De Belgische standaard

1144 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 03 Juin. De Belgische standaard. Accès à 30 septembre 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/3x83j39r5c/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

N° 69 Vijf e* / a het nummer Donderdag 3 en Yrijdag 4 Juni 1915 -v- Door Taal en Volk Voor God en Haard en Lanc « DE BELGiâOHE STANDAARD » versGhii&t 4 maal te wesk. Abonnementsprijs voor 50 nummers bij vooruitbetaling. I Voor de soldaten : 2,30 fr. Voor de niet-aoldaten — in 't land 3.50 fr. ; buiten 't lana 4.50 fr. Indien meer exemplareu van tlk nummer worden gevraagd, wordt de abonnements- g prijs minder. i Bestuurder : ILDEFONS PEETERS. >TE OP3TELLERS : M. E. BELPAIRE, L. DUYKERS, Victor VANGRAMBEREK Bertrand VAN DER 8CHELDEN, Juul FILLIAERT. Voor aile mededeelingen zich wenden tôt : Villa MA COQUILLE, Zeedijk DEPASSE. Liikondigingen : 0.25 fr. de regel. — Reklamen : 0.40 fr, de regel Vlujjhtelingen : 3 inlasschingen van 2 regels, 0.50 fr. Twee heiligschennissen. Een keus doen tusschen de Duitsche gruwelen, valt moeilijk ; nochtans zijn er eenige uit te lezen,bijzonder geschikt om den oorlog te kenschetsen door 't Pruisisch militarisai en materialism aangegaan tegen aile cultuur en bescha-ving. Onder die karakteristieke euvel-daden kan men als voorbeeld noemen de systeraalische verdelging van Reims' heiligdom en Yperens hallen. — Niet dat het in den grond boren van bij voorbeeld de Lusitania niet een snooder en wreeder vergrijp kan heete'n, gepleegd tegen de humaniteit. Het is alsof de Duitschers in het gruwelijke een soort grootschheid najagen die hun in het heldhaftige en zedelijke ontsnapt. — Maar in de verwoesting van Reims en Yperen (zooals trouwens in die van Leuven, Dendermonde, Nieuwpoort, Diksmuide, enz. enz.) schijnen zij het niet enkel gemunt te hebben op men-schenlevens, maar op gedachten : in Reims' kathedraal de godsdienstige ge-dachte, de christelijke beschaving ; in Yperens hallen, de door hen zoo diep gehate gedachte van vrijheid en onaf-hankelijkheid — zij zijn,immers gebo-ren slaven, een knechtsch volk ? — die gedachte die 00k een vrucht is der christelijke beschaving, want buiten de waarheid is geen echte vrijheid. Doch in beide gevallen komt een der-de heiligschennis. Die strijd aangegaan tegen geloof en volksvrijheid bedoel ik door mijn titel : Twee heiligschennissen, want is het menschenrecht niet even heilig in Gods oogen als zijn eigen recht, en heeft de menschenweerdigheid niet haren oor-sprong in hare goddelijke afkoinst van kind en beeld van God ? Doch, om volledig te zijn,had ik moe-tên schrijven : eene drievoudige heiligschennis. Inderdaad, niet enkel gods-dienst en vrijheidszin werden geweld aangedaan in de bedoelde gevallen,maar tegelijkertijd kunst. En zou de kunst niet heilig zijn ? Is de kunst niet de menschelijke gedaante van de goddelijke gedachte, de belichaming van 't ideaal ? Straalt, in de luistervolle wer-ken van schoonheid en génie, niet de ongescbapen iuister door, de oorspron-kelijke schoonheid van Gods Woord ? Waar straalde die schoonheid heerlij-ker en prachtiger dan in Reims' heiligdom, in dat voorportaal des hemels met zijn wemelende wereld van engelen en heiligen, van patriarken en profeten, van martelaren en maagden ; in dat vizioen van luchtige verhevenheid waar aile lijnen ten hemel schoten, waar aile kleuren ineensmolten tôt één regen-boog van eeuwige verzoening tusschen het tijdelijke en't ontsterfelijke,tusschen het menschelijke èn het goddelijke. ? En was Reims schoon als een vizioen des hemels,. vol vrede en blijdschap, als i Dante's vizioen van de hemelsche gelak-zaligheid — de ontloken witte roos, ba~ dend in de zonne der godheid, dragend de zetels der vereeuwigden — wat ge-zegd, in een ander gedachtenkring, van Yperens stoere, strenge, stevige hallen, rotsvast geankerd op den zwaren vader-grond, dragend heel de fi. rheid, den taaien wil, de onbuigbare kracht van het Vlaamsche volk op hunne machtige sChouders— een volk, door daden groot, uit zelfbewustzijn sterk, uit krachtige fierheid vrij ? - Dat sprak Yperen tôt ons, de roem van 't verleden, al zijne groot-heid, heel onze toekomstbelofte. En daarop beukten de beulen in machteloo-ze woede, vierden zij hunne stomme domheid bot. Zouden wij 't ooit verge-ten ? Neen, wij zweren het, nooit ! t Ha ! zij mochten zich vergrijpen aan I het leven onzer zonen, aan de eer zelfs : onzer vrouvven. — Mannen schenken % \ hun bloed, het offer der vrouwen is \ zwaarder nog. — Zonen zullen op Vlaan-derens bodem rijzen en de gesneuvelden ; wreken ; andere vrouwen zullen een ! nieuw heldenkroost baren. Maar dat zij zich vergrepen aan de ziel onzer natie, aan haar schatten van geloof en onaf-hankelijkheid, aan de kunstschatten van i 't verleden, aan heel den roem, heel de f fierheid, heel de straling van dit verle-l den, dat vergeten wij nooit, dat verge-f ven wij nooit ! I De zee. de heele Noordzee zal deze ; stranden ontvluchten vooraleer de smet onze nationale eer aangedaan, uitge-wischt wordt uit de harten onzer ver-moorde steden. M. E. BELPAIRE. 24Meiigi5. Aan mijn wapenbroeder IHendrik S... bij Ieperen gesneuveld. Mijn Hendrik, 'k heb u zoo bemind, Bewonderd om uw gaven, En 'k heb geweend gelijk een kind, Toen ik u heb begraven. 'k Bezweek erbij, maar spijts de pijn, Wilde ik toch, ik alléén, Van allen de alierlaatste zijn Om van uw lijk te schêen !.... Wij leefden samen in ons stad, — Wij waren er geboren — En hadden er den grootsten schat, Twee ouders, uitverkoren. Wij minden ons zoo trouw nietwaar, Eén hart slechts in twee harten ? Wij voelden iedcrs vreugd te gaar En deeldea onze smarten... Ons riep het aaklig klokgebons, Wij gingen als twee broeders, En knielend, vroeg elkeen van ons Den zegen aan twee moeders. Wij hebben veel doorworsteld, ach, Doorbange dagen, nachten; IEen oogslag toch, een broederlach Schonk ons steeds nieuwe krachten; En kwam de slag, wij vochten, blij, Voor 't land en voor ons vrijheid, En voelden ons steeds zij aan zij En sterk door die nabijheid. * En 's avonds, wanneer de oproep klonk Voor 't kennen der vermisten, Wij wisselden een vreugdgelonk Daar wij gespaard ons wisten. Een avond, toch, dat bloedend ik Van 't slagveld was gekomen, Heb ik met scheurend keelgesnik Uw heldendood vernomen, En 'k heb, des nachis, mijn Hendrik têer, Gekropen over lijken Om nog een allerlaatsten keer Uw wezen te bekijken, ITe kussen u, in overmaat Van brocderiiefde en lijden En op uw zwartbc-smookt gelaal Een zeegnend kruis te spreiden.... ; 'k Heb u verlaten dan, mijn broêr, Al biddtnd voor uw vrede, Doch 't schecn mij — gruwel — dat ik zwoer Te midden mijncr bede; Ik zwoer ja — en 't verdientgeen straf, 't Is plicht nu zoo te spreken — Dat 's andren daags ik op uw graf Uw dood, mijn rouw, zoo wreken !... 't Kan zijn, een avond, dat mijn naam Ook doodsch klinkt in de rangen. Dan zingen wij, als broeders, sâam Voor eeuwig vredezangen ; Doch strijd ik tôt de zege glanst Dan.kom ik met uwe ouders, En draag uw lijk, gekist, gekransd, Naar huis op mijne schouders ! GRENADIER Stem uit België, 21 Mei. - _______ In de Dardanellen. Uit Mytilène wordt geseind dat de Bond-genooten weerom merkelijke vorderingen hebben gemaakt in de streek van Gaba-Tépé. Zeven reeksen loopgrachten werden ingeno-înen. Men ging 2 kilometers in de diepte vooruit. — Mogelijks mogen we ons in 't korte aan de ontscheping van een russisch expeditie-korps verwachten. Dit expediliekorps zou te Odessa iugescheept en in Tracië aan land gezet worden. Generaal Dimitrieff, die zich in deri Bulgaarsch-Turkschçn oorlog zulke beroemdheid verwierf in den slag van Kirk-Kilissé, zou het bevcl over deze troepen voe-ren. Men denkt dat hij dezen nieuwen post zal vervoegen van zoohaast de slag in Ga-licie — waar hij een russisch leger onder zijn bevel heelt — een einde zal nemen. — 460 koppen van de bemanning van den Triumph zijn gered. —Sedert de tusschen komst van Italie heerscht de grootste • onrust te Constantinopel. De jong-Turken hebben eene algemeene verga-dering gehouden. Al de woordvoerders vroegen den onmiddellijken vrede. Men aan-ziet den toestand te Constantinopel als zeer ernstig. / 1 Hoogleeraar Dr J Persyn heett te j Oxford waar hij verblijtt, een boek in 't Engelsch geschreven over de Vlaamsche letterkunde. Hij was zoo vriende-lijk ons de Inleiding en het Slot van zijn werk te sturen voor de lezers van \ " De Belgische Standaard. " 1NLE1DING Het doel van dit boekje is een gedacht ge-ven van de taal en de letterkunde in Noord-België en Holland, dus van Vlaamsch en Hol-landsch.Het was mij,ik moet hetbekennen, eenkaak-slag te vernemen dat, in 't land van Chaucer, Shakespeare en Milton, slechts eenige geleer-den de Hollandsche taal machtig zijn. Dit rnag ons te meer verwonderen, daar sedert eeuwen de betrekkingen zoo nauw waren tusschen En-geland en de Nederlanden. Dit klein gedeelte van Europa's vasteland was altijd van over-heerschend belang voor Engeland, dat er de spii van zijn politiek van niaakte. Laten wij herinneren dat Albion, de "Heer-scheres der Zee" eerst haren mededinger Holland moest in den grond boren, vooraleer ze kon worden wat ze is. Ze deed het zonder om-zien, meer door behendigheid dan door wapen-macht. Maar buiten deze groote crisis, heeft Groot Britanje nooit voor of nà.zijnen bijstand ; aan de Nederlanden geweigerd, uit welke zij-de ook zij werden aangevallen of bedreigd. De groote gebeurtenissen der moderne ge-schiedenis geven daar genoegzame blijken van. Viermaal werd het Europeesch evenwicht bedreigd door eén aanslag tegen de Nederlanden. Vier maal ook kwam Engeland tegen den aan-valler met heel zijn macht op : in de zestiende eeuw tegen Filips 11 van Spanje; eene eeuw la-ter tegen Lodewijk XIV ; in de eerste jaren der negentiende eeuw tegen Napoléon ; en nu tegen Willem II van Duitschland. De laatsteslag was ver uitdeschrikkelijkste. Het zuiderlijk gedeelte der Nederlanden, het kleine België, een der prachtigste scheppingen der Engelsche diplomatie, vond er gelegenheid om zijne schuld te betalen aan 't land dat het in 't leven had geroepen. Het weerstond de geweldigste militaire macht der wereld, en gedurende eenige weken droeg het, gansch alleen, den last van den strijd en verijdelde de plannen van den vijand. In sublieme zelfopoffering, werd het verpletterd, verbrand en vernield, om nederlaag en onder-gang van Frankrijk af te weren en gaf aan Engeland hetgeen Engeland 't meeste noodig had: tijd. Sedert October 1914 heeft België ailes ver-loren, behalve, zooals eene wereldbekende tee-kening uit de «Punch» het uitdrukte, zijne ziel. Maar voor aile toekomende eeuwen heeft het de bewondering der wereld voor zich gewonnen, i en de vriendschap van Engeland. Deze vriendschap en deze dankbaarheid zul-en een der krachtigste waarborgen zijn voor België's toekomst ; een toekomst waarvoor het zich dag aan dag waardiger inaakt. In 't verledene waren de betrekkingen tusschen België en Engeland slechts gegrond op strategisch en politiek gebied, of op handels-belangen. Voortaan zullen ze ook berusten op wederzijdsche liefde, op vriendschap, sprui-tend uit onderlinge kennis. 't Is om deze kennis te bevorderen door de middelen die in mijn bezit zijn, dat ik deze bladzijden schrijf. Ik verlang voor de Engelsche legers het beste, edelste, onsterfelijkste deel der Nederlanden bloot te leggen—hunne ziel. « Want de ziel van een volk is zijn taal. » Uit dit oogpunt mag gezegd worden van Nederland, dat het twee zielen heeft, want het heeft twee talen en twee letterkunden : de Hollandsche en de Fransche. De groote massa der gecultiveerde Engel-schen is wel bekend met Frankrijks prach-tige taal en letterkunde. Een groot deel der thans bloeiende Fransche literatuur is aan België tedanken ; en het is voor ons eene fierheid te denken dat vele onzer landgenooten het hunne hebben bijgedragen om de letterkunde der groote Republiek te vergrooten en te ver-rijken.Het Vlaamsch gedeelte is, naar ik ondervind, niet zoo goed gekend als het Fransche ; en in de volgende bladzijden heb ik getracht te toonen dat die kennis wel waard is aangeworven te worden door de korte, voorafgaande studie die daartoe noodig was. Dr Jules Persyn, X_.£fcî».'ÊS3*;e» Bericliten, PARIJS, I JUNI, 15,15 UUR. Fransch front. — In de streek van Arras hebben in clen nacht ge-weldige gevechten plaats gehad. Ten Oosten de baan Aix-Noulettes-Souchez zijn wij in een boschje gedrongen ; in een strijd lijf om lijf hebben wij daar de bovenhand bêhaald. Op de hoogvlakte van Notre Dame de Loretle hebben wij een JDuitsch bolwerk ingenomen. Een zeer hevig gevecht had plaats rond de suikerfabriek van Souciiez ; wij hebben er een zestigtal krijgsgevangenen gemaakt. In de Vogéezen nabij Fontenelle (ten Noorden St-Dié), in den nacht van den 30 tôt 31 Mei, mieken twee Duitsche kompagnien een aanval ; met zware verliezen werden zij teruggeslagen. Parijs, 2 Juni, 7 uur.. Ten Noorden Arras deden we nieuwen vooruitgang. In de bosschen van Aix-Noulettes naar Souciiez, hebben wij al onze voordeelen behouden. Ten Noord-Oosten de Kapel van Lorette, hebben wij ons van de Suikerfabriek van Souchez meester gemaakt. In den Labyrinthe, ten Zuid-Oosten Neuville, nemen wij een voor een de Duitsche stellingen in. Op de grenzen van den Bois le Prêtre, heeft de vijand ons eenige zijner loopgracnten hernomen, Wij hebben al het overige onzer voordeelen behouden.Russisch front. — ïn de streek van Chavli duren de gevechten met voordeel langs onzen kant, voort. In Galicie neemt de slag op de San-rivier eene ailergunstigste wending. Wij zij de Lubaczowka-rivier over-getrokken en nemen op dit front het offensief. De vijandelijke opmarsch naar Jaroslaw werd gestuit. Boven de Dniester-stroom ontwikkelt het gevecht ten onzen voordeele. Een krachtdadig offensief heeft de verwar-ring in de vijandelijke gelederen gebracht. Op dit front mieken wij 7000 krijgsgevangenen. Van 12 tôt 25 Mei werden 15.826 duitschers en oostenrijkers krijgs-gevangen gemaakt. | Oorlogsnieuws. OOSTELIJK FRONT. Het is nu buiten allen tvvijfel dat het groot duitsch offensief sedert x Mei tegen onze bondgenootén de Russen aangevangen niet alleenlijk ten doel had een mogelijk doorbre-ken te betrachten ; maar inzonderlijk de om-singeling van de vesting Przemysl beoogde. Indien dit gelukt zou zijn, dan moesten de Russen ofwel de vesting overlaten, en dan had de mooie inpalming van over maanden slechts kortstondig voordeel bijgebracht ; ofwel aan de omsingelende belegeraars weer-staan en dan werd het russisch front nadeelig verzwakt, want een groèt verdedigingsleger was noodig geweest om de meerderheid van het duitsch geschut door levende krachten in evenwicht te brengen. Eens de vesting weerom veroverd, dan lag de weg naar Lemberg opnieuw open en de ontruiming door de Russen van Galicië was nog slechts eene kwestie van dagen. Zoo wordt de schrikkelijke hevigheid van dit offensief verklaard. Niet alleenlijk stond hier de ontruiming van de bezette Oosten-rijksche provincie op 't spel, maar 't rnag aan-genomen worden dat de uitslageen beslissen-den invloed zal teweeg.brengen op de verdere gebeurtenissen van heel den oorlog. Gelukken onze bondgenooten erin stand te houden en hunne nu bezette stellingen te handhaven, dan toonen ze dat ze tegen ailes opgewassen zijn en tevens dat de Duitschen aile pi oef op een nieuw aanvallen mogen laten varen. Want hier moet ingezien worden de schrikkelijke hevigheid van dezen strijd. Nadat de russische stellingen geregeld op eén uur,met ongeveer 200.000granaten vanlicht en zwaar kaliber besproeid werden, zoodanig dat ieder soldaat,op een meter afstand van elkander gelegen, er 20 voor zijn rekening kreeg en dat zulk bombardement op heel de linie 4uren duurde ; gebeurden de duitsche aanvallen met honderdduizenJen man op eenzelfde plaats en deze stormloopen geschieden op twintig tôt dertig bergpassen te gelijk ! Is het dan te verwonderen dat de Russische strijdlinie, verbijsterd door zulk kanonvuur moest wijken ? Integendeel, het mag als een heldenfeit aanzien worden dat het front on-gebroken en gaaf achterwaarts, opnieuw kon woi den opgesteld. ] Tôt het gelukken van deze stormramëiing | hadden de Duitschers en Oostenrijkers op het j front Oorlitz - Dounaietz rivier alleen, waar ; amper twee russiscne legerivorpsen lagen, meer dan 1.5 >o kanonnen van middelmatig en zwaar kaliber aangebracht. In de vier uren verschoten ze 800.000 granaten, eene massa ki îjgsvoorraad biteekenend van meer dan duizend wagons. Deze hoeveelheid projectie-len overtreft ver het getal dat noodig is voor de belegering van een vesting gedurende zes maanden. De vooruitgang van de troepen van Generaal Mackensen ten Noord-Oosten van Prze- mysl is door dit feit alleen genoegzaam te ver-klaren. Maar, na deze ammunitieverspilling werd ook dit oprukken stupgezet. Ziende dat hij in deze richting mislukte, verplaatste-Mackensen zijn aanvalsbeweging naar het Westen hetgeen toeliet tijdelijk te zeggen dat de aftocht van 't duitsche leger begonnen was. Maar in den morgen van den 24 Mei werden nieuwe legers ten aanval gesmeten tusschen Loubaczowka en de Sanrivier op eene uitgestrektheid van 25 kilometers. Dagen en nachten werden de Russische stellingen bestormd en beschoten, maar de vesting bleef gaaf tôt op heden. Deze pogingen om Przemysl te omsingelen duren nu nog voort, maar hadden nog geen onmiddelijk resultaat. De toekomende krijgs-verrichtingen zullen ons uitwijzen wat ein-delijk uit dezen slag, die als den grootsten sedert dat den oorlog begon, mag aanzien worden; zal terecht komen. Duitsch-Oostenrijksche krijgsgevangenen. Naar aanleiding van officieele cijfers kun-nen we vaststellen dat op eersten April 10.734 officieren en 605.378 soldaten van hei duitsch- en oostenrijksch leger krijgsge- vangen zijn in Rusland. « De Duitschers over de San geslagen. Laatste berichten melden dat de Russen door een geweldigen aanval de Duitschers, die op den rechteroever van de San gekomen waren, weer over de rivier geworpera hebben. Een vaandel en 6000 krijgsgevangenen werden gemaakt. P •jcasan-it rrr.r 1 ■ 1 1, 1 icbs Italie in oorlog. Woede. — Men kan zonder twijfelen begrij-pen welken indruk de oorlogsverklaringen in de duitsche en oostenrijksche middens heeft teweeg gebracht. Eene algemeene uitbarsting van woede is het antwoord geweest op Italien daad. De keizer van Oostenrijk eerst, richtte tôt zijn volk eene zoogezegde protestatie waar in hij poogde de handelwijze van Italie aan de schandpaal te spijkeren, en de opper-; bevelhebber van het Oostenrijksch leger ver-volgens,vaardigde een dagorde uit om 't ge-drag van den vroegeren bondgenoot te schandvlekken. In den Reichstag hield van Betthman Hol-weg ook eene rede, die hij wilde opzienba-rend maken maar die,te veel willende bewij-zen, niets heeft aan 't licht gtbracht. Het goede recht van Italie is gesteund op het woord verbreken van beide vijanden en dat heeft het dan ook met klinkende bewijzen ge-staafd.Uit al deze teekens kan afgeleid worden hoe Duitschland en Oostenrijk met dezen nieuwen vijand in .... nesten zitten. En 't is deze hachelijke toestand alleen die hen ertoe noopt, lasterend op te treden. Doch hier ook, zal de waarheid en het reçht de bovenhand behalen» i

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Ajouter à la collection

Périodes