Vierde jaargang Nr 33. Prijs 6 centiemen. Gent, 30 Juni 1918. HOOFDREDACTIE : VROUWENSECRETARIAAT met medewerking van het Algemeen SECRETARIAAT en het werk der VOLKSBIBLIOTHEKEN « DE STRAAL ». ALLERLEI Beheer : PEPERSTRAAT, 17 —«o»— ABONNEMENTEN: PER JAAR fr. 3,25 ZES MAANDEN . . » 1,60 DRIJ MAANDEN . , » 1,00 Weekblad voop ons Vlaamsche Volk. 0 INHOUD : . De Koning onzer huisgezinnen. — Opdracht aan het SH. Hart van Jezus. — Hun Kindje. — Johannes Jôrgensen over België. — Kinderdeugden.— Vergelding (3ie vervolg.) — Het was 00k al te erg. — Voordrachten en Lessen. De Koning onzer huisgezinnen. Voor den rechterstoel van Pilatus verklaarde de Zaligmaker ; « Ja, Ik ben Koning ». Eeuwen voor zijne komst op aarde wert^Hij als zoodanig voorspeld : Koning zou Hij wezen over aile geslachten en volken, Koning" der eeuwen en zijn rijk zal geen einde hebben. | Christus is Koning, maar zijn rijk is niet van deze wereld : het is een geestelijk Koning-schap, de heerschappij over de zielen! Het doel, dat Hij beoogt, is het bovennatuurlijk geluk der menschheid, het middel, dat Hij hiertoe gebruikt, zijn de genaden door Hem aan het Kruis verdiend : zijn Koningschap is dus de gedurige voortzetting van zijn verlos-singswerk.In iedere ziel wil Christus zijn rijk vestigen : door Zijne almogende genade helpt Hij ons, zijne onderdanen, in het naleven zijner heilige wetten. Hoe hevig de strijd 00k wezen moge, toch blijft de zege ons verzekerd aïs wij edelmoedig ■onzen Koning .volgen : de kracht, die wij in Adam verloren hebben, vinden wij in Christus terag : Hij is en blijft onze bescherming, ons schild, onze steun. Met Hem en door Hem vermag men ailes ! Doch zoovelen hebben hun Koningmiskend, verlooehend en uit hun hart verbannen. Hij, die door zijne liefde over ons allen regeeren wil, ziet die liefde, door ontelbaren miskend ; zijn goddelijk Hart bloedt bij het schouwspel van zulke snôode en grievende ondankbaar-heid. Hij zoekt getrouwe zielen die Hem eere-herstel zullen aanbieden voor die heilig-schendende onverschilligheid. Zijne getrouwe kinderen willen uit al hunne krachten aan dien wensch beantwoorden en door eene plechtige toewijding hunne huisgezinnen aan het H. Hartschenken : hierdoor erkent men Hem als Koning, als Leider, als Medewerker en als Vriend. Deze toewijding, « introning » genaamd, werd reeds door Z. H. Pius X aanbevolen en weinigen tijd geleden verklaarde Zijne Heilig-heid Benediktus XV dit werk « beter gepast dan elk ander ». Op dit oogenblik hebben reeds meer dan twee millioen huisgezinnen het H. Hart als hun Koning plechtig erkend. Diep treffend is deze plechtigheid : in 't bij zijn van gansch het huisgezin, zegent de priester het beeld van 't H. Hart en in een zalvend gebed vraagt hij dat de Heer dit huis zou bezoeken in gezelschap zijner Heilige Moeder om over de gelukkige inwoners dier haardstee zijne genaden uit te storten : deze familie immers erkent Hem als haren bemin-nelijken Koning en offert Hem op voor altijd de vreugden, de lasten, de d befheden, het tegenwoordige en de toekon. t : aan Hem alleen wil zij voortaan behooren ; mocht Hij in dit huis het rijk zijner liefde vestigen en aan de leden zijn geest van geloof, van heiligheid en van zuiverheid schenken. Na een godvruchtig aandenken aan de duur-bareafgestorvenen en aan degeliefdeafwezigen geschonken te hebben, wordt de beeltenis van het H. Hart door het hoofd des huisgezins op de eereplaats gezet, en onmiddellijk daarna knielen allen neder, om hunne plechtige toewijding te volbrengen : groot is de eer die de Zaligmaker aan het huisgezin bewijst met het Hoofd van het gezin te willen zijn. Ook geven allen/zich vol betrouwen aan Hem, den Koning aller harten, die men nu, inniger dan ooit lief heeft, en meer en meer door anderen zal doen beminnen. Te midden van den hevigen strijd dezer dagen, nu de verdorven wereld de ge-loovigen met de nevelen der ontkenning wil omhullen, willen de getrouwen zich gansch aan Hem hechten, omdat Hij alleen de Weg, de Waarheid en het Leven is. Deze introning is niet een eenvoudig gebed, maar wel eene ware toewijding, eene vol-komene overgaveaandengoddelijken Meester: men geeft zich volkomen aan Hem, met ailes wat men bezit; voortaan is Hij de Meester! Welke eer, maar ook welke plichten I Voortaan moet ailes wat den hemelschen Koning kon bedroeven, vermeden en verwijderd worden : weg met de boeken. de beelden, de printen in strijd met zijne leering; voortaan moet men overal en altijd optreden als een ware, een vurig overtuigde christen en het voorbeeld der christene deugden geven: de christelijke liefde vooral moet in gansch het leven doorstralen als eenvoldoendeenopbeurende zon. Weg metdit ellendig menschelijk opzicht dat bij zoovelen het gif der verlooehening instort : uitwendige betooging zijner christene overtuiging is in onze tijden meer dan ooit noodzakelijk. Het beeld van den Koning des huisgezins, dat voortaan de eereplaats in 't huis moet bekleeden en voor hetwelk men dagelijks in 't gebed zal vergaderen, moet ook gedurig aan degetrouwe (ûnderdanen hunne duurbare verbintenis, hunne heilige plichten herinneren. * * * Onze christene harten zijn met innige droef-heid vervuld als we rondom ons zien hoe de koninklijke rechtenvan God versmaad worden; onverschilligheid en moëdeloosheid zouden hier eene misdaad zijn. Wij weten immers dat Christus met oeis medegaat op den levetisweg, dat wij in en door Hem leven, en Hij ons nooit zal verlaten. Ook sturen wij hem dagelijks de vurige smeekbede der leerlingen van Emmaiis : « Heere blijf bij ons ». Wij erkennen dat Hij onze Koning is, wij willen zijne trouwe volge-lingen wezen en uit al onze krachten mede-helpen om ailes in Christus te herstellen. De harten omhoog, naar Christus! Voor Hem het werken van verstand çn wil, voor Hem het kloppen van ons hart, voor Hem onze droefheid en onze vreugde ! In zijne leering vinde* wij ons heil en den eeuwigen vrede : Hij weze ons Licht en ons Levensideaal ; Hij worde steeds meer en meer onze Heer en onze Koning! De eerbied, dien de mensch voor zichzelven heeft, is een sterke teugel voor aile ondeugden. Opdracht aan het H. Hart van Jezus. Wat goedheid, o Jezus, vloeit steeds uit uw Hart : Het heelt al ons kwalen en lenigt ons smart. Wat vlammea Tarn liefde Omringen uw Hart ! Het mint ons zoo teeder, En 't onze blijft hard ! Alleen in U, Jezœ, Is aile geneugt'; Voortaan is uw Harte Ons eenige vreugd ! Van nu af, o Jezus. Behooren we aan U. Schenk Gij ons uw Harte En liefdevuur nu ! O Harte van Jezus, Dat thans aan ons zij-t, Wij loven uw goedheid En zeggen verblijd : Altijd, altijd Zijn wij U toegewijd? Hun kindje. — Dat's nu al de derde maal! schudde-kopte Torre, en 't was aan hare scheeve lippen te zien, dat zij toornde en dat al haar vrouwen-geduld ten einde was. Luie vlegel ! bromde ze in heur eigen. Ze vormde eenen dikken horen van de twee vleezige handen, bracht hem aan de lippen en riep zoo luid ze maar kon, haar bovenlijf vooroverhellend : Fons! Fo-ons? Fo-o-o-n-n-ss ! ! — Wat is er ? — kwam er eene slaperige

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.