vallen van het platgeschoton dorp. In stilto naderen we de loopgrachten, waar anderen ons wachten om afgelost te worden. Op den straatlioek vlak tegen de vuurlinie, staat een huisgeraamte waarvan de plankenlooze zoldering door twee balken is onderschraagd geworden. In de keldering brandt licht en daar moeten de mitrailleurs in. Goed. We zoeken elk een plaatsken, blij van uit regen en wind nog zoo wel te recht te komen. De wind mag brieschen op de deuren en muren, de regen mag voortstrie-men, we zijn in 't droge. De kameraden, bah ! die zijn daar ook tegen verha-rd, en de soldaten die naar 't kantonnement terug-koeren, zullen hun deel liebben, lijk wij het onze, plus de wind van achter, dus niet te klagen. Ondertusschen is de eerste schildwacht zijn roi begonnen en ik word als zijn opvol-ger aangeduid. We rusten uit van den marsch, eten een brokke en rooken onder vroolijk gekout de onontbeerlijke pijp, tôt het uur om is en uw nederige dienaar met vasten stap den leidsman volgt tôt bij de mitrailleusen. Heere god ! ze staan waarachtig op de rest der zoldering, juist boven de schragen van het ingestorte voorhuis. De donkerte heeft me beet, ik strompel en sukkel over steenen en houtblokken, langs een verbroken trap tôt bij onze wapens. De maat boven heeft zeker gelachen als hij ons zoo hoorde pijnen naar omhoog, màar hij had ook zijnen toer gehad, hoorde ik aan zijn klappen. Vlak onder mij in den schuilhoek branden weifelende lichten, daar rond zie ik hoofden bijeensteken, ik zie lippen verroeren en plots de wezens tôt schaterlachen plooien. Ken-schetsende guitigheid onzer jongens, die al-tijd maar door een goed humeur boven wa-ter houden. Ik --ord er zelve welgezind van, ik lach den wind uit die door de dakgoten huilt en ik laat het mij weinig verschelen of de regennatte mij tôt op het vel dringt, ik zal niet wegwaaien of smelten. llondom mij ontwaar ik nog zwarte plek-ken in grillige vormen op het verwoeste dak, waar zeker ergens nog pannen liggen, maar verders lijkt me heel de doening met hellende muren en gapende monden een eendelijke loegheid. De wind speelt geweldig met het water van den Yser, ik zie niets, maar hoor het klotsen. Toch, véôr mij stijgt een groen vuur op van de vijandelijke loopgrachten, kijk, al die groen beschenen wa-tervlakte, de overstrooming. Nog één pijl, ginds waakt ook de vijand. Sinds ik kennis maak zoo goed het ging met onze stelling, neemt het slecht weer in hevigheid toe, 't wordt een ware storm. Klets ! plof ! daar waaien pannen van 't dak. Oei ! het dak en zolder wiegelen en ik mee. Sa, steenbrokken springen uit en rol-len op mij, nevens mij en ketsen verder op de massa beneden. Mïjn maat is het, ik moet tôt verdere or-ders den post verlaten en met ons tweeën nemen we zoo goed het gaat, midden het voortdreigende gevaar, de mitrailleusen mede naar den kelder. Hoe we beneên ge-raakten en toekwamen weet ik zelf niet, maar mits eenige schrammen en stooten waren we toch behouden. Al de jongens waren opgestaan na het onverwacht gerommel en gedruisch e.n bearoetten aus iukomen met vroolijke kwinkslagen, omdat ailes zoowel afgeloopen was. — We meenden dat ge uwen keers gelaten hadt, lachen ze. — Ja, \.as 't zoo erg dan? — 'k Wil 't gelooven; we dorsten niet bui-ten, het regende steenbrokken en panne-stukken voor de deur en gij kwaamt niet af. Toen vroeg de officier iemand om u af te halen en uw maat zei: « Ik moet weten wat er van is » en hij is op den slag er door ge-worstel'd.Ik was toch rap het doorstane gevaar ver-geten en ik ga bij mijn maat. — Zeg, Fran«, ge zijt een moedige jongen, maar ge moet zoo uw leven niet riskeeren voor mij, dat is niet noodig. — Zwijg, 'k zou 't nog doen, lacht hij weer, en we stopten elk een pijpje en wachten zoo het einde van 't orkaan af om weder daarboven te wacht te staan, als 't nog mogelijk was. Heel die tegenkomste is toch maar een doodgewone gebeurtenis, maar 't avon-tuurtje is me steers bijgebleven en ik vind er genot in het neer te pennen, om het vaster te boekstaven in mijn memorie. s' Morgens om acht ure trok ik moedig weerom de wacht op en wel op dezelfde plaats waar het weder me verleden nacht een zoo gevaarlijke poets gebakken had. Forschige handen en kloeke balken hadden ondertusschen den armtierigen toestand ' van onzen stand heropgeholpen en zoo de wind zijn parten niet herbegint, scheen het opnieuw uithoudbaar achter de brokken voorgevel die het onweer te taai waren. Nu was het heldere dag en moest ik ook sluipen langs de steenhoopen om op mijn post te geraken. Van achter het deerlijk ge-havende metselwerk sloeg ik de vijandelijke posities gade, ginder verre aan een ver-brande hceve waar niets verraderlijks te be-speuren viol. Tussehen ons en de vijandelijke loopgrachten de wijde overstrooming van den Yser en een half toegankelijke steenweg er dwars door tôt bij de vijanden, de eenige strate-gische weg om ons aan te vallen. Ze mogen komen, onze mitrailleusen kunnen lang ge-noeg vuur en dcod spuwen om tôt een on-middellijken aftocht te dwingen. De voorjaarsche koude en mijn half natta k.leederen doen me rillen, maar toch niet ge-noeg om mij het genot te bederven van het grootsche landzicht of liever waterzicht, dat zoo wijd voor me uiteenloopt. Het water huppelt in lichte golfjee over de bestroomde vlakte, kust op en af alom verstrooide staken en boomstammen en schuimt lichtjes tegen de vele eilandekens van hooge populieren of aigeknotte wilgen, die daar bladerloos te treuren staan op ruïnen van eenzame bcerengedœtjes of groote hofsteden, die me van verre akelig zwart tegen grimmen. Links een grooter eiland met de grillige vormen van een doorschoten kerktoren als even akelig bekroond, daar is een dorp geweest. Rechts in eendeliike verten tôt aan de zee, dezelfde weemelende watervlakte met dezelfde triestige afwisseling, die het hart van wee toenijpen. Op sommige plaatsen is het water zonder-, ling zwart gevlekt ! God ! het zijn lijken ! Er, zijn er zooveel nog onder het water, menl spree'kt van duizenden. Zooveel menschen-levens zijn hier in den ijselijken veldslag weggemaaid, en ik tel de andere duizenden niet, die geknakt of verminkt door be-, zorgde handen verre van dit gruwend blœd-bad werden gebracht. Iedere mate gronda werd hier met bloed gedrenkt. Rond den Oorlog TuHkscfi® ii©gE'5afe§îSs Q&ft fPOSït Een correspondent van het Journal be-' schrijft een der Turksche begrafenissen die hij op Gallipoli zag. Eerst is er een ge-hamer en gezaag. Men maakt eenige dozij-nen doodkisten. Voor vandaag zijn 't maar drie begrafenissen : een Turksche, een En-gelsche en een Fransche. De eerste is va«u een Turksoh officier di»' te St-Cyr studeerde, maar wiens naam niefci duidelijk bleek. Hij wordt met a'ie eer be-graven ; 60 Turksche gevangenen, 60 Fransche soldaten en vijf officieren met getrokken sabels zullen hem de laatste eer be-wijzen.De gevangenen worden voor die gelegenheid beschouwd vrij te zijn. Zij hebben geen bewaking en de Zouaven dragen hun ■"o-weren met de kolf omhoog. Vier Anatolisch© sergeanten dragen het lijk. Een hoornbla-zer doet een signaal hooren en een der zouaven slaat op den trorn, die bedekt is met een jas. Daar dit tweetal dit elken dag doet hebben zij een soort van marsch be-dacht die s;eer aangrijpend is. Hij eindigfc met drie noten scherp en doordringend. br is niets treuriger dan die drie laatste tonen van den hoornblazer. In de loopgraaf hebben de Turken een kuil gegraven en langzaam wordt het lijk daarin gedragen en in een zittende liou-ding geplaatst, het gelaat naar het oosten, naar Mekka. Met enkele woorden huldigt een Fransch kapitein den vijand die op het , _ veld vian eer gev^llen is. Het pikefc presea- 81' jaar -- W. 228 Prijs per nnmmer : voor Bolgié 3 eentiemen, mr den reemde 5 eentiamen Teiefoon ; «adactSe 247 ■ \û manistraftie 2845 Oirasdatg 17 O0@ST 1915

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Vooruit: socialistisch dagblad behorende tot de categorie Socialistische pers. Uitgegeven in Gent van 1884 tot 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes