De Belgische standaard

1166 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 03 Juillet. De Belgische standaard. Accès à 26 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/7w6736n17d/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

:;i»uet ...musier Le Havre p|::f|| SfljwawsOTwaMttffiiiefi'fitw/1^ s*tww*ift»^fefagag»a t'&g»-.J-.-;*.-.7..i..:-,i-'.-.r/£:!i.U-,ï/.-^^ Voor alle mededeelingen zich wenden tot: Villa \MA C O Q ü ï I*LE, .Zeedijk 0 E P A N H E nkondigingea 1 ö.£-j ir. de regel, ~• Rekiamen : 0,40 fr. ï Vluchtelingen : 3 inlassehiagen van 2 regels, d.jq fr.' «IflBil^^e^fM^WSIi^WWiSWl^-fBato^^ WjW*x*j> jre ttSWj V)Hb ' IV Bestuurder *: SLÖEF0N8 PEETERS. "A5TB OPSTELLERS : M. E. BELPMRE, L-DUYKERS, Victor VANaRAtiBEREN* BeriratMl VAK OER SCHEUïEi. Juui FiLÜAERT. Abonnementsprijs voor 50 nummers bij .vooruitbetaling. Voor do soldatsa: 3,30 fr. Voor de niet-soldaten — in 't land 3.30 fr. j buiHn 't iana 4.50 ir. ïndim meer txtmi'artn van elk nummer war dm gevraagd, wórdt'de abonnements$tfs$ minder. De Imal in België woordeeld io 'tliclit der Katholieke leer. rei. Parijs, 1 Juli, 7 uur. In Argonne, na onophoudelijke beschieting gedurende drie dagen hebben de Duitschers onze stellingen tusschen de baan van Binarville en de Four de Paris aangevallen. Tweemaal afgeslagen zijn zij er slechts in hunnen derden aanval in gelukt voet te zetten in eenige deelen onzer linie naaf Bagatelle en werden overal elders achteruitgeslagen. Beschieting van het Noorder front van Verdun, het bosch van Aithj alsook in de streek van Metzeral. Parijs, ! Juli, 15 uur. Kalme nacht in het Noorden, in de streek van AtrecM (Arras) en tot in Champagne. De Duitsche aanval gisteren aangemeld in Argonne is bijzonder geweldig geweest. De sterkten die er deel aan namen mogen geschat worden op twee divisies. Het Oosten van den aanval werd afgeslagen. Twee nieuwe pogingen ten Oosten Binarville, afgeslagen. Een aanval bij Metzeral werd tegengehouden. Zware verliezen voor den vijand. io de Dardanelles!. Sedert onzen bijval van den 21 hebben de fransche troepen slechts gedeeltelijke gevechten aangegaan met het doel de gedane winsten te versterken en uit te breiden. Zij hebben verschillige nieuwe loopgrachten bezet en hebben ondeVmijningen gegraven om de veroverde stellingen te verbinden aan de vroeger bezette stellingen. Verschillige vijandelijke tegenaanvallen werden teruggeslagen. Den 26 heeft de Britsche linkervleugel, gesteund door onze artillerie, een groot voordeel behaald. Turksche linien ingenomen en bijna 1500 meters vooruitgetrokken. Zij heeft op haren uitersten linkervleugel een heuvel bezet op de hoogte van Krithia en 180 krijgsgevangenen \ genomen. Onderstaand artikel dat sedert eenhede tyd reeds in België het licht zag, bleef tot nu toe door een ongelukkig toeval liggen by hen die het in handen kregen. Dit stuk door een groep uitstekende theologanten,-die niet aarzelen te spreken in naam der H. Kerk, -geschreven, bereikte ons slechts in den loop van deze week. "Alhoewel het "■gevalBouvin" reeds lang is uitgemaakt geven we het stuk in zijn geheel, gezien de Iwoge belangrijkheid die het afwerpt. Terecht heeft zich in verschillige landen het Katholieke geweten verontrust over een opstel van de hand van Pater BOUVIN S.J. dat onlangs ia een Amerikaansch blad verscheen. In dit opstel wordt een poging gedaan om van het standpunt der Katholieke zedeleer de Protestantsche Regeering van Duitschland te verrechtvaardigen dat zij de neutraliteit van het Katholieke België beeft geschonden en aldus meineed heeft gepleegd. Op de leer van eminente theologen poogt de schrijver deze rechtvaardiging te gronden. In de geheele wereld is een verontwaardigde kreet gestegen uit alle rechtgeaarde gemoederen, die zonder vooringenomenheid de feiten in het licht der eenvoudige, natuurlijke eerlijkheid hebben beschouwd, om den Duitschen inval in België en de ontzettende gruwelen die er mede gepaard gingen te schandvlekken. Is het dan niet ongehoord dat een Katholiek priester de schandelijkste schending van het recht, een schending die door den Duitschen Rijkskanselier zelfwas erkend rechtvaardigt en absolveert ? ^ Het is dan ook niet te verwonderen dat Protestantsche schrijvers, in Holland, o. a. meenen eindelijk het zoo lang vergeefs gezochte bewijs te hebben gevonden voor de door hen aan de Katholieken toegeschreven leer: "Het doel heiligt de middelen.,, Vandaar dat het noodzakelijk is aan te toonen, dat de leer van Pater Bouvin de Katholieke leer niet is en dat het opstel, waaraan hij zich heeft bezondigd, blijk geeft van volslagen onkunde der feiten zoowel als van verkeerde en gevaarlijke interpretatie van het recht. Laten wij echter opmerken dat zoo al niet de onvoorzichtigheid, dan1toch ten minste de bedoeling van den schrijver eenigzins verontschuldigd kan worden. Pater Bouvin is, geen theoloog, maar een musicus ; hij is ver af van hettooneel der gebeurtenissen die hij slechts heeft kunnen zien vervormd als ze waren door de pers ; toen hij zijn artikel schreef had hij geen kennis genomen van den herderlijken brief van Kardinaal Mercier die, in het licht van de christelijke leer en van onweersprekelijke feiten waarvan hij ooggetuige is geweest, de schending van de Belgische neutraliteit met haar waren naam bestempelt waar hij haar noemt het breken van een plechtigen eed ; vooral had hij de consistoriale toespraak van Z. H. Benedictus XV niet gelezen, die den'overweldiger smeekt blij£te geven van menschelijkheid en '' zonder werkelijke noodzaak de inwoners niet te krenken in het dierbaarste dat zij bezitten, hun gewijde tempels, de dienaren Gods, de rechten van de kerk en van het Geloof.,, Wat de Farizeeërs betreft die met ergenis verzskeren dat men gepoogd heeft met een beroep op de Katholieke leer de onrechtvaardige schending van het recht te wettigen, hun willen wij antwoorden : de Katholieke leer is niet de ieer van een of ander priester met eene meer vermetele dan verlichte vaderlandsliefde, de Katholieke Ieei is de leer van den Prins der Kerk en van O. H. Vader denJPaus. Is de schending der Belgische neutraliteit van het standpunt der Katholieke zedeleer te rechtvaardigen ? Om dit te bewijzeagaat de schrijver, van het beginsel uit, dat iemand die door wilde beesten wórdt bedreigd, om zijn eigen leven te verdedigen, inbreuk mag maken op andermans eigendom, zonder dat deze er zich tegen mag verzetten; en dat de vrees voor ernstige schade in sommige gevallen van de verplichting ontslaat zijn woord te houden. Staten stelt hij met personen gelijk. Volgt eene lange reeks beweringen zonder bewijzen : het bestaan van Duitschland was bedreigd ; deze bedreiging w«s onrechtvaardig; het had geen ander heilzaam middel om te ontsnappen aan de wilde beesten, Engeland en Frankrijk ; België was verplicht de Duitschers door te iatcn ; bovendien stond België in verstandhouding met Duitschlands vijanden. Dit alles wordt op gezag van Duitsche profeten beweerd en daarna punctum.-^>J* 't Is wat al te rap gesproken. i° Bij de interpretatie van het door noodzaak verleende recht om inbreuk te maken op andermans eigendom, is het gemakkelijk te beweren dat er absolute gelijkstelling bestaat tusschen staten en individuen ; maar vergeefs zoekt men naar het bewijs van deze bewering, die niet in de Katholieke theologie te vinden is. Deze gelijkstelling kan men volhouden, zoolang men er niemand schade mee doet en zijn woord niet breekt; maar anders is het, wat betreft steun, hulp en plichten van welwillendheid en menschlievendheid. Zoolang het afdoende bewijs niet is geleverd blijft het eene vraag, öf de noodzakelijkheid grondg- bied en bezittingen tusschen de staten tot gemeen goed maakt, zooals zij dat doet met de dingen die tot het levensonderhoud der menschen noodzakelijk zijn. Indien een volk voor zijn handel de havens en kolo- nies van zijn buurman noodig heeft, zal deze dan worden gelast bescheiden terug te treden ? Al was het recht honderdmaal aan de zijde van Duitschland, dan nog zou België het geen bijstand verschuldigd zijn geweest : een formeele belofte hield het voortdurend gebonden. Deze opmerking daargelaten om mij te beroepen op noodzakelijkheid moet ik ze zelf niet in het levsn geroepen hebben. Als mijn onrechtvaardige aanvai mij in gevaar brengt zou het onbeschaamd zijn te eischen dat men mij steun biedt. Indien ik mij er door mijn toedoen aan blootstel, slaag te krijgen zou het mij slecht vergaan om aanspraak te maken op een derden medeplichtige om mijn tegenstander onschadelijk te maken. Maar zelfs in de veronderstelling- dat" Duitschland het recht had, met geweld den weg te banen door België, — wat trouwens niet het geval is — mocht dit niet geschieden zooals het gebeurde. Dat men, om zijn leven te redden, den eigendom van zijn buurman schendt, is te begrijpen. De schrijver van het opstel heeft er echter niet aan gedacht dat men om zijn leven te redden niet het recht heeft zijn naaste te dooden of te onteeren, zijn woning te plunderen ea te verbranden, zijn vrouw en zijn dochters te beleedigen. Door België binnen te dringen, offerde de Duitschman ons land op ftan zijn eigen belangen, aan de belangen van zijn hoogmoed en hebzucht en dit op de meest onrechtvaardige en schandelijke wijze. Wat spreekt men ons van een doortocht door België ? Hier was geen spraak van een eenvoudigen doortocht van troepen, wel van een ware bezetting en een stilzwijgende toeëigening ; immers, toen eenmaal de eerste troepen voorbij waren getrokken, was het noodzakelijk hun verbinding met Duitschland te handhaven met het oog op den doortocht van hulptroepen, ammunitie en proviant. In de loutere veronderstelling dat al het overige waar is, kon de schrijver niet tot het besluit komen, dat Duitschland het recht had België binnen te vallen en vooral niet het recht had hier binnen te dringen, plunderende, het ten gronde richtende door tal van oorlogsschattiugen, zijn gedenkteekenen en bibliotheken verbrandende, alom zaaiende verwoesting en dood. Het is voorwaar voor een priester een mooie taak, het geweten van een bende moordenaars en plunderaars te stillen en tegenover de opgehoopte lijken, de rookende puinen, de onteerde vrouwen, een geheel land dat doodelijk is getroffen, te zeggen: " Doet maar op 1 Het recht is aan uwen kant en uw slachtoffers hebben de plicht u te laten begaan!,, 3« Hoe staat het nu met de tweede bewering, namelijk dat het bestaan van Duitschland bedreigd was, en dat het voor dit land een levenskwestie was door België heen te trekken ? — Laten wij ons niet door vergelijking misleiden. Het leven van een mensch, de dood van een mensch, nu- weten we wat dat is ; het zijn bepaalde dingen. Maar wat beteekenen deze woorden wanneer er van naties sprake isPVoor dezen zullen eer en vrijheid,voor genen overheersching en opgedrongen suprematie absoluut noodzakelijk zijn. Wie.sprak er van, Duitschland te vernietigen ? Wie sprak er van Frankrijk te verpletteren alvorens zich tegen Rusland te keeren ? Een levenskwestie ! Maar hoe ? Indien men te doen heeft met een wezen met abnormalen eetlust, dat slechts ten koste van anderen leven wil ? Voor een menscheneter, een tijger of een kaaiman kan het een levenskwestie zijn menschenvleesch te hebben, maar bij dat soort van eetlust moeten allen zich niet neerleg gen. Voorzeker is het een vermetele bewering wat de schrijver zonder eenig voorbehoud verklaart: dat in dezen oorlog de rechtvaardigheid aan de zijde is van Duitschland en dat dit land strijdt voor zijn bestaan. Anderen beweren dat Oostenrijk, heimelijk door Duitschland gedreven, de lont aan het kruit heeft gelegd door een onaannemelijk ultimatum te zenden, dat den wereldbrand noodzakelijkerwijs moest ontsteken. Schijnt de aanvaller veeleer niet degene te zijn, die sedert meer dan 30 jaar zich tot den ooriog voorbereidde, voor den oorlog schatten verzamelde, voor den oorlog leefde, en die op huichelachtige wijze van het Servische incide»t gebruik maakte om zich te werpen ,qp een volk, den erfvijand, dien hij niet gereed achtte, en die het ook werkelijk niet was ? {'t Vervolgt.)&ÊM Een groep Katholieke Godgeleerden. Bij de Bondgenooten Twee historische zittingen. In het fransch senaat verdedigde Minister Millerand met waardigheid en kracht de vraag van de nieuwe milUoenen die noodig zijn omden oorlog voort te zetten. Daar er achter de schermen gewerkt wordt om een zekere tegenkanting te doen ontstaan zijn de laatste woorden van Minister Millerand veelbeteekenend. Aldus sloot hij zijn rede : « Er is geen mogelijke samenwerking mogelijk zonder wederzijdsch vertrouwen. Het gevoel van mijn plicht en mijne verantwoordelijkheid zal mij dan alleen toelaten mijn taak voort te zetten alswanneer ik mij bewust weet ondersteund te worden door alle vertegenwoordigers van 't land. In het engelsch lagerhuis sprak ministerAsquith eene prachtige rede uit, een oproepdoende opdat allen de nieuwe leening zouden onderschrijven. Onze gewone briefwisselaar in Engeland zal ons daarover wel meerinlichten.®ïid! Ons Protest ij Nueenigen tijd geleden, zette ik in "De Belgische Standaard" het gedacht vooruit een vergadering der Belgische sociale werkers bijeen te roepen ten einde bij onze vroegere-Duitsche vrienden een krachtdadig protest aan te teekenen tegen hunne verraderlijke handelwijze. Zulke vergaderingen moeten met de instemming van de bevoegde personen belegd worden, daarom vroeg ik hu;: gedacht. Een antwoord kwam er, onder den titel "Sociale 'Werken." Schrijver ervan meent dat het oogenblik voor zulke vergadering nog niet gekomen is en haalt verscheidene redenen aan. In een enkel geval zou ik schrijver van het artikel zijn gedacht deeleh: name= lijk wanneer de omstandigheden niet zouden toelaten een genoegzaam getal bevoegde sociale werkers bijeen te krijgen. We zijn op sociaal gebied in België eene sterke inrichting en de Duitschers hebben ons nooit met misprijzen aanzien; integendeel hunne pogingen, deze laatste jaren, streefden ernaar de Belgische sociale inrichtingen dichter en dichter bij de hunne te brengen; hun geest en organisatie aan onze werken te geven. En zij, die ons verraderlijk verloochend hebben, die de eedverbreking toejuichten, zij gaan schaamteloos de wereld in; hunne sociale leiders trachten de neutralen voor hunne slechte zaak te winnen... en. wij, de onschuldigen, wij zeggen niets. Wij klagen herf niet aan, als machtige sociale instelling hebben wij van ganschiden oorlog nog niets gezegd. Hebben wij dan geen vertrouwen in ons zelven? Zouden onze woorden dan nergens weerklank vinden? Dat de Duitschers zullen zeggen: zij handelen in een Oogenblik van opgewondenheid ? Best mogelijk, dat zegden zij van Kardinaal Mercier ook, wanneer hij zijn ophefmakende omzendbrief uitgaf. Dat zegden zij van de socialistische vergaderingen ook. En toch zij spraken en deden veel. Volgens ik bij toeval, zooal verneem, zijn er vele sociale werkers, die zulke vergadering zouden kunnen bijwonen. P. Rutten, de gezaghebbende leider zou die vergadering best kunnen doen lukken. Hij is aan deze zijde der vuurlijn; Hendrik Heyman, de voorzitter def Confederatie; Fl. Prims, hoofdopsteller van "De Gids"; E. H. Jansens, bestuurder der sociale werken, Turnhout; E. H. Denys, bestuurder der sociale werken, Kortrijk ; E. H. Lambrecht, algemeen sekretaris der werken voor Middenstand, en misschien nog veel anderen , zijn allen buiten den klauw van den vijand. Hoemeer ik nadenk en rond zie, hoemeer ik overtuigd ben dat we deugdelijk werk zouden afdoen. Dat we iets te zeggen hebben, in deze omstandigheden is zeker, zooniet loochenen wij c ru; bestaan. F. V. d. H. POPEftINGHE kreeg op 28 Juni w%er haar deel granaten, weinig schade aanrichtend. Het grootste gedeelte der bevolking is overdag in winkel of werkhuis maar gaat uitslapen. En de jon-gelingendiein'tkort moeten optrekken doen,' I als in vredestijd, de' ronde achter een har-monica-speler en zingen zoowel: " It is a long way to Tipperary " als "De Vlaam-scheh Leeuw " en " De troep is goed!" De khaki zal hun goed staan ! Oorlogsnieuws. OP DEN YZER. Eigenlijke krijgs verrichtingen hadden geen plaats. Alleenlijk werd verleden nacht een aanval gedaan langs den kant van Lombart-zijde, v/aar we eenige meters vorderingen mieken. Na een lang zwijgen hebben de Duitschers nog eens getoond dat ze nog geschut achter de Yzerlinie staan hadden. Het front werd van aan zee tot over Drie Grachten beschoten met stukken van verschillend kaliber. Weerom een bewijs dat we ons niet te erg moeten inlaten, — hetgeen we ten andere reeds'deden opmerken — met al wat ons onsredischt worden over aanhoudend 1 troepentoevoer naar den Yzer en over aan-1 houdende terugtrekking der duitsche artille-I rie van de Yzerlinie. Dat worden al praatjes. We moeten ons I niet opwinden met begoochelingen. De wer-I kelijkheid in de oogen zien, en handelen 1 naar mate, dat is 't voornaamste. Onze jon-I gens hebben moed en werkkracht te koop om I het dan ook zóo te verstaan. WESTELIJK FRONT. Daar sedert ettelijke dagen de ambtelijke I berichten zoo droog zijn in hunne meldingen 1 mogen we wel dus met recht en reden aan-I nemen dat het offensief langs Atrecht ten ein-jj de is gekomen. Dat dit offensief zijn doel be-I reikt heeft met alleenlijk het veroveren van I Carency, Ablain, Neuvjlle en het bezetten i van de O. L. V. Lorette-hoogte te willen be-a trachten, mag blijken uit de maandenlange I gevechten die de fransche troepen geleverd I hebben, — gevechten, als in dezen oorlog I weinig zijn gebeurd — om deze punten te be-I machtigen en dat na deze taak, alswanneer ï een verder vooruitrukken zonder twijfel geen 1 zulke zware offers meer zou gevergd heb-I ben, alle onstuimige, werksïadigheid werd stil t gelegd. i Het onmiddelijk doel zal dus geweest zijn: $ hetgeen werd veroverd met een eventueel |«verder rukken al gelang de omstandigheden I daartoe moesten noodzaken. Daar na deze * stormaan vallen alles weer is tot rust* geko-ï men ligt het besluit voor de hand dat de hoo-I gere leiding van het leger nu nog de noodzakelijkheid niet heeft ingezien van een verder ingrijpen in de duitsche linie. Doch daarmede schijnen de ongeduldige menschen geen vrede te hebben als wilden ze. te kennen geven dat iets anders mangelt j aan het oorlogsmachien. Daartegen ingaan is de eerste en allernoodzakelijkste plicht van eenieder. Wij blijven toeschouwers van den strijd en het verloop van dezen reuzenoorlog kan allerminst door ons beoordeeld worden omdat wij in allereerste plaats de verantwoordelijkheid ervan niet te dragen hebben. De operaties moeten ' beslissend èn op ons ongeduld èn op onze gedachten werkei 1. Geenszins zijn dé moeilijkheden te ontken- nen, en de verantwoordelijke leiders van de bondgenooten verduiken ze ons dan-ook niet. We hebben niet alleenlijk te kampen tegen mannen, maar ook tegen munities en tegen geld ! En beter is het in deze beide laatste gevallen eerst het overwegend voordeeljangs onzen kant te hebben dan 'L eerste aan te gaan zonder zeker te zijn van het einde. De zegepraal ligt thans in een nieuw verband met den tijd 1 We moeten kunnen veel tijd verliezen om veel mannen te sparen. RUSSISCH FRONT Wijl het gevecht te land voor eenige oogenblikken tot minder hevigheid schijnt weergekomen te zijn, hebben de Duitschers gisteren eene ontscheping van troepen gewaagd op de kusten van Koerland, bij de haven van Vindava, Baltische zee. Een pantserkruiser van het soort " Siegfried" vier hulpkruiser?,eenige torpedojagers vergezeld van eene vloot visscherssloepen kwamen in 't zicht van de haven.Na een bombardement van twintig minuten op Vindava- wilden de Duitschers ontsche-pen. Juist op dezen stond daagde eene rus-sische vloot torpedojagers op, die het duitsch smaldeel tot achteruit-trekken verplichtte. Een duitsche torpedojager botste op eene onderzeesche mijn en vloog de lucht in. De landings troepen werden terug in zee gedreven. IN DE DARDANELIEN. We gaven gister naar alle bladen en uit Italiaansche bron, de mogelijkheid van eene nabije deelneming van Italië in de Dardanel-len-actie. Een dag is verloopen en van wege de Italiaansche regeering zelf komt een ambtelijke mededeeling om nog eens alles in 't water te doen vallen. Weinig aanmoedigend schijnt ons deze overijlende uiting van zekere bladen, nu het thans niet meer te ontkennen is dat de toestand in de Dardanellen zich niet zoo schitterend meer voordoet als wel het geval was in 't begin. Uit deze mededeeling blijkt dat alle geruchten desbetreffende van allen grond ontbloot zijn. Nochtans spreekt ditzelfde bericht het nieuws niet tegen van eene mogenlijke oorlogsverklaring aan Turkije. Dit zal er dan wel van komen hetgeen een aanvallend optreden tegen den Turk bevestigen moet ? Aldan zou dit optreden moeten gezocht worden op de Asiatische kust waar het dan ook slechts zal komen tot een demonstratie van eenige bombardementen tegen Turksche havens, daar het al meer duidelijk blijkt dat het Italiaansche doel alleenlijk gelegen is in 't inrukken van de hongaarsche pleinen. Intusschen doen de engelsch-fransche troepen hun aanvallen voort in Gallipoli. Eergisteren behaalden ze nog een belangrijk voordeel en drongen door tot in vier turksche loor grachtlinies. Ook wordt de tegenwoordigheid van engelsche onderzeeërs in de zee van Marmara gemeld. Hier lijk elders ten andere spreken de feiten nuchter voor zich zelf!

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Ajouter à la collection

Périodes