De Belgische standaard

1248 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1917, 23 Fevrier. De Belgische standaard. Accès à 30 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/mk6542k72v/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

3: Jaar —N>38 K5; IBM—■ IMII—HIBI ■miinmi Iiî'1 t-MKftiï&ûî Vrijdag 23 Februari 1917 WMrntsmmi Woof Soldâtes: I inuad fr. i.«S a maxBden 04(0 | mwuade# S-75 ' met aolituton ïr in 't land : im&md fr. i*7S a tnaandcB S«5<> S m»ad«B 5?5 Boiten 't land : X maaa-à fr. fl.50 a masnd«n 5.00 t maaadenj 7-5® I DE BELGISCHE STAnDAARD 0 P S T E L il BEHEBK VHXA « M* CoqmMe • Zbbdijk DB PANNE Kteine Mnkott-digingen : 0.2 5t.de regel RECLAMER : volgens overeea-komst. ~r-p-7To RACHT - BA/\RT l. §tiçht€r>»î3escuu Xidefons Peeters, Faste Medewerkers : M. E. Belpaira, L. Duykers, P. Bertrand Van dar ScheliLen, Dr Yaa da Parre, Dr J. Van de Woestyna, Juul Filliaert, Dr L. De Wolf, J. Sxmons, 0. Wattaz. EEN VRAAGSKE. — Kan iemand my laten weten hoe de kerken zijn van Beveren-a/d Leye, Deerlijk, Roxem, Stuceghem, Schuyfferscapelle,Vyve-S.-Baafs, Wilskerke, Wjaendaele, Thourout, Houcke, Aarden-burg, Zoetenaye (in geval er eene bestaat daar, of ooit eene bestaan heeft)? Hoe oud is daar omtrent overal de kerk en de toren ? En die er een printkaart of andere beeltenis van heeft, zou hij «e me nietwillen voor een tijdeken in leening geven ? Dit ten bate van een studie over onze West-vlaamsche kerken, eerlang over te drukken in De Belgische Standaard. Dame op voorhand, voor 't minste uit dat men rnij Kan latén geworden. L. DE WOLF, Watau. £)e Toestand HOE DE ZAKEN STAAN In een zijner laatste redevoerin^en ver-klaarde de Enaelsche minister Lord Derby : « Ik zou u bedriegen, indien ik u niet ver-wittigde dat deoorlog langdurig zal wezen.» We leven aldus midden tegenstrijdi*»-heden allerhande. Wijl Engelsche leiders op 't front, zoo b. v. Sir Douglas Haig, er met nadruk op wijzen dat we in 't fcorte dit jaar de beslissing zullen beleven,' gaan, daarte^en, stemmen op van grezagrvoerende burgrerlijAe leiders, die het teyenover^e-stelde beweren. Geleidelij&e yevol^tre/fAringren worden dus yewaayd s "1 en het uit/rij/ren naar het einde &an vandaa^ bevredi^end zijn oro morgren zwartAleuri<jr te stemmen, al ^elang bevoe^de mannen ons hunne zienswijze willen opdrin^en. Pleit de uitvaardigin^ van 'n dui&booten-oorlogr zonder grenade, in 't voordeel van een nabije ont/moopingr, vermits dit feiteen ander feit van groot bedied openbaart, ni. de moeiliiAe Arisis waarin Duitschland op economisch gebied verAeert, — van een anderen Aant is het niet te ontAennen dat hetzelfde feit een nevenstaand ffevolff toe-laat in on« nadeel uif^ele^d, ni. : dat er meerdere werAdadi^rheid zal vereischt worden, om dien nieuwen gevaarlijAen factor eerst en voaral uit den weg te ruimen. Te lande staan wa wel op het A-eerpunt, maaP *t A-eerpunt moet nog na^estreefd en bewer/vstelliyd. Alhoewel voor ons dit <?een illusies laat betreffende de ontAnoopin^, moei toch eerst de ont/rnoopingr bevochten worden. Het rai van deze ontAnoopiny afhangrea, indien wij van einde zullen moyen spreAen. Bouwen we dus eerst op 't groed verloop van de ontAnoopin^ om van een einde te gtwa-gen. Wij zitten in 't begin-stadium der ont-knooping.Hoe lang dit aanduren kan weet niemand, omdat ailes afhangt van 't goede uitwerKsel van andere factoren die we voor 't oogen-blik nog aan 't beredderen zijn, Wij beredderen het Keerpunt en Duitschland bereidt gich de uitbarsting der bered-derinCf te doen mislukken. Eens en anriers is men druk in de weer om elk zijn vooropaesteld doel te bereiken. Wie eerst gei''ed komen zal, zal eerst ijn slag kunnen piaatsen. In geval dit nu voor Duitschland mocht wezen, dan mogen we de woordcn van Lord Derby tôt de onae maK.en; injeval het voor de Bondgenooten is, dân Krijgt Sir Douslas Haig's bewering de meeste kans van verwezenlijking. VergeUn we toch niet dat het einde van den oorlog niet afhangt van éen oorlog-voerende partij, maar van beide parlijen. Met ■woorden versîaat men niemand, met j beloften evenmin en een overwinning moet er rijn om degelijAde nederlaag van iemand te /funnen raststellen. Yoor die overwinning wordt allai in het werK gesteld wat noodig is. In Enieland en Frankrijk, ten glotte de twee machten die met Duitschland het pleit zullen bevechten, heeft men midden moeilijkheden allerhande, aile werkicrachten in de weer ©m den oorlog te winnen. E11 getuigen de jonaste, menig-vuldige wederzijdsche militaire pogingen op het front zelf van grooten aandrang om de ontknoopina te beginnen, onmiddellijK achter het front is de werkdadigheid niet min veelbeteekenend. Reuter's correspondent seint dat de aanvoer van munities aan 't ongelooflijke grenst. Overal worden ber-gen munities opgestapeld en 't spoorwegnet wordt zoo uitgebreid dat de munitieaanvoer tôt op 't front, voor aile ondtrdeelen van de vechtlini# verzeKerd is. Engeland werkt in de laatste dagen bij-zonderliji op 't geldgebied. De nieuvve leening beleeft een kolossalen bijval wat van de engelsche zekerheid in de overwinning de beste getuigenis is. Spijts de onderzeëersoorlog duurt de aanvoer van materiaal naar 't front steeds toe en de levensmiddelen-bevoorrading kent geen belemmering. Het wordt dan 00k vrijwel de aleemeene meenina dat de strijd ter zee slechts moet aanzien worden als een bijkomende factor tôt de beslissing. Die is op 't land te vinden. Gissingen betreffende het plaatsen ervan zijn allen uit den booxe. Een feit blijft zeker : de oorlog zal noglang aanduren of zal in 't korte be-slecht wezen al gelang een der oorlogvoe-rende parlijen het voordeel van beginnen kan uitbaten en gelukicen. WIE HEEFT ENGELAND EN FRANKRIJK GERED ? In het jongstc mimmer van het duitsche katholicketijdschrift : < Al-gem. Rundschau » plaatàt het cen-trurnlid Hug1 Jaeger, een artikel dat alleszins in de wereidpers veel inkt zal doen vloeien. Na er op te hebben g-ewezen dat BelgiC Duitschland moet toehooren eenerzijds omdat het geen Engelsche of Fransche invalspoort zou wezen tegen Duitschland en ander-zijds omdat de stoffelijke ontwikke-lin^ van België zul s onontbeerlijk maa!ct('tliedjereeds honderden malen gehoord in de laatste dagen in aile duitsche bladen) besluit Dr Jaeger : « De kwestie der schadeloosstel-ling is voor België zeer moeilijk. Een groot deel der verantwoorde-lijkheid |voor den oorlog rust op België. In tegenstelling met zijn neutraliteit heeft het zich aange-sloten bij den Franseh-Engelsch-Russischen oorlogsbond. Indien het ons had doorgelaten, waren wij niet verplicht geweest, zijn léger te verpletteren cd het land te veroveren ; dan hadden wij min-stens vijf legerkorpsen meer aan de Marne - unnen brengen, hadden overwonnen en Pariis bezet. Bel-gië's weerstand heeft Frankrijk gered. Engeland tijd gegeven groote troepenmachten te organi-seeren en ons tôt een stellingsoor-l»g gedwongen. Indien wij een scùadeloossteiling van 10 milliard eischten, zou dit werkelij^' niet onredehjk wezen. Wij zullen ech- ter de schadëloosstellingkwestie niet als hoofdzaak laten gelden, en ze laten afhangen van BelgiS's houdiog op politiek en economisch gebied, » Kostelijk is deze bekenter>is : dat inderdaad België de Duitsche oor-logsplaonen heeft doen mislukken. Moet iemand dan nog verwonderd zijn over de duitsche verbolgenheid jegens ons land, over de leegplunde-ring van ons gebied, over de ont» voeringen, over de duitsche begeerte ons land als bezetting te behou-den tea einde ons dit mislukken van de duitsche plannen tôt in 't bloed te doen bekoopen? Men schreeuwt het meest, waar men het meest werd genepen. ONZE STRIJDMAKKERS DE BOOMEN —O— (I* Vervolg.) Wat onze schilders best gevat hebben, dunktmij, 't is de poëzie van een boomen-rij. Hier ligt een prachtiae les van groepee-rina. Indien twee of drie boomen neveneen zijn opgegroeid dan versmelten ze in een gemeenschappelijk gevoel : Hun stammen volgen in buiging en zwaai de wetten der harmonie, en hun getakte maakt één massa uit, die op zich een volstrekte eenheid in de verscheidenheid verwezenlijkt. Oprecht be-wonderenswaardig is 't hoe de opgaande tak-jes icb samensluiten ginds tegen den hemel om een lijn vol buigende lenigheid te vor-men, een lijn die slingert over de boomreek-sen weg, 't zij langs de kronkelende steen-wegen, 't ïij langs de vaarten, 't zi; dat ze een kroon vormen rond een alouden kerke-toren. In 't laatste geval, rwieren ze soms, bij wintermaneschijn, in een breeden xrans grillig als een reeks hand in hand dansende kinderkens, of gelij* die Bubeniaansche en-geîicens, in trossen kringelend en in de diep-ten des hemels verzwindend, rond het beeld van Maria. Elke boomsoort heeft hare eigene schoon-heid : de volmaakste, in deze streek, is de olm. Talrijk zijn r-e hier geplant, 't zij alleen, 't zij in lange roten rond de pacht-hoeven of de weiden.Hoog en breed,lenig en krachtig terzel ver tijd, recht en stevig van stam, vol en donzig van krnin, dragend, in het 4s rachtig opgaan der gladde hoofdtak en, evenals in 't zwierig neder olven van zijn ! fijne takeenbosch de oprechte, klassieke uit-drukiing der schoonheid.: ni. de bevallig-heid bij de volmaakte harmonie der deelen. Ook, 't is met diepe ontroering dat ik op 't soldatenicerkhof van Reninghe de hooge •lmen groet, die waardig huldigen — als een zinnebeeld — de gelatene grootscheid waarin de helden rusten. Even zwierig, doch min edel en volmaakt in schoonheid, de beminnelijke Linde. Al» een vlucht van pijlen schiet zijn zware stam de rechte takken ten hooge waar ze ont-i bloeien in een rij%dom van zilveren blader-, bloe em. De soete Linde wekt droomen 1 Bij 't wederkeeren uit de loopgrachten te Reninghe kruisten wij twee hooge Linde-boomen, die de wacht hielden aan den in-gaajï Van een pachthof. Van verre waren hun swarte bolvormige kruinen ons een wegwijzer in den nachtj — en als wij voor-bij stapten, en de vermoeide soldaat het ka-pelleicen zag aan den zwarten stam en op 't knielbankje uitrustte, dan droomde hij onder de Linde, van zoete liefde en vrede. Ea wie ging niet ia gedachte naar wellige dagen van vroeger, bij 't herzien van den eeuwenouden wilgeboom van Avecapelle, met zijn Iran» van stutbogen, en zijn heer-lijï.© looverkroon die ;t difthterlijKa fcer^je belommerdeV... Een lindebooiû in 't klein: zoo komen vele dier talrijke wilgen vôor die we rond den Yzer bij zoo vele beKen aantreffen. Too-verachtio bij tomernacht, langs de Ieperlee, speelde hun donzige loover met 't gilveren manelicht terwijl hun gesnoekte stam tus-schen de brugjes in 't icalme water weer-spiegelde. Het schuifelen der kogels en de donkere schimmen der wakende soldaten, herinnerden plots, midden die rustige veid-tafereeltjes, aan het dreigende levensgevaar. 0 die wilaeboomen, overal hebben wij ze ontmoet, geicoppeld of in lange rijen. Als opdoomende soldaten verschijnen se bij de welving van een a icer. Ontbladerd zijn 't als ten hemel geKeerde bezems. Menigeen vond er een schuiloord in of een loerplekje om den vijand te bespieden en talrijke hou-ten feruistens behouden de gedachtenis van een geliefden makker, bij den voet van een wilgeboom te ruste gele^d. Doch we Kunnen se aile niet noemen : zoo-vele beelden dringen naar voor in ons danK-baar gemoed : 't zijn de verfijnde, vrouwe-lijfé-slaniîe berkeboomen met zilveren stam en lichte bladervlucht, 't zijn prachtige notelaars, met kunstir getakte, echt sculp-turaal dooreenge roond, 't zijn de esschen met hun pijlrechte tak' en,stijf »estyliseerd; — 't «ijn die oude perelaars, vôor de pacht-hoven, die hun gekromdcn rug nog rechten en uit afgeknotte taKken jonge scheuten be-vallig opzenden ; iets versleten en toch ari-stocratisch zweeft er om en ze doen me steeds denken op het verlaten hof van den « arriien edelman », 't zijn, doch te !taarsch en te tenver. de stevige eisseboomen. De eifceboom : 't is het rechte beeld van Kracht en geweld : storm|straalt bij hem uit takken en bladeren. Zelfs de kleinste, meest verwentelde eik drukt besXoten geweld en Krakende kracht uit. Bij herfstdagen vooral, als nog verdroogd aekrulde bladeren, als witgeel koper esneden, zijn bronzen ta -ken sieren dan staat hij tegen den blaawen hemel, als het gesneden zinnebeeld van de kracht. Doch meestal - oint hij niet tôt zijn volmaaktcn opwas. En zoo is ai n schoonheid onvolledig : zijn tak* en schieten te ge-weldig yiteen eu schaden de harmonie... Verwilderde kracht 001c, doch meer onbe-holpen en weemoedig, gaat uit van menige abeeleboom. Bij den hoeic van een akker staat hij daar in den wind, gelijk een ben-gel die pas ontwaast en nog niet geKamd is, want zi,ne takken slingeren grillig-wild dooreen. Opvallend is zelfs de indruk van wentelende serpenten gemaakt door de glib-berige takken van den alouden abeeleboom die prijkt in de duinen van de Panne, «den vader der vlaamsche abeelen altegader ». In etogen, als ter bedevaart, treedt men hem nader, dien eerbiedwaardigen getuige van verloopene tijden. Sterk staat zijn schui-nen stam en torscht dooreenslingerend stam-takxen die ruim zich openslaan. Weemoedia als een denxende ouderling schommelt hij zijn breeden kruin. Welk een schat van zoet herdenken wemelt hier tusschen zijn door-schijnende blader ordijn, die zachtjes tril-lend, heen en weer waait en wier franjen het mos streelen in 't voorbijgaan. Eenrnaal droomde hier Conscience, de wekker van zijn volk, en Zagop den drempelvan't pan-nenhuisje, door de abeelen belommerd, de oud-geworden Bella Stock, het beeld der trouwe liefde. De winterbuien ruEten, jaar bij jaar, zijn bladeren weg. Doch nooit heeft het vroom verhaal zoovele jongelinas-harten gesust, als binst de;e gure oorlogs-tijden. Wel ia 't pannenhuisje verdwenen, wel ziet de oude abeele voor zich staan den afgeknotten stam van zij 11 j euydyenoot, wel scheurde 't ruwe strijd^reweld ondanj^ baar hem den schoonsten tak uit het lijf» toch draa^t hij no^r, met den latt det jaren, de onveiyankeli]ke schosnheid dier We«t» vlaamsche « abeelen >). ('t Vervolgt.) A. Noasi^, Oorlogs tijdingen AMBTELIJKE BERICHTEN Belgisch front. — 2i Febr. 20 uur. — Niets te melden gedurende den nacht, Fransch front. — 21 Febr. i5 uur. — Niets bijzonders gedurende den nacht. De Fransche vlieger ffauss die vier Duit-schers in twee dagen neerschoot, is gister in een luchtgevecht gedood. Eoemeensch front. — De artillerie-bedrijvi heid heeft hernomen in Qpper-Moldavie en op de Sereth. Men verwacht ee» nieuwe Duitsche poging. Duitschland en de Vereen.-Stateo Alhoewel er nor geen oorlog in de lucht hangt bereiden de Vereenigde-Staten koorts» achtig di'îen voor. Te New-York werfeen recrutenbureelen om de vloot van de noo-dige manschappen te voorzien. De aanmaak van kanonnen wordt beslist doorgedreveo. Men verwacht het besluit waarbij aile fcoop-vaardijschepen moeten oewapend zijn. Wilson zal aan den Senaat de noadige volmachtiGing vragen om aile maatreaelen tegen Duitschland te nemen. De Torpedeeringen Werden gister aezonicen : een grieksch schip van 4ooo ton, twee hollandsche, ge-zamenlij - e maat 4ooo ton, twee noorsche, gezamenlijAe maat 2800 ton, de Delgische vischsloep P 82 met Nieupoort als aanleg-haven, twee engelsehe schepen, maat 5ooo ton, een fransch vissckersloep. GezamenlijAe verloren, maat : i5ooo ton. Uup De Toesland op 22 Februari 8 uur PARIJS meldt hevige artillerie-bedrijvigheid in Champagne en om Verdun. Pij Bezonvaux schoten wij een duitsch munitiedepot in de lucht. LONDEN meldt de veroverinjf om Gueudecourt van een duitsche loopgracht, 22 krijgsgevangenen. Z. Armentières drongen wij op een frontlengte van 650 metert in de duitsche steîlingen, Z.-O, Yper op een front van 500 meters, Hier be-reikten wij de duitsche steunlinie. Wij namen 114 krijgsgevangenen. Wij deden ettelijke schuilplaatsen en munitiedepot» apringen. Het werk der engelsche vloot In 't Lagerhuis heeft Sir Edw. Carson 4oo.ooo nieuwe manschappen voor de vloot gevraagd. Tôt op 13 Oktober vervoerde de engelsche vloot 8 millioen man, negen mil» lioen ton levensmiddelen en munitie, een millioen #ekwetsten, een millioen paarden. Vijf en twintig duizend schepen werdea onder.5ocht, 75 t. h. van de gewapende schepen en 34 t. h. van de ongewapende, ontsnapten aan de duikbooten. Een komiteit tegen den duikbooten-oorlog, is gesticht.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De Belgische standaard appartenant à la catégorie Katholieke pers, parue à De Panne du 1915 au 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes