De legerbode

1365 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 16 Janvrier. De legerbode. Accès à 02 mai 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/jw86h4dd27/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

DE LEGERBODE den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijjnende Dit blad is YOOR DE SOLDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvangt tien Fransche en tien Nederlandsche exemplaren. De Loopgravenoorlog IJet fransch ministerie van oorlog geeft geregeld aan de dagbladen een uitvoerig verslag over, waarin de voornaamsle oorlogs-feiten welke binnen een bepaalde tijdruimte plaats greperi samengevat worden, en die op een ongemeen belangrijke wijze de uiter-aard bondige dagelijksche bericliten uitbrei-den. Die verslagen wcrpen een klaar licht op het zoo spéciale karakter van dezen loopgravenooriog. Ze laten de ongehôorde moeilijkheden ûitschijnen welke de kracht-dadigheid van onze soldaten loch weet te boven te komen, en laten de somma moed en krachtinspanning inzien, welke vergt het bemeesteren van een sleunpant, van een lijn loopgraven of het winnen van enkele ticn-tallen meters terrein. Het Mare inzicht welke ze geven op de essentieele eigenaardig-heden van den strijd, die zonder aflaten voortdnurt op een onmetelijk front, zijn van aard een algemeene bewondering te wekken voor onze legers en om het onbezonnen onge-duld te matigen dat nu en dan tôt uiting komt. In het verslag over de oorlogsverrichtingen welke plaats grepen van a5" December tôt 5° Januari zijn ons enkele trekken ongemeen in 't oog springend gebleken. In de eerste plaats, vooral in het Noorden, de ellendige staat van het terrein door voort-durende regens en door de overstrooming in moerassen van dik en plakkerig modder herschapen. Als voorbeeld halen we aan het verslag van een kolonel, die met zijn troepen benoor-den Ieperen ligt : Het terrein waarop we staan is verschrikkelijk slecht. De bovenste korst van 30 centinieters is betrekkelijk goed, maar daaronder slijk en niets dan slijk. Manschappen die in grachteft of loopgraven staan van 1 m. tôt 1 m. 50 diep zijn bijna niet in staat er weer uit te geraken en zakken stilaan in den grond, zoodat er verschillende mannen noodig zijn om ze eruit te trekken. De moedigste, als ze bevel krijgen uit de loopgraven te komen. spannen al hun krachten in ; maar te vergeefs, het gaat niet. Daarbij komt de kracht van de defensieve organisatie waarvoor de aanvallers staan. Het zijn overal dorpjes herschapen in echte vestingen, wijkschansen en schansen, met gekanteelde mur en, barrikades, zandzakken, bewapend met mitrailleuses en zelfs met veldkanons; het zijn malkaar opvolgende lijnen loopgraven voorzien van gepantserde beschuttingen, met voorop ijzerdraadnetten en aangevoerde verhakkingen, met daar-naast bestople mitrailleuses, gedekt door valsche loopgraven met fladdermijnen, ge-steund door een op wondere wijze verborgen artillerie. In den omtrek van Mesnil hebben we, zegt het ■verslag, in de bemachligde loopgraven gevonden en buitgemaakt een mijnwerper, een kar.on onder gepantserden koepel, een revolverkanon, twee mitrailleuses, 14 kisten patronen voor mitrailleuses, 8 kisten springstof, projecteurs, aanvuursels, lonten, schoppen, houweelen, ge-reedschapstasclien, nijptangen, beitels, lampen, sleden. geweren, talrijke patronen, laantaarns, uitrustingen, eaz. Dat duidt wel aan wat een verlies de Duit-sehers op dat punt hebben geleden en meleen de overmachtige organisatie van de verdedi-gingswerken van den vijand. Hoeven we dan nog aan te dringen op de hardnekkigheid van de gevechten en op de kracht van de aan te wenden aanvalsmidde- len ? De bericliten spreken ons voortdurend over de ongemeene hevigheid van de artil-leriegevechten op sommige punten. Wij ver-staan nu heel wel den heel belangrijken roi van de artillerie als voorbereiding tôt den aanval, als we lezen dat het geschut van de bondgenooten loopgraven heeft overhoop geschoten, blokhuizen opgeblazen, beschuttingen voor mitrailleuses vernietigd, observa-tieposten stuk geschoten, sommige vijandelijke batterijen heeft vernield en andere tôt zwijgen gebracht. Dat vernielingswerk wordt verricht door de zware artillerie ; het wordt methodisch en geleidelijk uitgevoerd ; als dat werk voldoen.de gevorclerd wordt geoordeeld, schijnt het gunstig oogenblik daar om den aanval te wagen ; de infanterie treedt in actie, gesteund door al het licht en zware geschut, dat de vijandelijke stellingen bom-bardeert. En daarop vernemen we dat op een front van eenige honderden meters een heeie Unie loopgraven werden bemachtigd. Dat schijnt niemendal, over een front van zoo'n 4°° km. tang... Maar dat veronder-stelt niettemin een reeks aanvallen en tegen-aanvallen, waarvan de hardnekkigheid bewijzen de « honderden lijken » door den vijand achtergelaten. Elders, waar het terrein rechtstreeksche aanvallen onmogelijlc maakt zonder ie veel manschappen op te offeren, dringen de sapeurs van de genie onder de aarde door naar de werken van den vijand, ondermijnen ze en op het verkozen oogenblik zetten ze de springstoffen in brand. Een voorbeeld uit den hoop. Lezen we het 0 fficieel verslag : In de omstreken van Ieperen hebben we den 1 Januari een schans opgeblazen bezet door twee compagnies, ieder 70 man sterk, voorzien van 3 mitrailleuses en 2 veldkanons. Het ont-ploffen veroorzaalcte eene rookkolom van 120 m. hoog en 140 m. breed. De helft van de verdedi-gers werden onder de puinen begraven.De andere helft nam de vlucht. Onze artillerie trad als-dan in werking en de vluchtelingen werden neergeschoten, Nabij de Evkhofhoeve, hebben we den 3n door meliniet een vijandelijke loopgraaf doen sprin-gen, waar de verdedigers in begraven werden. Bijna over heel het front hebben onze patrouilles duitsche loopgraven verkend onder water staan-de en waarin duitsche lijken opgehoopt lagen. Deze echt dtdvelsche mijnenoorlog grijpt plaats op de meest verschillende punten van het front. Ook de vijand neemt ertoe zijn toevlucht ; soms doet hij de door de verbondenen bezette verschansingen springen ; maar andere ma-len, zooals in de Aisne-streek, hadden op x Januari « de Duitschers eene mijn doen springen ; doch de fransche infanterie, on-danks de verrassing der ontploffing, vloog vooruit en bezette het gemaakte gai voor hen en hielden er stand niellegenstaande talrijke en hevige aanvallen ». Gaat men onder zulke voorwaarden wel de ware beteekenis na van een winst van een tienlal meters en van den toestand van de twee legenstrevers, wier stellingen soms maar op 15 m. van élkaar liggen ? Een ander bewijs van de hardnekkigheid van den strijd levert ons het gevecht dat plaats greep in den Elzas, rond het bezit van Steinbach. Hier is het een stratenoorlog, met al de duivelachtige woede welke daaraan ver-bonden is. Men moet den vijand uit het dorp verjagen wijlc voor wijk, huis voor huis. De artillerie heeft van het dorp een hoop puinen gemaakt, maar de vijand maakt daar verschansingen van ; 24 uren werd er verwoed gestreden om de wijk van de kerk le bemach-tigen ; de Franschen hebben een week lang moeten slrijden, — een strijd zonder voor-gaande, — van den 3o December toi den 6 Januari. om Steinbach te bemeesteren. De vijand heeft er overigens vreesélijke verliezen ondergaan, gelijkstaande met die welke in vroeger jaren volgden uit een grooten veld-slag.En waarlijk, indien we ons wel voorstellen den gansch onverwachten en nieuwen vornt door dezen modernen oorlog aangenomen wanneer we waarnemen dat, ondanks de on« telbare moeilijkheden, die op elken slap voor de bondgenooten zich voordoen, deze mette» min overal vorderen. met den dag hnnne su-perioriteit doen uitkomen, aile hindèrpaleri te boven komend, staan we verbaasd voor zoo'n taaie heldhaftigheid en zinderl ons ge*>. moed van hoop ! Mss a Eclgiscb fiufel gml werd v In den nacht van 5 op 6 Augustus, in den loop. van de heldhaftige verdediging van de forten van Luik, vlogen drie belgische oflicieren, alzoo aan. hunne troepen het schoonste voorbeeld van krijgsmoed gevend, naar de duitsche lijnen toe, N gevolgd door hunne moedige soldaten. Het waren kolonel Dusart, die gedood werd, de kapitein-commandant stafadjunct Desombiaux, die ver-mist werd, en luitenant Noterman, vaandrig, die op een gegeven oogenblik zich geheei àlleen midden in de vijandelijke lijnen bevond, terwijl, aehterhem, zijne manschappen met hunne ba-jonnet een vreeselijke slachting aanrichtten onder de vijanden. Het was 2 uur van den morgend. Op liet punt gevangen genomen te worden, ging luite*-nant Noterman plat op den grond liggen eia verborg zijn vaandel in een garve haver. De Duitschers liepen hem voorbij en de luite-/ nant lag- daar gansch alleen, met zijn vaandel. in de vijandelijke lijnen ! Hij bleef zoo liggen tôt het dag werd, voortdurend hopend op een aan-vallend weerkeeren zijuer manschappen • maar 's morgens werd hij ontdekt, gevangen genomen en geleid naar een huis waar een dertigtal soldaten van den Kaiser de belgische gevangenea bewaakten. Opeens werden de Duitschers zienlijk onge-rust ; ze grepen in allerijl naar hunne wapens en trekken weg ; enkele oogenblikken daarna, kwanaen ze terug met een hunner compagnie*^ welk^ van Pontisse wegvluchtte, en bekomme»* den zich niet meer om hunne gevangenen. Deze verwijlden natuurlijk niet met naar do oorzaak vtsi die onverwaclite vlucht te zoeken en zetten het op een loopen naar de Belgische stellingen toe. Maar luitenant Noterman wou niet teruggaan zonder zijn vaandel ; hij vond de plaats waar hij het 's nachts verborgen had en blijgemoed vervoegde hij zijne makkers. Toen d« kleine troep ongehinderd onze lijnen ging berei-ken, kwam daar een Duitsche afdeeling af, 140-man sterk met 3 officiers, allemaal volsiagen den kluts kwijt envervolgd door een belgische compagnie van het 12e linie. Deze was op het punt op de vluchtende Duitschers te schieten, toen ze de vrijgekomen belgische kameraden beinerkten. De' kompagnie kwam dan vooruit zonder te schieten, terwijl de Duitschers, verrast Belgen op hua weg te vin den, nie t nagaande dat het regiment dat hun den weg versperde ontwapend was," zich verloren achtten,de handen opstaken en zich overgaven. Toen zag men een vreemd sehouwspel : De Belgen, die een uur te voren krijgsgevangen waren, grepen de duitsche geweren en, met de bajonnel op het geweer, leidden ze hunne vijanden naar de belgische stellingen. StraSend van gélule, droeg luitenant Noterman, aan het hoofd stappend van dien roerenden en. schiiderachtigen stoet. met fierheid het roemrijke vaandel van het 11= linie; de vlaggestok was ia het avontuur gebroken geworden. A.p.ïy

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Ajouter à la collection

Périodes