Aenkondigingsblad der provincie Limburg

1116 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1918, 07 Decembre. Aenkondigingsblad der provincie Limburg. Accès à 26 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/dz02z14116/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

AANKONDIGINGSBLAD der provincie Limburg, verschijnende ieder Zaterdag MerTbîede zich aan bij den eigenaar J. VRYENS, opvolger van J. Billen, Demerstraat, 3, Hasselt. Te Huren »e huren terstond bouwland gelegen le T Zonhoven, 1er plaatse Dellehe.de, ... ! liuur bij Guillaume WelVenliuizen. Voor de conditiën /-ici. te wenden te.. i bureele van dit blad. i-e huren terstond Luis met l.of, die.istifr T voor betmbte of renteuier, gelegen Kempischepoort, 61, Hasselt. ZicU le bevragen Minuebroedersstraat, J. Te Koop Te koop per occasie elkenvensters ...et I ruiten. Adres buroel rail dit blad. ___ o koop rayons, Z wiiikettanken, Z lm.neu-I deuren, versclieidene plauken, bocals. Adres : Alderstraat. 11, Hasselt. ■•■o koop drie poede occasiepianos, vanaf 375 tôt 1800 fr. Adres: Hartholomeus, Lanaeken. Yragen en aanbiedingen van plaatsen ■ "*~ Ly|en v.'aagt lecrjn.igen of l.alven gast voor 1W1 den drukkerstiel. I Adres liureol van dit blad. vraagt bekwame ...eid kunnende ne.. BH weinig van do keuken, niet wassehon oï stvijken. -j Adres bureel van dit blad. MeM VI..lil(ît nioid voor aile work. Adres : Noorillaa.i. a. Hasselt. KM vraagt moid kunnende de'keuken. «P« Adres : M""' Ksser. Ilongstraat. 3. t s. Byae.. vraagt bekwa.no ...eid voor aile werk. sBH hoog loon. M Adres: Luikersleenweir. IS. Ilasselt. £u|en vraaut mur Heoringen goede ineid, lll keniiende de keuken, hoog loon. ■ zich te wenden C.ulVeiislaan. '-'l. Hasselt. Men vraagt winkeljuffer. Adres: Mad. Esser-de Magnée, Hoog-st.-aat, 3. Hasselt M» vraagt bekwame ...eid voor aile werk. Adres: Kapelstraat, 10. Hasselt. Kaen vraagt voor klein l.uishouden brave ■VI die.islineid, kunnende aile werk en een I weinig keuken. R Adres bureel van dit blad. Men vraagt voor klein huisgezin brave en slille ineid, kunnende aile liuiswerk, hoog loon. Adres burecl van dit blad. M on vraagt ineid, kennendo aile werk, als-meile de keuken en sprekende Fransch T% Zicli te wenden Kapelstraat, 55, Hasselt, bij M'' advokaat Geraets. Men vraagt n.eisje voor aile werk. Adres:■ Leopold Fredricx, Guringer-s^eenweg. 15. llassolt. Men vraagt n.eid voor aile werk. Adres: Boulevard Gulïens, al, t s. ■yaen vraagt meid voor aile werk. Ml Adres: Nienwstraat. 30. Hasselt. Men vraagt meid voor. aile werk. Adres: Slatiostraat, 21. llassolt. LiBeu vraagt braaf eu proper nieisjo, Hôtel 111 Wille.ns, Statieplaats. Hasselt. ■■eu vraagt leerjongen (voor gardon), in , fil Hôtel Willeins, Statieplaats, Hasselt. ^L||on vraagt voor lîrussel, ineid keniiende a»! burgorskeukon en een weinig fransch, ifcon 45 franken. ■ Adres: Demerstraat, 21, Ilasselt. '~^u|en vraagt voor klein huisliouden, meid kunnende aile work. ■ Adres: Luikersteenweg, 25. Ha0elt. Men vraagt doftigé en propere meid, niet wasschon of strijken. S Adres bureel van dit blad. HJ...H vraagt bekwame meid kunnende aile ■n huiswerk. Adres: Mme Dubois-Deplée, K.maal, 1. Hasselt. vraagt. meid voor aile work. 1 |wl Adres bureel van dit blad. ^Elen vraagt dienstkneclit. jg" Adres bureel van dit blad. ^oede keukenmeid op do lioogte van haar t» vak, vraagt plaats ojn aile halve dagen uit koken le gaan. If Adres bureel van dit blad. Braaf moisje vraagt plaats oui gansehe t dagen uit werken te gaan. ^ Adres bureel van dit blad. iS|rindermeisje hebbei.de nog gediend vraagt plaats. 'vlAdres: Classens, Aardappelen Markt, t/s. I Hasselt., don 19-11-18. llcilerjjeiiiei'.ili'lijke Yocdin£Sinaalsi'linpi>ij «1er l'rovincic l.iuibnr^ s Wij getuigen dal liet op onze aan-yi'; feen on ons herhaal aandringen is, dai'de Heer Benjamin HAYEN, eige-i Ijîiar te Diepenbeek, van de vroegere u Ùezelteovorheideen patent aangenomen ■t ifeeft van beeslen koopman. ■ Met dit patent aan te nemen heelt de " de heer tlayen aan zijne medeburgeRs / Bienigvuldigedienslen kunnen bewijzen * en zekere geniepigë aankoopen ver-A,fielen, welke wij voor onze been- iouwerijen gedaan hadden gedut'cnde de duitsehe bezetting. S Het is voor ons een genoegen te bekennen dat deze helper immer tôt onze volkomen feevrediging geliandeld heeft en metdegrootstebolangloosheid, zelf het comissieloon weigerend welke wij tiem vrijelijk toegekend hadden, en beloopend 25 lïank per kop. Tegenwoordig getuigschrift wordt - aan den ltoor tlayen afgeleverd ton einde het tôt alto doeleinden te gebrui-(, ion welke bij geschikt zal achten. Diî Bevoegde Dienstoverste, F. DEKENS. De Bestuurder, L. RIGAUX. Zichtkaarten uit Hasselt 1 Geïlustreerdepostkaarten tv:l in de drukkerij j VRYENS, Demerstraat, 3. Gvoote vermindering . voor voorlver/coopers I Toegelaten door de Censuur BERICHT. - Voorloopig zien wij ons „ tuverpUcht ons blad door iedereen te docn betcden. De af-~ rekening der personen die nog _ recht hehben op een deel van hun s. abonnement van 1014, zal Ui/er op ï. lutit nieuw abonnement voor 1919 afgerehend icorden, de voorloopige 1, prijs per nummer beloopt 0,10 fr. ~ Sint-Niklaas - Sinter Klaas, heilge mail, Doe uw besten tabberd an ! - Breng de kleine kinders wat, n Geef de grooten een' schop onder hun gat j Zoo heeft het weer geklônken _ uit honderde kleine kelen ter eere 11 van den heiligen man die onze '■ kleuters toch zooveel lekkers en zooveel schoon speelgoed bracht. - De jongens kregen trompétt'en en j! tronunels, geweren, sabels en i. kanons, sommige een volledige soldatemmiform, andereii blokke-doozen en lmizen, koeien on paar-den, de meisjes poppen eu wiegen, _ kootsjes en kleederen en allen koeken en noten en appelen ! Ja de _ go'ede Sinter Klaas is weêrgekomen ton minste in de begoede standen, _ rnaar de arme kinderen och arme! hehben nogeen jaar nioeten passeri. Van in 1911 hehben de Duitscliers »' den kindervriend gehannen uit den huiselijken kring, maar loeko-» mende jaar zal lïij zooveel te meer" L brengen. e De lleilige Nikolaas was hisschop '• van Myra en stamde at' van edele en rijke ouders. ilij muntte uit - door zijne édelmoedigheid jegens de armen en verzorgdo de zieken die met besmettelijke ziekten aan- ^ getast waren. Pater Ilibadeneira verhaalt van hem in zijne « Générale legende der heylighen " in . 1019 te e Antwerpen gedrukt dat., in de stad Patora, een man was « van goeden gheslaehte - die drie htiw hare dochters had. Die man was tôt den bedelstaf gedoemd, toen bij hemeenalleszins laakbaar plan opkwam. Hij wilde t zijne kinderen ovorhalen op oneer-11 lijke wijzehunnenkostteverdienen Nikolaas was daarvan op de lioogte. - Hij nain oene soin gonds, wikkelde ,e ze in eenen doek en begaf zich 's nachts naar het huis van den ^ armen edelman. Hij liemerkte, bij het liclit der maan, dat een venster s. openstond, wierp het gefd in huis m en keerde huiswaarts. 's Morgens vond de vader den schat, dankte God en gebruikte de som om zijne eerste dochter te laten trouwen. Nikolaas was verblijd dat zijne list gelukt was en besloot nog tweemaal hetzelfde te doen, maar den derden keer stond de vader op loer, liep den heiligen man na en i- wierp zich al weenende aan zijne voeten, hem dankende vopr de redding zijner dochters. Dit kort na'ieve vorhaal legt ons klaarblijkend uit van waar de ge-[e woonte komt, bij het naderen van i-s het feest van den H. Bisschop, ■n lekkernijen te werpen in de lmizen. r- — Wij herinneren ons, in onze n- kinderjaren, meer dan eene cent gesteken te hehben in den offerblok van Sint Niklaas in onzehoofdkerk ^ en er met kinderlijke eenvoudig-|Jrt heid den heiligen man gebeden te 1 hehben om goed braaf te zijn en ce veel speelgoed te krijgen. En ;n waarlijk, de eerste week van December krioelde het van kinders rll achter het koor. Zeker was het pijnlijk voor ouders en kinderen het beeld van den heiligen te zien verdwijnen uit het koorken dat hem toegewijd was. En als men nadenkt hoe het kwam dat er een Sint Niklaaskoorken was, is dat zulks nog meer te betreuren, immers datwas't koorken der kamer der kremers en der wovers, twee der twaalf oudehasseltscheambachten. Heze hadden immers ieder hun koor en vergaderden daarin als er te beslissen viel over zaken het stadsbestuur aanbelangende. Maar indien het beeld uit de kerk verdwenen is, dan prijkt het toch aan de uitstallingen van de bakkers tusschen gansehe hoopon specu-latie en - conque de Dinant De vereering van don Heiligen duuttvoort in de hartenderkleinen die een onsclmldig geloof hechten aan het « gooien » en het >• rijden » van Sint Niklaas. De zwarte Jager. i. Het was tegen het einde van den zomer. De weiden hadden ltunnen bloementooi neêrgelegd,de wouden hunne levendige kleuren verloren. De nachtegaal zweeg, de vlinder, met gekleurde vlerken, fladderde niet meer tusschen de rozen. Ailes bereidde zich vôôr tôt het gure en droeve winterseizoen. Op eenen kouden September-avond, volgde een man met stouten tred en met een ni te rl ij k dat bcMis-sing verraadde, de lange berken-dreef die naar het kasteel van Wes-senberg leidde. Zijn mannelijk en fler gelaat verdween bijna geheel onder den breeden rand van eenen vilten lioed ; hij droog groote l'ij-laarzen en zijn kloek gebouwd lichaam was gehuld in een langen zwarten inantel. Op zijn rug hing een zwaar jaehtgeweer. Te oordeelen naar zijn rassen tred, zou men hehben kunnen den-ken dat hij zich spoedde om op bel kasteel te geraken, wiens torons ginder tusschen de hooge boomen uitstaken ; maar op een honderdtal schreden afstands van de ophaal-, brug, nam hij een voetpad en schreed voort in de nachtelijke stilte. Daar komt hij aan den voet van den gekanteeldon slottoren : hij blijft stilstaan on verheft zijn blik naar het slot. Een snikontglipt zijn mond en hij leunde tegen een boom : droefheid en weedom spre-ken uit zijn persoon. Lang blijft hij daar zôo staan mot het hoofd op de bois t. gelijk een inarmeren stand-beëld dat op eenegraftombe weent. De lichten waren gedoofd op do burcht en niets brak de nachtelijke stilte dan het gekras der nachtvo-gels, die rond den grooten toren fladderden en het geknars van de ijzeren wimpels. Het sloeg twaalf uren op den toren der kapel. Alsof dit een teeken ware geweest, verhief de reiziger het hoofd : als bliksem's flikkerden zijne oogen door den nacht tôt aan het kleine ronde vensterken van den toren. Op hetzelfde oogenblik verscheen daar een liclit dat zijne klaarte vprspreidde tôt aan den boom waaronder de vreemdeling stond. — « Eindelijk! murmelde hij ! En een zegepralende glimlacli plooide zijne lippen. Danzijnehand rond den mond houdende, bootste hij het geschreeuw van den nacht-uil na. Dat was zeker een afgespro-ken teeken, want, op denzelfden stond, vertoonde zich het gezicht eens grijsaards oan het torenven-stertje. De reiziger trad nader : een steen door den-ouderling uitge-worpen, viel'langs hem neer; hij raapte hem haastig op, doed er een voorwerp van af dat, in een sluk linnen gewikkeld was, en rechtte zich op om den man op den toren le danken, maar reeds waren het hoofd en het liclit verdwenen. Dan kruistte de onbekende de armen op de borst, verhief het hoofd en met trotschen blik de ste-vige muren en torens aanstarende : — Het uur der Pèclitvaardigheid en der vergelding gaat slaan : riep hij, de aloude burcht der edele heereri van Wessénberg heeft veel te lang tôt schuilplaats gediend aan een laffen verrader, die zich vèrlus-tigt in het bezit van goederen die hem niet toebehooren. Trilt in uwe grave», graven van Wessenberg: de laatste uwer zonen gaat terug-lcomen in uw midden en zal weder-orn de lamp ontsteken die reeds vijftien jaren lang uitgedoofd in uw grafkelder hangt. Dan zal ik gewroken zijn en misschien vergif-l'enis bekomen hehben..« Daar op verwijderde hij zich haastig om tusschen het kreupel-hout in den duistecbn nacht te verdwijnen.11. 't. Is rond tien tire. De graaf van Weiland, bewoner van het kasteel van Wessenberg, in een rood flu-weelen kamerrok , gehuld, zit in een breeden leunstoel voor de opene gothische schouw zié.li in den gloed van het.blakerejMlc.,vuur te koeste-ren. Een beker met wijn gevuld staat op ta tel, onder bereik zijner hand en wordt keer op keer gele-digd en gevuld, wijl de burchtheer dikke rookwalmen in het raim blaast tiit eene prachtige meer-schuimen pijp. Graaf van Weiland kan vijftig jaar oud zijn. Hij is lang en mager, een weinig voorover ge-bogen; zijn wezen is ontsierd door eene arendsneus en twee . oogen waaruit haaten wreedheid spreken. Itaar en baard zijn ros en geven aan zijn perkamentachtig en lieen-derig gezicht een wild opzicht. Weder heeft hij zich een nieuwe beker ingeschonken en eene pijp vol gestopt, als hij plots naar de belkoord grijpt die, in den hoek van den sc.hoorsteen, onder het bereik zijner hand hangt. Een knecht verschijnt. — Peter, sprak de meester met ruwe en heesche stem, roep mijne lijfknechten. De dienaar hoog diep en verdween.Eenige stonden later, stond de gansehe bevolking van het slot voor Weiland. — Zijn mijne bevelen volvoerd ? vroeg hij, de sidderende knechten met den blik ondervrageride. — Ja, Hoogheid. klonk het uit aller mond. — Goed. Heeft Geerdens de boete van vijf gulden betaald? — Ja, heer Graaf, antwoorjlde eene stem. —; Is de jonge Brouwer naar het gevang gebracht ? — Ja, heer Graaf, bevestigde eene andere stem. — En dien oud en kop, die in mijne vijvers geviseht had? — Men heeft hem . losgelaten, omdat zijn zoon in zijne plaats drie rijksdalers betaald heeft. — En Bert Moonen? — Hij heeft de bepaalde som niet kunnen verzamelen en is, vol-gens uwe bevelen opgesloten. — Bert Moonen, waagdeeen onde dienaar,die, metneêrgeslagenblik, achter de anderen stond, is drie maanden ziek geweest, hetgeen Item zwaar gewogen heeft.'t Is een braaf en ce rl ij k man, de eenige steun zijner gebrekkige moeder en eener arme wees, die zijne vrouw aangenomen heeft. Ontneemt men hem de middelen om door werken aan zijnen lcost te kornen, hoezullen de twee arme schepselen, die hij lief heeft, aan hroqd geraken.Indien ik durfde den heer Graaf smeeken de vrijheid weêr te geven aan Bert... — Genoeg, Huibrecht.onderbrak hem Weiland, een verstoorden blik op don ouderling werpende, sinds wanneer durl't men zich verzetten tegen mijnen wil ? Herinner u dat ik u hier uit medelijden aangenomen heb om mij zoo trouw als uwe vroegere meesters te dienen. De gi'ijzo dienaarbooghethoofd ; zijn zacht wezen, waarop de goed-heid telezen stond, drukteeen diepe droefheid uit. Huibrecht was twee-en-zeventig jaar oud ; in zijnejeugd was hij in don oorlog geweest en had z jnen kapitein den heer van Wessenberg het leven gered. 't Is daarom dat de kasteel heer, wanneer hij den krijgsdienst verliet om de laatste jaren zijns levens bij zijne echtgenoote en eenigen zoon te gaan slijten, den ouderi dienaar dienaar indachtig was, hem meè-nam naar het slot en hem opziéner maakte. In die hoodanigheid gaf Huibrecht meer dan eens blijken van getrouwheid en verkleefdheid, zoôdat het geen wonder gaf, toen de jonge burchtheer, na de dood zijns vaders,dezesopziener hij hem hicld en hem zijn vol vortrouweii schonk. Toen de jonge Graaf aan zijn stil huiselijk leven met geweld ont-trokkenwerd en Weiland als meester zijn intrek nam op Wessenberg bleef Huibrecht nogmaals in dienst niet meer als opziener maar als onontbeerlijk man, wijl, niemand gelijk hij de oplirengst kende der onmetelijke goederen, dio den slot-voogd toebehoorden. De ouderling had, eerder uit gewoonte dan om den niëuwen meester te dienen, zijn nieuw beroep aangenomen, want Wessenberg was het leven van den braven man : het [irachtige park, de malsche weiden en de diclite wouden die er hij behoorden waren hem als eene oasis in de woestijn. Eene stilte van eenige stonden volgde op de slrënge woorden die Weiland aan den voormaligen opziener toevoegde. — Ik weet nu wat ik verlangde te woton.zoi de meester,gaat heen. Gaspa-r hlijf gij hier. Gaspar was de vertrouweling van .Weiland ;'t was een wreed mensch, do scltrik van al de andere dienaarSj die aan zijn despotisch opzicht onderworpen waren; ook werd hij van lien allen gehaat. Gelijk aile lafaards kroop hij nochtans voor zijn meester. (Wordt vervolgd). De eerste Belgisciie troepen in Duitscliland. Op30 Noveraber II. iseene belgisehe brigade ruiterij over de Tltiilselie grens getrokken en Akcn binnengeredèn. Onze soldateu waren volkomen kalm en hun krijgsliaftig uiterlijk zoowel als de tucht en hunne oorlogskleeding hebbên een diepen indruk gemaakt op de bevolking. De duilsehers zullen van den eorste'n oogenblik liegrijpen dat er met die mannen niet te laelien valt, ton andere de volgende verordening, die aan de vier hoeken der slad aangeplakt is, zal hun desnoods stof toi nadenkeri geven. VERORDENING. De Jiolonel-bevelhebber der bezettingstroepen van Aken Garcia. Aken, den 30 November 1918. Involge der militaire macht, die ik handhaaf le Aken, beveel ik, in het belang van de orde in de stad, hetgeen volgt : t. Van dezen oogenblik af, is het verboden aan iedereen de stad in- of uit te gaan, zonder mijne sehriftelijke toe-lating, uitgezonderd om etenswaren te vervoeren. 2. Aile inwoners moeten in hun huis blijven vanaf 19 u. (7 u. 's avonds) tôt 's anderendaags 5 u. (Belg. uur). Aile verkeer binnen die tijdruimte is verboden.3. Aile vergaderingen en meetingen, van welken aard ook, zijn verboden ; desnoods zullen zij gewapenderhand uiteengedreven worden. 4. Aile openbare lokalen (schouw-burgen, kinema's, kofflehuizen) en in 't algemeen aile drankslijterijen zullen, lot verder orde, gesloten blijven. 5. Aile wapens en aile oorlogsgetuig, van welken aard ook, zullen in de geie kazerne moeten gebracht worden door burgers of soldalen vôôr morgen 1 December om 18 u. (6 u. belg.) 6. 10 (tien) gijzelaars, die ik zal aan-duiden, zullen zich op mijn bevei op bel stadhuis bevinden : zij znllen er te mijner beschikking zijn en borg blijven voor de belgisehe (roepen die de stad bezetten. Zij zullen dezen avond om 20 u. (8 u. 's avonds belg. uur) aan-komen en 24 uren blijven : zij zullen dagelijks vernieuwd worden. 7. Ik véreiscfi clâl"hôt gansehe plaat-selijke politiekorps en het gemeente-bestuur zich terstonds te mijner. beschikking stellen op het stadhuis. 8. Aile verkeer van voertuigen is voorloopig verboden met uitzondering voor de trams en de rijtuigen der be-voorrading, die kunnen rijden binnen de païen voorgeschreven in N° 2. Het pompierskorps mag ton allen tijde dienst doen. 9. Noch dagbladen, noeh plakbrie-ven, noch berichten zullen mogen ver-schijnen tenzij zij mij voorgelegd wer-den en mijne sehriftelijke toelating bekwamen ; aile drukwerk zal in het fransch en in het duitsch opgesteld worden ; er wordt slechts uitzondering gemaakt voor ailes wat de bevoor-rading aangaat. lu. Geen duitsehe soldaat mag de militaire kieedmg aanhebben. 11. Wie in bezit gevonden wordt van wapens zal selfens aangehouden en voor den kop gesclioten worden zonder verdere procesvorm. 12. Van 16 u. (4 u. 's avonds belg.) tôt 20 u. moeten aile magazijnen ver- «licht zijn. 13. 1k behpud mij het réélit, voor huiszoekingen te doen in aile lmizen zonder uitzondering. 14. Aile burgers zullen de belgisehe oflieieren groeten en van den stoep afgaan. 15. Wie mijne bevelen overtreedt, zich ertegen verzet-of ze niet uitvoert, zal oogenblikkelijk aangehouden en voor den kop gesehoten worden, buiten de boeten die kunnen opgelegd worden aan de slad en de inwoners. 16. De burgerlijke waehten zijn ont-bonden.17. Deze verordening zal sellons in voege treden en aangeplakt worden in het fransch en in het duitsch door tusschenkomst van het gemeente-bestuur en op zijne veranlwoordelijk-lieid op d_e gewone aanplakplaatsen en op de hoeken der slraten. ' v » Gegeven in mijn generaal-kwartier, Aken, den30Nov. 1918. De Itolonel-commundant der bezettingstroepen te Aken : GARCIA. Ieder zijn beurt! Chaque son tour! riep Van Wambek» zaliger, die een beetje kozijn van Beule-mans moest zijn, in onze Kamers, loem hij wilde aanduiden dat het voor zijn partij aan de beurt was. Chacun son tour zouden thans onze belgisehe dapperen kunnen uitroepen in 't bezette duitsch gebied waar z» thans heer en meester zijn, in afwach-ling dat de vassalen van den hoovaar-digen dwingeland dezer laatste tijden volledig hoofdje in 't schootje zullen gelegd worden. Ja menschen lief, u kent wellicht al was 't maar van 't hooren te zeggen van degenen die ze gelezen hebben, de eerste verordening van den Belgischen Generaal Garcia die den inwoners der stad Aken (Aix-la-Chapelle) kond maakt zonder het te zeggeo-.wel te verstaan, dat het chacun son tour is. De kaarten zijn gedraaid. Voorbij de tijd dat we om zes uren do straat afmoeslen. de kofflehuizen en de winkels moesten sluiten, dat telken avond een zeker getal burgers als gijzelaars moesten opgaan, dat we in rij aan kommandantur en paszentrale moesten staan om naar Diepenbeek of Stockroy te mogen gaan on daarvoor nog volgens tarief moesten betalen. Voorbij de tijd dat we met onzen hoed of onze inuts in de hand zonder paraplu of stok op straat in aile weders aan de deur van 't Meldeamt moesten staan tôt dat de lummels die niet eens onzen naarn behooi'lijk konden lezen ons afriepen; voorbij de tijd dat de Duitsehe Scherre-wegs ons in 't vlaamsch of in 't fransch niet wilden te woord staan en ons hun germaansche taal wilden opdringen, voorbij de tijd dat ze ons hun onleesbare kattepooten wilden doen onderteekenen zonder dat we eens wisten wat ze beteekenden. Tiiàns weteri z'e ook wat hun te doen slaat. Vooreersl moeten zij braaf zijn en hun wapens afgeven: We verhopen wel dat het daar niet zal bij blijven en dat men ze eerstdaags ailes zal doen te rug geven wat ze hier gestolen on medegenomen hebben. Dan moeten ze van 7 uren (belgischen tijd hoort) de straat af, en bij dag en bij avond kunnen zij zich bepalen op de trottoirs te wandelen, want café's, kinema's, schouwburgen moeten gesloten blijven. Op de trottoirs mogen zij blijven wandelen zoolang er geen belgisehe officier afkomt, want dan, er af en met het hoedje in de hand gesahieerd. 1k zie de talrijke duitsehe " kletskoppen " alreeds in de z.jl loopen als verzopen katten die ergens wegge-vlucht zijn. 's Avonds zie ik ook voor vier-en-twintig uren, naar het Hôtel-de-ville want Ralhaus bestaat er voor 't oogenblik niet, een half dozijn gebrilde doctors en assessors als gijzelaars optrekken om aïs waarborg te blijven voor hunne soldatenraden en andere misnoegde oud dienaars zijner majesteit Willem de Zweeter. Ik zie de bengels van 16 tôt de nog oyerblijvende mannen van 40 jaar, naar het Belgisch Meldeamt trekken met hun papieren om hunne twijfelachtige identité il vast te stellen. Er zullen wellicht in de rangen dier kerels nog eenige spioenen oversehieten die hier het schoon en slecht weder dachten te maken, en thans nog zullen beproeven hun venijnig stieltje uit te oefenen. Onze brave jongens zullen daar nog een verzuiveringswerk kunnen verricliten. En wat hun dient voorgelezen zal men hun in schoon " cursive •• voor-zetten en laten onderteekenen en in het fransch, de taal der diplomatie, de taal van Generaal Foch en van hunnen kamoraad den Tigre opdienen. De schweinhondjes zullen wel eens op hun tandjes bijten maar toeh moeten ondergeven. Hunne dagbladen zullen voor iedereen moeten leesbaar gemaakt worden, en slechts in 't fransch en in 't duitsch mogen verschij nen. Zoo ze geen f ransch-schrijvende opstellers hebben, zullen wellicht hun overgeloopen aetievo kameraden die ten liunnent het orde-woord gingen lialen om ons arm Vader-land te helpen verdrukkon en tevens hunnen giletzak te vullen, hun kunnen behulpzaam zijn. In duitsehe gerangenschap Uit het dagboek van een burgerwacht-hrijgsgevangene. I. Wat ik u hier kom opdissehen, geachte lezer, zijn wel zoo wat vijgen na Paschen, maar het is toch heden-daagschegesehiedenis. 'tls hetgetrouw verbaal, bijna dag op dag geschreven op snipperingen papier, van de bijzon-derste feiten die voorvielen in het kamp van Munstei'lagen, waar onze burger-waehten twee maanden lang eene kuur gingen doen in 1914. Op Zondag 23 Augustus 1914, ver-spreidde zich het gerucht door de stad dat de Burgerwacht door de Duitscliers ging krijgsgevangen gemaakt worden, Dit scheen zôô onwaarschijnlijk, bij-zonder daar onze garden ontwapend en in burgerkleeding rondliepen, dat men welhaast overal vertelde dat wij naar Tongeren moesten om daar politiedienst te doen. Dat uitstrooisel werd zelfs door ; sommige offloieren bevestigd zoodat er . velen waren die er geloof aan hechten. : Op het ergste valle het uit, zouden wij Urijpsgevanpcn worden en dat woord zegde ons niet veel. Wij hadden immers altijd gehoord en gelezen dat . iemand die onder den oorlog door don ; vijand gevangen genoinen werd, als iets . heiligs of eerbiedwaardigs moest aan-zien worden. Wij herinnerden ons illustraties van den oorlog van 1870-71 gezien te hebben waar fransche gevangenen op afgebeeld ; waren die in eene goed vervvarmde kamer rond eene tafel met de kaarten speelden en eene pijp rookten. D.e ondervinding zou ons beter leeron dan wie ook hoe de kat van haar was. Wij werden in den namiddag op het Stadhuisplein bijeengeroepen en, na de naamaflezing, omsingeld door soldaten en gendarmen. Dan sprak majoor Boden ons foe : ,\ ij zouden naar Duitscliland gevoerd A OT'den « bis naeli déni Kriep -, en bij ;af ons den i'aad wat geld, ondergoed ■n eten mede te nemen. Ten andere wij ;ouden goed behandeld worden, aïs . rienden en onze reis zou eene soorl . villegiatuur » zijn. Als slotwoord ;wam de onvermijdelijke bedreiging irbij : wij en onze familiën zouden ver-mtwoordelijk gemaakt worden en éen luitsche soldaat, zoo sprak de Pruis, s voor ons meer waard dan de gansehe ïtad Ilasselt. Na deze toespraak, begon de droeve neg tôt aan de statie, tusschen het ;eween en het geweeklâag van de jmstaanders. De meesten onzer konden îunne tranen ook niet meer verbergen >n wuifden met hunne zakdoeken vaar-vvel aan vrienden en bloedverwanten. Wij kwamen aan de statie : daar wachtte ons onze trein samengesteld ait eenige gewone reizigerswagens. Als bewakers hadden wij eenige soldaten met çeladen geweer. Wij vertrokken.... van uit de vonsler- iens wuifden wij zoolang wij iets van Dnzo diërbare stad zagen en traçhtten 3ns dan te schikken in ons lot en ons tan Gods wil over te geven. Aile hoop was trouwens nog niet rerslagen en meer dan een hechtte zich tan de gedaehto dal wij niet verder dan Tongeren zouden reizen, wijl men zeker il bot mogelijke ging inspannen om ans vrij te krijgen. Traagsukkeldehet stoomtuigvooruit in hield slil in de stalie der stad van A.mbiorix. Daar wachtte ons een droevig schouwspel : de tien eerste lmizen der Statiestraat waren afgebrand, er bleef niets meer over dan de muren : te Tongeren hadden dus ook de burgers gesehossen » gelijk te Mouland, te Visé, te Leuven, enz. Wij kwamen op den Markt en werden op rangen van vier geplaatst: wij stonden voor den generaal en de oflieieren, die hunnen intrek genomen hadden in een der hôtels, Men liet ons daar zoo wat staan te sehilderen en beval toen rechtsonikoerl : wij gingen lerug naar de statie, waar wij des avonds rond 8 uren aankwamen. Onze trein stond gereed en wij liepen niet om op tijd te komen want het had ditmaal geen groot ongeluk geweest te laat te komen îiij bestond uil rijtuigen 1' klas beestenwagens. Wij stapten in onze « salons-, Plaats was (îr genoeg, want hanken, noch stoelen stonden inden weg, en wij zetlen ons neder op den yuilen bodemy nog bezaaid met baver en andere onnoem-bare zaken die de paarden er hadden laten liggen! De trein begaf zich op weg en schom-melde ons tamelijk onbeschoft tôt voorbij Liers, waar wij den ganselien nacht bleven liggen. Van toen af, waren wij in 2 klassen verdeolt die men overal onderden oorlog in ons land tegenkwam: opliinisien, die ailes van den besten kant beschouw-den, en pcssimisien, die ailes in het zwart zagen. De eene nochians zoow(;l als de andere, maakten de dwaaste veronder- stelingen. Bleef de trein stilstaan, dan waren er die meenden dat er tegen-bevel gekomen was en men ons terug-voeren moest, liep hij harder, dan spoedde men zich om ons naar Luik te brengen, waar een draadbericht ons zou melden dal men eene verdoling bogaan had en wij vrij waren. 't. Was erger gesleld mel do tweede soorl, de pessimisten, dio meenden ol'wel dal men ons allemaal ging neer schietenofwel dat men ons naar Rusland zou voeren om ons vôôr het leger op te jagen en alzoo de forten in te nemen, wijl de Russen niet zouden durven schieten op burgers. Het was intusschen langzamerhand duistor geworden en door de open-staande deuren onzer luxe-wagons scheen de maan haar bleek liclit naar binnen en vertoonde voor onze oogen de schaduwbeelden der duitsehe soldaten, die als steenen beelden in de deur stonden met het geweer aan den arm en den hatolijkoTi pinhelm op het heoî1 (WoiU)T \f,rvo Zaterdag 7 December 1918 Twee-en-Yijftigste jaargang

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Aenkondigingsblad der provincie Limburg appartenant à la catégorie Advertentiebladen, parue à Hasselt du 1864 au 1946.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes