De stem uit België

1880 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1917, 26 Octobre. De stem uit België. Accès à 21 juin 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/c53dz0694p/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Sureeli 21, RUSSELL SQUARE, LONDON, YV.C. Téléphoné: Museum 267 De Stem VOOR GOD EN VADERLAND uit Belgie. Abonnement ; 2sh. voor 3 maanden. Subscription : 2sh. for 3 nionths. Voor de Vereenigde Staten : 50 cts. Voor Holland : 1 fl. Voor Frankrijk : 2.50 fr. Voor de soldaten : lsh. of 1.50 fr. 4de Jaargang, Nr. 6. (Blz. 1675-1682.) Oplage: 11,200. VRIJDAG, OKTOBER 26, 1917* Registered at g.p.o. as a Newspaper. 8 blz. I J 2 cl. NOTA VAN DEN UITGEVER.-De Stem werd hiertoe regeîmatig voor Vrijdag middag gepost. F aantal klachten dat echter deze laatste weken toekw; omtrent aflevering na den Zondag, heeft er ons f doen besluiten het blad een dag eer te doen uitkomt Men zende dus de meedeelingen ten laatste voor Dinsdags morgends. Wie nu nog De Stem op tijd n ontvangt, rekîameere op het postbureel en gelie bij ontvangst, ons den postband te zenden. —De nummers voor 't leger zijn geregeld voor d Maandag in Kales en de Belgische postdienst wei voortreffelijk. Bij ministeriëel besluit echter word thans de bladen uit Holland en Engeland, na h verschijnen, gecensureerd in Folkestone en de p< houdt de pakken in te Kales tôt de permis d'expéd aankomt. Van daar de vertraging. Die permis voor ons Nr. 3 nog niet gegeven geworden. Uit dit ailes is ons groote schade berokkend. Y) wenscht dat wii het te boven komen, steune ons! De volgende week hopen we weer 12 blz. mogen geven. Macht door geweld, en macl door gezag. In de mij opgedragen besdhouwingen v; den heer Dr. Vandeperre, àn het numrner v; 12 October, vind ik vele denkbeelden, die volkomen bijtreed, andere die een op'held ring verdienen en ook weil eene, die voor "ewensc'hte " tegenspraak vaitbaar is. 0 * * * Aangaande de waarborgen voor den vred welke ieen autocratisch of democratisch t stuur al dan niet opleveren, ben ik het m hem volkomen cens. Verdere "nabescho wingen " zijn darhake van mijnentwege ovt bodig. In de zijne komlt slechts een vote voor—over den auitocraat, die "verplicht te handelen,"—wiaartegen ik later eeni tegenbedenkingen zal in 't midden brenge Hier slechts één woord ter aanvulling : mijn opstel over "Macht-en Rechit" noemi ik die heden z,oo gevierde démocratie ee: "panacea," waarvian men aille heil verwact In het loopeind imimmer der "Nineteen Century " wordt zij door Mr. Lilly giesche# als "The Newest Fetish," dewijl aile volk en talen worden uitgenoodigd om er hul a an te brengen, evemals men' vroeger gedwo gen werd neer te braielan voor het goud beeld van Nebucbadinezzar. Dan nog lievî zegt de schrijver, het voorbeeld nagevol; van de drie Hebreeën, die weerspannig war en zich in een vuuroven' Haten* werpen ! Il ininerlijke moet hervormd worden ! En wa neer ook Duitschland de "pij " dier dem cratie motiht omhangen, zou het daarom n geen oorlogbezwerende "monnik" zijn. Le maar eens de redie van den rijksdagafigeva: digde David op het Congres van Wùrzburj " Zoo een landdag voor de (socialistische) p tij was bijeengeroepen geweest in Augusl 1914, zou bij besloten hebben het Gouverr ment te ondersteune-n. Een référendum v de Duitsche natie zou hetzelfde resultaat c geleverd hebben." Macht door geweld. Laten we eersit ee.n woord zeggen over " machtstheorie." De heer Vandeperre oc deellt, dat ik "heel zacht " spreek, waar het eene "schromeMjke overdrijving " Iw "te beweren, dat er geene heerschers en gee gouvememeniten geweest zijn, die het rec hebben gesteld boven de macht." Hij vin er S'ieclhits eukele in de geschiedenis. Hierl dloe ik vooreerst opmerken, dat ik do " mac ht " iniet zoozeer "het gezag," dan v "het geweld" en bepaaMelijk het "stoffel geweld der wapenen," bedoelde; en ik me dat ook in d'e Pauselijbe. vredesnota het woo dezelfde beteekenis heeft. Ik zou diaarc d'urven v.ragen of heel de geschiedenis, zoo; ze ons in de scholen onderwezen werd, e geschiedenis van "macht'' is. Dat men sommige onderwijsgestiohten al te veel f wicht gelegd heeft op de krijgsdaden der vi overaars, wier zegepralen, volgens Bossu, "font le deuil et le désespoir des veuves des orphelins," is omgetwijfeld waar ; terw de zedegeschiedenis der volken, die zoo eere werd giéhouden met betrekking tôt Nederlanden door Jozef en Paul Alberdin Thiim, grootendeeîs werd verwaarlooi Maar de tetterbunde had haar weerwraa toen inamélijîk het "gebied" der prozastukk nog niet geheel "bezet" was door de jï derne natuuruitpluizers, bleef er steeds e vrije landstreek over voor de rhetorische u viallen vain '©en Va.11 <i'6r Palm gh G6n Da Cos tegen de bîoedd'orstige Napoleonis. Overigei aile hulde die men brengt aan de dapperhî van oorlogsheilden, is d'aarom nog geene vi heorlijking vao het sltofleli'jk geweld ; en teo-enstelbmg tusschen "de standbeelden aan de dïagers der macht" en het "stam beeldj e... vam een' vierdeddger van 't recht vind ik d'aarom niet z.eer in den haak, wa niets belet, dat juist de macht en zelfs h wiapengeweld g.ebezigd- wordt tôt bteun vi het recht. Waraneer onze inakomelingen h beeld zulllen groeten van Koning Albert, zi len zij in hem niet (het " geweld " eeren, d bloed deed vloeien, maar het recht en de ei die hij hooger stelde dain het lichamelij lijden. En, ziulk een standbeeld is mij ev litef ails dat van Rubens, in wien wij fauJi brenigen aan het genie en de kunst,—de kun; die, gelijk Conscience zei op Antwerper Groenplaats, "geen tranen fcost." En voor zooverre het nu, niet het onde wijs, maar de feiten zelf betrefit,—kan _mt zeggen, zoo vraag ik, dat "heel de geschied ni s... een geschiedeni s van macht ' moet g :ot noemd worden? en mag m en er bijvoegen : 'et "De wereldi wordt bestuurd door macht (ver-oe sta : geweld^. En 't gebeurt wel eens dat hij ;n. bestuurd wordt door recht"? Mijns inziens, . s is dli.t overdreven. Evenzeer al's iemand wend ik met afgrijzen de blikken af van de bad-zijden der historié, die al te menigvuldige en oorlogen verhslen ; ik heb een weerzin van de hulde, welke een onnadenkeind publiek brengt un aan de wereldverovieraars, van Tiglat-Pileser >st tôt Hindenburg ; maar, behalve dat ook oor-!er_ logen gestreden werden "om het recht," is het daarenbove'n niet geheel juist te zeggen, dat 'ie al de bladzijden der historié bezoedeld zijn met bloed. Nemen we enkel de geschiedenis te der laatste honderd jaren, van 1814 tôt 1914, en gaan we daarvoorte rade bij Ramsay Muir, n professor van moderne geschiedenis in de Uiniversiteit van ilanchester. Op bladzijde 176 van zijn werk "Nationalism en Interna-tionalism " schrijft hij het volgende: "Wan-neer wij het Turksc'h Keizerrijk ter zijde laten, feunnen we zeggen, dat er van 1815 tôt in 1848 geen oorlog heeft pllaats gehad tusschen m den ooriog maar den vrede. E;n bij het op-richten Vian het groote Obristasbeeld op de hoogste kruin der Andes Iter herinnering aain het vredesiverdrag, bronîïîen ook de kanon-nen, niet om doodi en ^ernieling te versprei-d'en, maar als een begeleiding van de smeek-beden ten hemel oprijzend, opdat de vrede tusschen d'e 'Volken en de Staten duur- en heilzaam zou wezen. Ach, waarom is er in Duitschland ook geen Kiardinaal opgeîtaan om de keizerlijke ïtroepen te bezweren niet meineedig den geheiligden en onafhankehj'ken grond van een bevriend eabuursvolk te betre-den ! Waarom heeft Duitschland in 1914 geen gehoor gegeven aan de stem van den roemrijken vredesman, Lord Grey of Fa'lilo-den ! In plaats van de miïlioenen schreiende weduwen en weezen, hadden we dan ook gehad de jubelkreten van gansch het mensch-dom, God dankend voor het behoud van den vreugdevolleni vrede. Macht door gezag. I'k word echter dtoor Dr. Vandeperre verlokt naar een ander ondierwerp, dat ik in mijn :T. jd Soepuitdeeling. au CL Europeesche Staten—derhalve binnen een tijdsbestek van 33 j'aren ; terwijl van 1878 tôt 1912—34 jareu!—ook geen. oorlogen heb-ben plaats gehad, behalve de korte en onbe-duidende gevechtm in den Bulgaarsch-Serbi-' ' schen ooriog en in den Griekschen ooriog van lr" 1897." E,n toch zal niemand beweren, dat er us gedurende die lange vredesjarein geen krakee-ie" len zijn opgerezen tusschen de verschiMende Europeesche Mogendheden ; doch ù n plaats p" van beslecht te worden dtoor den degen, werden zij bijgelegd ooder den in'Vloed van het "recht," dat zich meer en meer uitsprak in d'e veldwinnende internationale wetgeving en ook le door scheidisrechterlijke tusschenkomst. Her-ir- inneren wij enkel aan de vreedziame oplossing ik gegeven door Léo XIII in den twist tusschen et Spanje en Duitschland aangaande de zaak ne der Carolinsche eillandein, en aan 'het tusschén-ht beide treden, in. 1904, van Koning Edward dt VII i>n het geschil tusschen Chili en de Argen-)ij tijnsche Republiek. Ik moeht het derhalive or eene "schromelijke overdrijving" noemen, >el dat feitelijk de Europeesche regeeringen jk steeds het stoffelijk wapengeweld hebben geen plia'atst boven het zedelijk arecht. rd ' Dat is overigens enkel de hdstorische zijde im van het vraagatuk ; en de heer Vandeperre uls heeft trouwens wel ingezien, dat ik mij hoofd-en zakelij'k plaatste op een theoretisch stand-in purnt, en beweerde, tegeoiover de Duitsche ;e- jon'kers en hunne aanhangers, dat zelfs indien :r- de geschiedenis ons mendge bloedige worste-ït, ling mocht aamwijzen, waarin beroep werd et gedaan op het wapengeweld, dit feit toch geen ijl red'en is om ook in de toekomst bij deze on-in menschelijke en onredelijke praktijken te blij-de ven volharden1, nog mindier om den ooriog als gk iets onvermijdelijks. iets overeenkomstig met d. de menschelijke natuur en het beredeneerd c: leven der naties, uit te roepen.^ Laat ons en geen pessimi'sten noch Darwinisten zijn ; 0- besc'houwen wij den ooriog, den aanvalsoor-log minstans, wel niet ails een atavisme—alsof it- de menschen ooit in een>toestand hadden ver-ta keerd, waarin gelijk bij de dieren enkel ge-is, weld en nooit het recht kon spreken—maar iid toch als eene overlevering uit barbaarsche tij -îr- den, toen men zich alleen liet geleiden door de de lagere driften in de menschelijke natuur. Wezen we optimisten en gelooven we aan de d- mogelijkheid eener veredelende beschaving, ," waarin de internationale geschillen zullen nt vereffend worden, niet door donderende ka-et nonen, maar door middelen, die beantwoor-in, den aan, 's menschen redelijke natuur, name-et lijk door de zedeilijke krachlt van, het recht. il- Dat is ook het voorstel1 en de hoop, neerge-at legd in de vredesnota. Zoo de ooriog daar-;r, door niet diadelijk noch geheel gebannen ke wordt uit de -menschelijke samenleving, hij sn zal althans zeldizamer worden. En in die le vredesbeweging is ook een plaats voor de it, katholieke geestelijkiheid. Het was vooral te i's dian'ken aan twee bisschoppen, Mgr. Bena-vente en Mgr. Jara, dat Edward VII als r- scheidsrechter is kunnen optreden in den în Argentijnschen twist. Die waardigheidtebe-e- kleeders Itrokken, uit, als een Pieter de Ere-e- mijt, en predikten. van dorp tôt dorp, niet opstel niet had aangeraafct. Wanneer hij spreekt van "stamrechten," van de "rechten der Vlamingen," en deze bewering uitdarukt : "Voo'r Polen en Elzassers wordt het recht ondergeschikt aan de macht," bezigt hij de woorden "recht" en "macht" in eene beteekenis, die voorzeker miet verkeerd is. doch eenigszins afwijkt van de vorxge. Het "recht," waarvam we tôt nu toe gesproken hebben., is het voorwerp der commutatiieve geredhtigheid (die ausgleichende Gerechtig-keit, zooals de Duitschers zeggien) en hetwelk hierin bestaat, dat het eene individu (of de eene Sfcaat) aan de andere enkelingen (of Staten) geeftt "wat hun toekomt." In de tweede beteekenis, waartoe we nu met Dr. Vandeperre overgiaan, is er eigenlijk spraak van, de "uitdeelende gerechtigheid," waarbij, niet meer het individu, maar "de Staat" aan eeniieder zijn "recht" geeft ; met andere woorden, ditgene wat hem toekomt als staats-burger. Ook hier is het waar, wat de volks-vertegenwoordiger zegt, dat wij "zoowel voor Binneffllandsche als voor Buitenlandsche Za-ken het recht moeten, leeren huldlgen boven de machlt." Dodh dan heeft in dit geval ook het woord "macht" een aindere beteekenis: zij is eigenlijk niet meer het stioffelijk geweld, maar "het gezag," dat evengoed kan mis-bruikt worden als de kracht der wapenen. Dit wordt misbruikit niet dtoor het afvuren van kanonnen, doch dioor wetsbepalingen, verordeningen, benoemingen, inrichtingen, zelfs door... gebrek aan wetsbepailingen. E.n, gelijk Dr. Vandeperre doet opmerken, is een democratisc'h bestuur niet altijd een waar-borg, diait het ,sitaa.tsgezag jegens £ijne onder-hoorigen steeds overeenkomstig het recht zal handelen. Te dien aanzien staan we voor het gewich-tig vraagstuk : welke zijn de rechten va.n een volk—in den zin van nationaliteit—en hoe moeten die rechten beschermd worden? Heeft eene natie, zelfs dan wanneer men, haar het recht ontkent om zich met geweld van een staatsverband los te rukken. sommige "natuurlijke " rechten, het recht b.v. om zich te ontwikkelen volgens haren aard en geschiktheid "en overeenhomstig d'e lijn harer geschiedenis? Op die vraag mlag niet ontken-nend gçanitwoord worden. Diat eene natie. alhoewel deeluitmakend van eene supematie, zulke rechten behoudt, is eene onlooehenbare waarheid, die dan ook dloor de grootste moderne moraliistien, zooials Cathrein. wordt aangenomen. In zijne "Moralphilosophie " en in het " Stiaatslexikion," waarin hij het arti-kel " Nationalitatsprinzip " bewerkte, zegt deze Zwitsersche geleerde: "Die Natioaalitat ist ohne Zweifel im staatlichen Leben ein wichtiger Factor und mnss deshalb von einem einsdchtigen Politiker in Betracht gezogen, werden." (Blz. 699.) "De nationale eigen-schappen, en voornameliijk de moedertaal, worden dioor allein als een, hooger goed, als een, kostbare hun1 door de voorviaderen over-gemaakte erfenis beschouwd. die zij zooweel mogelijk zoeken te bewaren en aan hunne nakomelingen over te leverem. Daartegen kan men zich nieit beroepen op de meening, dat zulke onderdruMang der nationale eigen-schappen inoodzakelijk is vioor den Staat. Wel verre van noodzakelijk te zij'n, is zij zelfs scbadelijk, dewijl zij de rech!tmatige nationale gevoeligheid prikkelt en sïechts afkeer verwekt jegens de regeering en haat tegen het heerschiende voile tein gevolge heeft." En dan speekt de beroemde geleerde van. het "enghartige standpunt" dler "Pruisische Staatsilieden. " tegenover de Polen, "ten gunste van het Deutschtum," van die "klein-zielige plagerijen," welke "enkel speldeprik-ben zijn, die niet dooden," doch de "nationale afgekeerdheid voortdurend opwekken." Het is juist die "emghartigheid," waarop Lands-berg wees in zijne rijksdagrede, in :t begin van October, welke de Pruisen- onbekwaam maakt om andere nationaliteiten te bestu-ren : "talent voor moreele veroveringen hebben wij niet," zeide hij onder instemming der linkerzijde, "wij vergeten. altijd maar de klei-nigheid, dat ook andere volkeren een ziel hebbem,." Mocht mien in aindere landen ziulke "kleibigheid" niet uit het 00g verliezen. en bedenken, dat eene eeht vaderlandsche regeering weinig eer behaalt met "niet te dooden " : zij moet ook opbouweindi werken ; aan het kwijnend leven der nationale eigenschap-pen nieuw voed'sel en kracht verzekeren, en waar het zieltoogt ten leven, wederom opwekken. Dan alleen verdieint zij de kroon van het ware vaderschap. Maar wanneer die plicht nu niet vervuld wordt; wanneer een staatsbestuur, zijn gezag misbruikend of verwiaarloozend, de rechten eener nationaliteit onderdrukt of hun den bodem niet schenklt, waarop ze kunnftn op-bloeien en viruchten voortbrengen, hoe zal men dan dien wantoestand1 verhelpen? Wij staan hier voor eene ware moeilijkheid. Eene natie, deeluitmakend van eene supematie of een Sta,at, is geene werik'eliijke, georganigeerde maatschappij, miaar slechlts eene logische eenheid ; zij heeft dferhalve geen rechtsdirager en v'o'lgeiis de juristen geen "reëel" recht, alhoewel de itadividuen, welke deze logische eenheid vormen, hunne "natuurlijke" en on-vervreemdbare recshten blijven behoudem. En in geval deze geschonden worden—aan-gezien het hier een kwestie i& van binnen-liandlsch staatsbelang—^heefit die natie eigenlijk geen beroep op een tribunaal ingericht tôt vereffiening van internationale twisten. Dr. Vandeperre spreekt niettemin de hoop uit "dat de dog zal aanbreken dat vraagoî„"..ken ook van nationaal belang aan dit tribunaal zullen onderworpen worden." Zulk een voorstel is op zichzelf niet ongeTijmd, maar ik zie niet in, hoe het doeltreffend zou zijn. Wil zulk een tribunaal wezenlijk een wer'k-dadige uitspraak doien, dan, moet het Ook de macht hebben een sanctie toe te passen tegen dte weerspannigen. En hoe kan dit in Oins geval plaats hebben : noch de Staat zelf noch een gedeelte zijner onderhoorigen kunnen »nù mers niet gestnaft noch geboycot worden zon/tL der dat die onschnMige en rechthebbend j" partij er tegelijkertijd door lijdt ! Men i daarom uitgegaan inaar een ander redmidde niamelijk een soort scheidsgerecht voorgez",a^ _ ten door iemand, waarin eenieder ventrouw#1^e stelt en die tevens zoo gezaghebbend is, d111"^ zijne uitspraaJk als bindend beschouwd z«j ) worden. Aldus allthans vat ik de gedacli , op vain Karel van dien Oever, m een slotartik^ / over " Hollandsch-Belgische toenadering." Wat men ook beslisse, het blijft een betreu-renswaardlig feit, dat men redding moet zoeken zelfs in zulke loffelijfee middelen. Mocht de tijd eens aanbreken, dat zij allen die in-vloed uitoefenen in België, ook bekwaam waren om hun liand, geheel hun land, te ken-nen en te wiaardeeren : het land met zijn volk, zijn geschiedenis, zijn aard, zijn behoeften, zijn verlangan's, zijn hart en zijn ziel. Geen strijd zou er meer bestaan tusschen de kin-detfen van eenzelfde vaiderland ; een strijd geboren uit onwetendheid', onlcundte en verkeerd' begrepen virijheid, want—om met Lacordaire te spreken —"het is soms de vrijheid die doodlt en de wet die levend maakt." LEON MAUR^ ■ o De Paus en de Menschen. De kwestie der schadevergoeding. (Zie "De Stem," Nr. 5, blz. 1.) Al wie vterli'ezen onderging in den ooriog —en wie onderging er geen—is teleurgesteld, zoo hem geen schadievergoeding wordt uitge-beerd, des itle meer omdat de aanvaller nutte-loos en mooirdadig veel heeft verwoest, ge-plunderd, uitgezogen, des te meer omdat de DuAtsoher niet de oorlogsverwoesting had te lijden ita zijn eigen land. In zake schadevergoeding, zegt de Paus, dat hij geen ander middel weet dan dit aUgemeen princiep : " vol-ledige en wederzijdschie veirgiffenis." Voor het persoonilij'k eigenbelang van elk klinkt zulk een princiep als een evangelische raad. als een heldhaftige deugd. Bevreemdietnd echter is het dait de Stockholmsche socialiaten en de Russische revolutiemannen juist met hetzelfde princiep kwamen aandragen. Er 4 moet dus wal iets zeer gegronds steken in dit princiep. Het is immers moeilij'k de juiste scha'Jting te maken van schade, onvermdjde-lijk of schade vrijwillig aangericht. Hlet is ook een feit, wetenschappelijk bewezen, dat moderne oorlogen meer schade dan winst veroorzalken zelfs aan den overwinnaar. Het is voor 'i bekomen van 'een schadevergO'eding

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De stem uit België appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Londen du 1916 au 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Sujets

Périodes