Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit

928 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 09 Juni. Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit. Geraadpleegd op 23 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/xk84j0cs35/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

ZONDAGSBLAD Bfthlad rau - VOOkUIT » /.ON y A G 8 JIJNl 1818 Vierde Jaargang — Nr 6 Ppljs i S eentiemen , Wilde Mele Eene schets uit Vlaanderen Es i#t «in© ait# Ge*ehi«ht« , I Nooit werd zij, te Pauwvoorde, haar dorp, andars g«-naamd.Haar naam was eigenlijk Melanie Westerhove, en zij bewoonde, met hare ouders, een klein huisje, ver van het dorp gelegen, eenzaam, midden in de velden. Zusters had zij niet. Haar eenige broeder — een brave, werkzame jongen — had, bij de loting, een slecht nummer getrokken en was, sinds maanden, bij het leger ingelijfd. Vader kon nietmeer werken :'een onverbiddelijk rhumatisme hield hem, nevens den haard, aan den stoel gekluis-terd, zoodat zij en hare moeder — die, in 't seizoen, ook nog eenige stuivers met wieden kon verdienen — genood-zaakt waren voor het onderhoud te zorgen. Eigenlijk hadden zij geene armoede, doch weelde even-min. Want vader Westerhove kon enkel nog eenige fijne spijzen gébruiken. Zijn kwaal verzwolg zoo het grootste gedeelte der schrale jnkomsten, en van spaarpenningen was er in 't gezin nooit spraak geweest. Melanie was het zonderlingste meisje der wereld. Nooit had men een wolkje in haar zielvolle, kastanjebruine oogen bemerkt, nooit een rimpeltje in haar glanzend,rozig voor-hoofd.En vaak, als vader roerloos op het smartbed uitgestrekt lag, en vlijmende scheuten, als gloeiende naalden, door zijne gewrichten schoten, tôt aan het krimpend harte, zong zij een der menigvuldige deuntjes welke zij, 's zondags, aan den kerkmuur gehoord had, of schaterde zij het uit van prêt en levenslust. En als haar vader ze soms zoo hoorde naar huis komen, uit de verte, dan placht hij te zeggen, terwijl er iets als een glimlachje om zijne vale lippen kwam : — O, wat een wild « jong » is me dat! Op de hoeve van boer Vervliet, waar zij, jaar in, jaar uit, werkzaam was, verwekte zij soms de algemeene vreugde. Gansch den dag doôr zong zij als 'n lijster, en zoodra het rustuur gekomen was, deed zij door hare aardige zetten en kwinkslagen, de in het gras liggende werklui schateren van jolige blijdschap. Vooral in den « noenstond », die smakelijke uurtjes in den zomertijd, scheen zij onvermoeibaar. Niet één der werk-lieden, mannen en vrouwen, bleef ongeplaagd. Dan vocht zij soms met de knechts, al wat zij kon, tôt haar lijfje, onder het zwellen van haren boezem, dreigde open te springen, îet zweet van onder hare weelderige, bruine lokken drup-pelde, en de knecht in het mollige gras rolde. Doch telkens er een poogde haar bij de hoog ontbloote beenen vast te grijpen, haar in de lenden te nijpen of haar, onder het worstelen lijf aan lijf, in den nek te kussen, dan zwaaide zij, met een guitig : « Ha ! kapoen ! » den gespier-den, vleeschrooden arm, en een klinkende klap was de belooning van den vermetele. En dan vlachtte zij, luid giegelend, achter eene hout- af strooimijt, terwijl de andere, blozend, naar den schaterenden kring van knechts en meiden terugkeerde. De knapen, die langs daar ter school gingen, of de werklui, naar den arbeid trekkend, zeiden vaak : — Hoort eens, Wilde Mele! En de o'uderen, met gerimpeld voorhoofd, voegden er bij, stiller en plechtig : — Ja, ja! als dàt kan blijven durenl... Nochtans, al was zij nauw drie en twintig, of zoo iets, toch was het nog aan niemand gelukt haar eens te omhelzen en haar in de armen te houden. Als, op kermissen of elders, een jongeling haar fluisterde van liefde, en daarbij poogde de hand op haar knie te leggen, dan weerde haar forsche hand die af, en : — Sst, manneke ! — handen thuis ! klonk het, met on-overhaalbare overtuiging van hare lippen. Weinigen bekroop de lust weer te beginnen ; want men wist dat er in de armen, welke zij altijd tôt aan de ellebogen ontblootte, iets stak dat eenigszins eerbied afdwong, — zelfs aan een man. Ook boer Vervliet, wien men soms lachend over heur sprak, zei gewoonlijk : — Wilde Mele? — Laat die maar los, man! II Niemand wist of zij eigenlijk iemand benunde. Soms had men wel eens vermoedens opgevat; doch zy schenen dan zoo ongegrond, dat men er niet lang bij stil bleef. Een der geestigste snaken van het dorp, en met wien men haar dikwijls plaagde, een jongeling wiens faam als vermakelijke kwant tôt in de omliggende gemeenten was doorgedrongen, was Polke Smet. Er was geen bekwamer schrijnwerker in den omtrek ; ook geen smakelijker noch poetsiger gast. Iederen Zondag trok hij naar de eerste mis, en enkel diep in den nacht kwam hij, zoo vol als 'n ton — zooals hij zelf zei — huiswaarts. Soms ook begon hij 's Maandags weer, met een paar vrienden. En zoolang hem één cent in den zak bleef, zoolang hij een glas kon vasthouden, zoolang zijne oogen niet toevielen, zong hij, op een herbergstoel geklommen, met zijn lieve tenorstem, zoo frisch als de morgenhymne der leeuwerikken. Doch eens aan den arbeid kende hij geene rust meer; hij werkte voort, zonder het hoofd op te beuren, tôt den Zater-dagavond.Men hoorde nooit dat hij getwist, of iemand een grievend woord toegevoegd had. Hoe meer het bier — jenever dronk hij nooit — zijne gestalte kromde, hoe minder de glimlach van zijne lippen verdween. Vaak zei men hem, in de week, dat hij wel eens die dagen en nachten, aan de herbergtafel doorbracht, zou beklaagd hebben. — Och ! wat gij toch denkt ! zei hij dan. Ik heb voor niemand te zorgen en ben alleen in de wereld... Daarbij... we leven immers maar eens ! Leven, dat was zijn ideaal. Aïs hij soms, na eene drinkpartij van sen paar dagen, met

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit behorende tot de categorie Culturele bladen. Uitgegeven in Gent van 1915 tot 1928.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes