DE LEGERBODE den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende Dit blad is VOOR DE BELGISGHE SOLDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvangi, tien of vijftien Fransche en Nederlandsche exemplaren. De Burgers-Soldaten 't Is niet enkel in den oorlog met moorden en branden dat Duitschland echande en schaamte heeft geoogst : De lasteroorlog dien het tegen België voert, na het verkracht en gemarteld te hebben, was even afsehuwelijk. Ook het slijk is een wapen geweest voor Duitschland en wij werden er door bemorst. Maar indien die mein-eedige en schaamtelooze tegsnstrever gedacht heeft dat hij ons kon onteeren, dan heeft hij zieh bedrogen. Dank zij een organisatie aoo geleerd ineengezet als hunne militaire organisatie, hebben d-e Teutonen, met bandvollen goud, met aile mogelijke middelen, voor geene enkele laagheid aehteruitgaande, er kunnen in slagen een oogen-blik de meening van de wereld te misleiden. Maar de waarheid is aan 't doorbrekea en niets lal 7.s nog tegenhouden. De heer Emile Waxweilar, besiuurder van het Institut Solpay, heeft een forschea houw gege-ten aan het gebouw van leugan en laster opge-richt door de nàvolgers van Treitsehka en von Bernhardi, en door de kruiperige pers die even t'aafsch aan het ordewoord gehoorzaamt als de kerporaals van het Pruisische lsger. Het boek dat hij onlangs te Ganève hseft uitgegeven en dat een merkwaardig succès hseft gahad, "werpt Zoo een helkiaar licht op de gebeurtenissen, die de oorlogsverklaring voorafgingen en ermede samengingen, dat voor een onp&rtijdig oordeel geen twijfel meer mogelijk is : Het slijk dat naar ons werd geworpen verdwljnt teenemaal en het statige en vreedzame beeld van het onzijdige en reehtschapen België verschijnt daarin in al zijn swiel; Sit boek zal aïs een onomstootbaar getuîgenis blijven van onze eerlijkheid. Het heeft tevens de verdienste de meeste docamenten en verkla-ringen gewissèld tusschen onze regeering en Verscheidene andere te groepeeren en in 'thelder daglicht te stellen. Het brengt nieuwe veropen-karingen. De schrijver heeft aan de meeat zekere doeumentatiebronneh geput. Het gaat niet om, gezien de beperkte ruimte Van dit blad, een samenvatting te geven van dat Vfêtenschappelijk werk. dat de verdienste heeft levendig en hartstochtelijk te zijn als een roman : degrootedramatische roman van ons ongelukkig Taderland. Stippen we aan, onder meer, die theorie van ton Bernhardi in zijn boek uitgegeven in 1911 : « Geen enkele natuurlijke hinderpaal, geen enkele maehtige vesting staat daar (in België en <X1 Holland) in den weg aan een vijandelijken ■aval en de onzijdigheid is slechts een papieren bilans... s Een papieren schans ! De rijkskanselier, toen kij sprak over « papieren vod », had zelfs de verdienste niet zelfs het beeld te hebben gevon-îen...} erder nog, het hoofdstuk waar de heer ^•axweiler bewijst — zooals we vroeger hier deden uitschijnen — dat ons lot onver-imjdbaar was, dat ons belang overeenstemde °Me eer, en dat, indien we naar de stem van 'afbeid hadden geluisterd, we gefopt zouden gewaeat zijn en tezelfder tijd onteerd. Uan nog het telegram waardoor de Duitsehe regeering op 4dsn Augustns Zwitserland geluk-■wenscht zijne onzijdigheid te verdedigen, en f-û°doende te doen iuist wat ze ons had gevraagd '^ttedoen. En verder de zoo roerende samenspraak van 0Iatu gezant te Berliin met den heer von Jagow. Daarop volgt de beschuldigingsakte : Duitschland den oorlog met de uiterste woede voerend, er naar strevend zijn slachtoffer te belasteren. Maar waartoe dient aanhalingen te geven? Heel het boek moet gelezen en herlezen worden, en'tisiedersplicht tegen den twijfel der neutralen en mogelijk der vrienden van België, de zoo flink gegroepeerde feiten, de aoo k&lme uitleggingen, de onweerlegbare bewijsvoering van den heer Waxweiler te kunnen stellen. De geaclite bestuurder van het Institut Solvar heeft niet alleen werk van geleerde en schrijver geleverd, maar met ons dat boek te geven is hij geweest een van onze beste burgers-soldaten. Ook hij heeft zijne overwinning behaald. En daar-bij is het tevens een voor ons loger zeer opbeu-rend bewijs dat de burgers in België zich het le-ger waardig hebben getoond, an in deze droe-vige omstandigheden maar één vurig verlangen hen bezielde : Het vaderland te dienen Roning en Zuid-Afrika Het Oudthoornsche blad Het Zuid-Weaten kon-digt een open brief af, aan Koning Albert gericht door het provinoiaal raadslid C.-J. Langenhoven, redacteur aan dat blad. Wij ontleeaen ex- volgeod uittreksel aan : Nou so, Majestait, was daar vir jnlle belgiese volk 'n keuze tusschen die makiike voordeel-weg en die martelaarsweg van lijding en ramp. Om-dat j-ullie die sware koers gekies 't, is daar hon-derddnisende van julle ten "onder gegaan. Maar nie virniet nie. Want die Belge wat uit bloeiende welvaart verval is tôt die bedelaars-staf, wat uit huile brandende huise gevlug is om •nder vreemde te swerve, wat huile beminde uit huile huiskring v<56r huile oge sien uitmoor of onteer 't—huile het niet verniet gelij nie. Huile het gevoel en huile het vir ons, wat nabij, laat voel dat daar hoger belange is als geldelik voor-deel en ligamelike gelok ; dat die mensdom nie kan bestaan op fondamente van geweld, onreg, leugen, woord-breuk en trouw-breuk nie. Daar is dinge wat vir 'n nasie heilig is : sijn roem in die oog van die wereld en van sijn eie nageslag ; die onskendbaarheid van sijn gesag, sodat sijn eie burgerskap en die vreemde Staat dit sal eerbiedïg in die toekoms ; die plegtig-heid van die traktate wat hij teken en wat andere vir boni teken. Dit kom ailes neer op die heilige eis van geregtigheid en waarheid ; en soos dit die plig van elke mens is om die moordenaar en bedrieger uit sijn huis te hou, so is dit die plig van elke Staat, al was dit ook ten koste van sijn ondergang, om hem te verset tegen onreg. Ons eie Transvaal en vrijstaat kon ook in 1899 maar huile onafhankelikheid afgestaan 't aan Engeland, sonder btoedvei gietirg. Dan was huile maar waar huile op die end tog gekom 't en sonder omeers half uitgeroei te word. Maar dan had huile huile siel verloor om huile liggaam te behou. Vir hulle-sclf het huile geveg en verloor; maar vir ander kleine nasies was huile verlies 'n segepraal. Deur huile voorbeeld, seker, het België te méér moed gehad om die lijdensweg te kies. En die verdere voorbeeld van België is nou weer daar om saam te werk vir 'n toekoms, waar die g root volk verplig sal wees om die reg van die kleine volkie te respekteer. Julle het geveg, soo onsc twee stoatjies hier in Suidafriba geveg 't, vir die grote ideaal, dat reg heilig is en deur die volke van die aarde erkend moet Word als hoger dan mag en geweld. Julle het gestrij vir die beginsel, dat gelijker-wijs elke private man se huis vir hom heilig is; so is elke nasie se aanspraak heilig om sijn eie saligheid uit te we.rk in sijn eie landpale op sijn «io tnanier. Julle het die eer van België hoogge-hou, en deur België die eer van die mensheid. Uit die onreg, wat julle gelij 't, sal geregtigheid gebore word vier andere. En om daarvoor te lij was hoog van julle ; hoog van jou, Majesteit, eu hooe van io» volk, De Getalsterkte der tegenover elkaar staande Legers Een Fransch officieel verslag geeft aangaand» de getalsterkte van de tegenover elkaar staanda légers, kosibare inlichtingen. Ziehier eene be knppte samenvatting daarvan. Duitschland had in vredestijd 25 legerkorpsen. Het bracht dit cijfer, van af de mobilisatie, op 69, de landsturm niet inbegrepen. De kx-achtinspanning was reusachtig. Duitschland bereikte ineens zijn opperst strijdv* > mogen. Alzoo hadden de Engelsche-Fransche-Belgische verbondenen bij den strijd in Ylaan-deren vijftig legerkorpsen voôr zich. Evenwel had Duitschland, in Januari laatstle» den, 1,300,000 voorgoed buiten gevecht gestelde manschappen. Dit groot cijfer is blijkbaar niet overdreven indien mon de zware verliezen beschouwt welke ' aekere Duitsehe l'egimenten hebben ondergaan bij de ijdeie en onatuimige aanvallen bij massa's die zich tegen onze loopgraven te pletler liepen. Het 13e Beiersch x'egiment heeft 3,230 manschappen ▼erloren. Het 12', 2,560 man en 60 officieren. Het 15% 4,786 man en 37 officieren, alîeen op 18 October ; Het 132% 1,340 man, den 16 November bij Yperen. Het 205', 2,400 man, in den slag aan den Yser alleen ; Het 17» Beiersch reserve-regiment verloor 2,170 man en 30 officieren te Meesen en te Wytschaete. Yolgens de offieieele cijfers van de werving heeft Duitschland 9 millioen manschappen kunnen te been brengen. Maar er dienen SOO.OOO afgetrokken, die noodig zijn achteraan het veld en 1,300,000 gedood oi buiten gevecht gesteld. Blijven 7,200,000 manschappen, waarvan er 4,000,000 op het front en meer dan 3 millioen beschikbaar zijn. Maar dit nominaal cijfer begi'ijpt, volgens da Duitsehe statistieken zelf, 800,000 ongeschikten en non-combattanten, en onder de 2,400,000 die ovei'blijven vindt men de niet geoefende manschappen der oude klassen en de contingente!» der klassen 1915, 1916 en 1917. Men schat einde-lijk op 2 millioen man maximum de gestalsterkte der legers welke Duitschland naar het front vaa hier tôt einde December zal kunnen sturen. Welnu, het gemiddeld verlies der Duitsehe legers was 260,000 man per maand, sedert het begin van den oorlog tôt einde Januari. De verschrikkelijke vei-liezen in Polen moeten nog dit gemiddeld bedrag verboogd hebben. Duitschland zal dus weldra onmachlig zijn zijne leger-troepen op dezelfde getalsterkte te houden. Het Fransch leger integendeel verkeert thans onder merkelijk betere voorwaarden dan bij den aanvang van den kriig, onder het drievoudig oogpunt van getalsterkte, hoedanigheid en uit-rusting.De hoogere kaders werden verjongd. Een zeker aantal bevelhebbers van legerkorpsen, hebben eenen leeftijd van 46 tôt 54 jaar. De bx-igade-generaals zijn bijna allen beneden 50 jarigen leeftijd. De toestand der infanterie-kaders was een der meest bevredigende op 15 Januari en overtrof vrijwel dien der Duitsehe infantexûe. Elle regi-nxent heeft gemiddeld 48 officieren : 18 uit de normale kaders. 15 der resex-veen 15 onderof-ficiers. Zes der twaaif compagnies van elk regl-ment worden aangevoerd door kapiteins van het wei-kdadig leger, drie door reserve-kapiteins en drie door luitenanten. Elke compagnie heeft minstens drie officieren. Frankrijk heeft voor het oogenblik twee millioen en een half man op het front en 1,250,000 in de dépôts. Hierbij is geen rekening gemaakt Van de klas van 491 o noch van de tôt hiertoe vrijgestelde en opnieuw onder de wapens opge-roepen manschappen. Fi'ankrijk heeft thans dus meer manschappen in de dépôts dan Duitschland, ofschoon deklasl916 daarnognietistoegekomen. De gevolgti'ekking is klaar. Trouwens het verslagmaakt geen gewag noch van de Engelsche troepen, noch vaa d# Belgeu, noch van de Rus-piacUe dropowan,.. 3 April 1915 JNnmmer yO

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.