Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk

1144 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1917, 16 Decembre. Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk. Accès à 28 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/901zc7tc4p/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Vierde jaargang 5. Prijs 6 centiemen. Zondag 16 December 1917. HOOFDREDACTIE : VROUWENSECRETARIAA1 met medewerking van het Algemeen SECRETARIAAT 'en het werk der VOLKSBIBLIOTHEKEN « DE STRAAL ». ALLERLEI Beheer : PEPERSTRAAT, 17. —«0»— ABONNEMENTEN: PER JAAR fr. 3,25 ZES MAANDEN . . » 1,60 DR1J MAANDEN . . » i,oa Weekblad voor ons Vlaamsche Volk. INHOUD : De Heiligen in onzen Tijd. — Dood van Jacob Van Artevelde. -— Gedioht : Troost. — Liesjes vertrouwen. — Iets over het niezen. — Een Uur Vergetelheid. — Luim. ■—- Voordachten en Lessen. — De Vergelding (4e vervolg). De Heiligen in onzen Tijd « De meeste heiligen zouden, wanneer ze in onzen tijd leefden, als bedriegers of krank-.zinnigen ontmaskerd worden; daarom zijn er 00k geen heiligen meer ». Aldus de spottende tegenstanders. Wanneer de moderne mensch de levens-"beschrijving van menig heilige der Katholieke Kerk leest, ontmoet hij vaak berichten en verhalen, die zoo maar niet onmiddellijk te verklaren zijn. Voegen wij er nog bij, dat wij in een tijd leven, die door een groot man terecht een « tijd van zwendel » genoemd werd, dan verklaart zich best, dat de kritiek der tegenstanders juist in de geschiedenis en vereering der heiligen, een geschikt onderwerp van zwendel meent gevonden te hebben. Zekere vijanden der Kerk vinden trouwens geen betere gelegenheid om in troebel water te visschen, dan in het gebied der heiligen-legenden.Hoe staat het daarmee nu in werkelijkheid? De heiligenkalender der Katholieke Kerk noemt uit de eerste eeuwen een groot getal namen. De geschiedenis dezer mannen en vrouwen is heden in de meeste gevallen niet meer met zekerheid vast te stellen. Maar die lijst der heiligen — het martyrologium — is steeds met de meeste zorg samengesteld, zoodat het menschelijkerwijze niet mogelijk is, dat onder die mannen een bedrieger of krank-zinnige is. Men vergist zich sterk, wanneer men meent dat de oude tijd een minder*gcherp oordeel bezat dan de onze; integendeel, juist op dit punt zou de onze veel toegeefllijker zijn. Maar 00k nog andere dingen spreken er voor dat de heiligen geen bedriegers waren. Want die mannen en vrouwen verachtten aile aardsche goederen en versmaadden aile aard-sche eer. Tal van hen verlieten den troon en eene wereld vol roem en rijkdom, om in armoede en vergetelheid God te dienen. Welk doel hadden de wonderen der heiligen ? Alleen den roem van God ! Wat ver-kondigden hun visioenen? Slechts Gods eer ! Welk aardsch loon verlangden zij ? Geen ! Welk loon verwierven zij op aarde ? Ook geen. hoogstens dat de vromen hen eerden ; en eerst jaren na hun dood, soms eeuwen later, werd hun naam onder die der heiligen genoemd. Daarentegen hebben velen, ja de meesten, goed en leven moeten laten om heilig te worden en te blijven. « Daarom, » zoo zegt Rousseau, « begrijp ik de menschen niet, die de lijst der heiligen der Kerk als eene reeks bedriegers durven beschouwen. Ik ben overtuigd dat ook de besten van onzen tijd in deugd niet kunnen vergeleken worden met de katholieke heiligen ! » « Men moet toegeven, »,schrijft E. v. Hartmann, « dat het kinderachtig is, met de wape-nen der verdachtmaking te strijden tegen de heiligen der Katholieke Kerk. » Wanneer diezelfde heiligen heden nog leefden, dan zou men hen evenmin een on-eerlijkheid kunnen bewijzen als aan de eer-lijkste menschen van onzen tijd. ■Ook de vaak herhaalde bewering dat er heden geen wonderheiligen meer zijn, is geen bewijs ten gunste onzer tegenstanders. De Kerk is nooit zonder heiligen en wonderheiligen geweest. Maar — zoo schrijft Het-tinger — « op het beeld, dat de verschillende tijdperken van hun heiligen toonen, hebben de tijden invloed, en de tijdperken zelve verklaren de behoefte aan de wijze van optreden en werkzaamheid der heiligen. » Moge men daarom aan de zijde onzer tegenstanders wat min'der rap zijn met een oordeel over onze heiligen en met meer rechtvaardig-heid die heiligen behandelen, waarvan Madame De Staël eens de ware woorden schreef : « De edelste menschen der wereld zijn ongetwijfeld de heiligen der Katholieke Kerk geweest, en deze Kerk is .nooit arm aan heiligen, er leven er rondom ons, al worden hunne namen ook niet in onze salons genoemd. » Wij zijn niet geroepen anderen heilig te spreken, want wij weten het wel : « Het hemelrijk lijdt geweld en slechts die geweld gebruiken, zullen het veroveren. » « Nauw is de poort en smal de weg, die leidt naar het eeuwige leven. » Maar wanneer wij onze oogen niet willen sluiten, zullen wij niet slechts achter de kloostermuren, maar ook midden in 't gewoel der wereld dagelijks menschen ontmoeten, waarvan ook de grootste ellende-ling getuigen moet : « 't Is een engel van een mensch ! » Dood van Jacob Van Artevelde. Een venster op het eerste verdiep van Arte-velde's huis werd geopend. — Daar stond de Wijze Man nu zelf, over de ijzeren leuning buigende, en met de hand teeken doende dat hij spreken ging. Verlicht als hij was door den hevigen gloed der toortsen, kon men tôt de minste aandoening op zijn gelaat onderschei-den. Geen angst, geene vrees was er op te lezen; het getuigde slechts van stiUe droefheid en van innig medelijden. In den eerste was het hem onmogelijk de stem verstaanbaar te verheffen ; want de me- nigte stroomde van aile kanten huilend te zamen, en hief toortsen en wapens dreigend tôt hem op. Eindelijk verging het getier en Artevelde sprak : « Gezellen, wat wilt gij van mij? Wat is het dat u zoozeer tegen mij verbittert? Zegt mij wat ik kan misdaan hebben; ik zal het her-stëllen naar mijn vermogen. » « Rekening over den grooten schat van Vlaanderen, dien gij gest.olen hebt, moeten wij hebben ! » werd hem in verward gedruisch toegeschreeuwd ! « Men bedriegt u, gezellen, » antwoordde Artevelde; «aan den schat van Vlaanderen ontnam ik nooit een enkele groote ! Gaat in vrede terug naar huis; ik bid u, komt morgen bij klaren dage weder ; ik zal u, tôt uwe vol-doening, rekening geven over ailes wat gij begeeren kunt. — Gij zult zien dat men u heeft misleid. » «Neen, neen ! » fiep Geeraart Denijs, met akeligen lach Artevelde bedreigende, « oogen-blikkelijk moeten wij rekening hebben! Wij weten, dat gij den schat hebt geroofd, en, als een vuige dief, hem naar Engeland hebt ge-zonden. Gij zult ons zoo niet ontsnappen. Gij moet sterven, landverkooper! » « Hij moet sterven ! » huilden zijne aanhan-gers hem na. e Kom af van daar boven, en spreek niet meer van zoo hoog tôt ons, dwingeland ! » schreeuwde een andere hoop hem toe. Artevelde aan zijne stem kracht en nadruk gevende. hernam : «O! gezellen, gij eischt mijn dood ! Herin-nert gij u dan niet, dat ik mijne rust, mijn goed en mijn leven prijs gaf voor Vlaanderen's verlossing en voor uw welvaart? Dat gij hier, op dezelfde plaats waar gij nu mijn bloed ver-gieten wilt, hebt gezworen mij bij te staan en te verdedigen tôt der dood? Zijt gij het niet, die mij met opgeheven handen smeektet u vrijheid en nering te geven? Heeft God mijne stoute pogingen niet gezegend? O, beken het gezellen, ik ten minste heb mijn woord ge-houden; ik heb Vlaanderen opgeheven uit den hongersnood. het verlost uit de verdrukking, het doen herleven en schitteren in voorspoed, in roem en in grootheid. — En nu wilt gij mij onrechtveerdig vermoorden, uwe handen doo-pen in mijn ohnoozel bloed ? Droeve belooning. Mijn leven kunt gij nemen; ik ben slechts een enkel mensch tegen u allen ; maar, ik bezweer u, gezellen vooraleer gij u met deze euveldaad besmet; overweegt, wien gij onwetend tôt werktuig dient, erkent, dat de vijanden onzer vrijheid u hebben verblind om Vlaanderen zijn eigen ingewand te doen verscheuren. opdat het machteloos tiederzinke en ontzenuwd den nek buige onder het schandelijk juk. Zijt gij dan geene zonen van Vlaanderen meer? Neen, neen! gij zult mij nog aanhooren; de nood-

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk appartenant à la catégorie Katholieke pers, parue à Gent du 1914 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes