De Belgische socialist: tweetalig weekblad van den Bond der Belgische Arbeiders in Nederland

1091 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1917, 14 Avril. De Belgische socialist: tweetalig weekblad van den Bond der Belgische Arbeiders in Nederland. Accès à 28 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/7h1dj59684/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

EERSTE JAARGANG No. 30 ZATERDAG 14 APRIL 1917 LOSSE NUMMERS 5 CENT Oplage van de week: 4600 Nos. DE BELGISCHE SOCIALIST Tweetalig WeeKblad van den Bond der Belgische Arbeiders in Nederland Abonnementsprijs in Nederland : 75 cent per 3 maanden. Redactie en Administratie : LAPIERRE, THERESIASTRAAT 49, 's-GRAVENHAGE. - Abonnementsprijs voor het Buitenland : I 1.50 per 3 maanden Het Nationale vraagstuk. België is een natie, die bestaat uit twee nationaliteiten. Het Belgische volk bestaat uit Walen en Vlamingen. Als Belgische burgers hebben zij het-zelfde reeht, maar als Walen en Vlamingen bezitten zij eenr verschillende beschaving. De Walen passeu zicli aan de Fransche beschaving aan. De Vlamingen aan de Nederlandscbe kunst en letteren. Hoe zal dit nationaal vraagstuk, dat nog ingewikkelder is in Oostenrijk en Rusland, worden opgelost? Deze vraag is hoogst actueel. Hier-over schreef bet bestuur van de joodsch-socialistiscbe arbeidersorganisatie Pao-le-Zion een. kleine uiteenzetting, waar-varu wij hierna het eerste en tweed© ge- deelta iieden mededteelen. ♦ ♦ ♦ I. De meeningen over de oorzaken van dezen wereldoorlog zjjn uiteenloopend in de socialistische arbeiderswereld. Sommigen zien eï het streven in van onderdrukte en miskende natiën, be-dreigd door machtige naburen, naar volledige zelfbestemmiiig, nevens de im-perialistische mededinging der kapita-listische mogendlieden. . Anderen schrijven dien woedenden volkenkamp toe, zoo in oorzaak als in dole, aan zuiver imperialistische drjjî-veeren.Nochtans kunnen. zij niet ontkennen, dat deze oorlog nationale vraagstukken naar voren heeft gebracht, die tôt poli-tieke vragen zijn opgevoerd geworden, en waarvan dé oplossing onvermydelyk wordt. De socialistische Internationale staat bij de ontwikkeling van haar vredes-programma voor deze vraag. Wij mee-nen en hopen, dat zij daartoe komen zal, een oplossing te vinden, die zich aan-past aan het levensbelang van de natiën der oorlogvoerende landen, die. tôt nu toe van h un vrijheid beroofd waren of in hun bestaan bedreigd werden. Zoo eenvoudig dat vraagstuk op het eerste zicht schijnt, zoo moeilijk zal het zijn een praktische oplossing te vinden. Deze moeilijkheid ligt vooral in het feit, dat het nationaal probleem hoofd-zakelijk in Oostelijk en Zuid-Oostelijk Europa aktueel is geworden. (Rusland, Oostenrijk, Hongarije, de Balkanstaten en Turkij-e.) In deze landen is de verhou-ding gansch verschillend tegenover de West-Europeesche landen. Trouwens, de nationale beweging heeft in deze landen tijdens het laatste tientai jaren, vooral door den invloed-van het moderne proletariaat, nieuwe vormen aangenomen tôt verkrijgen -van zelfstandigheid of autonomie; vormen, die tôt nu toe nog niet beproefd zijn geworden.Tôt opklaring van het ontwerp eener nationale autonomie, zooals die ver-langd wordt door de Joden in die landen, waar hun nationaal leven niet er-kend wordt, is een overzicht over de inethoden der oplossing van dit nationaal vraagstuk noodzakelijk, terwjjl zij het voorwerp uitmaakt van gedachten-wisselingen in den schoot der socialistische partijen der onderscheiden landen. * * * II. M en heeft, omtrent de nationale autonomie, drie vormen te onderscheiden: A. De souvereine nationaalstaat (elke natie = één staat). B. De nationale bondsstaat of de territoriale autonomie (landelijke zelfstandigheid in federatieven vomi, d.i. elke nationaliteit zelfstandig in een staat van versehillende nationaliteiten). C. De persoonlyke zelfstandigheid of individueele autonomie. ♦ ,♦ * A.De Souvereine Nationaalstaat. De oude traditioneele politiek der Internationale berust op de erkenning van het recht van elke natie op souvereini-teit of opperste staatsmacht en de onaf-hankelijkheid van den nationalen staat. „Wanneer de kapitalistisehe klasse er naar streeft de nationaliteit van een staat te beheer-sohen, dan n-eemt de arbe-idersklasse de oude burgerlijke denkbeelden bet.reffende „vrije nationaliteit" over. (Otto Bauor). De opvatting der oude en nieuwe Internationale ten gunste van de nationale zelfstandigheid voor de verknechte vol-ken zijn algemeen gekend. In den laatsten tijd hebben zich de Poolsche socialistische partijen in Oostenrijk, Pruisen en Rusland (revolutio-naire fraktie) onvoorwaardelijk bij dit grondbeerinsel aangesloten. Het wezen en de oplossing der nationale vraag bestaat daarin, dat een volk, woonachtig op eenzelfde grondgebied en bewust over zijn nationale saamhoorig-heid door taal, volkskarakter en ge-schiedkundigen groei, zyn eigen nationale organisatie zal hezitten. Een Werfcelijke en gezonde demokra-tie heeft voor basisi die erkenning van het nationaliteitsidee. (Kautsky). De staatkundige zelfstandigheid geldt in 't algemeen als de redelijke oplossing van het nationaal vraagstuk. , Trouwens, de resolutie van het Internation a al Kongres van Basel (1912), het algemeen manifest der socialisten van de Balkanstaten en van Arménie, zoo-wel als het manifest der Joodsche socialisten van Palestina (Poalé-Zion) tegen den Balkanoorlog en ten slotte het nationaal programma der socialistische partijen van Rusland en Oostenrijk, aangenomen in de laatste jaren, staan in H licht van een federatieven staats- vorni of bondsstaat. * * * B. De Nationaliteitenstaat. Tal van oogenblikken bevorderen deze verandering: overwegingen nopens de doelmatigheid en doorvoerbaarheid, zoowel als daadzaken van ekonomische ontwikkeling. De volledige toepassing van het grondbeginsel der staatkundige onaf-hànkelukheid voor deze volken zou de verbrokkeling van tal van Europeesche landen voor gevolg hebben; het zou lei-den tôt bet-verval van groote mogendlieden.Bepalen wij ons bij het denkbeeld der nationaliteiten in het Oosten, dan treft ons het volgende voorbeeld: de Polen zijn door Rusland, Duitsch-land en Oostenrijk in drie deelen ge-Splitst;de Ukrainers zijn verspreid in Rusland, Oostenrijk en Hongarije; de Roemenen hebben inerkelijke -stam-genooten in Hongarije, Oostenrijk en Rusland ; de Serviërs en Kroaten zijn toevallig in vier onderscheiden landen onder dak gebracht (Servië, Bosnië, Hongarije en Oostenrijk). In de vermelde landen leeft een deel van het Joodsche volk. Anderzijds wonen binnen de grenzen van Rusland, Oostenrijk, Hongarije en Turkije meerdere natiën en wel in zulke mate, dat de toonaangevende en gezag-voerende natie in deze rijken niet een-maal de helft der bevolking uitmaakt. Op grond van de volksoptelling van 1907 schatten men in Rusland in 1908 het bevolkingscijfer der voornaamste volkisstammen als volgt: Russen 66 miljoen, UkrainerS 27 m., Polen 9 m., Witte Russen 7 m., Joden 6 m., Finnen 3 m., Duitschers 2 m., Lithauers ongeveer 2 m., Letten IV2 m., Armeniërs IV2 m., Georgiërs IV2 m., Tartaarsche Turken 15 miljoen. De invoering van de onafhankelijk-heid op basis van het denkbeeld der nationaliteit beteekent voor Rusland het verlies van aile westelijke provinciën tôt aan den Dnjeper, met afsnijding van de Oostzee. In de tweede plaats afstand doen van een groot deel der kusten van de Zwarte zee en den Kaukasus, onaf-gezien van het onmetelijk grondgebied ten oosten van de Wolga en in Azië. Zulke staatkundige herinrichting ware niet alleen een versnippering van het Russische rijk, maar een omwenteling in de Ievensbetrekkingen van het Russische volk, die zonder strijd op leven en dood niet door te voeren is. In Oostenrijk hooren een tiental natiën thuis: Duitschers 9V2 miljoen, Tsjechen 6Vo m., Polen 4V5 m., Ukrainers 3V2 m., Joden 13/10 m., Slovenen IV4 m., Serviërs-Kroaten Vs m., Italia-nen Vs m., Roemenen 3/i0 miljoen. Deze officieele statistiek heeft maar een be-trekkelijke waarde in zooverre de Joden niet als volksstam in aanmerking komen en in Galicië opgenomen zijn bij de Polen, in bet Westen gerekend zijn bij de Duitschers. In Hongarije telt men acht versehillende natiën: de Hongaren (Madjaren) 9Vio miljoen, Roemenen 3 m., Ukrainers V2 m., Duitschers 2 m., Slovaken 2 m., Kroaten l4/s m., Serviërs lVio m., Joden 7io m., andere V2 miljoen. Zooals in Oostenrijk, worden hier de Joden niet als volksstam geteld, maar opgenomen in de rangen der Hongaren, die derwijze een knappe, absolute meer-derheid in het land bereiken. In Turkye -treft men Arabiéren, Turken, Grieken, Armeniërs en Joden aan. Hier bestaat geen officieele bevolkings-statistiek.De nationale zelfstandigheid van al deze onderscheiden nationaliteiten en volksdeelen zou praktisch leiden, tôt het verval van de betrokken mogendheden. Trouwens, de Duitsch-Oostenrijkers, de Tsjechen en de Magyaren waren be-paald afgesneden van de Adriatische zee. Onder deze omstandigheden moet re-kening gehôuden worden met het feit, dat door de radikale doorvoering van het grondbeginsel der nationaliteit, een tijdperk van bloëdige oorlogen in 't ver-schiet staat. De oplossing dezer ver-scheidene nationale vragen is niet denk-baar zonder een hardnekkigen en ver-woeden tegenstand der mogendheden. Deze gevaarvolle weg tôt bevrydxng der onderworpen volken kan de Internationale niet inslaan, omdat van een dusdanige botsing tusschen de Europeesche volken en staten geefi zegen voor de zaak der vrijheid te verwachten is. Integendeel, het Ware een algemeene verzwakking van de macht der arbei-dersbeweging, terwijl het militarisme en impérialisme in aile landen zou op-laaien en zich versterken. Op basis dezer overwegingen winnen de gedachten ten alleu kant veld, om het zelfbestuur der onderdrukte natiën te vestigen in bet raam der bestaande mogendheden. De vereeniging de)- ]>olitiek geschei-natiën zou dan een demokratischen Europeeschen Statenbond in 't licht der werkelijkheid stellen. De daadzaken der ekonomische ontwikkeling werken in dezelfde richting ten gunste van een federatieven-demo-kratischen statenbond. In Oostenrijk zoowel als in Rusland heeft de iridustrieel-kapitalistisohe ontwikkeling het nationale gebied meeren-deels vereenigd en samengebracht. Polen is in veler opzicht de werk-piaats van "het- Russische rijk, zooals het Tsjechische Bohemen het hoogst- ont-wikkelde industriegebied van Oostenrijk en Hongarij is. Die gedaantelooze, nevens elkander liggende, veroverde gebieden van ver-scheidene natiën zijn lot een ekonomisch geheei samengegroeui; door tal van banden van produktie, ruilverkeer en transportverkeer zijn zij op elkander aangewezen. De politieke ontbinding zou tal van volken in Oostenrijk en Rusland de voordeelen der samenhoorigheid in het teeken van een groote koopkraclitige ekonomische eenheid ontnemen, evenals den toegang tôt de zeeën. „De centraliseerende kracht van het ekonomisch-staatkundig leven past zich aan het nationaliteitsidee aan." (Sems- kowsky: Rusland als natie, N. Z. 1915.) ♦ * * Toekomende week zullen wij 't derde j deel van deze studie overdrukken. Optimisme of Pessimisme. In de dagen van 1914, bij het uitbre-ken van den oorlog was er bij de arbei-dende klasse gen terugslag vast te stel-; len. De meeste overtuigde sociaaldemo-kraten geloofden voor dien niet, dat een Europeesche oorlog mogelijk was. Zij waren zoo overtuigd van den krachtigen invloed dien de arbeidende klasse internationaal bezat op het doen en laten van het kapitalistisch regiem, dat een poging om de arbeidenden en de volkeren tegenover èlkaar te doen op-staan, zou moeten mislukken. Daarom die terugslag. Daarom die inzinking. Daarom die vertwijfeling, die in de eerste maanden viel te bespeuren. Wel wist men dat vroeg of laat een uitbar-sting moest komen. Maar — men had heel andere toestanden verwacht dan die welke geltomen zijn. Het kapitalisme, en het steeds ,sterker wordend impérialisme kreeg grootere en grootere afmeetingen. Het moest vroeg of laat tôt een uitbarsting komen. De concurrentie-strijd had zijn hoogste punt bereikt. Het bankwezen centraliseerde zich op een dusdanige wy'ze, dat het^doen en laten geheel afhing van den wil van enkelen. De. Koloniale Politiek was het eerste streven. Het productievc*ti:«f en, ver-oorzaakt door de nieuwste uïtvindingen, stapelde de voortbrèngselen op, en het afzetgebied moest kost wat kost worden geforceerd. Daar naast kwam het Militaire Mon-ster. Uitbreiding en uitbreiding was de leus, van diegenen welke 's lands politiek bestuurden en was het logisch, dat zij die de beheerders en uitvoerders waren van de steeds grooter wordende pro-ductie, welke niet kon worden verslon-den, er in de Regeerende lichamen bo-vendien naar streefden het militarisme uit te breiden, 0111 met geweld nieuw afzetgebied te verkrijgen. Zoo was de toestand in 1914. Behalve deze kapitalistisehe uitbreiding viel de sterke groei van de arbeidende klasse vast te stellen. Steeds krachtiger werd de band. Meer invloed veroverde men op het doen en willen van het kapitalisme, door het voeren van Regeerings-Politiek. In al de landen werd er naar ge-streefd medezeggingschap te verkrijgen in die lichamen, welke te beslissen had-den over het wel en wee van de arbeiders.Er werd 00k veel kritiek gelevei'd, maar het optreden was zoo krachtig, dat bij ons allen de overtuiging bestond, dat vroeg of laat onze invloed van zulke beteekenis zou zijn, dat ailes, stuk voor stuk, door onç veroverd worden zou. En vooral werd met den moker ge-slagen, en gebeukt op het militarisme, en op het nutteloos geldverspillen voor dat doel. Maàr helaas, het was vruchteloos. De oorlog bracht ons al het leed, van heden, bracht ons aile smarten, maar bracht ons 00k een pessimisme — bracht ons aan het twijfelen en de inzinking, welke ik zooeven vermeldde. Was dan al die opoffering die wij ons getroost hadden voor niets? Was allés verloren? Was ailes tevergeefsch geweest? Dit vroegen wij elkander af., Want van optimisme was in dit oogenblik geen sprake. Maar, was er wel motief om aile optimisme te laten varen? Neen! In deze 32 maanden van oorlog hebben wij kunnen vaststellen, dat onze invloed niet verloren is, zelfs nog in sterke mate is toegenomen. Langzaam werd men daar-van bewust. Men stelde vast, dat wij waren overrompëld, en dat vond zijn oorzaak in het feit, dat ons aantal nog te klein was. Wij waanden ons groot omdat wij ailes bezagen vanuit de mooie omge-ving waarin wij ons bevonden. Wij dachten dat die duizenden die wij telkens ontmoetten millioenen waren. Wij bevondien en bewogen ons*in een kring van vrienden en geestver-wanten en toen dat ons duidelijk werd, na dèze 32 maanden, viel voor een groot gedeelte het pessimisme weg, en maakte plaats voor frisch optimisme. Overal werd de strijd weer aanvaard. Overal klonk de leus: Voorwaarts! En de Belgische arbeiders, zij welke het meest getroffen werden — zij gin-gen vooraan. Onze bond, gesticht door een paar be-stuurders van de vakbonden en de werkliedemiartij, is geworden een lichaam, — een lichaam; van willen — van doen — In ballingisohap, in den vreemde vmdt men lust om te strijden. En met wils-kracht, moed en hoop, met de kracht die wij noodig hebben. En wanneer deze broedermoord tôt het verleden behoort, zal de Belgische arbeidende klasse met nog meer kracht, dan voorheen haren strijd aanbinden, misschien tôt spijt van velen, welke liever hadden gezien, dat de Belgische arbeiders hadden berust, opdat zij hunne klauwen konden uit-strekken, om uit te persen wat nog uit te persen worden kon. Zoo zal zich herstellen het leed, aan-gedaan door het verlies van millioenen. En onze blikken wat verder wendend, ontwaren wij iets, dat ons geschokt ver-trouwen geheel doet herleven: De Russische Revolutie heeft met één slag al het pessimisme verslagen. Dàt doet leven en geeft ons hoop en ver-toruwen. En wij zeggen met den Dichter: Ziet het daagt in het Oosten. De klokken verkonden: Een nieuwe Dageraad breekt aan. En jubelend klinkt uit duizenden [monden: Het menschdom is opgestaan. 1/4. , S. V. Puntjes op de i. Lees de Belgische pers in Nederland, en gij vindt daarin stefeelmatig aanval-len op de Duitsahe socialisten. Het heet: de verraderskliek Scbeide-maim; de kaiser-eocialisten à la Schei-demann; de Duitsche isocialisitiscihe hof-kiliek; eirz,. enz. Met welk recht roept die bourgeois-pers de Duitsche socialisten ter verant-woorcling, terwijl zij voor den oorlog niet alleen de Duitsdhe, maar 00k d:e Belgische socialisten- — aile socialisten — zoo vuiil bevochten heeft. Die menschen blijven iin hun roi. Mijn bedoeling is niet de politiek van Sohei-demann c.®. te verseihoonen, noch te ver-dediigen. Integendeel! De Duitsche par-tij, inzondierheid dte meeixleriheid, zal re-kenschap te geven hebben over hare politieke gedragsJijn sindis 4 Aug. 1914. Dat i® een feit. Dat i® een zaak, die on® en met on> de Internationale alleen aangaat. Maar daar nijpt de «eboen niet. De Duitsche katholielke partij i® de heChste steunpilaar van de Pruisische joimker-partij en de reaetie, zooals ten anderen ten allen kant. De Duitsche liberale industrieelen passen zich nauw aan het Duitsche re-geeringsstelsel aan. Beide partijen, katholieke 2iooals liberale partij, dragen de onaniddelijike schuld van dien oorlog, omd'at de Duit-sebe regeering in 't lidht staat van hun réactionnaire politiek, hunne econonii-sche belangen, hun hegemonie. Die toestand is wel be^waarlij'k voor on-ze liberale en katholieke jourmalisten,, meer voor de laatsten dan voor de eersten. Zij durven den stier'niet bij; de horens pakken, en om den sc'hijn te redden ha-meren zij immer op dien kop van Sohei-deanann, terwijl zich alzoo de gelegen-heid aanlbiedt te zwijgen van de wezen-lijike schuldigen. Daar i® nog meerl Karddmaal Mercier zietelt regelmatig nevens Kard. Hartmann in het conisisto-rium te Rome. (Tijdens den oorlog is dit reeds tweemaal voôrgevalilieni.) Niemand protesteert; men vindt het niatuurlijk. v Kard. Hartmann heeft in den loop van verleden jaar aan het Westelij'k front de wapens der Duitsche soldaten gezegend. Niemand heef t geprotesteerd, zoo niet in die mate diat de interniationale ge-loofsboindien in gevaar kwamen. Nog eiiger. Naar aanleiding van die gebeurtenis werd een arti'kel aan bet „Belgisch Dagblad" toegestuurd, geti-teld: „Kardinaal Hartmann zegent de wapens!" De hoofdredacteur voelde zidh ge-kwetst in zijne overtuiging — en het artikel ging maar de pruMemandt Diezelfde hoofdredaeteur matigt aicih na dit welsprekend feit het recht aan; te sipreken over „Kaiser-®ocialisten" à la Scheidemanin. Trouwens die heeren Belgische katlho-lieken, die met zulik smalend misprijzen spre'ken over de Duitsche socialisten, hebben zij zieh reeds teruggetrokken uit den schoot der roomsdhe kerk 1 Want ihet dient herhaald te worden, Rome is de internationale zetel van ail de roomsch-'katbolieke geloofsgenooten, waar"bij Duitschlandi, maar vooral Oos-tenrijik een voormame plaats innemien. Kornaan, heeren, durft gij de konse-kKventie aan van uwe politiek? Of zou 't waar zijn, dat gij u slechts laat drijven door uw h'aat tegen de aïbeidersklasse? Zij willen de banikroet van het. socialisme verkondigem; zij' willen de arbeidersklasse vervreemden van hun klas-senstrijd ter eere en glorie van het gou-den kalf. Dit resuitaat den'ken zij) te bereiken met dag aan dag te peiroreéren over het verraad van Scheidemanin. Zij bediriegen zich deerlijk; de feiten hebben een klaar- licht gewoi*pen op hun réactionnaire politiek. Wij antwoorden hun: Gij blijft roomgohe Internationalisten tegen het socialisme en voor de reaetie! W;j blijven roode Internationalisten voor het socialisme en tegen de rëaetie. Zouden zij het verschil vatten? Des te beter. ARBEIDER. De noodkreet van een stervende natie In „Het Volk" van 7 April is een artikel verschenen van de hand van parti.i-genoot Milkitoh, lid van den gemeente-raad van Belgrade, vertegenwoordigev der Sçrvische partij op de internationale kongressen. Wij willen den lezers het een en ander van dit akelig tafereel mededeelen. „Het zesde oorlogsjaar is voor Servië ingegaan : in 1912 en 1913 tegen Turkije; i,n, 1913 nog tegen Bulgari,je en Al-banië; in 1914 tegen Oostënrijk(Duitsch-land1 en Bulgarije voegden er zich bij); in 1916 duurden de vijandelijikhedien voort; in 1917 ... .1 De Servische sociaal-d'emokratie heefl tegen al d-eze oorlogen gestemd. De twee eerste oorlogsjaren heeft Servië ontzaglijke verliezen geleden, «ok door choiera en typhus.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De Belgische socialist: tweetalig weekblad van den Bond der Belgische Arbeiders in Nederland appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Rotterdam du 1916 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes