DE LEGERBODE den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOI.DATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batlerij ontvangt tien of vijftien Fransche en Nederlandsclie exemplaren. TYPBN EN SCHETSBN YAN BET FRONT In Tenue voor het Verlof Het cevtifikaat van huisvesting werd aan den «verste overhandigd, en het verlof is, laugs bierarchieken weg, naar het regiment vertrok-ken. Dat het zal worden toegestaan, lijdt geen spoor van twijfel. De vorige keer is hij op den vastgeételden dag teruggekomen; hij werd sedert dien niet vertraagd ; hij behoudt dus zijne beui't. Wat de kas betreft, ook daar is ailes in regel. *t Zijn natuurlijk wel geen goudmijuen. De eenige , brieÇes, kostbaar opgeborgen in de met brieven en fotos volgepropte brieveutaseh.werden op de solde uitgespaard. Zoo de man op eigen hulp-middelen is aangewezen, weet hij duizend truk-ken te gebruiken om ze te vermeerderen. Hij becft rïngen, papiermessen, aschbakjes en ande-re « souvenirs s van het front vervaardigd en aan den main gebracht. Kortom, hij heeft zijn plan getrokken. Nu is 't voornaamste nog om er fatsoenlijk uit le zien bij 't vertrek. De aspirant- verlofganger inspekteert zorgvuldig zijn tenue. Daarisaitijd iets dat te wensehen overlaat. Als het broek of vest niet is, dan is het wel de politieinuts, waarvan het <r flosken t toch al te zeer is verkleurd in weer en wind. 't Is eerst aïs men zoo'n « spek-tie » passeert dat men ziet wat zoo'n oorlog éigenlijlc is. Ailes verslijt, de kleeren zoowel als de inan ; de indrukken zoowel als de rest. Maar de man, die heel en al door de zorgen voor zijn kleedij is in beslag genomen, heeft geen tijd over voor wijsgeerige bespiegelingen. J)och hij weet waar er in zijn eenheid hulpbron-îen te vinden zijn. Hij weet dat « den die » juist teu vest heeft gekregen die hem als een hand-echoentje zal passen. Een andere is in bezit van een broek, zoo pas nog door een bekwamen feleermaker hersleld, die eveneens zijn zaak zou eijn. En zoo gaat het ook voor de politiemuts, de bottienen, de « getten ». Uit al deze kleeding-«tukken vormt men een « omnibus-tenue » dat kteeds op reis is. Nauwelijks is het aan het front terug gekomen, of het trekt weer terug op <den rug van een ander verlofganger, Men moet het kostuum in tijds op voorhand bespreken. De liefhebbers zijn talrijk. Men moet een stellige belofte van den eigenaar hebben. Onze man gaat naar den eigenaar van het vest. ' — Ik ga in congé. Kunt ge mij uw vest fcenen ? De eigenaar denkt na. Hij ook zal weldra ver-trekken. Zal ziju tnakker wel tegen dieu datum terug zijn? — Nog vroeger. — Goed dan. Gij kunt ze krijgen. Dat is een eerste overwinning. Nu moet men nog slechts zien aan een broek te ger'aken. — Dat gaat niet, jongen ! maar vraagt die van Zus of Zoo. Da's juist uw zaak. Zus of zoo stemt er in toe. Ten slotte gelukt onze man, met al wat hij zelf bezit en met al wat idj geleend heeft, zich een tenue samen te stelien, dat indruk op de menschen maakt. Over 't alge-raeen ziet er zijn tenue, zelfs als het eenigszins verschoten is, nog heel fatsoenlijk uit. Maar de Belgische militair heeft zijn eigenliefde ! Hij is relfs koket op zijn manier. Hij wil er, bij zijn meter of bij zijn bloedverwanten, uitzien alsof bij versch uit een kleergoedwinkel kwam. Hij wil, zoomin op zijn schoenen aïs op zijn s getten», eenig slijk uit het vaderland mee brengen. Als de burger hem zoo, —geborsteld en opge- !>oetst, glanz'end en gepai fumeerd zooals de \ er-ofganger die alvorens te Parijs uit te stappen, zich eerst duchtig met Eau de Cologne bespren-kelde — ziet, zou hij niet denken dat hij van het front komt. Onze verlofganger zit daar niets niee in. Hij weet wat hij gedaan heeft. en acht het tiiët noodig, om zulks le bewijzen, in verlof te fcomen met een korst modder rond het lijfen %ar,\ verwaarloosde kleeren. lJaarom is het dan ook dat hij de kleederen gijner makkers ontleent. Een gedeelte van wat hij aan 't lijf heeft hoort b -m niet toe. 't Is 't spreken wel waard. iiij ziet er deflig uit, en dat is 't voornaamste. SïALKY. 's Konings Verjaardag Antwoord van Z. M. den Koning op het telegram van de Regeerinsj Uw hartelijk telegram heeft mij diep getrof-fen. Ik bedank er u voor en verzoek u, bij de leden van de regeering de tolk te wezen van rnijn oprechie dankbaarheid voor de vaderlands. lievende wensehen die de ministers mij bij de gelegenheid van mijn çerjaardag zenden. Albert. Rede van den heer Helleputte Hiei'bij de rede, door den heer Helleputte, minister van landbouw en openbare werken en voorzitter van het Werk der învalieden van Ste-Adresse, uit-gesproken bij het overhandigen van eereteekens aan onze moedige oorlogsveminkten : Mijne vrienden, Het is steeds met eene groote vreugde dat ik den blijden dag zie aanbreken waarop de heer generaal Deruette, vleugeladjudant des Konings, u, in naam van Z. M. de eereteekens overhan* digt die het onzen geliofden Vorst behaagd heeft u toe te kennen ter belooning van uw plichtbesef en uwe toewijding aan het vaderland. Ik wensch u hartelijk geluk en in uw aller naam bedank ik Z.M.voor dit nieuw bewijs vanhooge welwillendheid. Op het plechtig oogenblik van dezen gelukki-gen verjaardag willen wij luider dan ooit onze verknochtheid verkondigen aan den Koning, aan het Land en aan onze Instellingen ! De prachtige en onvergetelijke betuigingen van trouw en gehechtheid waarop in bezet België het verachtelijk drijven van eenige pliehtverge-ten burgers outhaald werd, hebben ons eens te meer bewezen dat onze broeders, die zuchten onder het vreemde juk, met dezelfde gevoelens bezield zijn en dat al de Belgen ongeschonden de eendracht willen handhaven welke steeds onze macht is geweest. In de huidige omstandigheden is deze plech» tigheid indrukwekkender dan ooit. Op eenige uren van hier leveren uwe oud-strijdgenooten eenen reusachtigen slag waarvan de toekomst en het heil van het menschdoin zullen afhangeu. Gansch de wereld houdt vol bewondering de oogen op hen gevestigd. Gij zoudt het mij ten kwade duiden zoo ik, na u de gelukwenschen aangeboden te hebben waarop gij recht hebt, mijne en uwe blikken niet richtte naar die wakkere legerscharen welke ten koste van tôt nog toe ongeëvenaarde opoffe-ringen, en met een heldenmoed waarvan de gesehiedenis geen voorbeeld kent, hun vaandel met onsterfelijken roem overladen. Wat zij verdedigen is niet alleen de vrijheid van liunne landen en van het onze, het is de vrijheid van gansch de wereld! Zij zullen de zege behalen, en met vol vertrou-wen begroeten wij hen van nu af aan, met den kreet weike met ons triomfgejuich weerklin-ken over onze steden en onze velden, in de hutten zoowel als in de paleizen, onder de gewelven van onze tempels zoowel als van de torens csizer belforten : Levede Koning! Leven Frankrijk en Engeland, onze getrouwe en eer-lijke borgen ! Leven de Verbondenen, die het Recht hebben gehandhaafd, de Rechtvaardiglieid hersteld, de Beschaving gered en aan de volkeren de Vrijheid hebben verzekerd ! Deze rede, met zware stem uitgesproken, bracht eene zeer diepe ontroering te weeg onder onze sol daten en onder de menigte, die bij deze schoone herdenkingsplechiigheid tcgenwoordig waren. UBitMgil'IL111 ■ 1 111 ' JJJ' 1 " 'J'J1 "■.'"-■g'LB» Kiepper Thieffry gevangen "Wij hebben gemelddat de luitenant vliegenier Thieflry, de Belgische kiepper, werd gevangen genomen door de Duitschers den 1" Maart. Een telegram aangekomen in 't ministerie van oorlog, koudigt aan dat de wonden van den dap-peren vliegenier van lichtçn aard zijn. Luitenant Tiùefffcï werdiaUetkdUiy teStralsuadopgesloteu. Benoemingen in het Leger Bij K.B. van 26 Maart 1918, werden volgende bento» mingp.n gedaan in de kaders vaa het léger» xn de kavalerib Luitenant-ltolonel. — De majoor de Savoye H. Majoors. — De kapiteins-kommandanten : Wouters d'Oplinter F. (ridder); de Blommaert E.J de Melotte C. (ridder); Willems C. Kapiteins-kommandanten.— De tweede kapiteinsï Bayet J. (reserve); de Roy de Blicquy R. (kolome); Ninitte R.; de Neufchatel M.; Lentz R. Tweede kapiteins. — De luitenanten : de Mentçn de Horne A. (ridder); Servais F. (kolonie); Verhaegel* G.; Seriez G.; Morel de Westgaver E.; Leclercq A.J TerlindenJ.; de Jonghe d'Ardoye E. (burggraaf); Snoy H.a Verhaegen O.; Doetsch E.; de Cartier R.; Hanon de Louvet A.; Boulvin A.;' d'Orjo de Marchovelette C (kolonie). in de artillerie Kolonels. — De luitenant-kolonels : Beving A.# Demenr A. , -, Luitenant-kolonels. — De majoors : CapiUon t.} Van den Schrieck G.;PierretJ.; Jacques J. (reserve); De Cuyper A.; Wyngaerden J. _ " Majoors. — De kapiteins-kommandanten : nous» seau P.; Aerts L.; Theyskens L.; Fias R. Tweede kapiteins. — De luitenanten ; Preser Cr.s Lambinon T.; Grandjean R.; Rohrs G.; Jones G.-Romdenne P.; Demey E.;Rolin G.; Coutelier A., Courtois M.; TellierV.; Parraentier A.; Scohy M.; Jacquet p.; Wagemans G.; de CreeB F. (jonker); Laurencin J.; Hupelier A.; Dupont M.j Marchai R.; Verelst H.; Cornélius H. (vhegemer)j Vedrine G.; Lints F. (kolonie); r> * Beernaerts F.; Vanden Abeele I.; Vanden Eyndo H.: Toussaint J.; Claes E. (reserve); Boone A. (reserve); Sevrain F. (reserve); Herbillon V.: Leyder P.; Janson J.; Marchant R.; Coppin M.; De Len-ninck G. „ _ Luitenant. — De onderluitenant Escolle u. (réserve).in het genie Kolonel. — De Iuitenant-kolonel Giron P. Majoors. — De kapiteins-kommandantett : Van Meenen P. ; Bouty M. . Tweede kapitein. — De luitenant Decomnck A. Luitenanten. — De ouderluitenanten : Rommel (reserve) ; Colbrant C. (id.). in het vervoerkorps Luitenant. — De onderluitenant Derickx N. (ra-serve).in de inte.vdantib Onderintendant van i" klasse. ■— Ce onderinteiM dant van 2e ldasse Coenen E. in de rekenplichtigen der troepenkokpsejï Tweede kapiteins betaalmpesters. — De luitenai»» ten betaalcneesters : Delannay R. (reserve) ; Vaa Rolleghëm O. (id.). , , . Luitenanten betaalmesters. — De onderluitenan^ ten betaalmeesters ; Baivy R.; Gennotte J. (reserve)J Corbusier L. (id.) ; Staes A. (id.). in de administratietroepen Majoor. — De eerste kapitein Dakoninck L. Eerste kapiteins. — De tweede kapiteins : Rouse-rez P. (op datum van 30 Maart 1916) ; Mollet G. (id.) Tweede kapiteins. — De luitenanten : Vigneron R. (op datum van 30 Maart 1916) ; Bruynseels F. ; Mois tier J. ; Fiévet F. in den gezondheedsdienst Hoofdgeneesheeren van [" klas. — De hoofdge» neerheer^n van 2° klas : Piret D. ; Wilmaers L. Hoofdgeneesheer van 3' klas. — De regimentsgo-neesheer van 1« klas Debry A. (reserve). Regimentsgeneesheeren van 1e klas. — De régi» mentsgeneesneeren van 2« klas : de Marneffe G»} Baland A. (reserve); Richard G. Regimentsgeneesheeren van 5e klas. — De batal» jonsgeneesheeren van 1« klas : Pierre L.; Diet J. Bataljonsgeneesheeren van Ie klas. — De batal* jonsgeneesheeren van klas ; Disclez J. (op datum van iO Maart 1916); Van Boeckel L. (reserve; (op datum van 30 Maart 1916) ; Feys M. (op datum vaa 26 Maart 1917); Riga M. (id.) in den apothekersdienst Apothekers van à' klas. — De apothekers van 3* klas : llennekinne A.; Buchet G.; Ferin M.; Schoen* maker F.; Vermeersch A.; Gauthier E. Apotheker van 3» klas. — De anotheker van 5» kla« De Bounjjue H. (reserve) (op aatuw van 8 Ok* tobei' 1915) 11 April Nuïïimer 562

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.