Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk

610 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1918, 07 Juillet. Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk. Accès à 30 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/p55db7xc45/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Vierde jaargang Nr 34. { Prijs 6 ceijitiemen. Gent, 7 Juli 1918. HOOFDREDACTIE : VROUWENSECRETARIAA1 met medewerking van het Algemeen SECRETARIAAT en het werk der VOLKSBIBLIOTHEKEN « DE STRAAL ». ALLERLEI Weekblad woor ons Vlaamsche Volk. Beheer : PEPERSTRAAT, 17. —«o»— ABONNEMENTEN: PER JAAR fr. 3,25 ZES MAANDEN . . » 1,60 DRIJ MAANDEN . » » 1,00 INHOUD : De Kerk. — Hun Kindje (vervolg en slot). — Zomer-tijd. — Julius Lagae. — Boomen. — Vergelding (32e vervolg). — Luim. — Voordrachten en Lessen. De Kerk. De kerk of het huis Gods is het gebouw voor de goddelijke diensten bestemd. In de -eerste tijden van het christendom waren er geene kerken; de geloovigen kwamen te zamen in het eene of andere huis, waar hun het woord Gods verkondigd werd en zij, binst de H. Mis de H. Communie ontvingen; tal-rijke bewijzen daarvan vinden wij in de Han-delingen der Apostelen en in de brieven van -den H. Paulus. Met wonderbare snelheid breidde zich het christendom uit en 00k spoedig kwam de ver-volging door den Zaligmaker aan de zijnen voorspeld. Woedend was de strijd van het heidendom tegen ons geloof : in de tiende ver-volging onder keizer Diocletiaan ontbrandde hij in voile woede. Gelijk in de apostelijke tijden vierde men dan de H. Geheimnissen in de woningen van vrome christenen ; gunden de heidensche keizers de christenen een weinig vrede en rustte het bloedige zwaard der ver-volging een korten tijd, dan zag men soms een dergelijk huis in kerk veranderd en tôt den openbaren dienst ingericht; zoo schrijft Lactantius ; « De kerk te Nikomedia, die op eene verhevene plaats stond, kon van uit het keizerlijk paleis gezien worden. « Optatus van Milevi bertcht dat vôôr de vervolging van Diocletianus te Rome meer dan veertig kerken bestonden. Doch, toen de strijd in al zijne bloedige wreedheid losbrak, moesten de christenen zich in geheime plaatsen verschuilen om zich aan de helsche woede der heidenen te ontrekken. Dionysius van Alexandrie -schrijft hierover : « Wij beginnen de Heilige Feesten op de vlucht en in verdrukking. Iedere plaats waar de nood ons dreef: het veld, de wildernis, het schip, de stal, zelfs het gevang, diende ons als tempel voor de H. Geheimnissen. » In Rome daalden de christenen des nachts in de Katakomben neder en maakten er hunne kerken van : daar hoorden zij het Evan-gelie verkondigen, daar woonden zij het god-delijk offer bij, daar ontvingen zij de H. Sacra-menten en schonken zij eene laatste rustplaats aan hunne geliefde dooden, aan hunne dui-zende martelaren. In 312 kwam de vrede voor de Kerk, als Constantinus de Groote zich tôt het Christendom bekeerde. Nu kon het geloof zich in glanzende wijze in het openbaar toonen. Constantinus gaf zelf het voorbeeld en bouwde talrijke kerken die hij prachtig versierde. Te Rome bouwde hij de kerk van den Verlosser, in het paleis van Lateranen ; de kerk van den 1 H. Joannes den Dooper, waar hij door Paus 5 Sylvester het H. Doopsel ontving; de kerk der H H. Apostelen Petrus en Paulus, waarvan j hij acht dagen na zijn H. Doopsel de grond-steenen. legde. Binnen en buiten de grenzen 1 van het uitgestrekte Romeinsche rijk zag men t weldra kerken oprijzen. En zoo bleef het tôt op onze dagen: overal waar het christendom c zich verbreidde, was het de eerste zorg der 1 geloovigen, eene kerk te bouwen en hoevele 1 opofferingen hiertoe gedaan werden, dat weet i, God alleen. De kerk is bestemd om het huis van God te zijn. De Zaligmaker heeft ons de belofte gegeven met ons te zijn tôt het einde der eeuwen; wij weten dat de Heer waarlijk tegenwoordig is in het Heilig Sacrament des Altaars, en dat Hij aldus werkelijk onder ons verblijft in de kerk; deze verblijfplaats van God kan ze ooit prachtig genoeg zijn ? In de kerk worden ons ontelbare genaden 1 geschonken door het prediken en de christelijke a onderrichtingen, door het H. Sacrificie der Mis en door de HH. Sacramenten. « De gena- r den die wij in het paleis des Konings ontvan- < gen — zoo schrijft de H. Joannes Chrysostho-mus, — al zijn zij 00k voor altijd bekomen, 1 eindigen met ons leven, na ons soms veel 1 onrust en zorg veroorzaakt te hebben. De c genaden integendeel die wij in Gods huis c ontvangen nemen geen einde en worden zelfs door den dood niet vernieiigd. » l Treffend zijn de woorden van den H. Marte- i laar Ignatius : « Mochten allen zich tôt het c gebed in dit oord vereenigen; mocht er daar a maar één gebed, één geest, ééne hoop, ééne t onbevlekte liefde, één geloof in Christus zijn. g Mochten allen zich rond het eenig altaar a verzamelen waar de Zoon Gods de eenige 2 Hoogpriester is. » Mochten de geloovigen, in deze bange tijden 1 vooral, hunne kracht en hunne sterkte komen zoeken in het heilig verblijf van Hem die 1 beloofd heeft allen die belast en beladen zijn te helpen en te verkwikken. c I In hetgeen voor den mensch waarde heeft, . toont zich de waarde van den mensch. j Hun kindje. [Vervolg en slot.) ^ Torre stond al eenige minuten in de deur het spél na te gaan. Aile woede was geweken. g Ze had lust om mee te lachen met die koddige e gezichten. Ze beet op haren duimnagel, en ze g schokte van de ingehouden lachbui. 1: — Die is nu toch eens zot van dat jong ! v dacht zij. Ze deed stillekens de lichte Zon- 1 dagsche blokjes uit, ging op de teenen tôt z ichter haren man en legde dan de hand voor :ijne oogen. — Moe! moemoel moemoemoe!.... uichte de kleine, en hij trok aan haren rok. — Ja, nu weet ik het, lachte Fons : 't is de noe van ons Naarke. Laat maar los, Torre, :n maak het pappeken klaar voor dezen heer ! Naarken rolde zich tôt 'n bolleken, kroop licht tegen vader en bezag hem met zijne leldere ïrijkers, zoo lief en lang, dat Fons er leel van verpakt was. Om zijn ontroering te ■erbergen zong hij : Roe, roe, kindje, Ons Naarke is niet stout! Hij heeft geen pijn in 't buikje, Hij heeft geen voetjes koud. We zullen een vuurtje stoken En een pappeken koken, Het wiegje dat gaat zwik-zwak, Voor den kleinen dik-zak ! Hij deed met de zware armen, waarin het :ind lag, de schommelende beweging der vieg na. De kleine had van dikzak « tik-tak » ge-naakt. Hij zocht opnieuw naar het uurwerk : Ti-ta ! ti-ta ! » — Fons, jongenl en Torre kwam woedend lit den kelder gestormd. Er moeten zeker :atten in den kelder gezeten hebben : een heel leel melk weg, en het potteken van den kleine imvergevrorpen. Dat laatste wist Fons niet, en hij stond er ieel van uit zijn lood. Er waren twee katers n de buurt : 'n rosse en 'n zwarte, bekend als [ieven van eerste klas. Fons durfde ze niet anklagen, want dan ging Torre bij hunne igenaars opspelen, en hij wist dat ze van ;isteren opgesloten zaten. Er was geen uitweg an : hij moest het bekennen. Hij nam de aak dan 00k lachend op. — Wel, Torre, meisje, dat was nu 'ns een ;at met twee pooten ! De vrouw verlengde heure dubbele kin en :on er niet wijs uit worden. — Zoek u geene hoofdpijn, vrouwtje lief. k Had dezen morgen geene koffie ; ons water maakt naar den ciment uit den put, en ik kon nijne boterhammen toch niet droog opeten. — Ge moet weten, Torre — en hij stak zijn :indje omhoog.... — ik moet sterk blijven om roor ons jonksken en voor zijne moeder goed e kunnen werken. Naarke prangde weer de twee armpjes rond len forschen kop van zijnen vader en fleemde: Ta.... va.... va!.... Torre was in 't geheel niet kwaad. Over haar elaat kwam 'n uitdrukking van innig geluk n groote teederheid. Fons zag het, en zijn enot kende noch paal noch perk. Hij legde .un beider schat in de armen zijner moeder en olgde met zijne zware hand langzaam-voor-ichtig heel den omtrek van Naarke's lief ge-ichtje.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk appartenant à la catégorie Katholieke pers, parue à Gent du 1914 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes