Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk

622 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1918, 05 Mai. Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk. Accès à 21 mai 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/tt4fn12h2d/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Vierde jaargang Nr 25. Prijs 6 centiemen. Gent, 5 Mei 1918. HOOFDREDACTIE : "VROUWEN SECRET ARIAAT met medewerking van het algemeen secretariaaj-54 en het werk der VOLKSBIBLIOTHEKÏEN « DE STRAAL ». ' ALLERLEI Weekblad voop ons Vlaamsche lfolk. Beheer: PEPERSTRAAT, 17. —«o»— MONNEMENTEN : ?ER JAAR fr. 3,25 JjïS MÀANDEN . . » 1,60 ^RIJ.^AANDEN . , » 1,00 INHOUD : ( O.-L.-Heer Hemelvaart. — Aan Maria. — Eene * zekere Toevlucht. — Iets over Spinnen. — Geduchte \ Vijanden. — -Sprookje van den Braamstruik. — Ver- o gelding (23e vervolg). — Luim. — Voordrachten en p Lessen. V ■ z O.-L.-Heer Hemelvaart. t Den veertigsten dag na Paschen, verscheen ^ Onze Heer voor de laatste maal aan zijne leer- t lingen, bij Jeruzalem. De elf Apostelen en meer dan vijfhonderd discipelen waren tegen-woordig. Christus leidde deze godvruchtige n menigte op den Olijfberg, tôt eene plaats waarvan de overleveringen van het Heilig Land ons het geheugen bewaard hebben. « Ziet, zegde hij tôt de Apostelen, nu zal t ik uit den hemel u den Beloofde mijns Vaders ^ zen den; en gij zult de kracht ontvangen als de Heilige Geest over u zal gekomen zijn. En gij I zult mijn getuigen zijn in Jeruzalem eningeheel Judea, en tôt aan het uiteinde der wereld. Dan, zijne handen opheffende om hen te zegenen, voegde hij erbij : Aile macht is mij gegeven in den hemel en op de aarde. Gaat dan, en onder-wijst aile volkeren, hen doopende in den naam des Vaders, en des Zoons, en des H. Geestes; hen leerende onderhouden ailes wat ik ge-boden heb. En zie, ik ben met u aile dagen, tôt aan de voleinding der wereld. » En terwijl de Godmensch dezen plechtigen vaarwel tôt zijne Apostelen toestuurde, hief Hij zich statig op in de tegenwoordigheid van de geheele menigte, en een klaarblinkende wolk onttrok Hem welhaast aan hunne oogen. En terwijl Hij ten Hemel voer, zie, zoo stonden er bij hen twee mannen in witte klee-deren, die zegden : Mannen van Galilea, wat staat gij naar den hemel te zien? Deze Jezus, " die van u is opgenomen in den hemel, zal alzoo terugkomen, te weten op den dag van het ■oordeel, gelijk gij hem hebt zien heengaan naar •den hemel. c En de leerlingen aanbaden God en keerden ^ vol vreugde naar Jeruzalem weder, om, naar z hetgebodvan den Goddelijken Meester, in het ^ gebed dekomstvan denH. Geestafte wachten. ^ * * * t De geheugenswaardige plaats, waar dit ge- v beurde, werd nadien door de Apostelen en de e eerste Christenen onophoudend met groote t godsvrucht en diepen eerbied bezocht. Keizer c Constantijn bouwde er een der schoonste basi- z lieken van 't Heilig Land. De H. Hieronymus e zegt dat men den koepel niet geheel kon dek- t ken, en er, te midden, eene opening in liet, li die de plaats aanduidde, langswaar Jezus ten I hemel opgeklommen was. Menigmaal ver- v woest door de vijanden van ons heilig Geloof, 1 werd deze bidplaats telkens door edelmoedige c christenen weer uithare puinen heropgericht, otdat ze eindelijk, na de verjaging der Kruis-aarders uit Palestina, door de Turken ten ronde toe vemield werd. De Kruisvaarders ladden er een achthoekige kerk opgetimmerd, /aarin later een achthoekig heiligdomken ge-et werd, dat de Muzelmannen in Moskee ver-nderden. Dit gebouwtje, het eenigste gedenk-îeken dat nu nog bestaat, heeft omtrent meters doorsneê. Te midden ligt een steen, ie, naar de orerlevering, den indruk van ezus' linkeren voet verbeeldt. De ruimte, waar eens de christene Hemel-aartkerk stond, is door een kringvormigen îuur omzet. 't Is in deze moskee en in deze uimte, die nu nog in de handen der Turken ijn, dat de Minderbroeders het recht hebben lie jaren, met het feest der Hemelvaart O. H. .- C., gedurende éénen dag de goddelijke iensten te komen doen. Aan Maria. Nu meiemaand Mariafeest gaat visren in jubelzang en teeder lentegroen van veld en wei, waar liefdebloemen tieren, Is 't mij gegund U, Moeder, lof te doen? Ik zie de vlucht en hoor het tierelieren van vogels, die zich heen en weder spoén. Hen volgt mijn 00g, hen wou ik na te zwieren Totwaar de zon het oosten drukt een zoen. Maar 'k kan, lielaas ! slechts ongedurig smachten naar hooge vlucht, en reine liefdezang komt te vergeefs mijn hertewee verzachten. Begrijp dan, Moeder zoet, mijn zieledrang om U met keur van woordenschat te roemen 'k kan maar alleen U : Lieve Moeder ! noemen. Eene zekere Toeylueht. De beroemde Fransche schrijver abbé De iégur verhaalt in een zijner geschriften de olgende merkwaardige bekeering, die ons 00 duidelijk mogelijk spreekt van de liefde en e zorg van het moederlijk Hart van Maria oor de zondaars. Een jong student in de H. Godgeleerdheid .it Savoye liet zich door een bloedverwant, /iens geheele denken en begeeren op winst n bezit gericht was, bepraten, om zijn ver-even werkkring prijs te geven. Tengevolge aarvan verliet de jonkman tôt groote Smart ijner ouders en leermeesters het seminarie n begaf zich naar Parijs, waar hij op aan-ieveling van dien bloedverwant eene betrek-:ing in een aanzienlijk handelshuis verkreeg. lij verdiende daar veel geld, eigenlijk veel te eel. Weldra leerde hij lichtzinnige jonge-eden kennen, die hem wisten te overreden it geld te besteden om zich levensgenot te verschaffen. Hij las slechte gazetten en boeken, die zijne vrienden hem kwamen aanbevelen, bezocht met hen de schouwbur-gen en de openbare danspartijen... En het is dus niet te verwonderen, dat eenige maanden voldoende waren, om zijne ziel in het verderf te storten. Hij verliet nu geheel en al den dienst van God, bezocht geen kerk meer, vergat aile goede gedachten en heilige voor-nemens zijner jeugd en aile gebeden behalve het Gedtnk, 0 allergoedertierenste Maagd, hetwelk hij elken avond voor het naar-bedgaan werk-tuigelijk opzegde, omdat hij dit zijn professor op den dag van zijn vertrek uit het seminarie vast beloofd had. Deze edelepriester koesterde eene waarlijk vaderlijke liefde voor den afge-dwaalden jonkman en zag hem met bittere smart vertrekken. Na drie of vier jaren van gewetenloos genot verloor de vroegere sexninarist zijne uit-stekende betrekking en geraakte door merkwaardige omstandigheden langzamerhand in ellende. Te trotsch om zich tôt zijne ouders te wenden, wier raadgevingen hij in den wind geslagen had, werd zijn toestand weldra zoo onverdraaglijk, dat hij besloot een einde aan zijn leven te maken. Met dit doel voor oogen begaf hij zich op zekeren dag naar het kanaal St-Martin. Daar zocht hij eene eenzame plaats op ; doch alvorens hij zijne misdaad ging plegen, herinnerde hij zich, dat hij zijn Gedenk, 0 allergocdcrtiercnste Maagd nog niet gebeden had. Hij viel daarom op zijn knieën en bad het gebed tôt de H. Maagd, waarna hij aanstalten maakte, om over het hek in het water te springen. « Hait! Heidaar! » klonken op dit oogenblik eenige stemmen van beneden naar omhoog. Zij kwamen uit een schip, hetwelk voorbijvoer en dat hij niet bemerkt had. Toornig deed hij een stap achterwaarts, om het eerst te laten voorbij-varen en staarde vol wanhoop naar de opper-vlakte des waters. Ondertusschen kwam de herinnering aan eenige zeer ernstige geloofs-waarheden bij hem op... en het geweten ontwaakte. Het scheen hem, alsof hij onder den waterspiegel een afgrond vol vuur zag. Hij kwam tôt zich zelven, wendde zich vol afgrijzen om en dwaalde doelloos verder. Na eenigen tijd ontmoette hij eene hem onbe-kende kerk en trad er binnen. Daar zag hij tal van personen rondom een altaar der H. Maagd knielen, dat heerlijk met bloemen en kransen versierd was en door een groot aantal exvoto's omgeven werd. Zonder het te weten bevond hij zich in de kerk van O. L. V. der Overwin-ningen. Het zien van het prachtige Maria-altaar trof hem en kalmeerde hem een weinig. Niet ver van dit altaar zag hij een ouden. priester in een biechtstoel zitten, ten einde van eenige personen de biecht te hooren. Hij wachtte, tôt allen gereed waren, en trad, ge-hoorgevend aan een innerlijken drang, evea»

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk appartenant à la catégorie Katholieke pers, parue à Gent du 1914 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes