Fondsenblad: handel, nijverheid, taal, godsdienst

1709 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1914, 01 Septembre. Fondsenblad: handel, nijverheid, taal, godsdienst. Accès à 27 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/gt5fb4zb99/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Oinsfiag I September 1914 Prijs per immmer: 5 centiemen 45e jaar, num, 202 n ■ 'Telefoon «91 FONDSENBLAD Telefoon 694 MiilOIIDIGIIfCiGVi Voor Sille aankondigingen wende mea îich ten bureele van het blad. —o— KETELVEST, Num. 16, te OENT. VLAAMSCH LÂND Handeï, Nijverheid, Taal en Q-odsdienst VERSCHIJ N EN DE ALLE WERKDAGEN IWSCHHIJVPGSPRUS VOOROP BETAALBAAR: Per jaar ? fr. 15.00 Per half jaar » 8.00 Per drie maanden » 4.00 ► Voor herbergiere : fr. 19.00; fr. G.50; fr. 3,50. Voor vreemde landen, de verzendingskostea bij te voegen. > — - bbnigb uitgave Gent, 18, Ketelvest, i 8, Gent | De aanïtbndigingen worden geplaatst per regel aan fr. 0.40. — Reklamenlonder het stads-nieuws, per regel fr. 1 .OO. — Begrafenisberichten voor de niet geabonneerden, fr. 5.00 HET KOHKLAAF. Het Konklaaf voor de kiezing van den nieuwen Opperherder der H. Iverk, werd Maandag 31 Ooçst, om 5 ure. geopend. _ OosteDrijkheeft nogmaals zijne oude bemoem- gen willen uithalen, en zijnen veto gesteld tegen de kiezing van Zijne Eminenhe kardmaal Mercier ! Men weet evenwel dat het zoogezegde recht van veto, reeds sinds jaren werd afgesenaft, en zelfs nog inzonderheid door Zijne Heiligheid PiusX, die de regelen van het Konklaaf ver-nieuwde. Ook, naar meldt de « Echo de Pans », zouden een groot aantal Kardinalen, waaronder de Fransche, ten einde verzet aan te teekenen tepen de bemoeiïng van Oostenrijk, besloten hebben, bij de eerste stemming hunne stem uit tebieugen op naam van Zijne Erninencte tien Kardinaal aartsbisschop van Mechelen, om aldus aan het katholieke Belgie eenen blijk te geven hunner bewondering en ijenegenheid, en Oostenrijk met 'nen neus te zetten. Uitsirooisels. Dat er vele leugens verteld worden in dezen tijd van oorlog, weet iedereen. Dat ware gebeurtenissen verminkt worden, vermeerderd, uitgelengd, verplaatst, op aile manieren verwroogcn, dat is ook overbekend en het werd vooral bewezen door de vlucht van den Maandag 24 Oogst. Wij hebben persoonlijk dingen hooren vertellen die eigenlijk op een gebeurd feit berusten ; ze waren echter naar eene andere gemeente verplaatst, hadden acht dagen later plaats gehad en waren tienmaal ver-groot.Dat is r.ogal gemakkeiijk te verstaan ; elkeen die iets hoort vertelt het voort; hij heeft het half vergeten en doet er dan wat bij om het ontbrekende aan te vullen. De nieuwe aanjaoorder doet hetzelfde. Zoo komt men tôt de meest overdrevene verhalen. Dat er menschen zijn die er hun vermaak in scheppen klare klinkende leugens uit te vinden is ook waar. Zoo is er uitgestrooid geworden dat Zijne Heiligheid Paus PiusX, die over 14 dagen is overleden, aan den Duitscher geld geleend heeft om oorlog te voeren. Waar men het uithaalt is onverstaanbaar. lemand die min of meer ot> de hoogte van den toestand is weet dat de Paus al gedaan heeft wat hij maar kon opdai de oorlog niet zou uitbreken. De Pauzelijke Gezant te Weenen heeft gepoogd bij den Keizer van Oostenrijk Frans-Jozef, te geraken, om hem te smeeken geenen oorlog te verklaren. Maar de mannen der oorlogspartij in Oostenrijk hebben gemaakt, dat de Pauzelijke Gézant niet ontvangen werd door den Keizer, die een m an is van in de tachtig jaren. Dat is gekend in de geheele wereld. Wat betrrft dat de Paus geld zou geleend hebben aan Duitschland, het is te belache-lijk om te aanhooren, en toch zijn er menschen die dat aannemen en voortvertellen. Wie er iets van kent, weet dat de Paus geen geld heeft om aan iemand te leenen, het is gelijk aan wie. De Paus heeft geen land dat belastingen opbrengt ; het geld dat hij noodig heeft om de H. Kerk te besturen moet hem verschaft worden door de giften der geloovigen, bij middel van St-Pieterspenning, Nieuwjaar-giften aan den Paus, enz. Enkel allerdomste menschen en zulken die gaàrne allerlei lasterpraat gelooven, nemen zulke vertelseltjes aan en vertellen ze voort. Nog wordt er verteld dat de ziekenoppas-sers en oppasseressen van het Roode Kruis, tien [ranks daags trekken en gedurig kermis houden. Weeral eene leugen van het begin tôt het einde. Degenen die alsziekendieners of diensters optteden, ontvangen niet de minste vergoe-djng ; zij gaan naar huis eten en slapen en koopen zelven de kleeren die ze voorhunnen dienst noodig hebben. Te betreuren is het dat sommige bladen in deze droeve tijden nog de politiek ia hunne nieuwstijdingen mengelen. Zoo neemt Vooruit eenen brief op van eenen wezenlijken of ingebeelden brief-wisselaar, die heeft hooren seggen dat eer pastoor van booen Deinxe in zijn sermoer den wensch heeft uitgedrukt dat de Duit schers zouden zegepralen. Dat is gemeen en laf. Als de briefwisselaar of Vooruit dier pastoor kennen, dat zij hem noemen en aan klagen ; hij zal dadelijk naar verdienste he loond worden. Indien het de bedoeling is gansch di geestelijkheid te bezwadderen dat is he doel gansch mislukt. Inderdaad, indien Vooruit nog maar vat éenen zulken pastoor heeft gehoord dai moet het zijn dat aile andere geestelijkei nauwgezet de plichten vervullen welke d vaderlandsliefde hun oplsgt, — zooal elkeen kan getuigen dat zij het doen. We betreuren het, tegen zulke valsche o verdachtmakende aantijgingen verzet t moeten aanteekenen in eenen tijd dat ail Belgen één zouden moeten zijn van hart ei ziel om de rampen te lenigen, welke on Vaderland treffen, en we willen er nie verder op ingaan. i^oplnelei] ipoïlog^iji Wij hoorden veel spreken, in de laatst tijden, van schermutselingen tusschen d vijandelijke troepen, doeti men gewaag weinig van de bewegingen aan het froi der groote legers. De Duitsche patroeljen gaan uitzondei lijk rap te werk.De Franschen kunnen vooi zeker hetzelfde doen, indien zij willen. Door de rasse bewegingen der Duitscher! kan men de plotselinge vlucht verklaren, onzer landelijke bevolking, wanneer zij ver-neemt dat de Duitschers zich in een dorp bevinden, op eenen afstand van twintig of vijf en twintig mijlen. Voorzeker speelt de auto eene groote roi in den kolossalen oorlog die tkans wordt gevoerd. Dank aan de behendigheid der Fransche ingénieurs, worden de soldaten der verbonden legers degelijk gevoed, en worden voor het grootste deel verplaatst door automobielen. De bevoorrading der Duitschers, behalve ten Zuiden der Maas is thans beter ingericht dan veertien dagen geleden, alswanneer de officieren en soldaten met eene ledige maag moesten ten strijde gaan. Men moet eruit besluiten dat de dienst door motorvoertuigen tusschen de grenzen en de legerkorpsen, versteikt werd. Bij hunne geruchtmakende intrede te Brussel, zijn de Duitschers be-gonnen met al de autocars op te eischen. Wanneer men de Duitsche taktiek bedenkt, die bestaat in het verspreiden van den schrik onder de burgerlijke bevolking, en in het feit, dezelfde gestadig in onrust te houden, moet men besluiten dat de auto-mobiel daartoe uitmuntend is voor bestemd. De Duitsche patroeljen maken veel gp-bruik van geblindeerde autos. Het zijn uitstekende voertuigen, die met gemak en in voile snelheid tien, twaalf en zelfs meer mannen kunnen vervoeren. Wanneer onze vijanden een dorp of eene stad bezet hebben, zenden zij een aantal automobielen vooruit ; bij voorkeur des nachts. Indien de baan betrekkelijk vrij wordt bevonden, leggen deze autos in kor-ten tijd een 20-tal mijlen af. De landelijke bevolking wordt plotseling verwittigd dat « de Duitschers daar zijn ! » En op vele punten van het gewest bevangt eene overigens meestal engegronde pauiek de eenvoudige lieden. Tongeren, Ha^selt, Sint-Truiden, wier namen in de geschiedenis zullen vereeu wigd blijven, weten van de çeblindeerde of ge-pantserde autos der Duitschers te spreken. De bevolking evenwel had nog Belgische troepen in de nabijheid. Het is bijzonder in de opene gewesten van het land dat men van deze gemakkelijke heldenfeiten het meest geleden heeft. De automobielen, met soldaten, verklaren, hoe de Duitschers te Aalst werden gezien, eenige uren na de bezetting van Brussel, en weinigen tijd nadien, in de omstreken van Gent. Het doel van den vijand is hier niet, zich naar deze of gene plaats te begeven, maar enkel van langs aile kanten den schrik te verspreiden. Te Charleroi. Volgens den eerw. pater Renaud, J ezuiet, die getuige was van de feiten, zijn Zaterdag talrijke Duitsche troepen, die in aftocht waren, door Charleroi getrokken. Het Fransch geschut was opgesteld op de hoogten van Mont-sur-Marchienne enGozée en de Duitsche kanonnen in den omtrek van Jumet (St-Antoine). Bij hunnen doortocht door Charleroi staken de Duitschers vijf of zes gebouwen m brand, waaronder het « Palais de l'Industrie », groot kleedermagazijn. Daar de Duitschers te Chatelet en te Gilly, evenals te Charleroi slecht onthaald werden, gaven zij zich over aan plundering en be-dreven eenige wandaden. De burgemeester van Charleroi bleef op zijnen post. OP ZEE Vervolgingen tegen de Nord Deutscher Lloyd. Men meldt uit New-York: De « Guaranty Twist Company » heeft tegen de Norddeut-scher Lloyd een procès ingespannen, en eischt eene schadevergoeding van meer dan een miljoen dollars, dit wegens uitvoering van het leveringskontrakt van verscheidene miljoenen dollars in goud te leveren te Plymouth, door den stoomer <i Kronprin-zessin Cecilie. » De bemanning van derï « Kaiser Wilhelm » Een telegram uit Las Palmas meldt dat het Spaansche vaartuig « Gomera » de be-manning van de n Kaiser Wilhelm » heeft aan wal gezet, welke was opgenomen door het Spaansche garnizoen van Rio Oro. Vijf Duitschers waren erg gekwetst. De Spaansche kruiser « Cataluna » is naar Rie Oro vertrokken. Het doel zijner reis is niei gekend. BosteiirljRers la Betyië 1 Men zegt, doch het wordt niet bevestigd dat er Oostenrijksche troepen gezien werder in den omtrek van Aken. . Zij zouden dus als reservetroepen diener t voor de Duitschers. Men zou aldus de oorlogsverklaring kun , nen uitleggen, welker voorwendsels zoe , billijk (!) en edel (?) zijn als deze var i Duitschland ! . Anderzijds doet het gerucht de ronde da 3 in Beieren een opstand onder het volk zor ontstaan zijn en dat het vertrekvanDuitschi f troepen uit ons land daarmede overeen » komt. ^ Zouden de Duitschers menschelijker worden' Een zeker getal Befgische gekwetsten, di IWoensdag te Haecht door de Duitscher werderi gevangen genomen, zijn naar Anl werpen weergekeerd. Zij klagen niet ove de manier op welke zij door de Duitscher e behandeld werden. '■ Wanneer zij door de vijanden werde t opgenomen, en naar eene hunner ambular ^ cies gebracht te Haecht, werden zij vooi loopig door eenen Duitschen geneeshee verbonden. De gevangenen kregen eten e drinken, zooveel i;j noodig hadden. Eensldaps evenwel trokken de Duitscher zich uit Haecht terug naar Leuven. Z leidden de minst gekwetsten mede, en lieten de anderen aan hun lot over. Eene Belgische ambuL.iciekolom ont-dekte onze gewonde landgenooten en bracht hen over naar Antwerpen. Zouden de Duitschers eindelijk het gevaar bederiken, dat zij zich door hur.ne bar-baarsche handelwijze op den nek halen en zouden zij zich beteren uit vrees van wederwraakneming der Engelschen en der Russen ? De Russen houden zich kloefe. De hevige veldslag aan het Oostenrijksche front, ten Oosten van Lemberg, duurt immer voort. De Russen maakten 3000 lcrijgsgevangenen. In den omtrek van Podgayzy, verloien de Duitschers 3000 mannen en 9 kanonnen. De 15e Hongaarsche legerafdeeling is omsingeld in de streek ten Noorden van Tomacheo. Gansche regimenten geven zich over. De Russische opperbevelhebber heeft ver-klaard dat de Poloneesche sokols die ont-ploîbare kogels gebruiken, volgens de oorlogswetten als misdadigers zullen behandeld worden. Eene stouie daad. Een Duitsche luohtvaardar boven Parlj». Een Duitsche luchtvaarder heeft Zondag ramiddag, rond 1 1/2 ure, op eene hoogte van 2000 meters boven Parijs gevlogen en eene bom geworpen. De schade was onbeduidend, evenals de zedelijke indruk op de bevolking. De onzijdigheid van Spanje. Een Spaansche staafsman heeft ver-klaard, dat Spanje de onzijdigheid moet behouden, zoolang ten minste, er geen gevaar voor de eer en het leven der natie is. De redenaar voegde erbij : « Men neme wel in acht, dat in den huidigen oorlog, onze sympathie gaat tôt Frankriik en Engeland, die de parti] vertegenwoordfgen, en de zaak voorstaan, van reeht en vrede. » Men mag niet vergeten dat onze beian-gen strooken met deze van beide voor-noemde landen. » Ik druk er dus op : indien wij eensdaags aan onze onzijdigheid moeten verzaken, het weze om krachtdadig op te treden aan de zijde van Frankrijk en Engeland, willen wij onze vernietiging niet te gemoet loopen. Frankrijk roept de ressrvisten bianen en de klas van 1914. De Fransche minister van oorlog heeft besloten de klas van 1014 onder de wapens te roepen, alsook de werkdadige reserve, en de oudste territoriale klassen, aie voorloopig naar huis gezonden waren. Verdediging van Berlijn. Drie legerkorpsen verdecigen Berlijn. Al de andere soldaten verblijven in ons land, in Frankrijk en den Elzas. In St-Petersbur? spreekt men van de soldaten niet die tegen Rusland staan. 't Moet zijn dat de kozakken daar kort spel mede spelen. De Russische bladen schrijven zelfs dat het maar enkele dagen meer zal duren vooraleer de Czaar zijne voorwaarden aan Duitschland zal zenden. Die voorwaarden zullen voorzeker gepeperd zijn. Opstand in Oostenrijk. De Messaqero ontvangt uit Triest een bèricht, dat een oproer in verschilleride provincièn van Oostenrijk uitgebroken is. Verschillende per-sonen werden reeds gefusiljeerd. - -i.h DESERTEURS. Petit Journal heeft uit St-Petersburg een snelbericht ontvangen, meldende dat de déserteurs uit de Oostenrijksche legers zeer talrijk binnenvallen in Rusland. Zij behooren meest tôt de Slavonische regimenten. De slag van Bapaume-Peronne. Le Journal de Roubaix zegt daarover : Wij hebben gemeld dat een belangrijke veldslag plaats geliad heeft te Bapaume en omtrek, in dewelke de Duitschers vele dooden hebben gehad. Overal in de velden zijn er vele gekwetsten tôt de twee legers behoorende, Een 40-tal automobielen zijn Zondag morgend uit Rijsel vertrokken om ze op te rapen en ze naar de verschillige hospitalen van Rijsel over te brengen. De bezetting van St-Amand. Zie hier nopens de bezetting van St-Amand door de Duitschers, de volgende inlichtingen verstrekt door een ooggetuige : Belangrijke Duitsche troepen in den avond van den 23 aangekomen, in de omstreken van 1 St-Amand, beschoten het fort van Moulde-Mor-tagneop8 kilometers van St-Amand. Op 24 Oogst,om 4 ure 's morcends, drong eene I eerste patroelje in St-Amand binpen en begaf 1 zich onmiddellijk bij den meier M. Da veine en den kommissaris M. Wouob, welke zij mede- [. leidden. Beiden werden als gevangenen aanzien gedu-[ rende twee dagen. ' Binst dezen tijd trokken gedurig vijandelijke kolommen door de stad, welke men op 40,000 kan schatten. De soldaten pleegden geene gewelddaden op personen ; zij bepaalden er zich bij zich aile eet-waren toe te eigenen. Op 26 Oogst verlieten de laatste rangen van deze kolom de stad, waar enkel een post blee1 2 van 17 man onder bevel van eenen officier. 3 Sedert dien wandelen deze 17 ruiters rustig door de stad. ; Te Oostende. De nieuwe plaatsbevelhebben*. 1 Men kondigt de benoeming aan van luitenant kolonel Wielemans, van het 8e linie, tôt he ambt van plaatsbevelhebber van de stat r Oostende. n Kranige houding van burgemeester Mai van Brussel. s M. Max heeft, op een affiche door de] j bevelhebber van het Duitsche leger aangeplakt een antwoord in het Fransch aangeplakt dat hier rolgt : De Duitsche gouverneur van de stad Luik, luitenant-generaal von Kolewe, had het volgend bericht doen aanplakken: AAN DE INWONERS DER STAD LUIK. « De burgemeester van Brussel heeft aan den » Duitschen kommandant laten weten, dat het » Fransch gouvernement verklaard heeft dat het, » in de ODmogelijkheid is hetzij op welke manier » ook, Belgie bij te staan in de aanvallende be-» weging, daar het zich verpiicht ziet zelf eene » verdedigende houding aan te nemen ». Ik geef de slelligste logenstrafftng aan deze bewering. ADOLF MAX. TB BRUSSEL. De Duitschers die langs Watermael waren doorgetrokken hadden van eenen inwoner 17 flesschen wijn geëischt. Zij lieten een briefje achter van den volger.den inhoud : Wattermaelen den 21. 8. 14. Fur die 5° kompagnie Inf. Regt 24, habe ich von National Gebânde Wattermaelen 17 Flasschen Wein requiëseert. (get.) EBEL. Ôezhalung erfolgt durch den Konig von Belgiën, Vlaamsche tekst : Ik lieb in eene nationale instelling van Watermael 17 flesschen wijn opgeëischt, voor de 5° kompagnie van het 24e voetvolk-regiment.De Koning van Belgiëzaldezelvebetalen. (Get.) EBEL. De onderteekenaar was de luitenant der kompagnie. Nabij Assche vond de persoon die boven-staande verhaalde, den stsenweg van Dendermonde bezet door Duitsche huzaren en cyclisten. Rond G ure, Zaterdag avond, deed het Duitsche garnizoen oefeningen, op het plein van Berchem. Vrijdag avond, zijn twee treinen met Duitsche soldaten, achter de brouwerij van Wielemans-Ceuppens, in botsing gekomen. Zondag morgend rond 7 ure passeerde een trein met 30 waggons soldaten en 20 waggons oorlogsmateriaal door de statie van Brussel-Oost. Om 0 ure des morgends, trok eene talrijke kolom Duitschers langs de Henegouwlaan, in de richting van het Zuiden. De overweldigers gaan voort met in de hoofdstad bluf te verkoopen. Zondag hingen zij wederom een over-groot plakkaat uit, allerhande ingebeelde en leugenachtige overwinningen meldende, in de Vcgeezen. Naar het schijnt, zou Zaterdag avond te Brussel een persoon aangehouden zijn, die den « Bien Public » verkocht. OM REIS in eene beproefde streek. De vliegende kolom van het Roode Kruis van Antwerpen had Zondag eene drievoudige zending te vervullen, namelijk : te Antwerpen den voor-raad terugbrengen van de Midden-Apotheek van Mechelen ; in de ambulancie van de Durlet-straat, gekwetste Belgen overbrengen, welke zich nog bevonden te Hever en Boort Meer-beek ten Zuiden van Mechelen ; het overbrengen voltrekken van de gekwetsten die zich nog zouden bevinden te Scheplaken-bij-Hever. De twee eerste punten werden op de letter vervuld ; in het vervolg zal men zien waarom van het vervullen van het derde moest afgezien worden. Vier autos waren voor de omreis gereed gemaakt ; de eerste moest de apotheek uit Mechelen naar Antwerpen overbrengen. Daar de beschieting geëindigd was, werd dat met gemak gedaan. Twee andere autos moesten zoo ver mogelijk gaan ; ze deden twee berries mede. De vierde auto moest dienen om de gekwetsten te vervoeren. Mechelen herleefd. Langs Mortsel en Waalhem komen wij te Mechelen, onderweg aan ODze moedige soldaten een groot getal gazetten uitdeelende, welke zeer goed onthaald worden. Mechelen herleeft. Talrijke vluchtelingen zijn weergekomen, het meeste deel om kleeren te halen, geld en mondvoorraad, enzoovoorts. Verscheidene koffiehuizen zijn heropend ; sommige inwoners zitten aan hunne deur. Sedert Zaterdag is geen enkele bom meer op de stad gevallen en in geheel den omtrek, behalve in het Zuidelijk gedeelte, zijn geene uhlanen meer te zien. De uitwerksels der bommen ziin overdr'îven geweest ; slechts een 100 bommen maar geene schrapnels werden op de stad geworpen. Het meerendeel z.'jn niet ontploft en hebben enkel eenige gevels en daken van huizen bescha-digd en ruiten verbrijzeld. Drie bommen hebben Sint-Rombautskerk getroffen; de eene heeft eenen hoek van den toren beschadigd; de tweede heeft de kleine eiken houten deur vernield die toegang geeft tôt de trap; de derde heeft een rond gat in 't gewelf van eenen zijbeuk gemaakt. Ongclukkiglijk is een der prachtige en groote geschilderde vensters in gruis. De Belgische vlag wappert niet meer op der toren. De heer Dessain, burgemeester, is te Meche len teruggekeerd. De policie en de burger wacliten zijn weer in dienst. Wij ontmoeten eenen priester per rijwiel die met een verbandzakje rondrijdt en met den hee: Jordins het Roode Kruis van Mechelen ver tegenwoordigt. Gekwetsten. Eene patroelje van karabiniers-wielrijders, di« overvloedig voorzien zijn van verrekijkers, ver wittigen ons dat uhlanen niet ver meer af ziji en als we voortgaan dat het op onze eigen< verantwoordelijkheid is. Wij komen zonder ongeval aan te Hever waa wij vernemen dat twee Belgische gekwetste; zich in het Godshuis Ravenstein bevinden. Z zijn maar eeschramd. Ze werden maar half e: J half verzorgd. [ De gekwetsten en de Zusters waren uiten tevredenover onze aankomst. Zij vre^sden opgenomen door eene Duitsch [ ambulancie en dus krijgsgevangen gemaakt t worden ; men had reeds de aankomst van d 1 Duitsche ambulancie aangekondigd. alsook va afzonderlijke schutters van het Duitsche voe volk, die maar 200meters meer verwijderd waren. Wij vertrekken te voet met de berries naar Boort-Meerbeek, waar er nog meer gekwetsten zijn, zegt men. Landlieden, die door onze aanwezigheid stouter geworden zijn, volgen ons met twee kruiwagens. Na een half uur zijn we te Boort-Meerbeek. Wij treften er een derde gekwetste aan in het klooster der Zusters. Hij werd rakelings door een vuurschot in de borst getroffen. De Zusters hebben hem goed verzorgd maar er was geen geneesheer bij den zieke geweest. Dokter Crawhay vernieuwde het verband en de gekwetste werd per auto naar eene ambulancie overgebracht. De oorlogsgeesel heeft verschrikkelijk gewoed in Boort Meerbeek. Eene bom is op het huis van den burgemeester gevailen en verscheidene hofsteden zijn afgebrand. Nog verder. Elkeen vertelt ons dat verscheidene gekwetste Belgen in een klein boschje liggen, een half uur veraer. Zij verblijven daar sedert vier dagen. Nu en dan gaan de zusters en de vrouwen van het dorp hun water en boterhammen dragen ; want... de Duitschers zijn niet ver. Wij willen die ongelukkigen, die volgens men ons .'s morgends zegde nog leeïden, niet laten sterven. Twee boerendochters, twee gezusters dienen ons tôt gids. Onder weg eischen wij eene melkkar op, welke onze gekwetsten zal kunnen vervoeren. * Na lang rijden, te midden van populiers en dicht gewassen kreupelhout, beschenen door eene brandende zon, komen wij eindelijk aan het boschje in kwestie. Wij draaien rond eenen gansch verbranden molen en een vernield pacht-nofje en treden in het boschje. M. Crahav, Koch, d'Ans, Jordens en ik, ge-volgd door drie boeren beslissen in het boschje te gaan langs drie kanten te gelijk. Wij vinden er een kepi van een Belgischen soldaat, verbandwinden enz. enz. Talrijke boomtakken zijn gebroken. Wij hebben schoon te murmelen of beter halfluid te roepen : Vrienden waar zijt gij ?... Niemand beantwoord dieroepstem. Aan net uiteinde van het bosch bemerken wij evenwel de gestalte van vier uhlanen. Wij oordeelen het geraadzaam niet verder te gaan, en, op onze stappen terugkeerend dwars door het bosch bemerkten eenen hoop over-blijtselen van Be'gische uniformen en geweren die verbrand zijn. Wij zien er ook het onderste deel van eenen schrapnel, en talrijke kardoezen-hulsels. Wat verder rieten korven, voorzien van twee ooren, welke waarschijnlijk gediend hebben om de projektielen, vijf aan vijf te verdragen. Wat wil dat ailes zeggen?.... Zouden de Duitschers in onze nabijheiazijn ? In elk geval moeten wij uit het bosch, want wij mogen den wolf in de muil niet loopen. Wij verlaten dan voorzichtig het bosch ea komen eindelijk aan een iapenveld. Het is twee ure ; wij blijven staan, staren in het ronde, onderzoeken den omtrek en zien niets dat ons vcrdacht voorkomt, maar. wat staat er pnste wachten ? Wij weten en vermoedennog min iets dat gevaar kan opleveren voor onze vrienden-schaar. AUeen de Voorzienigheid weet welke wederwaardigheid, vol onaangenaamheden er ons te wachten staan. Wij stellen ons betrouwen op God^ vast besloten gekwetste soldaten te nelpen indien wij er de gelegenheid toe hebben, Onverwachte ont moet in g. Op hetzelfde oogenblik, op eene plaats van voornoemd veld, waar wij nochtans niets ver-dachts hadden bemerkt, aoken eensklaps vier menschelijkegedaanten op. Wij waren daar grootelijks over verwonderd en dachten dat het boeren waren. Toen wij naderbij kwamen, stelden wij vast dat het vier Duitsche soldaten van het voetvolk waren, in hemdsmouwen en voorzien van spaden. Zij waren bezig hunne dooden te begraven ! Aan deze soldaten wilden wij juist uitleg geven over onze aanwezigheid en wat wij kwamen verrichten, toen langs vier verschillige kanten, Pruissische soldaten, gewapend met hun geweer, naar ons toesprongen. De Duitsche soldaten, in het groen gekleed, waren van het 84e linieregiment. Een onder-officier kwam dan ook ter plaats. De Duitsche soldaten ziende met wien zij te doen hadden en wetende dat wij niet gewapend waren, lieten ons met rust, doch zegden ons dat wij ons in de Duitsche linies bevonden en hen dus moesten volgen. Krijgsgevangen. Wij waren dus krijgsgevangen ; gelaten in ons lot, stapten wij blindelings voort. Ik bemerkte dat wij naar het Zuiden optrokken, in de richting dus van Campenhout, waar zonder twijfel de Duitsche voorwacht gelegerd was. Wij werden eerst en vooral voor eenen officier ffebracht, die ons zeer brutaal aanspraak, onze papieren deed toonen en vervolgens langdurig ondervroeg, en ons daarbij deed opmerkèn, dat er hier niet veel beslag te maken was. (Nicht zo viel Spatz machen). De Pruisische officier verklaarde dat de leden van het Rood Kruis van België allen dragers waren bevonden van geweren (! ?) en wij er dus niet zeer gemakkeiijk zouden van af komen. Wij dachten natuurlijk datons laatste uur was geslagen ; zonder twijfel en dat was ons ge-voelen, zouden wij worden gefusilleerd ofwel naar het algemeen kwartier van Leuven worden gestuurd en van daar — wie weet — als krijgsgevangen naar Duitschland. Na ruim een uur geblinddoekt door bosch en velden te hebben gemârcheerd, kwamen wij op eene plaats, midden een groot getal soldaten, die minder brutaal waren en ons naar « Schloss » brachten, een kasteel dat geloof ik toebehoort aan M. de Fierland van Campenhout. Daar moesten wij hait houden ; een andere officier ondervroeg ons op zijne beurt over de instelling van het Rood Kruis en hoe de ambulanciers en de geneesheeren van het Rood Kruis waren gekleed. Deze officier verzekerde ons dat onze zending nuUeloos was, dat de Duitschers geheel het oorlogsveld hadden geruimd en de Belgen zeer goed werden behandeld in het « Lazaret » (Duitsche ambulance.) Hij verontschuldigde zich ons niets te kunnen ï aanbieden ; de soep was op, doch wij kregen een roggebrood zeer gosd gebakken en eene i kruik water. Dit ailes Iconden wij nutteû op ons î duizend gemakken, doch bleven geblinddoekt en zeerstreng bewaakt. r Na een uurtje oponthoud kregen wij tôt i onze groote voldoening bericht, dat wij naar de 3 voorhoede zouden geleid worden. i Deze officier drukte zich zeer goed uit in de Fransche taal. t Hij vertelde ons ook dat de Pruisen ong niet vijandig waren (eene les die allen goed van e buiten hebben geleerd en er overal mede voor s den dag komen), dat de ^randen niet door hunne e schuld werden gestîcht, maar zij daartoe waren n verpiicht om zich te wreken, etî de Vriischutters alleen de schuldigen zijn, zooals te Leuven,

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Fondsenblad: handel, nijverheid, taal, godsdienst appartenant à la catégorie Katholieke pers, parue à Gent du 1871 au 1914.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes