Vrij België

2731 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 01 Maart. Vrij België. Geraadpleegd op 24 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/pc2t43jx82/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Mo. 132. VRIJDAG 1 MAART 1918. PERDE JAARGANG. | VRIJ BELGIË onder leiding van FRANS VAN CAUWELAERT en JULIUS HOSTE J". PRIJS PER NUMMER: NEDERLAND 121 cent. ENGELAND 3 pence. FRANKRIJK en BELGIË 0.30 fr. VERSCHIJNT ELKEN VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS PER KWARTAAL: NEDERLAND / 1.50 F NOËL AND . 2 sh. 9 d. FRANKRIJK en BtLuiË - . 3.3 1,. ALLE STUKKEN BETREFFENDE REDACTIE EN ADMINISTRATIE TE ZENDEN: 81, GEVERS DEYNOOTWEG, SCHEVEN1NGEN. Een nieuwe Rede van Hertling. Czernin is voorloopig nog het antwoorc schuldig gebleven op de jongste rede van Wil-son; maar Hertling heeft opnieuw het woorc genomen in den Duitschen Rijksdag en zijr toespraak kan worden beschouwd als een po-ging om de gaping, welke Wilson had aan-getoond tusschen de opvattingen van de Weensche en die van de Berlijnsche regeering, eenigszins te verkleinen. Het valt inderdaad niet te loochenen, dat Hertling ditmaal meei bezorgd is geweest om verzoenende formules te gebruiken dan bij de vorige gelegenheid, al is het ook nu voldoende zijn gedachte even te doorptilen om te erkennen dat wij met hem nog niet op den weg zijn naar de vredestafel. Bij de beginselverklaring, met welke Hertling zijne rede inleidt, vertoont de Duitsche staatsleider nochtans met de door Wilson gesteldte grondbegrippen, een ingenomenheid welke temeer opvalt, omd'at hij pas enkele weken geleden diezelfde begrippen met aller-lei voorbehoud had omgeven. Hij geeft toe, dit de boodschap van Wilson den1 1 len Febr. een schrede tôt wederzijdsche toenadering vormt en treedt daarna in een gunstige be-spreking van de vier groote beginselen welke de voorzitter der Vereenigde Staten tôt hoek-steenen van den toekomstigen vrede had ge-kozen. Hij aanvaardt met Wilson dat elk deel eener blijvende overeenkomst moet berusten op rechtvaardigheid, omdat alleen rechtvaar-digheidszin werk van duurzamen aard kan verrichten; hij stemt in — naar hij beweert — met den eisch dat volken en provinciën niet meer van het eene staatsgezag naar het an-dtere mogen overgaan als goederen en zegt het eveniwichtstoestel met Wilson te veroor-deelen. Hij geeft toe, dat de gebiedskwesties moeten worden bepaald naar het belang en ten gunste van de betreffende bevolking en, ten slotte, hij wil meegaan met de opvatting, ,,dat aan aile duidelijk omschreven verlan-,,gens van de beidte partijen zooveel mogelijk „moet worden tegemoet gekomen, zonder dat ,,daarbij nieuwe elementen van- oneenigheid „worden- ingevoerd." In overeenstemming met den wensch, uit-gedrukt door het Engelsche parlementslid, oud-minister Runcinam zou Hertling liefst zoo spoedig mogelijk deze beginselen in be-sloten kring ter bespreking brengen tusschen aile oorlogvoerenden.Wat hij echter aan prak-tische toepassingen van zijn denkbeelden heeft laten zien zal nog niet van aard zijn, om de Entente tôt deze onmiddellijke samenkomst te bewegen. Vooreerst denkt de Duitsche regeering er nog niet aan, om het bestaan eener Elzas-Lotharingsche kwestie onder eenigen vorm te erkennen, en trots zijn onvoorwaar-delijke instemming met de rechtsstellingen van Wilson kan zelfs de omizichtige Hertling den bokspoot des veroveraars niet verborgen houden, wanneer er sprake is over de Ooste-lijke grensgebieden. De Duitschers denken er niet aan, zoo verklaart hij, om zich in Est-land en Lijfland te vestigen, maar „over Koerland en Litauen heeft hij heden niets te zeggen." En wat Polen betreft, laat hij duidelijk vernemen, dat de Poolsch-Oostenrijksche oplossing althans gedeeltelijk is prijsgegeven voôr de militair-Pruisische oplossing, volgens welke Kongres-Polen opnieuw een deel zijner bevolking aan Pruisen zal moeten afstaan, nadat het pas aan Oekraine een deel van zijn gebied heeft zien offeren, om den zoo vurig 11 begeerden broodvredte voor de Centralen te koopen. I Deze enkele aanwijzingen zijn voldoende om aan te toonen, dat zoo er al eenige voor-uitgang in de gedachten van Hertling is te bespeuren, deze al bijster gering is in de za-kelijke gedeelten van zijn program. Maar het feit dat de Duitsche rijkskanselier genood-zaakt was zooveel eer te bewijzen aan de grondbeginselen van de Wilsonsche vredes-politiek, bewijst dat deze haren invloed op het voliksgemoed1 in de middelstaten niet heeft gemist en er zeer veel kan toe bijdta-gen om eene vredesactie van ondter op te ontwikkelen, welke er wellicht zal toe lei-den, dat de tweespalt tusschen praktijk en be-ginsel, die de rede van Hertling kenmerkt, weldra geringer wordt ten behoeve van) een rechtvaardigen vrede. Bijzondere aandacht verdient echter on-zerzijds het gedeelte van Hertling's rede, waar gesproken wordt over België. ,,Herhaâl-,,de malen", zoo sprak hij woordelijk, ,,is van ,,dezë plaats verklaard, dat wij er niet aan ,,denken België te behouden of den Belgischen „staat tôt een bestanddeel van het Duitsche „rijk te maken; dat wij echter, gelijk dat ook „in de nota aan den Paus van I Augustus „van het vorig jaar is uiteengezet, tegen het „gevaar beveiligd moet blijven, dat dit land, „waarmede wij rnede na d'en oorlog in vrede „en vriendschap willen leven, het voorwerp „van vijandelijke kuiperijen of een opmarsch-,,gebied wordt. Over de middelen om dit doel ,,te bereiken en daarmede den wereldvrede te „dienen, zou in een besloten kring moeten ,,beraadslaagd worden. Indien dus een voor-„stel in deze richting uit het kamp van den „tegenstander zou komen, b.v. van de regee-„ring te Havre, zouden wij geen afwijzende ,,houding aannemen, ook al zou de bespre-„king, naar te begrijpen is, aanvankelijk niet-,,bindend kunnen zijn." Wij zijn er nog verre van af, ons met deze verklaring tevreden te stellen. Zij laat nog ailes in het donker omtrent de beruchte „waar-borgen" van welke Duitschland droomt, onder voorwendsel de vijandelijke kuiperijen in ons land en de militaire aanleuning van België bij de Entente-landen te verhinderen. De verzekering dat Duitschland geenszins staat op een inlijving van België sluit nog geenszins uit, dat het zou dingen naar een bevoorrech-te positie en een staatkundig toezicht, welke met onze volkomen zelfstandigheid onveree-nigbaar zijn. Hertling heeft bovendien geen woord ge-zegd' over schad'eloosstelling voor het door ons geleden onrecht, noch zelfs van de ver-goedïtrg der reusachtige opeischingen en brandlschattingen, welke ons landsvermogen hebben uitgeput. Toch vertoonen zijne woor-den ditmaal een vooruitgang tegenover deze van zijn voorgangers. Het is vooreerst reeds een aanwinst, dat met de sibillijnische ge-heimzinnigheid over België, bij welke von Hertling en Kuhlmann aanvankelijk zich ook hebben bepaald, eindelijk geibroken is en wat wij voorloopig te hooren kregen is voor een gunstige ontwikkeling wellicht niet onvat-baar. Maar de voornaamste verdienste van Hertling's verklaring is m.i., dat zij het Bel-gische vraagstuk op zichzelf heeft gesteld en dat de theorie van 't vuistpand of van 't kost-bare ruilmiddel eindelijk schijnt opgegeven. Wanneer men echter het Belgisch vraag stuk als op zichzelf staande beschouwt — ei ; dat is voor een juiste beoordeeling noodza kelijk — dan kunnen er over de zedelijke ei ; juridische verplich'tingen van Duitschlanc - tegenover ons geen twee meeningen bestaan : Duitschland is ons erkenning van vol!edig< - onafhankelijkheid en toekenning van schade t loosstelling verschuldigd en, zooals Schei - demann het onlangs nog in den Rijksdag be ; vestigde, deze verplichtingen na te komen i; - voor het Duitsche rijk een eerezaak en, later > wij er dat aan toevoegen, ook gewetenszaak De wensch, dat België na dezen oorloi ■ niet een haard van buitenlandsche kuiperijer ' zou worden en geen opmarsch-gebied vooi ■ aanvallende legers, is natuurlijk ook onze - wensch; maar men moet aan de woorden hur , werkelijke beteekenis laten en niet treden ii: i een politiek van huichelarij. Graaf Hertling weet zeer goed, dat België, vôôr den oorlog - op de meest nauwgezette wijze zijn onzijdig-, heid tusschen de groote Westersche megend- - heden heeft bewaard en wij verlangen oprechl i onze politiek van evenwicht en goede ge-i buurschap naar aile zijden eenmaal onbezorgc l te kunnen hernemen. Maar zoo deze goede : verîioudingen op de meest gewelddadigc wij-: ze verstoord zijn, is het de schuld van Duitschland alleen en het schijnt aile wanda-den op elkaar te stapelen met den opgezetter wil om te verhinderen dat België ooit zijr vrijheid van beweging zou terugvinder.. Wij denken daarbij niet alleen aan den haat, dooi Duitschland in de harten met kwistige hand gezaaid, het is voldoende om even na te denken over de gevO'Igen van de ekonomische verwoesting van België, om in te zien dat de Duitsche overheerschers ons als moedwillig naar eenzijdige overeenkomsten zoeken te drijven. Alleen wanneer België door eigen kracht en middelen zijn welvaart herstellen kan — en dat kan het wanneer ons de recht-matige vergoedingen worden geboden — kan het ook zijn vrijheid van beweging naar aile zijden voldoende handhaven. Over de vraag der buitenlandsche kuiperijen behoeven wij niet eenmaal te spreken. Wat Duitschland in deze drie jaren in ons land aan kuiperijen heeft uitgevoerd en wat het waarsc'hijnlijk voor de toekomst heeft weggelegd, is niet te evenaren. Wijzelf echter verlangen van buitenlandsche inmeriging in onze huiselijke aangelegenheden ver-schoond te blijven. De gevaren staan ens al te duidelijk voor oogen en wanneer Duitschland, door zijn eigen voorbeeld, niet langer tegenovergestelde bemoeiïngen wil uitlok-ken, zal ons binnenlandsch leven veel ge-rnakkelijker tegen elke indringerigheid kunnen worden verzekerd. Ook de oud'e waarborgeni tegenover een militaire gëbruikmaking van ons gebied heeft Duitschland alleen vernietigd. Welke zekerheden1 verlangt het voor de toekomst? Aan d'e kracht van een vernieuwd verdrag van onzijdigheid, naar het model van 1831 zal wel niemand veel geloof meer hechten. Bedoelt Hertling dat de Belgische staat, uit eigen beweging, een onzijdigheidsverklaring zou afleggen, of wordt er nog gedacht aan zekere verbintenissen, welke gemeenschappe-lijk door Nederland en België en wellicht med'e door Zwitserland zouden worden aan-gegaan tegenover hun groote en eilaas zoo naijverige naburen? Zoodra er geen sprake is van eischen, die onze zelfstandigheid ralcen, - zou men deze en andere formules misschien 1 in overweging kunnen nemen, maar de beste - waarborg voor de onschendbaarheid van ons i grondgebied en voor de grensveiligheid van 1 Duitschland zoowel als van de Ententelan-. den zou liggen in het stichten van een volke-: renverbond, op een grondslag als door Pre- - sident Wilson aangegeven. Maar dan moet ■ Duitschland ook de rechtsbeginselen aae- - vaarden, welke voorafgaandelijk moeten die-; nen tôt richtsnoeren van een duurzamen vol-i kerenvrede. Het zal dus niet moeilijk vallen aan onze regeering, om de ontoereikendheid van Hertling's verklaringen aan te toonen. Wij zouden het echter betreuren ,indien zij het ant-woord weigerde of zich tôt een ongemoti-veerde afwijzing bepaalde. Bij een zoo zui-vere zaak als de onze behoeft men de open-baarheid niet te schuwen en het ligt op den weg van onze regeering, meer dan op dien van welke andere, om het door Wilson niet zonder goeden uitslag gevoerde vredesoffen-sief te steunen. Nog schijnt het uur niet gekomen om in besloten kring te treden en zoo Hertling de bedoeling koestert, om onze regeering tôt afzonderlijke vredesonderhande-lingen te bewegen, dan zal het 'geen groote kunst zijn, om zijn opzet te verijd'elen. Maar zoowel met het oog op de toestanden in het bezet gedeelte als in het wereldbelang, moet de Belgische regeering toonen dat zij eeu zel'fstandige en handelende macht vertegen-woordigt en dat zij de kunst verstaat om de politiek van1 den vijand te ontkleeden van de bedriegelijke vermommingem, onder welke hij-op kaapvaart wil uitsturen. Een der dringendste vereischten van deze staatsmanskunst is, dat de Belgische regeering den vijand beroove van de vermomming welke hij zoekt in het Vlaamsche taalvraag-stuk. Van aile voorwendsels, welke Duitschland zoekt om medezeggen'schap over ons land te verkrijgen, is de Vlaamsche 'kwestie de eenige, die een werkelij'ken ondergrond heeft en tevens is er geen welke de Belgische regeering gemakkelijker, vollediger en met minder bezwaren kan wegruimen. Het Vlaamsche taalvraagstuk immers is niet weg te tooveren en reeds vôôr den oorlog erkende; Prof. Kurth dat geen vraagstuk belangrijker was voor de toekomst van het land. Wanneer deze groote geschiedschrijver en politieke ziener de gebeurtenissem had kunnen voor-spellen, welke zich sedert dien op onzen foo-dem hebben afgespeeld, hij zou vôôr den oorlog een scherpen alarmkreet hebben aan^ geslagen over de verblindheid van onze regeering, welke den inwendigen strijd door hare verwaarloozing van het Vlaamsche volksbelang elken dag meer bitterheid ver-leende. Nu we echter staan1 tegen de orrver-mijdelijke gevolgen van deze verwaarloozing, nu het met iederen dag duidelijker wordt, <îat de vijand de misstanden, waaronder fiet Vlaamsche volk zoolang heeft geleden, doeî-bewust als aanzetpunt wil gebruiken voor zijn machtspolitiek, nu de roep om recht iederen dag vastberadener klinikt uit den mond der Vlamingen, met den grondtoon van hei lijden en de ongeëvenaarde offers van drie jaar oorlog, nu is het voor onze regeering een duurzame plicht om in het ouds verzuim niet langer te volharden en haren eisch om recht door zelf recht te doen te versterken. FRANS VAN CAUWELAERT,

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Vrij België behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Scheveningen van 1915 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes