De landbouwer: weekblad voor landbouwers uitgegeven met de medewerking van het Duitsch Generaal-Gouvernement in België

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

De Landbouwer Weekbtad voor Landbouwera ultgegeven onder medewerklng van het Duitsch Generaal Gouvernement in België. bladsn mogan ult < De L«ndhoun*r > niatt xondar t*lk«na d* bren ta «irmilda*. Nr 18. |;K( Opsteîraad en verzending : îizerl. Duitsch Besiuur,afdeel. VII, IN'amenstraat, 10. —, . * rs a -r n ' .. Brussel, 4- Juli 1917. Druhherij : * Staatsdrukkerij, Leuvensche •weg, 40. AANKONDIGINGEN : 30 centiem de kleiue regel. Bijlagen, bijzondére prijs. Il 3e Jaargan». INHOUD: Dijzondere verhandelingen : Xakultuur in de grocntenteelt. — Ilct fruitpitten. — De verzekering van île fruitontwikkeling. — Watef belang van de voorvrucht voor den oogst. voor de fruitboomen en de groenten! — Bondige raadgevingen : Akkerbouw, veeteelt, tuin- en boschbouw, enz. : Arbeidskalender voor i. Bijenteelt. 2. Tuinbouw. 3. Iloenderteelt. 4. Landbouw. 5. MelJ Juli. — Het grootbrengen der geitenlammeren. — Het Belgische kerij. 6. Fruitteelt. 7. Allerlei.— Uit stad en land. — Marktnieuws. reuzenkonijn. — Het vetmesten van jong pluimvee. — Over dcn — Plagen bij onze huisdieren. koolzaadoogst. — Benuttiging der erwtenpeulen. — Verzamelt Bit nummer bevat een bijblad betreffende : « Regelen voor de tenuttemaking van fruit, bijzonder met het 00g op het suikerloos inkoken », dat afgeseheiden worden kan. Andere exemplaren kan men bij den opsteîraad bekomen. \aiiuUuiir in de groentcnteclt. Meer dan ooit is het dit jaar plicht van elkeen aile l)9schikbare oppervlakten, om 't even hoe groot ze zijn, voor de voortbrenging van voedingsmiddelen te nulte te maken. In den loop van den zomer mogen oppervlakten, die afgeoogst zijn, niet onbenut blijven liggen. Bedden, waarôp spinazie, mangold (om te snijden), rapesteel, kropsla, groentenplanten en dergelijke gestaan hebben, moeten, zoodra ze vrij komen, met eén andere teelt bezet worden, bijv. door aanplanting van Avitte kool, roode kool, savooien in vroege soorten, struikboonen, raaplcool, vroege wortelen, radijs, roode beeten en andere ineer. Witte kool, roode kool en savooien kan men met goed gevolg nog tôt einde Juli planten, wanneer men vroege soorten kiest dus soorten, die tôt hun ontwikkeling maar weinig tijd noodig hebben. Struikboonen kunnen tôt midden Juli nog met^kans op goeden uitslag geplant worden. Bij struikboonen verkieze men imrner, 00k in kleine tuinen, de zaaiing op rijen boven de zaaiing in trappen. Men legge de boonen in ondiepe voren, in door-loopende rijen, zoo dat de boonen 4-5 cm. van elkander liggen. Bij groote oppervlakten geschiedt dat met de drilmackine. Als rijenafstand geve men volgeus de soort 60-70 cm. De bearbeiding van zoo geplante boonen is eenvoudiger dan bij de zaaiing in trappen en de opbrengst is veel grooter, daar elke plant zich goed ontwikkelen kan. Opperraapkool kan men tôt einde Juli planten ; vroege soorten tamelijk eng, omtrent 20 x 25 cm., maar het land moet goed bemest zijn. Vroege wortelen kunnen tôt midden Juli uitgezaaid worden. Ook wortelen zaaie men op rijen, zooals nagenoeg ailes. Dan kan men ze beter zuiver en los houden en ook gelijkmatig uitdunnen. Bij vroege soorten van wortelen is een rijenafstand van 20 cm. voldoende.Radijzen zaaie men bij uitzondering in trappen in afstanden van a5 cm. 3-4 korj-els bijeen en late dan maar eene plant staan; het ailzaaien kan tôt Augustus geschieden, zoo men hier ook snelgroeiende soorten kiest. Roode beeten als nateelt moet men volgens de soort op 20-30 cm. afstaud planten. Maar ook bij teellen, die Iater geoogst worden dan de hierboven genoemde, als bijvoor-beeld vroege aardappelen, struikboonen, erwten, vroege wortelen, stekajuin, enz., kan men nog goed nakulturen planten ; al het hierboven aangeprezene, evenals spruit-kool, bloemkool, groene kool, boterkool, winterandijvie en fcropsla. Spruitkool en bloemkool ontwikkelen zich, naar men weet, het beat, wanneer zij vrijstaan en van aile kanten licht krijgen. Men plant die koolen derhalve liefst in afvvisseling met eene rij ïage groene kool (gekrulde kool). In de rij geve men 60 cm. afstand, dan volgt eene rij gekrulde kool met 45 cm. afstand in de rij en dan weer bloem- en spruitkool. De rijenafstand bedraagt 60-70 cm. Winterandijvie en kropsla willen evenals koolsoorten goed bemest land. Men kan ecliter ook op lichte gronden met goed gevolg groenten kwTeeken. Nog beter dan door nateelten laat zich het land door tusschenteelten te nutte maken ; dat is echter maar geraden voor bedrijven, waar de meeste ver-richtingen met de hand uitgevoerd worden. Eenige voc r-beelden van zulke tusschenteelten in 't kleinbedrijf : een gewoon tuinbed van 1,20 m. breedte wordt vroeg in de lente of nog beter in den herfst met 6 rijen spinazie bezaaid. Tusschende spinazie plant men einde Apriî-begin Mei 3 rijen vroege roode kool; is de spinazie dan afgeoogst, dan wordt diep doorgehakt. Heeft de roode kool kroppen ontwikkeld, dan stopt men radijzen in de rijen roode kool; zoodra het bed afgeoogst is, plant men nog 6 rijen kropsla op het bed en bekomt zoo 4 oogsten. Of men wil augurken in 't vrije winnen en dan declt men het land in stroolten van 1,60 m. breedte en plant op 1,60 m. afstand een rij struikboonen of erwten, 5o cm. daarvan, 2 rijen kropsala op elke zijde eir tusschen de 4 rijen sla, later de augurken. Zijn de erwten of boonen afgeoogst, dan plant men in hun plaats bloemkool, spruitkool of gekrulde kool. Eer de augurken de plaats noodig hebben, is de sla afgeoogst evenzoo de boonen of erwten. Eer de genoemde koolsoorten plaats noodig hebben, i« de augurkentijd voorbij. Wij bekomen dus hier vier oogsten; overal waar wij twee tôt vier oogsten hebben willen, moeten wij ook overeenkomstig bemesten. Ook moet men er bijtijds op bedacht zijn, er zorg voor te dragen dat men steeds goed voorbereid plantsoen heeft. Bodendien zal als overal in 't leyen enkel de vlijtige goede uitslagen hebben. SKei belang van de voorvrucht voor den oogst* Elke pravcsche landbouwer weet uit eigen ervaring dat de voorvrucht een buitengewoon grooten invloed op de opbrengst van den oogst uitoefent, die zich zelfs ver-schillende jaren kan doen gelden. Dikwijls vindt men de verklaring voor merkelijke verschillen in de ontwikkeling op gelijk gemeste en behandelde deelen van eenzelfda veld eerst dan, wanneer men eenige jaren terugdeckV

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.