De legerbode

1161 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1917, 14 Juin. De legerbode. Accès à 06 mai 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/gt5fb4x89h/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende ' ''' ' ' " —r "* ■lin» Il mm uu mi .mr.niira i im im i m in "iii—,i ni nui "m" ' IH il^Mé Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvangt tien of vijftien Fransche en Nederlandsche exemplaren. (r— ■ . DE GEVECHTEN BIJ STEENSTRAETE De Karabiniers te Lizerne Met genoegen deelen wij hier nader aanvullend« bijzonderheden mede over den roi, welke door onzt tvakkere karabiniers in de roemrijke gevechten bi; Steenstraete-Lizerne werd gespeeld. Wij hebben zt iedanken aan een onzer meest uitstekende officieren die ze ons heeft doen geworden met de enkele be-doeling, zooals hij ons schrijft, « de waarheid te dienen, die door uw blad lan^sheen de loopgraven en verbindingsgangen wordt verspreidt, in ai-•wachting van de openbariug rler op de ambtsver-slagen gegronde geschiedkundige waarheid ». Den 22° April 1915, onder de uitwerkselen dei jtikgassen, welke de Duitschers, naar ik ver-tteen, voor de eerste maal benuttigen, moeten deFransehe territorialen wijken. . De Duitschers steken de vaart te Lizerne over, nemen dit ge-liuclit in en dringea in de eerste woniitgen van Zuydschoote. De grenadiers, die den sectorbezet-ten ten Noorden van de plaats waar de aanval plaats grijpt, treden aan den rechterflank der Duitschers op. De toestand is uiterst hachelijk. Intusschen, dagen beurtelings in den nacht van 22-23 April, het 4e en het 3° bataljon van het 2* karabiniers en na hen het 4e bataljon van het i° karabiniers daar op het slagveld op. Het 4" bataljon van het 2e karabiniers dient, om zoo te zeggen, dicht tegen het gehucht Lizerne, tôt verbindingslijn tusschen de grenadiers en het 80° Fransche territorialen. Op een zeker oogenblik, geraakt dit bataljon, ûaar aanleiding van het terugwijken der naast-vechtende troepen, omsingeld en wordt het rechterpeloton vernietigd ; toen slaagt een ka-■pitein-commandant van het 2° karabiniers er in zich eenen weg door 's vijands linie te banen, met enkele raanschappen, die aan zijne zijde blijven, en schiet zelf, met zijnen revolver, drie Duitschers aeer die hen kort op de hakkea zaten. ' Dçn 23°, in den nacht, ontvangt het 3e bataljon Van het 2e karabiniers, dat tôt dan toe in Zuydschoote was gebleven, bevel om op zijne beurt ttaar Lizerne op te rukken om daar de gaping, die daar pas tusschen Belgische en Fransche troepen werd aangebracht, aan te vallen; en van toen af aan neemt dit bataljon, aanvankelijk inet het 4« zouaven, nadien met het 418° infanterie, deel en dit drie dagen te reke, aan de ver-schillende verrichtingea tusschea Lizèrne ea Steenstraete. Tôt den 2on,'s avonds,blijft het 4e bataljoa vaa het 2» k., ondanks zijne zware verliezen (een derde van zijne getalsterkte, drie officieren ge-dood, twee zwaar gekwetst, een gevangen geao-men), daar dapper op zijnen post. Zonder andere dekking, dan de nietswaardige loopgraven, welke zij met de enkele zeldzame schoppen, die in de eenheden waren gebleven, nebben weten te delven.vechtea de andere karabiniers, zonder een stap te wijken, nacht en dag Ivoort, in 't zicht van Lizerne, op stelliagen, "welke namelijk den geheelen nacht van den 25a jheftig door den vijand met stikgasgranaten worden beschoten; tal van manschappen worden ,gedood, andere verstikt; edoch eenieder blijft op zijnen gevechtspost. Den 26n, 's avonds, dus na 4 dagen en 4 nachten op het slagveld zonder dekking en haast zonder ïust, en vaak gebrek lijdende aan leeftocht, te 3ijn gebleven, wordt het 3e bataljon ten slotte ®%elost Een zesde van zijn manschappen heeft net verloren. ' ûen 14" Mei 1915, worden het 3e en het 4* bataljon van het 2e k. bij divisiedagorder eervol .Vermeld. Ilunue oversten worden bij legerdag-order eervol vermeld en ontvangen rechtstreeks van den voorzitter der Fransche Republiek, het Kruis van het Eerelegioen. Twee officieren en een soldaat verwerven de Leopoldsorde ; twee karabiniers de Orde van Leopold II, twee andere net Militair eereteeken, drie andere nog de St-«oris medalje. Ten slotte werden vier officieren «n drie korporaals bij Legerdagorder vermeld, en het toenmalig Fransch legerbericht wijst op ,«e medewerkiag verleend door de Belgische lia-ïabiniers aan de Fransche troepen, die opaieuw Lizerne bemachtigden. 4>iet Ueistade, Wickerseel» Jervaete, het Veer- huis enz. geldt Lizerne als een der mooie herinne-ringen, waarover de oude « karapatten » vrij fier zijn en waarover zij bij de nachtwake in de loopgraven aan den Yser bij voorkeur gewagen. Is die hulde niet verschuldigd aan hen, die daar hun bloed vergoten en voor immer rusten op de boorden van de Kemmelbeek, zooals aan de roemrijke gewonden van April 1915. die fier het zoo wel verdiend kruis of de borst dragen en te recht mogen zeggen : « "Wij ook hebben te Steenstraete en Lizerne gestreden ! » Karabinier. Oa Wraak is eene Krlstens deugd Op de jaarlijksche vergadering van de dekena uit het bisdom Mechelen heeft kardiuaal Mercier andermaal eene prachtige voordracht ge-houden, met « De wraak is eene kristene déugd » als thema. « De zachtaardigheid en de nederig-heid, het geduld en de moed » zegde hij « schieten wortel in de liefdadigheid. De algemeene wet der liefdadigheid moet heden onze betrekkingen inzonderheid regelen met hen die onze vijanden zijn geworden ; met zekere al te baatzuchtige medeburgers die, ten aanzien van het vaderland, de algemeene eendracht, in gevaar brengen. « Iîatholieken van het buitenland, die in hun hart geen woord van afkeuring hebben gevon-den, tegen de Duitsche legers, toen deze de onschuldige bevolking van Dinant, Virton, An-denne, Tamines, Aerschot en Leuven slachtten, onze priesters fusiljeerden, en onze niet verùe-digde steden en dorpen neerblaakten ; die den laster in hun land verspreid of laten verspreiden hebben, welke ten doel had misdadigers vrij te pleiten en de slachtofFers voor misdadigers te doen doorgaan ; die, sedert haast drie jaar, met gekruiste armen, oumeedoogenden blik en geslo-ten mond, de foltering van een volk afzien, dat voorheen met hen bevriend was en steeds het goed met Duitschland meende ; diezelfde katho-lieken vinden thans pathetische tonen, om liym-nen aan de kristelijke broederlijkheid, aan het vergeten verleden, aan den vrede te rythmeeren. « Er huizen in 's menschen hart twee diepe neigingen, eene neiging naar het genot, eene neiging naar de gramschap. De eene heeft de bezitting van een goed tôt voorwerp : Het genot is de vrucht dier bezitting. De tweede heeft voor voorwerp de verwijdering van eene kwaal of den opstand tegen die kwaal, wanneer deze oas overvalt. « De toepassing dier beginselen op de toestand die ons beheerscht is gemakkelijk ; De onbillijk-heid van de schending van ons grondgebied springt in het oog, en werd ten aadere door de daders zelf bekend. De miskenning onzer rech-ten, sinds de noodlottige dagen van 's lands overweldiging tôt op het huidig uur, is onbe-twistbaar. De beteugeling dier ongerechtighedea is dan ook een onbetwijfelbaar recht en zelfs een plicht voor hen die daartoe de middelen hebben. Willen dat die plicht uitgeoefend, de orde hersteld, de stichters van de waaorde ge-kastijdt en tôt onschadelijkheid gebracht worden; willen dat onschuldige lieden in vrede mogen leven, dat het laatste woord behoore tôt het recht en tôt de eer van den God van rechtvaar-digheid ; dit willen met al onze wilskracht en met al de driftige vurigheid, waartoe onze men-schelijke natuur in staat is, dat is antwoorden aan den wensch der gerechtigheid, en deugden beoefenen. » Ci Opsolgep van tlsn becr lîscm De opvolger van den heer Hoover, als voorzitter van de eetwarenvoorzieningskommissie voor België en Noord-Frankrijk, is de heer Karel Ruys de Beerenbroeck, ondervoorzitter van de 2e Kamer van de Staten-Genei'aal, ge-meenteraadslid van Maestricht. De heer RuyS de Beerenbroeck is kommissaris van H. M. de koningin van Hoiland in Limburg. Zijne moeder is van Luiksche afkomst. De nieuwe voorzitter is een bedrijvig man, en zal het praehtwerk weten voort te zetten van den heer Hoover, welke, naar men weet, tôt bestuurder van de eetwarenvoorzieaiDg vaa de Vei'eenigde-gtatea werd aangesteidr. Eij è BelpisW ra ie Britsslie Zegepraal TE MEESSEN Hsî HonlnMHk Hssticht ra? SsoMers uan Mlliîfiiren De prachtige zege van de Britsche troepen, dis onder de bevelen van generaal Plumer de pui-nen van Meessen, Wijtschaete en de sterke vij-andelijke verdedigingsstellingen welke er op steunden aan de hauden van de Duitschers ont-rukt hebben, roept eens te meer de aandacht op het Koninklijk Gesticht van Meessen, vôôr den oorlog gevestigd in dit Vlaamsche dorp, dat daaraan een bijzondere vermaardheid ontleende. Ook zal iedereen met belangstelling deze enkele bijzonderheden lezen over de geschie-denis van dit gesticht en het lijden dat Meesea sedert het begin van de vijandelijke bezetting te verduren had, van af Oktober 1914, het oogenblik van den ontzetteadea Duitschea stormloop naar Kales. * & Het was keizerin Maria-Theresia die in 1776 het Koninklijk Godshuis van Meessen oprichtte, door de oude Benediktijner abdij, in 1060 door prinses Adela, echtgeaoote vaa Boudewijn van Rijssel, graaf van Vlaanderen, gesticht,— te ver-anderen in een huis voor het opvoeden vaa dochters van gepensionneerde militairen zonder fortuin, overleden of invalied geworden door de gevolgea van hun wouden. De inkomsten van het Koninklijk Godshuis bestonden uit het stichtingsfonds der abdij, 't is te zeggen uit al de eigendomiaen die deze in, Frankrijk en in België bezat. In 1845 veranderde een Koninklijk besluit de benaming Godshuis in die van Gesticht voor de opvoeding van dochters van militairen, overleden, of invalied geworden in staatsdienst. Een ander besluit keurde in 1849 het organiseh règlement van het gesticht goed waarvaa het beheer, onder het gezag ea het hooger bestuur vaa den munster van justitie, aan een commissie van zeven ledea, toevertrouwd is. Het onderwijzend personeel bestaat uit een bestuurster en twaalf onderwij-zeressea, deze allea oader de oud-leerlingea ge-kozea.Om toegelatea te worden ia het gesticht, waar het onderricht en het onderhoud kosteloos zijn. moetea de jonge meisjes van (j tôt 13 jaar oud zijn ; zij kunnen er tôt hua 18 jaar blijvea. Het onderwijs, met duidelijke strekking naar het beroepsonderwijs, begrijpt leergangen in het snijden en kleermaken, liet teekenen, snel- eu machienschrift; eene hui.shoudschool is er evea-eens ingericht. Bij het uitbreken van den oorlog, telde het gesticht 166 leerlingen. Het was eerst tegen het einde van Oktober 4914, dat kostscholiersters en meesteressen er toe moesten besluiten hua duurbare en schoone woonst, die reeds half door het bombardement was veraield, te verlatea. De âankomst van de Duitschers te Meessen In een brochuur « Messines ! Huit jours dans la ligne de feu, lettre à une Nièce » (Meessen ! Acht dagen in de vuurlinie, brief aan eene Nicht), heeft Mevrouw Scheerlinck, ekonoom vaa het gesticht, in treffende woorden de gebeurte-nissen verhaald, die het evàcueeren vaa het gesticht voorafgingen. Op 7 Oktober 's middags, drong een Duitsche kapitein het gesticht binnen, met den revolver in de hand, en deed door twee soldaten de driekleur naar beaeden halea die nog op den torea wapperde. Het eerste waarvoor hij daaraa zorgde, was te bevelea dat men een middagmaal zou opdie-nen aan de officieren die vôôr het gesticht ston-den. Ziende dat men hun niet onmiddellijk wija bracht, eischteu de officieren er om met luide kreten Wein ! Wein ! Al den bordeaux-wij a moest er aan ! Rond 5 uur 's namiddags kwamen een groot çetal Duitsche ruiters het voorplein opgereden. En tenvijl zij de stallen Ieegmaakten om er hua paardea iu onder te brecgea,j;af een olïicjerrr. 44 Jnni 1917 Nummer 434

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De legerbode appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Antwerpen du 1914 au 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Sujets

Périodes