den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende Dit Jblad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN Lestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvang-t tien of vijftien Fransche en Nederiandsche exemplaren. De Oorlogsarchieven De Koninklijke Bibliotheek van België is ook toitgeweken. Sedert eenigen tijd heeft zij in bal-lingschap een onderkomen gevonden, zoo goed als de omstandigheden het toelaten, in de rue Jules Lefèbvre nr i, te Parijs, niet verre van de irue de Liège, die den onsterfelijken roem van Luik herinnert. De h. Dommartin, een van de Brusselsche ambtenaars, zorgt er voor dat de verschillende diensten regelmatig werkzaam zijn. Wij moeten niet vergeten dat de heer Dommartin er één van de heldhaftige kleine groep was die, op last van het ininisterie van kunsten en wetenschappen, cp het oogenblik dat de Duitsche kanonnen reeds vuur en vlam spuwden op onze mooie Vlaamsche steden, onze kunstwerken trachtten te redden ; hij richtte zeifs, te Parijs en te Havre, tentoon-stellingen in van deze relikwiën, die hij aan de roofzucht van deMoffen bad weten te ontrukken, lofwel die door hun blinden vernielingszucht, fataal tôt den ondergang zouden gedoemd zijn. Maar het was ook vooral noodig de geestes-produkten, door den oorlog ontstaan, uit de ver-getelheid te redden. Men weet hoe aanzienlijk ze zijn ; het is een zee van boeken, brochuren, tijdschriften en dagladen, die ailes dreigen te overstroomen, en die men volstrekt moet indij-ken zoo men, voor de geslachten van morgen, iets aan de vergetelheid wil ontrukken van dezen ijverigen en vaderlandslievenden arbeid van onze huidige schrijvers en publicisten. De ge-dachte om in den vreemde, een « bijhuis » van onze Koninklijke Bibliotheek te stichten, is door deze bekommering ontstaan. De lokalen te Parijs, beperken zich tôt enkele ivertrekken op een zesde verdiep ; dat belet niet dat er reeds een overvloèdvan litteratuur heeft plaats gevonden. En de heer Dommartin is zells jniet ver van te denken dat onze hulpbronnen in dit bijzonder gebied, bij. onzen terugkeer naar het vaderland, niet ver van de tien duizend pu-blicaties zullen bereiken; anderzijds heeft het département van kunsten en wetenschappen, in al de verbonden en in al de neutrale landen, « comptoirs » opgericht. die voor opdracht heb-hen ons van gesehreven dokumenten te voorzien. , Daaruit volgt dat de Koninklijke bibliotheek overal vertegenwoordigers heeft, zelfs in de Ver-eenigde-Staten. Al deze medewerkers aan een ïelfde wetenschappelijk werk, draineeren om zoo te zeggen ailes wat zij kunnen uit de geestes-Voorlbrengselen van ieder land. Onze geschied-schrijvers en onze kritiekers zullen dus, bij onzen terugkeer te Brussel, ter plaatse de talrijke 'vraagstukken van rechtkundigen, economischen en maatschappelijken aard, die er uit den oorlog ontstaan zijn, kunnen bestudeeren. Hier dient opgemerkt te worden dat men zich i)iet beperkt |tot het uitsluitelijk opzoeken van de scbijnbaar belangrijke werken ; men bekommert zich ook om de « allerkleinsten », om de frontbladen, 'die uitdrukking van het leven, de kracht, en het uithoudingsvermogen zijn, die in deze ont-zaglijke samenspanning, den levendigen, jeug-digen en oorspronkelijken toon aangeven ; aan de brochuurtjes, de dagbladen, kortom, aan aL ~ ' " Schijnhuwelijk " luidens een aan het Bussisch komiteit voor Wpbetoon toegekomen bericht zou de tweede dochter van den gewezen tsaar, prinses Tatiana, er in geslaagd zijn dank zij een schijnhuwelijk uit Siberië te ontsnappen. Het schijnhuwelijk waartoe prinses Tatiana haren toevlucht heeft genomen, wordt meestal aangewend door Bussische meisjes om zich te cntvoogdcn en vrijlijk te mogen reizen. De vrouwelijke studenten, ten tijde dat het nihilisme fel in Busland woedde, gebruikten doorgaans dit middel om leergangen in de hoo-^escholen van het buitenland te kunnen gaan volgen. De vijftig laatste jaren van de geschie-âenis van Rusland vervatten ten overvloede feiten van dien aard. Het schijnhuwelijk wordt Dok geestelijk of mystiek huwelijk geheeten, Saar,in de gedachte dier echtelieden, men slechts itfe zielen door huwelijksbanden snoert. de letterkundige voortbrengsels, die op de huidige gebeurtenissen maar betrekking hebben. En deze geschriften zullen des te kostbaarder zijn daar zij de meeningen zullen weergeven van al wie denkt, van al de menschen die van verre of van nabij zullen gemengd geweest zijn met de dingen van den oorlog, en ze in hun eigen taal zullen uitgedrukt hebben. Ter eere van sommige uitgevers en schrijvers dient vermeld, wat wij met vreugde mogen aanstippen, dat de meeste van hen spontaan bun werken hebben aangeboden, zonder eigen eisch van of lioop op reklaam, terwijl andere ze aaa zeer geringen prijs afstonden. Inderdaad, het aanleggen van de Oorlogsarchieven, zal, voor zoover ik weet, onze open-bare financiën niet hebben uitgeput. In een van de vertrekken ingenomen door het zeer beperkt personeel van onze Koninklijke Bibliotheek in ballingschap, zijn twee ambtenaars bezig met het opstellen van den catalogus en vullen de fiches in, met het oog op de stelsel-matige eindklasseering. Er zijn er reeds enkele duizenden, en men mag, van nu af aan, zeggen dat onze snuffelaars, dank aan dezen leiddraad, in de toekomst geen moeite zullen hebben om hun weg te vinden in den litterairen doolhof, die zijn ontstaan aan den hatelijken Duitschen aanval zal te danken hebben. Jan Bar. Nog eene Militaire Ceremonie op het Front Eens Aanspraak m Koning Albert lot zljaa Soldaten (Van eenen Ooggeluige.) Belgiscb front, 29 November 1917. Koning Albert heeft verleden Woensdag, in eigen persoon, eereteekens overhandigd aan de officieren, onderofïicieren en soldaten van de li-nie-regimenten en de jagers-regimenten, die on-langs door hun onversaagdheid "uitblonken, in den loop van ritten en aanslagen in de Duitsche liniën. De Vorst was vergezeld van kolonel Tilkens, zijnen adjudant, en van zijn Militair bof. Hij werd ontvangen door generaal Jacques, een der mooiste figuren van den veldtocht in Afrika tegen de slavernij, en een der helden van de epische gevechten in 1914 bij Dixmuide, waarbij de Belgische troepen en de marine-fusiliers van admiraal Ronarc'h in dapperheid en taaiheid wedijverden. Na over de troepen wapenschouw te hebben gehouden, richte de Koning in het Fransch en in het Vlaamsch, enkele hartelijke gelukwenschen aan de dapperen, die de belooning van bunne heerlijke wapenfeiten gingen ontvangen. « Hunne dapperheid », verklaarde Hij, « geldt voor het Vaderland als een waarborg voor de toekomst. België weet dat zijn soldaten 's lands vrijheid, onafhankelijkheid en vroegeren bloei zullen bewerken. » Daarna reikte de Yorst met eigen handen de eereteekens aan de dapperen uit, en stuurde el-fceen eenige warme woorden toe. De plechtigheid eindigde met een troepenop-tocht. Vooraan toog het 12e linie, het ijzeren regiment van Luik dat, met het 11° linie, elf dagen en elf nachten te reke de verdediging aan den Yser uithield, en meer dan een vierde van zijne getalsterkte en de helft zijner officieren ver-loor. En plots priemde .de zonne door het be-wolkt hemelruim, en deed het gulden opschrift « Yser-Dixmude s op het door kogels en granaat-scherven doorboorde en met het lint van de Leopoldsorde versierde zijden driekleur mefe hellen gloed vonkelen. I 1 ' LL . ■..■■■■ ■ * —I—1 , _J— Een Eeresabel aan de slad Vardain De keizer van Japan heeft naar Parijs een eeresabel gestuurd, bestemd voor de stad Ver-duin. De plechtige ovei'handiging aan de maire bad verleden Woensdag plaats in het Groot-Paleis in de tegenwoordigheid van Fransche notabelen en vertegenwoordigers van de verbonden landen. De Conferentie der Entente Donderdag werd te Parijs, in het ministerte van buitenlandsche zaken, de conferentie der Entente geopend. Nooit werd er door de Entente, sinds het begin van den oorlog, gewichtigetfl vergadering van Staatslieden belegd. Ziehier de lijst der voornaainste afgevaar» digden : België : De heeren de Broqueville, kabinets-hoofd en minister van buitenlandsche zaken ; de Gaiffier d'Hestroy, onze gezant te Parijs ; generaal Buquoy, hoofd van den generalen staf. Groot-Brittanje : De heeren Lloyd George, Balfour, lord Bertie, sir Eric Geddes, admiraal Jellicoë, generaal Robertson, lord Milner. Vereenigde-Staten : De heeren Sharp, kolonel House, Gordon Archincloss, admirai Benson. Italie : De heeren Orlando, Sonnino Nitti, Bianchi, generaal Dall'Olio. Rusland : De heer Sevastopoulo en vermoede» lijk de heer Maklakof, gezant te Parijs. Japan : De heeren Matsui, graaf Ghinda, gezant te Londen. Servië : De heeren Pachitch, Vesnitch. Monténégro : De heer Popovitch. Portugal : De heeren Costa en Soarès de minister van buitenlandsche zaken. Griekenland : De heeren Venizelos en Athos Romanos, gezant te Parijs. Brazilië : De heer Magalhaès, gezant te Parijs. Cuba : Generaal Garcia Veles. China : De heer Hou Weï Teh en generaal Tchang Tsaï. Rumenië ; De heer Antonesco en generaal Iliesco. Siam : Prins Charaoon, gezant te Parijs. Frankrijk zal vertegenwoordigd zijn door den heer Clemenceau en den heer Pickon. Naar men vermoedt zal die conferentie min-stens drie dagen duren, wegens de talrijke kwesties die daar te berde zullen gebracht worden, betreffende de gebeurtenissen in Rusland en in Italië, en het voeren van den oorlog. Daar-om zijn de officieele afgevaardigden vergezeld van de stafoversten van leger en vloot. De heer Clémenceau heeft de conferencie-le-den welkom geheeten. Hij heeft onder andere gezegd : « In den grootsten oorlog is het gevoel van de hoogste saamhoorigheid der volkeren die ons op dit uur verbindt, om op de slagvelden het recht te veroveren tôt een vrede die het mensch-dom waardig zou zijn. a In dat opzicht, zijn wij hier allen saamge-komen vol hoop, bewust van den plicht, met stofken wil, allen ten akkoord die opofTeringen te doen welke gevergd worden door een ver-bond dat door geen kuiperijen en geenzwak-'heden zal wankelen. « De hooge driit die ons bezielt moeten wij in daden orrizetten. Onze dagorde is : Arbeiden en nog arbeiden. » De h. Stephen Piclion, minister van buitenlandsche zaken, heeft vervolgens een algemeena uiteenzetting gedaan van de vraagstukken die aan het onderzoek van de conferencie moeten onderworpen worden en schetste de werkwijze die zal gevolgd worden. G-ROBTB1TIB fien blond Hollandsch meisjen, zij brengt u bezoek, Zij drong door de vuurlinies heen ! Zij groet u, gij zonen, zoo dapper, zoo sterk, Van 't land, dat zij minde, om één. Zij brengt u haar vreugde, zij brengt u haar lach, Zij geeft héél haar warm-voelend hart, Zij lluisterl u zoete gedachten in 't oor, Draagt één oogenblik weg aile smart. Zij toont u de beelden van gade en kind, Zij brengt ook hun dierbaren groet. Zij spreekt u van liefde, van licht, van geluk, Het loon van Volharding en Moed ! Zij sluit in haar hart elle dapper soldaat, Die daar strijdt om 't Belgenland nu. Zij kust u vaanve!, — allen, — zonen van 't Volk, Van 't Land, dat zij rnint nu om uî 7-11-17, BOLLAKDSCUMfilSJEN 1 December 4 917 Nummer 507 ■nui !■« —'MiiM—miiii -i »m> u—ni— i—h bu ii.irfumiiinTt** »aii*i'«'~iiii«wiinw^Minmfr<— iiwmam ■un m ■

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.