Vooruit: socialistisch dagblad

835 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1916, 27 Januar. Vooruit: socialistisch dagblad. Konsultiert 23 September 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/8k74t6g65p/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

txtsssx KSBOEms:8jraE««^j.csssœ:aKija;B^^tara """"■""■■■"■■ "■'•"—■!—•■■" ■■' "Mwm^ C13P Priis eer nummer voor Bolgio g csDtieraen, 7001 den Vreeode 5 centiemenTa8©î«ran i 'Redactie 241 - AcSmtnlstirstfo 2845BtandordsFi X7 J^flllÂïîFï®ï¥~ as»gscis«M8g^^™^as3^E&:gg^iiaœws-jE wgaan mmmainy* Dres&tâer-lHffeeftâw Yaffil Ivtaat&chtppij ^O" LIGIT bestu ssröwt P. DE VJ5CH. Letfebwg-Oeal . . ftEDACTIE . . ADMINISTRATIE tlOOQPOORT. 29, GENÎ A£Öï\fNEMENT$PRö3 BSL03S DrJa «neoüden. , . , , fr. 3.2$ £«!S Bwande» « , ... fr. 6.50 £ess jaarfr. 12.50 £ka cfecBfiesTt arfs %tp af!c psstfcsrtóe» DEN, VREEMDS Drie inr.&nuzn ïdagcsiïjka versoRîînaj. ..... fr. 6.73 6nT«B.«K-TJ»^.'.»"i — ;•- . ■• w^.--r" ■ji?:*i>;-.-..r5T"."»3-'" -ïCïfnS'C»"^ t-v;.:7" , -^; Ieder kunstenaar is een voortbrenger van Schoonheid. ! Iedere voortbrengst (wat zij ook weze: schouwburg, kerk, magazijn, beeld, schildering, meubelo? smidswerk) heeft altijd een vast maatschappelijk doel of bestemming. Hoe klaarder dit doel zich uitdrukt in de vormen van die voortbrengst, hoe grooter waarde de kunstuiting voor dea mensen of de maatschappij zal hebben. Daarom is het begrijpen van dit doel de \'i. ,te en sterke band die de kunst bindt aan de levenbarende verlangens der samenleving. Vooral de momurnentale kunstenaar heeft rekening te houden met die verlangens ; zijn kunst vóóral is waardeloos zonder maatschappelijke bestemming. Hij, die de muren van een bouwwerk moet versieren, heeft kennis te nemen met wenscheïi en gedachten die tot de stichting \an het bouwwerk hebben geleid ; daar ligt het arbeidsveld voor zijne fantasie. Hoe klaarder en rijker zijne gedachten zijn, hoe feller en hartstochtelijker zij zullen worden medegevoeld door hen, voor wie het werk wordt uitgevoerd. Die hartstochtelijkheid wordt een bron van kracht voor den kunstenaar. In een groote gemeenschap, zooals het opkomend Christendom hier en elders in de voor-middeneeuwen deed ontstaan, werden de ideeën, welke de drijfkracht waren bij het scheppen der groote. monumentale werken, door de algemeenheid 'begrepen. Aller gevoelens — zoowel die van den heer als van den lijfeigene — waren verlicht door het christene geloof en de kunstenaar kon niet anders dart algemeen zijn, want ook hij werd bezield door diezelfde ideeën. Iets gansch. anders leert ons de geschiedenis van den tegenwoordigen tijd, waarin niet bestaat een groot, een'drachtig' gemeenschapsgevoel, maar ,wel verdeeldheid en scherpe klassetegenstèlling. Thans is geen kunst mogelijk die tegelijk levend en algemeen is. De oude gemeenschapskunst was machtig en schoon, omdat zij helder en rechtstreeks alles v/eergaf. Datzelfde kan men onmogelijk van den huidigen monumentalen kunstenaar eischen. Hij kan onmogelijk algemeen zijn en geven wat in waarheid niet bestaat. Want met de scherpe klassetegenstelüngen is strijden tegenwoordig niet alleen de leus, maar ook de —■ ïrkelijk- heid 3& ^c $ Monumentale kunst moet steeds de inkleeding zijn eener gedachte. Die vorm van kunst heeft steeds van uit het idee gewerkt. « De monnik uit Sinai, — zegt Roland Holst diz drie honderd jaren na foarilrachf gehouden door den Heer Dr VAS DUYSE, op IS Januari in «Ons Huis». Als na een Moedigen oorlog de krijgsvoerende machten hun verliezen aan dooden berekenen, als na het heerschen van eene epidemie zooals pest of cholera, het 'getal slachtoffers opgeteld wordt, is heïti een jammeren en klagen. Pest en corlog zijn geen alledaagsche rampen, het kwaad dat zij stiohten wordt door iedereen waargenomen en treft zoo diep de geteisterde bevolking, dat er nog »a jaren met angst van gesproken wordt. Er bestaat eene ziekte die, waarschijnlijk omdat zij hare verwoestingen in stilte, op verraderlijke wijze aanricht, de meesten onverschillig laat, een ziekt* die jaarlijks in België, achttien duizend slachtoffers maakt. Die verschrikkelijke ziekte is Óe 'tering. Aangaande hei ontstaan van de tering wist men, een halve eeuw geleden, bitter geinig. De meest gewaagde veronderstellingen werden gemaakt en zelfsdoor geleer. den verdedigd. Zco dacht b. v. Pinei dat de tering het gevolg kon zijn van een langdurig verdriet. Door proeven welke berucht werden, bewees de Fransehe veearts ViHemin, «Jat de tering een. besmettelijke ziekte is, die van iadividu tot individu kan worden overgezet. Toen Pasteur zijn theorie verkondigdet over de rol der oneindige kleinen in de natuur, en verklaarde dat zooals iedere plant m &«««* te«M8W> ïœps^îSSse édite fl3BÏ@ff4EftS% Christus schreef dat de muurschilderkunst diende om hen, die den Bijbel niet konden lezen, toch de schoonheid van het Evangelie te doen verstaan en tot godvruchtigheid op te wekken, hij zag klaarder dan de meeste van thans uit welke verlangens de monumentale kunst ontstaat, en zonder welke zij haar eigenlijke levenskracht inboet, s Voor de monumentale kunst is in de huidige maatschappij niet meer de eerste plaats voorbehouden.Zij — nochtans het best geschikt tot inkleeding van hoop en verlangen der groote massa — zij meet een geestessteunpunt zoeken in de traditieën uit het verre verleden. Dit bewijzen ons de gewrochten van een Delville, een Montald en vele anderen. _En toch — levend in eene maatschappij waar de vrije concurrentie de rots is waarop de gemeenschap steunt, er; alle bindende krachten door het individualisme worden vernietigd, — kunnen wij beseffen, staande voor de (voor het warenproces onmogelijke) scheppingen dier zoo machtig aangelegde kunstarbeiders ,__ hoe zwaar moet zijn geweest hun strijd, hoe machtig moet zijn geweest hun hunkerend verlangen, en hoe alleen hun machtig kunstenaarsbewustzijïi kan hebben steun geboden bij het volbrengen dier trotsche daad, zóó eenzaam voor onzen tijd. 3£ i._- ^r Dat het vroegere gemeenschapswezen der kunst werd verdrongen door het individualisme ligt aan de ontwikkeling der maatschappij zeTf. Eet is immers de vorm der samenleving welke de haar vergezellende kunstuitdrukkingen bepaalt ;'"en hij, welke de ontwikkeling dier samenleving wil volgen, zal gemakkelijk bloei en verval, maar tevens de mogelijkheid van nieuwen bloei als een zekere schoonheid voor de toekomst, verklaren. En. laat er ons dan vooral op letten hoe in de middeneeuwsche samenleving zelf de kiem groeit, die met de Renaissance den vorm eener nieuwe maatschappij en kunst zou vestigen. In de feodale maatschappij ontkiemt en ontwikkelt zich reeds de warenproduktie. Van bij het ontstaan der eerste vrije gemeenten en handelsrepublieken, worden de grondslagen gelegd, die den onderhngen band der individuen zouden verbreken, en tevens hunne afhankelijkheid van priesterschap en aristokratie. Die warenhandel doet den middeneeuwer reizen en naar afzetmarkten zoeken ; hetgene — in den beginne gebonden door de beperkende bepalingen der gilden -5- ten langen duur moest" voeren tot de vrije concurrentie en tot eene samenleving van tegen elkaar concurreerende enkelingen ; ook tot het verval dergilden _ zelf ; in wier plaats slechts verdeeldheid, strijd en nieuwe standverschillen ontstonden ; als geestelijke haar liiera bezit, ijverden de geleerden van alle landen om de kiem van de tering te ontdekken. In 1882 slechts werd deze kiem door den grooten Duitschen bakterioloog Robert Koch ontdekt. Het is een staafje, van een tct twee duizendsten mm. lang een half tot een duizendste mm. breed. In het menschelijk lichaam vinden de bacteriën al do stoffen dio tot hunne ontwikkeling onontbeerlijk zijn.* Geen wonder dus dat zij in al onze organen kunnen gedijen j ook het staafje van de tering maakt aan' dezen regel geene uitzondering. Op de kleinere bestanddecien van onze organen, van onze weefsels, cp de cellen oefenen de teringkiemen eenen schadelijken invloed uit. Daarenboven ssheiden zij een vergif af (tonine genaamd) dat met hc venijn der adder kan vergeleken worden. Als door de teringkiem en hare tonine een zeker aantal cellen tot verval zijn gebracht zullen de organen waarvan zij deel uitmaken in hunne werking gestoord zijn en spoe. dig ten gronde gaan. Het verval van dit orgaan stoort den voor het behoud van de gezondheid cnmisbare, natuurlijke samenhang van de organen. Een ziekte waaronder he? organisme kan bezwijken zal hiervan het gevolg zijn. De teringbacille ten zich in al de deeïen van ons lichaam ontwikkelen : in darmen, longen, buik en hersenvli'es, in beenderen, oog-, oor, en geslachtsorganen, op de huid, enz. Het teringstafje schijnt nochtans met voorkeur hare verwoestingen aan te richten in de longen. Ongemeen talrijk zijn de gevallen van longtering. Alvcrens te onderzoeken hoe de besmetting geschiedt, willen wij in korte woorden het ademhalingstoestel beschrijven. De lucht dringt lange neus en mond bïn- en kunstweerkaatsing dier vrije mededinging ontwaakt ook het individualisme in de kunst : symbool van ideeënverdeeldheid en der klassentegenstellingen. Die evolutie spiegelt zich volkomen af in de monumentale kunst der middenecuwen, al blijft zij nog volkomen gekluisterd aan het godsdienstig geloof. Maar naarmate de warenhandel zich opwerpt, verzwakt hij de grondslagen van feodaliteit en godsdienst. Verzet, strijd en vrijheidsverlangens, laaien ten allen kante op. en ook daarvan wordt de kunst de weerspiegelrng. Want niet zoodra komen de eerste leekenkunstenaars, — de monnikken verdringend — staande als vrije kunstambachtslieden in cirekte verhoudingen tot alle anderen ; bewust ook hunner révolutionnaire persoonlijkheid als poorters der jonge gemeenten ; of de dogma's van het godsdienstig geloof dienen allengskens tct inkleeding der demokratische opwellingen van het oogenbük. _ En hoe sterker zich .de warenproduktie ontwikkelt, de samenleving van den feodalen vorm afvoert, hoe meer haar macht de kerk en haar gemeenschapidee bedreigt, onder wier invloed de monumentale kunst stond. __Aan den vooravond 8er Renaissance zijn kerkelijke en feodale macht reeds diep ondermijnd en krijgen de kunstenaars reeds « hun opdrachten van de prinsen des handels, welke uit de rijkdom brengende warenmaatschappij waren opgegroeid. Als klassetegenstelling met die der geldmagnaten — met die der mannen van het komende Kapitaal — wordt door de teruggedreven gezellen en leerlingen der gilden, de kiem gelegd voor het latere steedsche proletariaat van loonarbeiders ; tevens van de levensonzekerheid voor de groote menigte. Onzekerheid in het !eve$ ;■ onzekerheid in hoofd en hart ; onzekerheid ook in de kunstuitdrukking ; en dit tot op onzen tijd, waarin de kunst al meer en meer haar doel, haar- maatschappelijke bestemming verloor,om uitsluitend voor den warenhandel te worden bestemd. Van af het komen der Renaissance, van af het tijdperk dat het individu zich opwerkt in de maatschappij, en het godsdienstig idee door hem wordt ondermijnd, verdwijnt de mogelijkheid., voor den kunstenaar om « algemeen » te zijn. Van dan af vangt het bloeitijdperk aan van den « schilderij vorm », den vorm voor den enkeling en voor het warenproces ; wat thans bijna vier eeuwen duurt., Dus bijna vier honderd jaren, às.t al wat kunst is zich bijna uitsluitend onder een handelsvorm heeft geuit. Voor den middeneeuwer meet de monumentale vorm als den eenig en eeuwig rnogelijkén gegolden hebben, en hij zou zijn te verwachten verval, gedurende verscheidene eeuwen, nooit hebben geloofd ; juist zooals de schilderijschilder van tegenwoordig niet kan gelooven komt ze langs de keel in het strottenhoofd, verder in de luchtpijp die zich in twee takken verdeeld, een voor iedere long. De iongen (een langs iedere zijde van da borstkas; zijn uit een sponsachtig weefsel samengesteld'. In een doorsnede van een long ziet men talrijke cpeningen. Die openingen zijn niets anders als do doorsneden van de luchtpijp vertakkingen. De luchtpijptakken verdeelen zich in de longen, net als de takken van een boom, in talrijke twijgen waarvan de uiteinden voorzien zijn van blaasjes, longblaasjes genaamd. Al deze lengblaasjes staan langs de luchtpijpvertakken, do luchtpijp, het strottenhoofd en de keel in verbinding met mond en neus. Zoo is het gemakkelijk te begrijpen hoe de lucht in de longblaasjes dringt. Het bloed dat voor de voeding heeft gedienJ bevat koolzuur (een vcor den mensch gevaarlijk gas). Het is in de longen dat de zuivering van het bloed plaats grijpt ; het koolzuur wordt vervangen door zuurstof (dat in de ingeademde, zuivere lucht aanwezig is). De bloedvaten nu, met het aanbrengen van het onzuivere bloed gelast, volgen or zoo te zeggen de vertakkingen van de luchtpijptakken tot aan do longblaasjes, die zo met een net omweven. Een verwisseling ontstaat tusechen het koolzuur van het bloed en de zuurstof vaa ds ingeademde lucht. Het gezuiverd bloed gaat terug naar het hart en wordt aan alle bestanddeelen van het organisme afgestaan, het koolzuur wordt uitgeademd. Van waar komen de schadelijke kiemen? Hoo geschiedt de besmetting van de longen ? Deze kan ten eerste rechtstreeks gebeuren 5d'. w. z. microben gaan van de adem- b§fe^2aaa§s ,v&n mm aaa kmstectaK.. znner aan het te verwachten verval kunst voor de toekomst. Van af het ontstaan der warenmaatschappij trekt de kunstenaar zich terug in zijn « atelier » ; hij keert zich af van de gemeenschap ; hij houdt op een kunstenaar te zijn in dezer dienst ; en waar de band met haar hem geen kracht meer kon geven, waant hij zich in zijn afgesloten persoonlijkzijn, in zijn individualistisch-zijn, het gelukkigst" en het sterkst. En die verandering was mogelijk omdat het wezen der maatschappij zelf zóó verschillend werd van de voorgaande vormen ; omdat gansch andere schoonheidsverlangens, gansch andere doeleinden door de ekonomische ontwikkeling werden opgedrongen. C. Jan. ,w<; mm' Volgens brusselsche burgersbladen wordt er in doze streken op de schandelijkste mauier gespeculeerd op de levensmiddel» zonder dat de overheden het beproeven om iets aan te vangen tegen de ellendige woekeraars — misdadigers zou men moeten zeggen. Aardappels, boter, suiker, zeep en carbuur, ailes wat men het dringendst noodigheeft, zit om zoo te zeggen weggestoken enwordt in het gtheim geleverd voor prijzendie aan het facelachtge grenzen, vooral m de dichtbewoonde nijvorheidsdorpen en steden.' Sedert twee maanden heeft het Voedingseomiteit te La Louvière geen lapke spek meer gehad en dat maakt juist do 'zaak der onbeschaamde woekeraars, die vcor het hunne al durven vragen wat hen in den kop komt, volgens het getal der koopers. In andere gemaentsn ia het suiker dat ontbreekt en daar durven ellendelingen, die zekere hoeveelheden suiker achter gehouden _ hebben, do röenschen wijsmaken dat zij het bij levensgevaar elders gehaald hebben om... 2,00 fr. per kilo te kunnen vragen. ^ Met de zeep gaat het, elders nog schandaliger. Voor de goode bruine zeep vraagt men onbeschaamd fr. 2,50 per kilo en voor zeep in stukken durft men het driedubbele eischen van den prijs dien men voor het uitbreken van don oorlog betaalde. In de meeste nijverheidsdorpen betaalt men 40 tot 50 centiemen voor afschuwelijke watermelk, 4,00 fr. voor het ossenvleesch en 5,00 fr. voor het varkensvleesch van de allerslechtste hoedanigheid. Rond Doornijk kost de boter, die op de schandelijkste wijze vsrvalscht werdt, 6 fr. en de eiers 4,25. Gedurende de laatste feestdagen was er zooals alle jaren veel vraag naar konijnen en dat heeft de heeren spéculateurs de schoone gelegenheid verschaft om tot 6,00 fr. te vragen voor een mager beestje. Van alle groensels is er de streek door een zoo grooten overvloed dat speculatie erop onmogelijk is. Voor 10 centiemen koopt men overal eene savcoi en voor 20 centiemen een kool. Selder en andieve zijn ai wat schaarscher, maar voor 20 centiemen koopt mon overal een schoon pak van do beste hoedanigheid. Men kan hier geen mensch meer aanspre- lijdenden patiënt naar eenen gezonden persoon over. Dit kan plaats grijpen door beesten, niezen, zelfa door luidspreken en zoenen. Als een teringlijder hoest, niest of zelfs luid spreekt, verspreiden er zich in de lucht kleine druppeltjes speeksel die bacillen tot op 1,5 m. afstand kunnen vervoeren. De besmetting kan ook onrechtstreeks gebeuren door spuwen. Als ten teringlijder op den grond spuwt droogen weldra de fluimen op en de bacillen verspreiden zich met het stof in de lucht. Aan de kleederen en hot linnen van den longteringlijder kunnen cok bacillen kleven. Voedsel door een zorgelooze patient toebereid kan insgelijks bacillen bevatten.Voer molk van aan tuberculose lijdende dieren geldt dezelfde opmerking. Deze besmetting door voedsel en vooral door melk geeft vooral aanleiding tot darmtubercuiose. Gelukkigüjk is ons lichaam niet weerloos tegenover deze besmettingen, en door talrijke middelen werden de schadelijke kiemen te keer gegaan. Als de lucht binnen dringend langs neus en mond bacillen bevat, worden deze tegengehouden door het slijm, de mucus van den neus en het speeksel van den mond. Beide vochten bezitten de eigenschap de bacillen te verlammen en onschadelijk te maken. Ook da «lijravlieseii die ds neus- en mondholte, het strottenhoofd, de luehtpijp en do kiemen geen doortocht. Bestaat er echter, eene leemte, eene kleine wonde, zoo kan de vijand langs die bres binnendringen. Laat «ns nu veronderstellen dat do teringkiem er toch in gelukt is ia een longblaasje binnen te dringen. Nog is er geen gevaar, want de witte bloedlichaampjes dagen weljka pp os» dea. iadrinser te h». ken of men hoort een schoot vol klachten over de behendig bewerkte duurte van all» levensmiddels dia men zoo maar in kelder of magazijn kan wegetoppen tot den oogenblik dat de koopers gelooven dat er gebrek aan is ! led-reen is er echter van rvertuigd dat er slechts een betrekkelijk gebrek aan sommige levensmiddels beslaat en dat alles veel goedkooper zou te bekomen zijn als er ma.i ■ afdoende maatregels genomen werden om da speculatie te beletten. Het is dan ook te verwachten die weldrahier en daar de gestroopte verbruikers liethoofd bijeen zullen steken en afgevaardigden zullen uitzenden om van de overheden : de noodzakelijke maatregels te eischensommige zwendelaars te doen straffen zoqals zij het lang verdiend hebben.B. Emm üls&ierls©!? IJItSnsafnm I ïn het jongste nummer van het gcillus» treord weekblad « Vlaamache Loven >, vanc Brussel, vinden wij een historisch overzicht over het Turkscbe leger. Daarin ' komt onder meer, afschrift van eene oorlogsverklaring voor, twee honderd vijftig jaren geleden overgemaakt door den Sultan Mehmed II aan den keizer van Duif soh- i land en den koning van Polen : Het Ultimatum luidde : « Ik, Mehmed II, zeer grrooto en zeer machtige bsizcr van Babylonië, van Judsà van het Oosten en Westen, koning der koningen van de geheele wereld, lo-uverein van Arabie en Mauretanie, koning van Jeruzalem, eenige erfgenaam en bezitter van Christus graf : « Door het tegenwoordige meld ik aa9' U, keizer van Duitschland en aan U, koning van Polen, en aan al uwe oaderj danen : »Aan het h^ofd van dertien koningen',mijne leenheeren en van 130.000 ruiters en, voetgangers, zal ik op uw grondgebied, oenen heiligen sefmk komen verspreiden, ik zal het vernielen met eene Tufksche' macht eene macht zoo sterk als niet sij or een uwer onderdanen er ooit eene gezien hebt; » Wij zullen u komen bezoeken tot ia' uwe hoofdsteden en er u uit verjagen, u en al uwe verbondenen ; >üw land zal door onsplatgebrand worden en wij zullen zijne bewoners aan onze degen rijgen. Ik heb besloten dat gij: en al uwe onderdanen, zonder onderscheid, eenen vèrschrikkelijkeh martel-» dood zult sterven; » Het is dees nieuws dat ik mij voorbe-» houden heb mede te deelenaan U, keker van Duitschland. aan u, koning van Polen en aan al uwe bondgenooten ; »De daden zullen welhaast de woorden volgen ora u te overtuigen dat hetgeen ik ned'erschrijf, de voile waarheid is. » Gedaan in don ztetel van ons machtig Ismalé (Konstantinopel), dat door mijna voorouders overwonnen werd op de Kristenen, waarvan de vrouwen en kinderen voor hunne oogen in stukken gescheurd' werden. Deze stad 13 voor eeuwig onze bezitting : Het tegenwoordige.is geteekend gewor* den op het vijf-en-twintigste jaar onzer, geboorte en op hst zevende jaar van oflz« roemrijke regeering (1665). » Het bloed is namelijk samengesteld uis' twee deelen: de bloedwei of seium en de Dloedhchaampjes. In een cubieke mm. zijn, ö milhoen roode en 15O0O witte bloedlichaampjes aanwezig. Deze witte bloedlichaampjes nu -kunnen zich bewegen om hunne vijanden, de microben aan te vallen,en zij dringen door de wanden der haar* vaten. Ku van£t een hardnekkige strijd nan. Overwinnen de witto bloedlichaampjes, zoo is er. van tering natuurlijk geen spraak meer. De overwinning van de bacillen heeft de vernietiging vcor gevolg niet alleen van tal van witte bloedcellen maar ook van cellen die het longweefsel uitmaken. WeldT* breidt zich deze vernietiging uit. Daar deze schadelijke inwerking terzelf-, dertijd op verschillende plaatsen geschiedt, kan men in de eerste periode van de ziekte aan de oppervlakte van de iong grauwe puntjes waarnemen vooral aan de spits vaa het orgaan.. Die puntjes vergrooten, gaan' over tot samenvloeing en dan grijpt ecu verzweering plaats van een uitgestrekter weefselgebied. Hoe langer nu de bacillen zich kunnen inwerken, hoe dieper, hoe talrijker, hoe uitgestrekter de veroorzaakte letsels zijn. Als op zekere punten het longweefsel totaal vernietigd is, ontstaan er groote leemten' waar alleen nog bloedvaten aanwezig zijn, want de wand van de bloedvaten biedt groen ten weerstand aan de bacillen en hunne' tonine. Soms wordt een bloedvat toch door* geknaagd en het gevolg is een erge bloeding die dikwijls de dood voor gevolg heeft., Staat deze leemte nu in verband met een; doorgeknaagde luchtpijpvertakking, zçjrf komt een bloedspuwing voor, die erger ij naarmate het bloedvat min pf meer groot y&

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Vooruit: socialistisch dagblad gehört zu der Kategorie Socialistische pers, veröffentlicht in Gent von 1884 bis 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume