Het volk: christen werkmansblad

925 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1915, 11 April. Het volk: christen werkmansblad. Konsultiert 04 Juli 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/rr1pg1k18m/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

YijfeiîTwmtigsîe Jaar. — N. 100 Eoîsilsnsi — Hotsgezln — Sgenfiom Zondag, 1! April 1015 r~ > Aile briefwieselingen vracht-Vry te zenden aan Aug. Vau jsegliom, uîtgever voor de oaaml. jnaatsch. « Brukkerij Het Volk», JSleers^eeg, n° 16, Gent. '</ Btireel voor West-Vlaanderen: Gaston Bossuyt, Gilde der Ara-fcachten Kortrijk. Telefoon 523. > Bureel van Autwerpen, Bradant en Limburg : Viktor Kuyl, jggpderbroederstr., 24, Louyoou HET VOLK Men schrijft In : Op aile postkantoren aan 10 fr. per jaar. Zes mao.ndon fr. 5.00. Drie nsaanden fr. 2,50. Aanko-ndlgingîn : Prijs volgens tarief. Voorop te betalen. Reebterlijke herstelling, 2 fr» per regel. Ongeteekende brieven worden , geweigerd. ! TELEFOON N° 137, Gent. 3. eentlem liet nummev CHRISTEN WERKMANSBLAD 1 Centiem liet nummes» t. EEII DROOHL Ik droomde 't nacht een blijden droom, (Wie gaat'niet eens aan 't drooraen t >t Was lente, 't bloemken bloeide alom En hoog daar in de boomen £ong 't vogelken zijn schoonste lied ; De zon scheen over de akkerlanden | jYol lxoop op eenen rijken oogst Bezag alreeds de boer zijn panden J 0e werkliên togen naar de steê, ®'aar arbeid was in overvloede ; Er hccrschte welstand overal, Elk leefde vroolijk van gemoede ; (De kunsten bloeiden meer en meer ; jMijn Vlaandren zag ik strijden, streven Omdat het winnen won zijn recht, ît Zou haast dien blijden dag beleven ; De treinen rolden langs hun spoor, De schepcn zochten have' en reede. — En de oorzaak van dien welvaartbloéi ' G ce n krijg meer brak den wereldvrede ! >. * ♦ * fk Ontwaak ! verzwonden is mijn droom De vrede ligt alom geschonden, yÂch, de oorlog in mijn Vaderland Spuwt brand en dood uit duizend monden Fons VAN DE MAELB. , Eendracht liaari MaohL Daar waren het geene have- licht- ei faachtelooze brugge- of hoelcstaanders 'maar stevig georganiseerde, verstandij jvooruitstrevende werklieden 1... Ze haddei 'syndikaten, een werkliedenbond me lallerhande afdeelingen tôt nut en vermaak eene ziekenkas, eene samenwerking, aile; vercenigd tôt een krachtig-levend verbon< van volkswerken, dat in de groote oogen blikken optrad en de belangen der werk jliedcn verdedigde. I Nu in de moeilijke oorlogstijden wa elk deel der werking in de weer, en lie igehcel bezorgde wondervolle uitslagèn « « * h De syndikaten, zonder te roemen, had (den, in de tien jaren van hun bestaan [op weinig na de loonen verdubbeld; daarb: înog de werkuren met eene vcrminder< 'en op tien gebracht; ook den gezondheids jtoestand der werkhuizen fel verbeterd 4 Nu echter, met den moeilijken tijd jkonden ze hunne voile werkzaamhei( niet uitoefenen, maar toch bleven z jverre van werkloos. 5 In 't algemeen deden de bazen hu; jbest, om in deze tijden van werkschaarste [toch hun volk tegen een betamelijk loo: jàan den slag te houden. Eenige nochtan steunendo op den slechten toestand do Inijvcrheid, voerden eene toch niet ganse jonrcdelijke loonsvermindering in; enkele: ecliter mieken van den slechten tij. jfnisbruik om hun volk al te willekeuri jte behandelân en het Ioon al te erg nee de drukken. ! Met machtsgebruik hiertegen ingaar iwilden voor een deel, en voor een dee Jkonden de syndikaten niet : de toestan j,was te slecht. Toch bepleitten ze me jgezapigheid en aanhoudendheid de rechte jder werklieden op christene liefde. E: zoo konden ze het verder dalen der loone jtegenhouden ; en bij hier en daar re: goedhaitigen patroon zelfs het oude tarie îweer zien invoeren. Dat was reeds ee) ' groote diehst aan de werklieden be-wezen.Verder schonken ze zooveel hunne kassen het toelieten, eene zekere onder-steuning voor werkloosheid : immers in den schoot der syndikaten waren werk-loozenkassen ingericht ; en meer dan eens konden ze ook hunne leden van eene zekert hoeveelheid kolen en winkelwaren ge-rieven,Het groote werîc echter werd ditmaa afgedaan door de cooperatieve en dooi het Verbond der Volkswerken. De cooperatieve vooreerst, had onmid-dellijk bij het overwaaien van den oorlog gezorgd voor zooveel mogelijk voorraac bloem en meel, winkelwaren en kolen. Bij het eerste intreden der schaarschti in de levensmiddelen, viel er bij de meesti > winkels, een zot geweldig rijzende duurti in. De samenwerking der werklieden liielt zich echter sterk : en zoo kon ze over he algemeen de prijzen nogal wat in den toon I houden. Tegen redelijke voorwaarden koi zehare leden gerievenvan smakelijk broo< in nog tamelijke hoeveelheid, van goed 1 meest noodige winkelwaren, en na eenigei tijd, met wat vertraging, ook van eei zekeren voorraad kolen. De werkliedei zijn ditmaal, is het niet van geldswege dan toch van geriefswege, de besten j hoorde men de burgers dikwijls zegge: ; onder malkaar. En de verstandige werk î lieden dachten : « Wat eendracht toc: ( vermag; eendracht baarl waarlijk machtl fc * * * t Gelukkig echter nog, dat ze bij hunn ' samenwerking, ook hun verbond liadden j anders zouden ze toch nog maar arm ge . schotcld hebben gezeten. Er moest im . mers gezorgd worden voor fatsoenlijke: onderstand der werkloozen en noodlij 3 denden en voor regelmatïge, reclitvaar t dige verdeeling der aan de gemeente toe komende bevoorrading en ondersteuning In de gemeenten waar de werkliede: geene organisatie bezaten, waren de ge meentebesluren somtijds wel niet ra • noch breed, noch kiesch in de toereikin j van hulp aan de werkloozen en krottel den. De meeste besturen immers bestaa: nog hoofdzakelijk uit do welhebbendst ingezetenen, en dezen kennen zoowel d | nooden van het volk niet ; en zorgei vooral voor hun proîijt, dit is : voor ce: zoo zuinig mogelijk bestuur. Ook aan d rechtmatige verdeeling van voorraad lis pert er niet zelden iets, door gémis aa: ' inrichting en bevoordeeliging van enlct s lieve vrienden. r Het Verbond der Volkswerken cchte . had onze knappe werlcliéden hier vei tegenwoordigers bezorgd in het gemeente ! bestuur : eenstemmig immers was d , gansche werkliedenbevolking in d £ laatste stemming voor hare kandidate vooruitgekomen. Alzoo dus hadden dez mannen nu tijdig den gemeenteraad to j het verleenen van onderstand aan d j werklieden kunnen overhalen ; naarmat t de nood hooger steeg, hadden ze die a onderstand, zonder de redelijkheid t a buiten te gaan, kunnen doen vermeej deren, en ook op de verdeeling van de 2 voorraad konden ze regelmatig toezicli j houden en liunnen invloed ter goed 1 gebruiken. 1 * * « k Hadden wa nu onze inrichting niet, wat zouden we in deze moeilijke tijden gedaan hebben ! » zeggen de werklieden nu dikwijls onder malkaar. En hunne ; wcrlcbrocders der omliggende gemeenten peizen en maken het besluit : van nu aî | aan bezorgen wij ons ook eene organisatie 1 lijk te X, te weten: syndikaten, werkliedenbond, ziekenkas, samenwerking, het ge-. heele tôt een ailes omvattend verbond , vereenigd. (W. VI.) Verbond <îer Zickcnbeurzen ; en fîerverzekeringskas [ VAN HET ARRONDISSEMENT GENT. Maandag had, zooals wij aangekondigd > hebben, de jaarlijksche vergadering plaatg . der afgevaardigden, onder hefc voorzitter- 1 schap der heeren J. Maenhaut, volksver- I tegenwoordiger, enJ. Libbrecht, senator. ' Rekening houdende met de tijdsornstan- - digheden en het slecht weder, was de op-1 komst tamelijk voldoende. 1 Na een woord van dank door den Voorzit-1 ter aan de aanwezigen voor hunne opkomst î en aan de drukpers, voor de aankondiging j onzer vergadering, werd de toestand van . het Verbond besproken en rnenige wenk ge-geven hoe in de tegenwooi'dige omstandig-1 heden door de maatschappijen best dient , gehandeld te worden. , Het is niet toegelaten de inkas der zieken-i beurzen te gebruiken om werkloozente onder- - steunen. Volgens de wet op den onderlingen -j bijstand kunnen de bestuurleden persoonlijk 8 verantwoordelijk gemaakt worden. In de maatschappijen waar zulks zou gebeurd zijn, zal men moeten trachten door giften ol 3 vermeerdering van inleg de gebruikte soin , weer aan te vullen. Al'.een het reservekapitaal, gevormd door - giften of bijdragen van eereleden, mag des-1 noods voor werkloozononderstexining ge- biuikt worden. De leden der bij de Herverzckeringskas aangesloten maatschappijen, bij het leger ingelijfd, zijn aanzien als tijdelijke ontslag-• geverg. Voor dezen rnoet geene bijdrage be-î taald worden. Bij hunne terngkomst worden - zij onmiddellijk opnieuw als lid aangenomen, j» mits voorafgaandelijk een geneeskundig j onderzoek te ondergaan. ' Het Bestuur drong er op aan dat de maatschappijen niet zouden uitstellen hare ledenlijst en rekening op te maken waarvooi 3 de formulen liaar werden besteld, zooals e vorige jaren, en dezelve zoohaast mogelijk i te zenden aan den heer Vandermotte, vooi ^ nazicht. e Mcdegedeehl werd ook een schrijven van - den heer Algemeenen Bestuurder bij het ti Ministerie van Nijverheid en Arbeid, een :1 algemeen verslag vragende over den toestand der maatschappijen bij ons Verbond r aangesloten. Om daaraan te kunnen vol- - doen heeft het bestuur eene vragenlijsl . laten drukken die aan de aanwezigen e werd modegedeeld. De afwezigen zuller o dezelve per post ontvangen. q M. Maenhaut dringt aan op de regelmatigc 0 werkingen der maatschappijen. Het war« . wenschelijk dat de armbureelen en steun' komiteiten desgevallend tusschen kwamer e voor het betalen van den inleg der in nooe e verkeerende loden. In 't belang der onver a mogenden is het volstrekt noodig dat d< e ziekenbeurzen hunne werkzaamheden nie' •- onderbreken of onmiddellijk hernemen. ^ De ziekenbeura 'a Volksicelzijn, van Gon 1 trode, vraagt hare aansluiting bij het Ver bond en de Herverzekeringskaa. Aange nomen. Een afgevaardigde vroeg aan het Bestuu: aan to dringen bij de Bestendige Deputatie om de'gewone toelagen aan de ziekenbeurzen te doen uitbetalen. Daaraan zal voldaan worden. Daarna gaven de heeren M. De Mulder voor het Verbond en E. Vandermotte voor de Herverzekering verslag over den financieelen toestand. Wij nemen er het volgende uit over : Het Verbond telde op einde 1914 45 aan-geslotenmaatschappijen met nagenoeg 16.000 leden. Het bezit was fr. 7019.75. De jaarlijksche bijdrage voor verleden jaar zal heden na do zitting ontvangen worden. De Herverzekeringskas telde op 31 De-cember laatst 30 aangesloten maatschappijen met 4070 leden. Einde 1913 hebben vier maatschappijen hun ontslag gegeven. Eene maatschappij, die nog slechts 8 leden telde, heeft zich ontbonden. Drie maatschappijen, met sa-men 1036 leden, hebben zich versmolten met eene andere maatschappij. Gedurende het jaar 1914 werd ons door 22 maatschappijen onderstand gevraagd voor 46 leden. Er werd hun betaald 9891 fr. voor 10.478 ziektedagen. (Door de Herver-zekeringskas 9545 frank voor 10.054 ziektedagen ; door het Bijzonder Ponds 340 frank voor 424 ziektedagen.) 23 leden werden gansch het jaar onder-steund. Eene maatschappij vroeg onderstand voor 5 leden. Eene voor 4. De bijdragen der leden bedroegen voor de Herverzekeringskas fr. 4405,06, voor het Bijzonder Ponds fr. 567,90, zij het samen fr. 4.972,96. Sedert de intrede der Duitscherg hebben 7 maatschappijen, tellende 612 leden, hunne bijdrage niet meer betaald. Het inkas op 31 December 1914 was fr. 71.925,55, zij het fr. 3.018,11 meer dan het vorig jaar. Voor den eersten trimester 1915 moet er 2100 frank als onderstand uitbetaald worden. 5138m en Brooâ te Gent Woensdag laatst zijn de Gentsche bak-kers en vertegenwoordigers der groote stadsbakkerijen tôt eene vergadering uit-genoocligd van het Provinciaal Hulp- en Voedingskomitcit van Oost-Vlaanderen, in de Lakenhalle. M. J. Feyerick zat beide vergaderingen voor. Aan beide groepen deelde hij de nieuwe maatregelenmede wegens het bak-lcen en leveren van brood en die in het hieronderstaande règlement vervat zijn. Règlement nopess het vervaardlgen ea M verkoopea vaa Brood. Meel. — 1. De bakkers mogen geen ander meel in hun bezit b.ebben dan datgene hun door het komiteit bezorgd. Het is uitdrukke- ■ lijk verboden meer meel in stock te hebben dan de hoeveelheid die ieder bakker behoeft voor zijn wekelijksch verbruik. De bakkers mogen verders niet in het bezit bevonden ! worden van de stoffen die algemeen bekend s zijn als kunnende dienen voor de vervalsching ■ van het tarwebrood. f Kleingoed. — 2. Het meel moet uitslui-^ tend gebruikt worden voor het bakken van brood. Het isstreng verboden kleingoed van ; welken aard ook, te bakken of te verkoopen. Mengeling. — 3. Het meel en de andere produkten, die door het komiteit zullen af-[ geleverd worden om in het brood verwerkt te worden, moeten gelengd worden in de verhouding door het komiteit bepaald. Het . is streng verboden er andere stoffen bij te voegen zonder de formeele toelating van hefc komiteit. Gewicht en prîjs van het brood. — 4. Het; brood moet ten minste 970 grammen wegen, twaalf uur na de bakking. Het zal verkocht worden aan 44 centiemen per kilogram of 4.4 centimen per honderd grammen, ztiiver gewicht op het oogenblik van de aflevering aan den kooper. i Verkoop. — 5. Hefc brood zal uifcsluitend dienen voor de voeding van de Belgische burgerlijke bevolking. Grenzen. — 6. Het is streng verboden brood af te leveren buiten de grenzen van da Gentsche agglomeratie. Deze bevat de gemeenten Gent, Ledeberg, St-Amandsberg, Gentbrugge, Meirelbeke, Zwijnaarde, Maiia-kerke en Wondelgem. Rantsosn. — 7. Binnen deze grenzen is het rantsoen vastgesteld op 250 grammen per dag en per li^-ofd. De bakkers zullen dus het brood van 1 kilogram slechts afleveren in ruiling voor 4 broodka?,rtjes van 250 gr. stuk. Opbrengst. — 8. Honderd kilogrammeri meel moeten ten minste 138 broods van 1 kge opbrengen. Honderd kilogrammen meel ver-tegenwoordigen dus 852 broodkaartjes. Hefc indienen van een Aorgelijk getal kaartjes geeft dus aan de bakkers recht op den aan-koop van 100 kgr. meel, bruto gewicht. Zieken. — 9. Wat het vervaardigen van het goed voor zieken, zuigelingen en oude: -lingen betreft, behoudt het komiteit zich het recht voor, aan te duiden wie met het vervaardigen van deze produkten zal ge-last worden, alsook naderhand den prijs en het gewicht en-an te bepalen. Aanplakken. — 10. Dit règlement zal aangeplakt worden in de bakkerijen aan het venster, op eene ziehtbare plaats. Straffen. — 11. De bakker, die aan een van de hierboven vermeldo voorscluïftcn te kort komt, zal zieft 't zij een gedeelte var» de broodkaartjes, die hij in de bureelen van het komiteit afleverde, 't zij al deze broodkaartjes zien ontnemen. 12. Dit règlement is uitvoerbaar van al 15® April 1915 aanstaande. Gedaan te Gent den 2e April 1915 Het Provinciaal Komiteit. M. Feyerick kondigde aan dat de mooî-lijke toestand waarin we verkeeren alsook het aandringen van The Commission for relief in Belgium het nieuw règlement wegens het verkoopen en vervaardigen van brood noodzaakten. Hij deelde mede dat het Voedingskonii-teit de bloem en 't meel zou allevercn aan den prijs van 48 frank de zak van 100 kilo, aan de bakkers die min dan 2090 kilo brood per week vervaardigen; voor bakkerijen die meer dan 2000 kilo vervaardigen is de prijs gesteld op 50 frank. In beide vergaderingen is er aangemerkc geworden dat het onmogelijk is 138 brooden te trekken uit 100 kilo bloem en meel, waarvan het gewicht van den zak moet worden afgetrokken, en liet gewicht van 970 grammen te geven aan een brood na 24 uren bakte. In die voorwaarden zullen de bakkerijen in verlies werken. De groote bakkerijen hebben bovendien geprotesteerd tegen het verschil van prijs dat hun wordt opgelegd voor den aankooi> der bloem; voor het overgroot deel zijn het de werklieden die dat verschil in prijs zullen te betalen hebben. Menige andere bemerking werd gemaakt, Be oude Klokkeluider. , Scliurend giert de wind in zotte wer-îVelkringen over de aarde, zweept huilend (de naakte takken der boomen, rukt hunne laatste bladeren af, doet ze op en neder jwëntelen in de ijle lucht en henenvarend, îyallen ze buitelend in de moor. Aan den hemel, waar nu en dan een starre pinkelt, jagen woest de wolken Idoor het ruim. De Oosterkimme klaart in lange witte strepf 'i Dorpje sluimert ,éog rustig, om zijif kerkje. Daar komt een man de straat op, hij jil'eemt den weg ter Kerke... ■ï Zwaar bonzend, droevig klagend, toont jfle klok. Deinend op de lucht, dalen de aiarc tonen over het rustige dorpje en ivleien zich uitstervend,. over de vale, ^'elden. 't Is Allerzielen ! ' Dat deed hij reeds zoo lang : Allerzielen iuiden. Hij kende de taal zijner kîokken, hij kon ze zoo goed doen stemmen met !de plechtigheid. Hij had ze geluid op izoovele uitvaarten van dorpelingen die fhij allen toch zoo wel had gekend en die" |nu, daar rond de Kerk verspreid lagen onder de aarde. Die kloklce nu, die aan fi tampen was, ja die zelfde had zijn .trouwe Trien, die nu al zoolang doocl was, jbeweend. Onwillekeurig d£\çlit hiï aah zijn cigen, de jaren hadden hem het hart ëcgviefd, het voorhoofd doorgroefd, de sbaren vergrijsd, hij voelde Uct wel, lang zou hij het niet meer houden, weldra zou ^,een ander aan dit zelfde zeel staan om ,zijne uitvaart in te luiden. Zoo dacht hij en boven tampte traag en droef de klok. Elken morgen, was hij even als nu, bij het klaren van den dag, ter Kerke ge-komen, altijd op zijne ure. Iederen morgen draaide hij den grooten sleutel in het krassen e slot en trad de eerste over den drempel der Kerk om het Angélus te kleppen, een nieuwen dag in te luiden. Ten halve den dag, kwam hij den no en kleppen : drie gemeten klopkes, met telkens een poosje er tusschen. 's Avonds voor 't laatst, na het lof, klepte hij nog eens zijn negen klopkes : een laatste vredegroet voor 't dorpje. Dat was zijn werk, eertijds eene bezig-heid voor zijne verlorene uurljes, nu zijne eenige taak en hij hield er aan, de oude man, als een oude boom aan zijn grond. Die lange reeks winters en zomers, goede en kwade dagen, vreugde en dropfheid, stonden hem voor den geest, nu hij Allerzielen aan 't luiden was. * * * Hij was schoenmaker. In zijn tijd, dien kostelijken joiigen tijd, waarvan hij zoo doigraag vertelcle, was hij een no este werker. In zijn werkuren kon men hem zien zitten achter zijn raam, den kop voorovergebogen over zijnen leest, klop-pend en ldeunend, trekkend en stekkend aan zijn schoenen, gansclie dagen met zijn zwart-doorlijnde handen. Soms wicrp liij een blik de sliate in, met een pekdraad in den mond, wijl hij een schoe verwisselde en dan had ge zijn bryin wezen, dat u immer toelaclite, zien glim-mèn. Alaar die geluksdageii warea toch zoo gauw verstreken en de koude werke-lijkheid van 't leven, wischte wel eens dien glimlach van zijn wezen; dan kondt ge hem zien, dieper gebukt over zijnen leest met iets zenuwaclitigs in zijn han-delen; neen dan zag hij nooit op, de brave man. 't Was, of zette de droefheid, die hem op de schouders drukte, grootere werkkracht bij. Nu was hij oud geworden; aan zijn leest zat zijn jongste zoon. 't Leven was over hem heengegaan als een draaiwind over de vlakte. Altijd was hij ernstig en met een weemoedigen trek over zijn wezen. De menschen wisten 't wel, er stak een doorn in zijn hart. Zijn oudste zoon... maar daarover durfde hem niemand aanspreken en soms als er thuis over gesproken werd, dan zat hij stil te weenen. Hij was een moedige strijder geweest, hij had het leven goed opgevat maar 't had hem niet gegeven wat hij er van verwachtte; doch hij was Kristen en Vlaming. Een zoete troost voor hem, in zijnen ouden dag, dat waren zijne kleinkinderen en ook zijne klokken. Hij speelde zoo graag met de twee lieve kleinen, die op zijn knieën klaulerden en vochten om bij gvootvader te zijn. Zij luisterden zoo graag naar zijn zcisels die hij hun zoo lief kon verhalen, wijl ze hem elk op een knie zaten, aandachtig en met open mond te luisteren. Hij zag ze zoo graag stoeien in het mollige gras als ze met hem wan-delen gingen. Ze hielden veel van grool-vader, de kleinen; ze gingen zoo graag mee, cens naar de klokken zien, naar die groote letters die er op sionden en die ze op scliool nog niet gelc-erd hadden. Grootvader deed het ook graag, eens gaan zien naar zijn oude klokken die hij zoo goed keude en die hem lsenden, die hij kon doen vertolken, een taal die tôt den geest spreelct van grootheid en schoon-heid en van innige gevoelens tôt het hart. Hij hield veel van zijn klokken en van zijn ambt en hij voelde het, 't zou hem innig pijn doen, moest hij ze verlaten. Het leven was een zwaar kruis voor hem, maar toch zijn lieve kleinen, zijn liuisje, zijne klokken neen, hij zou ze niet gaarne verlaten. ♦ ♦ * Allerzielen was henen, verzwonden in den natten Herfstmist die trage over de vclden vaagde in lange rafels en in de boomen liangcn bleef, de takken met reim belaadde, de gansche naluur in een doodskleed hulde. Dat was slecht weer voor den ouden Kobus, en 't scheen hem een oogenblik, of hij den winter niet meer zou uitzien. Als hij daaraan dacht, dan kwam zijn harte vol. Zou liij moeten sterven zonder ooit iets van zijnen zoon te hoorcn? Zijne leden werden zoo stram, zijne borst was somtijds zoo beklemd. Zijn oudste zoon ! 't Was een goede jongen in den grond, maar hij was wat liclitzinnig, hij hanclcldo niet gaarne tegen zijnen wil in en werkte hardnekkig zijne besluiteil uit. Kobus en zijn Trien die nu ook al lange dood was, de sloore, zo hadden ailes aangewend om loch die kiemen van wordende ondeugden uit zijn hart te wercn, maar 't had niet geholpen. Thuis durfde hij tegensprekeft en s tout zijn tegen vadei' en moeder ; nooit was hij ingetogen bij het gebed, zijne zinnen stonden slechts op het spel en op poctsen bakken. Op school was hij bijna nooit zonder straf, hij was bot tegenover zijnen meester en koppig als een kwade ezel. Vlijtug zijn, dat kende hij niet. Eens werd hij in de school gehouden en meester had hem een paar lappen om de ooren gegeven, dat maakte hem woodend en in zijne dolle gramschaphadhij weergeslagen en geschopt. Daarop werd hij uit de school weggezonden. Vader en moeder voelden 't wel, het kwaad schoot kiemen in het hart van hun kind, het boompje groeide krom. Ernstige vermaningen, bedreigingen, slagen volgden, hij zou voortaan thuis met zijn vader sclioen leeren maken. Dat was goed voor een paar dagen, maar voorts was 't allemaal boter aan de galg. Het werken ging hem niet, hij was er te lui voor. Vader en moeder bcmerkten het wel, en ze voorzagen eene droeve toc-komst. Stilaan begon hij de kroegen af te loopen en lang weg te zitten 's Zondags. Vader had het hem eens gezegd en dan had hij losweg geantwoord : « 't Gaat u niet aan » en hij was naar zijn bed ge-trokken. Gramschap baatte niet meer en een laatste middel, dat kon Kobus toch over zijn hart niet krijgen, neen, hij had nog liever 's nachls met zijne weerga er over te jammeren en in stilte te bidden voor zijn ondankbaren zoon. De jaren vlogen ras voorbij en Kolms'i oudste zoon moest soldaat worden. Angst. vol hadden Kobus on zijne wederhclft die stonde te gemoet gezien, want ze vrcesden.... De kazerne zou zijn ongeluk zijn, daar zouden zijne driften vefen grond vinden. Ze gaven hem hunnen kostelijken raad mede en ailes wat hij geerde. Moeder schonk hem haren rozeri-krans en vroeg hem, nooit na te laten te bidden, 's avonds en 's morgens, < n eens te denken aan zijnen thuis, ook nooit den Zondag de H. Mis ta verzuimen. f t Vervolgt.l

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Het volk: christen werkmansblad gehört zu der Kategorie Katholieke pers, veröffentlicht in - von 1891 bis 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume