Vooruit: socialistisch dagblad

1505 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1916, 04 Februar. Vooruit: socialistisch dagblad. Konsultiert 22 September 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/9c6rx94d80/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Mis per trammer : voor België 3 oentiemen, voor den Vreemde 5 oentiemen ItfKMutsebappij H ET LICHT (fce&iiarctor» I». DR VISCtf. Lgdcbefft-Ovni . . REDACTIE . . ADMINISTRATIE 0OOGPO0RT. 29. GEN? Orgam d?/* Belgmke WepkÜedmpaptij, bee: 32" laar - U„ 34 HM ts&auwm'uimwzm Telefoon s itladaotse 24'* - administratie £845Yrijdaa 4 FEBRUAR11916 tn>ra»¥UMam«aE»^asEiêSSB«a9&ssa8g^^ Le Bien Public druipt af, juist als een hond, die slaag van zijn meester heeft gekregen, en, met den staart tusschen de aehterIte pooten, in een hoek kruipt. Heel prachtig is zulke houding natuurlijk piet. Zij doet vooral veel afbreuk aan de «prestige» van zoo'n «groot» blad dor klerikale partij. Vooral als het door enkele woorden uit een artikel aan te halen, afleidingen maakt die niet strooken met de beteekebis dia de steller er van er aan hecht. Zoo regt Le Bien Public dat ik in de patroons niets anders zie dan dieven, en haalt tot staving daarvoor aan hetgeen ik op het einde van mijn voorgaand artikel schreef: ' « Het proletariaat mag niet berusten, zoolang het onder den knoet ligt van eene kleine minderheid die het uitzuigt, uitperst fen BESTEELT!» Eerst en vooral, wanneer ik met Le Bien pubhc gepolemikeerd heb over klassenstrijd, dan heb ik mij niet geplaatst op PRIVAAT Idoch op ECONOMISCH terrein. Een patroon kan als PRIVAAT PERSOON een goed mensch zijn, — niemand betwist datl ï- doch uit MAATSCHAPPELIJK oogpunt gezien zijn alle patroons wel degelijk uitbuiters. Zooniet waa hun bestaan onmogelijk. Want zij leven toch maar, en kunnen hunne fortuin enkel vergrooten, door datgene, wat zij aan hunne arbeiders te hort betalen op hunne voortbrengst. Wie dàt niet verstaat mag ook niet erkennen dat klassenstrijd een feit is, en dit heeft Le Bien Public wél gedaan ! Wat ik «prachtig» genoemd heb. « Het blad dat Set Volk bij zijn verschijnen broederlijk gegroet heeft, » geeft ten yolle weer wat ik denk, daar waar het zegt, dat wanneer ik spreek over klassenstrijd, ik niets anders .Je dan uitbuiters langs den esnen en uitgebuitenen langa den anderen kant. Eenvoudig omdat daar geheel de thetis van den klassenstrijd op berust. Ge ziet, Swaarde Bien Public, we zeggen vrank en ivrij, wat wij te zeggen hebben. Spijtig genoeg dat dit bij n het geval niet is. Het kan beat zijn dat onras « manier van schrijven » niet al te zeer in den smaak valt van de patroons. Doch wij deel en de meening niet: « Toutes vérités ne sont pas bonnes à dire*, i — alle waarheden zijn niet gepast om geeegd te worden, — zulke taktiek kunt GIJ •volgen, doch WIJ, socialisten, gaan van de stelling uit : de waarheid mag gezegd worden! WIJ «pakken den os bij do horens», WIJ îeggen den vinger op de maatschappelijke (wond ! GIJ verdedigt : «jawel, de appel is tot, maar er is toch nog één goed plekje aan !» Dat de Gentsche vlasfabrikanten hunne werklieden mild, zeer mild steunen, goed, alles goed : maar toch bestaat er klassenstrijd, toch is. de hedendaagsche samen(?)leving rot, rot tot in haar diepste grondvesten. De patroons hebben te Gent, tot op den datum van 1 October 1915, 800.000, — acht tiiaal honderd duizend franken — aan hunne werklieden als steun uitgekeerd. Het is eene prachtige daad, wij bekennen bet volgaarne. Maar La Lvs ALLEEN maakte elk jaar HONDERD DUIZENDEN FRANKEN winst, GENOMEN op de voort- (Tweede vervolg) (Slot) Nauwelijks had een zekere groep geleerden faie theorie vooruitgezet, of anderadenkenjden beweerden dat die schijnbare verschilSen der kristaalvormen niet standvast waren, maar zuiver toevallig, te danken aan ïuitwendige invloeden, en dat ze niets te maken hadden met het verschil der diersoorten waarvan het onderzochte bloed genomen üwas. De twist bleef bestaan tot wanneer de proefnemingen van Dr Reichert, de vooruitgezetto theorie (de verschillen zijn standvast en karakteristiek) op eene voldoende manier bewezen hadden. « Is het moeielijk, » zal d« leser vragen, « om zelf die bloedkristaüen te verkrijgen en te onderzoeken ? » Absoluut niet. Niets is gemakkelijker — 'als men maar een gewoon mikroskoop béait. Een studentenmikroskoop, die 300 diameters vergroot, een mikroskopische glasplaat, een dekglas, een glazen stafje, eeno naald, iwat water en eene levende rat — dat ia voldoend». De manier van werken is zeer eenvoudig. Men heeft maar de rat met do naald te prikken, een drsppel bloed opnemen en dien op de glasplaat l«ggen ; met het glazen stafje mengelt men het bloed met een druppel water, «n om te eindigen overdekt men eet bloed met een dekglaasje en plaats alles jbnder het olojektief van den mikroskoop. Na een oogenblik wachten verschijnen, eerst traag, dan rapper, de kristallen. In den beginne zyu 'àœe saoeilafc te öad^tK**i: t. brengst harer fabriekslaven. Ook daarvan gaat niets af. En, Bien Public, bazuint het nu aan de vier hoeken van de wereld: tVooruit schrijft dat de patroons uitbuiters zijn ! » Welnu nog eens : Alle patroons, uit MAATSCHAPPELIJK OOGPUNT gezien, zijn dit! Daar kunnen ZIJ niets aan doen, daar kunnen WIJ niets aan doen, dit zijn economische toestanden, die door den drang der evolutie zullen verdwijnen, dat is al! * * * Le Bien Public schrijft : « De arbeider uitgeput door den honger is een slechte voortbrenger, zegt Vooruit. Dat is waar. Maar Vooruit heeft ook dikwijls gezegd : « de werker uitgeput door den honger, is een prooi van, en geeft zich, zonder weerstand, over aan de hebzucht van het kapitalisme. » Waar, alles waar ! Maar het proletariaat tot het «uiterste» gedreven is ook tot het. «uiterste» in staat ! Heeft Vooruit dat ooh niet geschreven??? « Het is ons een vreugde geweest, verleden jaar, dat de patroons van de textielnijverheid, hunne « weerstandskassen » — indien men ze alzoo kan noemen, — geledigd hebben, ten profijte hunner zonder werk zijnde arbeiders. Men weet dat terzelf dertijd de socialistische syndikaten hunna werklooze leden lastig vielen, om hunne bijdragen voort te betalen, ten voordeele van het stakersfonds. » Oef! 't is er uit... « de aap komt uit de mouw ». Neen, Le Bien Public stelt zich niet als verdediger dsr patroons aan ! Maar de arbeiders zouden, na den oorlog, zwak moeten staan tegenover het patronaat, doordat ze ledige kassen zouden hebben. O, pieriala, sasa ! Arbeiders, zet u zonder verweer, en begint, eens dezen wereldbrand gedaan, terug wat ge over dertig jaar begonnen zijt ! Laat de rechten die ge in den laatsten tijd veroverdet, terug vallen door nvo zwakheid tegenover de patroons ! Bien Public, het bewust proletariaat bedankt u hartelijk voor den goeden raad dien gij het verstrekt. Uwe christene ( V) maar toch vóór alles anti-socialistisch© slaven « bijten daar misschien wel in », maar de klassebewuste arbeiders bedanken u en zullen uwen raad volgen in... het jaar één ! ! ! En nu de « bouquet », waarmede Le Bien Public het vuurwerk sluit: Storen wij ons niet aan zulke spreekwijze. Zij zetten beter de strafbare krankzinnigheid van de aanstokers van den klassenstrijd vooruit. Zij helpen de menschen van goeden wil, zich los te scheuren van die valsche menschenvriendon, die, in de tegenwoordige omstandigheden, aan de ongelukkigen niets hebben, kunnen aanbieden gedurende achttien maanden, in plaats van opbeuring, het slechte aanwakkeren van den haat. Ik ga daar niet veel op antwoorden. Het i3 eenvoudig prachtig, overheerlijk ! ! Le Bien Public mag gerust de mannen « de bonne volonté » hebben, die zich hebben afgescheurd of nog zullen afscheuren... Doch om eens te zien hoeveel « aanwinst » den door de dichtheid der massa, bloedlichaampjes. Maar zoodra het haemoglobine opgelost is in het water en dit daarna een weinig verdampt, vormen zich de kristallen heel rap. De rat is misschien het dier wiens bloed het gemakkelijkst krisallen vormt. Voor andere dieren echter moet men eeno zekere methode vaa werken volgen en het bloed moet geweldig opgeschud worden met ether, om de kleurende stof op te lossen, stof waarin de kristallen mes meer of min groote moeilijkheid verschijnen, naarmate de ether verdampt. Bloedkristallen van den mensch zijn niet zoo gemakkelijk te verkrijgen als deze van de rat. Dr Reichert volgde een meer ingewikkelde methode van werken in zijn onderzoekingen. De raden daarvan was, dat hij dikwijls slechts eene kleine hoeveelheid bloed krijgen kon en dat hij eene veel grondiger manier van arbeiden noodig had dan de gewone methoden, tan einde de kristalvorming met grootere snelheid en gemak na te gaan. De method» die hij verkoos was de volgende: Hij nam bloed, voegde daarbij een weinig ammonium oxalaat ors het stollen te voorkomen, schudde het mengsel heel hard metethor, om het haemoglobine op te lossen enhet zoo van de bloedlichaampjes te scheidenwaarin het bevat is. Do ether werd danzorgvuldig vaa do rest van 't blo.edmengselverwijderd ; enkele droppen van dien etherwerden op een mikroskopisch glaspï aatjegelegd, dan gedekt met een dekglas en dezoomen daarvan dichtgesloten met canadabalsem.— Stilaan verschenen de kristallen, ze werden op papier afgeteekend en gefotografeerd door middel van een mikroskoopapparaat. « Waarom, » zal men vragen, « bekwamen de onderzoekers resoltaten, die ze MAniMtë* k«bb«a o* iuisfc* vormen dar hij al heeft gemaakt, leze hij maar den Iaatsten bilan van de S. M. VOORUIT eens. jfe $ 4* Dat de aftocht van Le Bien Public ellendig is, blijkt er uit dat hij niets meer aanraakt van do volgende punten: « Het socialisme zal verdwijnen als deklassenstrijd ophoudt te bestaan. » Wijl ikglad het omgekeerde zegde. De volgende paragraaf uit mijn artikel: « De patroon heeft er-meer belang bij, in plaats van hunne loonen te verlagen, dat de werklieden hem goed werk leveren. » Waar ik het volgende op antwoordde: « Maar ondanks dit zien we toch dat, niettegenstaande de kleermakers van de stad over het algemeen beter werk leveren, het werk der groote confectiehuizen bijna uitsluitend naar den buiten gaat. Hetzelfde geldt ook voor de sigarennijverheid en nog voor zoovele andere ! Het « entreprisswerk > dat op de meeste werkhuizen is ingevoerd, stelt toch ook wel het zuiverste bewijs daar, dat de patroon tegenwoordig enkel su alleen eischt: VEEL VOORTBRENGST VOOR WEINIG LOON. Waarom anders zijn er wetten op vrouwen- en kinderarbeid noodig? » Het broederlijk groeten door Le Bien Public van Het Volk bij zijn verschijnen.Daar kom ik later wel op terug. De staking van Rousselaere, die ik aanhaalde om te bewijzen dat klassenverzoeningonmogelijk is. 6. Daar waar ik schreef: « Le Bien Public loochent dat de klassenstrijd onvermijdelijk is. Wij zijn het eens 1 Maar hij zal niet ophouden voor de hedendaagsche maatschappelijke vorm, dien gij — o, logica ! — altoos verdedigt, verdwenen is! » Ik ga ophouden, want mijn antwoord wordt ellenlang, en onze Vooruit moet aan zoovele medewerkers plaate verleenen, dat ik waarlijk eene misdaad tegenover hen zou plegen zoo ik nog langer de plaats van ons strijdorgaan wilde besnoeien om op den kletspraat van Le Bien Public te antwoorden. Maar toch wil ik hem nog één raad geven vooraleer deze polemiek te sluiten: Beste jongen, als ge in het vervolg op mijne artikels niets méér weet te replikeeren, houdt er dan gerust uw pootjes af, waat ge zult ze er telkens aan verbranden, gelijk gij het nu zoo deerlijk deed aan mijn artikel: 'Klassenstrijd. En nu... sal ut o» 'den kost! Antwerpen, 23-1-1913. Jef Van Extergem. irifoft aiiMonemiHu anderen Volgens de verordening over het toekennen van den Werkloozensteun in de provincie OostVlaanderen zijn de landbouwwerklieden uitgesloten van dezen steun. Sinds eenige maanden wordt deze schikking ook toegepast op de landbouwwerklieden die ia Frankrijk gingen arbeiden. Men weet dat, om steun te bekomen, de kristallen te bewisten en de echte theorie aan te vallen 1 > Het antwoord is zeer eenvoudig. Verschillende stoffen kunnen verschillende « zouten » vormen, volgens de elemonten waaruit die stoffen samengesteld zijn. Bvb. een chloride van kwik (mercure) (1) is « calomel », die men gebruikt in de geneeskunde in betrekkelijk groote dozissen, terwijl een ander chloride « corrozief sublimaat » vormt, welk een zeer gevaarlijk en dôodelijk vergift is, en alleen gebezigd wordt voor uitwendig gebruik en dan nog in zeer verdunde oplossingen. Het is algemeen- geweten, dat één der verschillen tusschen het bloed der slagaders en dit der aders, afhangt van de hoeveelheid zuurstof bevat in het bloed (zie hooger). Het is deze relatieve hoeveelheid zuurstof die de kleur van het bloed teweegbrengt^ het klaar rood van het siagadersbioed of de purpers kleur van het bloed der aders. _Nu is het gemakkelijk te begrijpen dat het uitzicht van kristallen gevormd door de kleurstof van rood bloed, dat eene overtollige hoeveelheid zuurstof inhoudt, verschillen zal van het uitzicht van kristallen gevormd door de kleurstof van de aders, on dat, als we de twee soorten bloed mengelen, twee variëtietea van kristallen zullen te zien zijn. De echte vorm der kristallen zal men dus verkrijgen met slagadersbioed te onderzoeken, daar dit zich in zijn natuurlijksten toestand bevindt, daar dit het bloed is, kortweg. Welke invloed deze ontdekking heeft op onze kennissen van natuurlijke historie, kan aangetoond worden met twee voorbeelden, In de oude methode der klassifieering in soorten, werd de beer gewoonlijk gerang- iX> Verbinding van chloor en kwik. werkman moet kunnen bewijzen dat hij in de maanden Juni en Juli 1914 werkzaam was in een nijverheidsgestickt, voor eenen nijveraar, ens. Vele Franschmans bevinden zich in de onmogelijkheid, dergelijk bewijsschrift te leveren en sommigen hebben geen ander bewijs dan de inschrijvingsakte op de mairie van hunne verblijfplaats in Frankrijk. Vele werklieden waren in dio maanden bezig aan het uitdunnen der beetwortels en worden op hun inschrijvingsbewijs vermeld als landbouwwarkman (ouvrier agricole). Desa benaming is voldoende om hen van den werkloozensteun te berooven. Wij vinden dezen maatregel onrechtvaardig om twee redenen.: Men kan de Fransehmannen verdeeïenia steenbakkers, aardewerkors on landarbeiders, maar het gebeurt wel eens dat eenzelfde persoon tot twee of drie katogoriënbehoort. Ia Maart vertrekt hij voor hetaardwerk, daa dunt hij de beetwortels,pikt den oogst af en keert terug in Oogst,om in September opniieuw te vertrekkennaar de suikerfabrieken. En dergelijkewerkman is daa veel meer een nijverb.«idsarbeider daa een landarbeider. Indien de werkloozensteun geweigerdwordt aan de landarbeiders, dan is het omdr.i de Belgische boerenwerklieden nietwerkloos zijn, integendeel, maar het tegenovergesteld is waar voor de «Franschmannen ». Om deze beide redenen durven wij hopen dat ook de werkloozensteun zal toegekend worden aan al de zoogeaegde «Franschmannen», sonder sen* énkele uitzondering'. $§© BjsEiaeSrö ®®b do Raslsa Ludwig Ganghofer beschrijft in de «Vossische Zeitung* een nacht in Servië: Langzaam gaat het door de duisternis, «teedalangzamer.-..Waar de weg &ea stijgt of daalt, most men de paarden helpen, hen aan den teugel leiden, den wagen steunen, opdat deze niet naar de diepte uitglijdt. De paarden, zenuwachtig geworden door dit voortdurende uitglijden, trillen over het geheele lijf. <^ij zelf trippelen als kinderen cp onze bevroren zolen. En telkens «wanneer de wagen suit, is men bang, dat hij in de diepte rolt, in de rivier. Soldaten klimmen op de hellingen om de daar staande huisjes te bereiken of ergens op den grond te bivakeeren, waar de zon langar heeft geschenen en men verder verwijderd is van den ijzigen luchtstroom van de rivier. Wij kunnen dit' niet doen, mogen paarden en wagens niet in dea steek laten. Steeds donkerder wordt d« nacht, steeds moeilijker de weg. Twee onzer moesten voortdurend langs den rand vaa dan afgrond loopen, cm deu koetsier den weg te wijzen. Een stoet van gevangenen, twee tot drieduizend1 , eer» ketting vaa wandelende ellende, drie kilometer lang, sluipt langs ons. Bij een bocht van den weg houil ï de karavaan stil. Er klinkt een opgewonden "reschreeuw schikt in de zelfde familie als de hond, 'de vos, de wolf. (2) In da nieuwe methode — het onderzoeken der bloedkristallen — plaats men den beer bij da zeeleeuwen en de zeehonden; en men vindt hoegenaamd geene verwantschap tusschen don beer en d'en hond, den vos en den wolf. Bij de vogels komt hetzelfde voor. Tot nu toe is het paarlhoen geklasseerd geworden bij het huisgevogeite. Door het onderzoek zijner bloedkristallen is echter het paarlhoen, en dit is vast bewezen, nevens den struisvogel geplaatüt geworden. In geval van moordonderzoek heeft de ontdekking der bloedkristallen eene zeer absolute zekerheid, te zeggen, van welk dier het bloed, dat de vlekken vormt op de kleederen van den verdachten persoon, afkomstig is. Tegenwoordig kan men . onbetwistbaar heb bloed van lagers dieren herkennen vab bloed der menschen.Soms echter is het niet gemakkelijk, door het gewoon gepratieeerd onderzoek, (3) het blood van primaten (mensch en hoogere aapsoorten) te onderscheiden. Door het onderzoeken der bloedkristallen is die moeilijkheid weggenomen. Iets dat verbazend schijnt, de kristallen laten toe gemakkelijk het bloed van eenen neger te herkennen van dit eens blanken, en dit met zaer veel juistheid. « En misschien zullen de geleerden, door nauwkeurige studiën, er eens in gelukken het bloed van Amerikanen, van Chineezen, Germa nen en Romaansche stammen te onderscheiden ! — zegt de Cordova in zijn Ziö artikeltje verschenen in Vooruit vóór een paar weken. Het in acht nemen yan lichamelijkeeigenschappwsK uit honderden kelen. Over den weg loopt een diepe beek, zonder brug, met ijsgladde hellingen. De gevangenen moeten door het water, zoeken naar steenen en dammen en zoodra er een denkt een pad gevonden te hebben, schreeuwt hij het den anderen toe en de zwart© menseheiimassa dringt dan naar deze plek. Ock wij moeten er door. Naar beneden gaat het gemakkelijk ea vlug. Maar naar boven niet. De ijskorst breekt, de wagen blijft in dé watergeul stoken, op de ijshelling vallen de paarden, raken verward in de touwen. En dat allea in de zwarts duisternis. Zonder de Servische gevangenen warans wij blijven hangen. Twintig, dertig hunner springen bereidwillig in het koud© water om ons te helpen. Zij trekken do paarden, ds helling op, tillen den wagen uit aet water en sleepen hem op straat. Tegen negen uur wordt de weg leeg. Wij moeten naast dea wagen loopen. Wanneer dte paarden vallen, daa kunnen wij, uitgeput als we zijn, do dierea niet meer op da been krijgen. Het gaat langzaam tastend voorwaarts, zoo langzaam als slakken kruipen. De hemel is bewolkt. De laatste ster is verdwenen. De nacht is »oo swait als een doodskleed. Mijn eleefcrische «aidaataarn, die ens tot dusver nog wat hielp, ia uitgebrand1en d© nieuwe batterijen werken niet. Zij zijn kapot gegaan door het schudden in den wagen. Maar wij snoeten licht hebben. Zonder licht komen wÜ ale* verder. In mijn koffer heb ik nog een kaars. Terwijl ik in de duisternis met beide handen ia den koffer woel, grijp ik in ieta nats en denk. dat er water in geloopen is. Doch als de kaars eindelijk in de lantaarn brandt, zie ik, dat ik zwarte handen he's» gekregen. Ik greep in dan inkt... Wij loopen met «à» lantaarn voor «te» wagen. Hoe lang zal het nog duren! Da glazen van de lantaarn zijn gebroken en in den wind, nu ze scheef brandt, gaat de kaars op als een vuurmaker. Een uur zal ze niet branden. Wat dan? Wij moeten, zoo lang de kaars neg licht geeft, een plaats onidekk&a, waar. wij blijven kunnen. Zoekend' naar een schuur, een gat ia den grond, een windstil hoekje, loop ik een, eind van don wagen weg. En daar ligt voor mijn voeten een mensch op hst ijs, onbewegelijk met bevroren kleeren. Ik versta niet, wat hij kreunt. En omdat ik hem niet" kan optillen, loop ik naar den wagen terug om iets voor hem uit mijn koffer te halen' en te verhinderen dat de wagen hem overrijdt. Toen ik terug kwam, lag cp den weg gaen levende meer. Ea nu ging de kaars uit. Verschrikkelijk zijn de zwarts nachturen, die nu komen. Nergens een schuilplaats, een boschje, waarin men beschutting kan vinden tegen den snerpenden wind. Niets* Niets. Niets. Alles vol ijs, alles kaal, nergens een stuk hout om vuur te maken. Wij moeten voorwaarts. Hier blijven zou gelijk staan met den dood. En terwijl wij verder.' stappen, al tastend, de paarden bij den teugel houdendj om de paar pas uitglijdend en vallend, sluipt opnieuw een stoet van zwarte, wankelende gedaanten langa ons, halfluid sprekend, woorden, die ik niet begrijp, maar die mij niet_ behagelijk toeklinken. Het gevoel vaa in gevaar te ver* keeren komt af en tos over nirj. Ik grijp onwillekeurig naar het foudraal van mijn revolver. Dat zijn toch hongerende menschea, die geciteerd artikel. De reden waarom men t«>t daar nog niet geraakt is, — vervolgt hij, —< ligt in het feit dat men den tijd nog niet gehad heeft dit na te speuren. En het ia best mogelijk dat men het een3 zoover zal brengen, de menschen in hunne individual^ teit te determineeren, alleen door het bestudeeren der bloedkristallen van het individu 1 Waarom zou deze individualiteit begrensd worden door de tastbare doelen van het_ lichaam'! (4) Waarom zou die zelfde individualiteit niet uitgebreid worden tot de mikroskopische cellen waarvan de tastbare deelen opgebouwd zijn? En het zou hoegenaamd géén « wonder- » zijn, indien de wei' tenschap het eens zoover bracht, een mensch te karakteriseeren door zijne « bloedkristal formule » te geven. Want daar is geen reden waarom de wetenschap niet in staat zou zijn te onderscheiden tusschen bloedkristallen van individuen, juist gelijk het reeds mogelijk is de lieden te herkennen door hunna vinger-afdrukkingen. » Dit allés schijnt wel « Amerikaanscu 's ! En nochtans, wat kan er voor de weten» schappen verdoken blijven? Geen wonderen' meer ; het geloof daaraan is uit. Eene ontdekking mag nog zoo verbazend zijn, zij ia toch .altijd "het ontblooten van iets dat reeds bestond en heel natuurlijk is, ik zou bijna zeggen «gewoon»... indien men het maar vroeger geweten had. Wat nü « Amerikaansch » genoemd wordt, zal binnen een' halve eeuw « banaal » geworden zijn. Waarover Rudolph de Cordova spreekt, zal wel eens werkelijkheid worden; de tijd zal daartoe leiden, we zijn er zeker van, daar we niet twijfelen aan de kracht der wetenschap ! K. L. G. de Vos. (4) Ik voag 'daarbij: en door zijne geesteseigenschappen, .waaraan de Cordova waar« schijnlijk niet gedadit heeft.. .

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Vooruit: socialistisch dagblad gehört zu der Kategorie Socialistische pers, veröffentlicht in Gent von 1884 bis 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume