Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit

1434 0
20 februari 1916
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 20 Februari. Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit. Geraadpleegd op 19 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/4m91835k4k/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

ZONDAGSBLAD Bijblad van " VOORUIT „ ZONDAG 20 FEBRUARI 1916 Nr 49 Prijs : 5 centiemen Een Driekoningenavond De beide jongens waren onmiddellijk na hun namiddag-brood de straat opgerend. Rik, de oudsfe, stapte met over-ijling door, ofschoon hij bijzonderen last had om goed op zrjn broerlje te waken. Mieleke waggelde hem als een eend achterna, hijgend van uiterste inspanning. Het weifellicht" van een veraffe lantaarn, de hier en daar uit een raam piepende klaarte en de lampschijn in sommige donkersmalle huisgangetjes maakten alleen lichtgapingen in de reeds volkomene duisternis. Nergens zagen de jongens nog de bekende, dansende lichtpuntjes van Driekoningen-kaarskens, die door zingende kinderen rondgedragen wer-den. De vrees bekroop hen, dat er geene komen zouden. Doch op den Keepberg begon het. — Daar ! Daar ! riep Mieleke vlugger voortwaggelend in de richting van een kruidenierswinkeltje. Een bende jongens en meisjes maakte er een drukte, dat hooren en zien verging. De lange, magere vrouw deelde kaarskens uit aan de kinderen harer klanten. De heele schaar, grooten en kleinen, omstuwde haar. Onthutst stond de vrouw bij het schelle, schetterende gekibbel en geklaag, dat tôt haar opsteeg in verwarden klankenzwerm. En boven haar was het dat rusteloos gerinkel van het schellefcje, dat aan de af en toe opengegooide deur met schokkende veer-trillingen maar altijd opnieuw aan den gang ging. — 't Mijne is zoo klein ! geef me een ander... — 'k Heb een gebroken gekregen ! — Netteken heeft een rood ; 'k moet ook een rood heb-ben...— Ze hebben 't mijne gestolen... — En ik ? Wanneer krijg ik er eentje, 'k wacht al zoo lang... Zoo blerden al die scherpe stemmetjes opgewonden onder-een bij een wemeling van uitgestrekte armpjes en een klep-pergetrippel van ongeduldige holleblokjes. En boven maar altijd die eeuwig rinkelende schel... Een hemelsche lankmoedigheid had de vrouw moeten bezitten om niet kregelig te worden. Nu trok er een aan het lint van haar voorschoot om de aandacht op zich te vestigen. Een drieste, groote jongen waagde het naar den tros waskaarsjes te grijpen, dien zij behoedzaam in de hoogte hield. Ze was in den kinderzwerm heel ingesloten en werd in haar winkeltje als rondgedreven. En altijd maar kwamen jongens en meisjes binnen ; ze stonden al tôt achter de toonbank, schreeuwerig, rumoerig naar hun kaarsje vragend. — Maar gaat nu toch aan, in Gods naam ! Eenige onwillige klagers werden met stevige hand de deur uitgezet, maar nog nam het gekrioel niet af. Plotseling, zeer verontwaardigd doende, schoot eene buur vrouw binnen, een bengel aan de hand. — Heeft men dat van zijn leven !... Was er nog een klei-ner te vinden, 't zou ook voor mijn Tuurke geweest zijn. Bekijk me dat kaarsken, 't kan door 't oog van eene naald ! En dan moet ik hier jaaruit, jaarin koffie, suiker en wat weet ik al komen halen... Kijk, vrouw, neem dit kaarsken liever weer, ge zoudt u kunnen doodgeven... En de kruideniersvrouw, heel klein, vleierig-plat : — Maar mensch toch ! Wat zegt ge ? Dat moet een mis-sing zijn ! Wie houdt er zijn zinnen bijeen bij zoo een lawaai ? Heb ik Tuurke dat kleintje gegeven ? Maar hoe is 't Gods mogelijk, mensch ? Wacht wat, Tuurke, een oogen-blik... Zie dat komt er nu van met al dat geschreeuw van dat gespuis... De deur uit ! De deur uit ! En aanvallend, krachtdadig ging ze met haar lange armen onder 't wriemelende volkje als aan 't maaien, zoodat er ruimte in 't winkeltje kwam. Gierend was de bende de straat opgehold. Hier waren de vlammetjes al aan 't waaien in de avond-luchtstrooming. Te àlien kant gingen vuurtongetjes op. Ook heel uit de verte kwamen ze aangezweefd in de lange, smalle Dijlesteegjes, uit allé hoeken en kanteiT, als dwaaallichtjes, zoek'ende zieltjes. Naderde het gloeiende puntje aarzelend, als gedragen door iemand, die omzichtig, wankelend cp de schreef hep, dan lichtte uit de donkerte een snoezig meisjesgezicht op, stralend van blijde fierheid, hoog levend van bezorgde inspanning om 't vlammetje tegen den wind te verdedigen. Naderde 't gloeipuntje Vlugger, stouter, in rechte lijn, dan omglansde zijn gerafelde lichtvlek een ondeugend, opgewonden jongensgezicht, dat zich tegen ingebeelde hinder-palen en wegversperders roodkraaide : Àchteruit ! Ach-teruit ! De hoek aan het kruidenierswinkeltje scheen het over-eengekomen vereenigingspunt te zijn. De lichtjes stonden er opeengetast. Alleen met schril geroep en dreigingen en hol geblaf der honden was de bakkersjongen er in geslaagd er met zijn kar door te rijden. Daar stonden meisjes met smaragdgroene en bloedroode lampionnetjes ; andere droegen 't vetkaarsje op een stok vastgesmeerd en met een papieren zakje als met een schut-lantaarn omringd. De vindingrijkheid der jongens was fan-tastischer geweest. Rik had een aardappel op een stok gespij-kerd, 't kaarsken dan daarop geplaatst en langs weerskanten een lange waaiende pluim er naast gestoken. 't Was alsof hij een reusachtig lichtend insekt droeg. Vier, vijf overgroote, uitgeholde rapen met open oog- en mondgaten, waarachter de vlam danste, grijnsden in de hoogte als monsterkoppen op lange, magere halzen. Daar liep een bengel met een vlammetje op den top van een ouden hoed. Ginder droeg er een op elk zijner opgestoken, opengesperde vingers een vastgesmeerd stukje brandende kaars. — Kijk ! 'k Heb al mijn vingers in brand gestoken ! Met groote oogen, vol verstomming, bekeken- Mieleke en eenige andere kleuters het wonder. Maar toen die met zijn brandende vingers, grijnzend als een duivel, begon rond te draaien en zijn vuurklauwen naar de kleinen uitstak, dan zetten deze een veelstemmig gehuil in, waaraan geen sussen hielp. 't Was de stonde der algemeene monstering. Knapenr en meisjes wemelden ondereen, malkanders licht onderzoekend, benijdend of bespottend. 't Waren uitroepingen van verras-sing, van fierheid, van afgunst, van dolle blijdschap. - Die kaars kost maar een cent. De mijne kost er vijf ! — Pocher, daar zijn geen kaarsen van vijf cent.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit behorende tot de categorie Culturele bladen. Uitgegeven in Gent van 1915 tot 1928.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes