Gazette van Gent

1638 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1914, 11 Septembre. Gazette van Gent. Accès à 28 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/w950g3mh25/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

247"" JAAR. — W 217. — B. 5 CENTIEMEN VRIJDAG, 11 SEPTEMBEE, 1914 GAZETTE VAN GENT II1TSCIÎI&ÎJYIIIÎGSPRIJS 2 VOOR GENT : YOOR GEHEEL BELGIE : Jeu jaar fr. iS-flO Een jaar ..... fr. 15-00 jmaanden. .... » G-50 6 maanden, . 0 . « » 7-75 jaiaajaden. .... » 3-50 3 maanden„ . . . „ » ê-00 Voor Holland : 5 frank per 3 maanden. Voor de andere landen : fr„ 7-50 per 3 maanden» NIEUWS-, HÀNDELS- EN ANNONCENBLAD ûestïefct SR .1667 BlëSTÏTÎJ® EX BEDACfII VELDSTRAAT, 60, GENT De burèeïen syn open van 7 ure 's morgends M § W® 's àvôrûÏS; TELEFOON nr 71© ©e raschrijvers buiten de stad Gent moeten hun abonncmeat nemen ten Postkantoore hunner woonplaats. DE EUROPEESCHE OORLOG DE OFFICIËELE MEDEDEELING DE VAL DER FORTEN VAN NAMEI HOE DE KERK M QUiTREGHT BERED WERD De groote Veldslag in Frankrijl De Houding van lerland TTTnrp TTWDC'mTn'DTrrmn TTAMT) TT A "RX T>AT>TTO Officieele Belgische mededeeling Antwerpen, 10 september, om 3 ure na-middag.De 300 Duitsche krijgsgevangenen van Aarschot zijn te Antwerpen aangekomen. Zij maken (leel van den "Landstnrm" uit de omstreken van Magdenburg. Zij waren met een bataljon van 1100 man, een deel werd gedood, een ander deel nam de vlucht. De overigen gaven zich over. Ondervraagd nopens de gijzelaars die zij opgesloten hadden, in de kerk van Aarschot, antwoordden zij, dat manne»., boven de 40 jaren vrijgelaten waren. De anderen van 15 tôt 40 jaren werden naar Aken gezonden. Wanneer men tara sprak van de verwoesting van Leu-ven, zwegen aïlen. Eindelijk toch zegde er eene : " Het is eene schande!" MUciëele mededeeling uit Frankpjjk OPDEN LINKERVLEDGEL blijft detoestand v'aldoende ,alhoewel de Duitschers hunne Iroepen versterid hebben. De vijandelijlce lijn plooit voor hcl Engelsch leger. IN HET MIDDEN is onze vooruii-gnng traag, doch algemeen. OP DEN REÇUTERVLËUGEL doet de vijand tegen de omheining van Nancy ijeen enlcele werlcing. IN DE VOGEEZEN EN IN DEN ELIAS er geene wijziging. De ioestand in Frankrijk DE DUITSCHERS- MOETEN WIJKEN lit Engelsche bron : De drukkirig tegen den vijand duurt voort op heel het iront der Verbondenen. De Engelsche strijdkrachten hebben don vijand doen terugwijken ten Noorden van de Marne. Het iji'de Franseh legerkorps rukte ÀXJCLtU.2. V Ail X M insgelijks met welslagen vooruit ( maakte vele krijgsgevangenen. Het zesde Franseh legerkorps hee de Duitschers aan de Ourcq ook na e( verwoed gevecht terug geslagen. Het Duitsche loger heeft op heel ( lijn erg geleden. De Engelsche Iroepen hebben ande maal eenige verliezen ondergaan, ma; gering in verhouding met den aard v£ den veldslag. De uitslag der twee laatste dagen voldoende. De Times maakt de volgeride overw gingen over den groote,î vekislag d tiiaris aan den gang is : « WaarschijnJijk zullen drie milliot manscliappen eraan deelnemen. De E: gelschen hebben aan het loger -gezondf de mannën, de paarden en het m aie rie om de leemten aan te vullen en de Frai schen, die op hu-n grondgebied vechto. hebben denkelijk hetzelfde gedaan. De verliezen waren reeds aanzienlij maar aan den kant der Duitschers aa zicnlijker dan bij de verbondenen. 7 traden gewoonlijk aanyallend op en d vergt veel opoîferingen van manscha pen. Vooral het Duitsche officierc korps heeft geleden en de bijzonders macht van het Duitsche loger bestaat zijn officierenkorps. Zijn krachtdadigheid neemt altijd na het vèrlies van een groot aantal ofl cieren. De laatste berichten over den toestar der legers is gunstig. De verbondei troepen wijken niet meer, zij houd( stand en dringon don vijand zelfs c verscheidene plaatsen achteruit. Het vensterkte kamp van Parijs Ziehier eenige inlichtingen over d versterking : Parijs be"it nu eene versterkte ve schansing, een eerste kring van dici bijeenstaande forten, en een tweede oi kring van meer verwijderde forten. De eerste om kring werd gebouwd o der Lodewijik Philip, van 1841 tôt 1845. De aaneenhangende omkring well eene lengte heeft van 36 kilometers, heeffc geene ernstige waarde dan van het Zui-den tôt het Oosten ; het deel gelegen van het Westen tôt het Noord-Westen is ge-deklasseerd van aan het St-Deni&kanaal ^ tôt aan de poort van Auteuil. Deze omkring omivat de hoogten van Clichy, Montmartre en Belleville, die rechtstreeiks het deel der Seine-vallei beheerischen in hetwelk Parijs gelegen ia. Een tweede heuvelring, waarvan sorn-m migen hooger zijn da^i de hoogten in den ^ omkring begrepen, bevindt zich op een afstand van 2 tôt 6 kilometers van de eerste lijn. Zij worden beheerscht door den eer-sten omkring afzonderlijke forten, ten getalle van zestien ; hunne roi is bijna uit en hunne weerstandskracht tegen de huidige kanonnen is Volkomen nul. De omtrek van deze tweede verdedi-ginigslijn is 53 kilometers. n Zekere vooruitspringende positiën, eenige forten beheerschende, werden in-ft der haast, in 1870 van batterijen voor-n zien, wêlke ten gevolge van het snel op^ rukken van den vijand niet konden vol-e ledigd worden. De Duitschers bemachtigden het meeste deel ervaji en konden van dan af Parijs r beschieten. Onrniddellijk na den vrede bestudeer-de- men de middelen om aan de verdedi-ging van Parijs eene zoo groote uitbrei-s dinig te geven dat de insliûting moeilijk en uitputtend werd voor den vijand, indien het nog mogelijk was. e Men moest in aile geval het beschieten foeletten. n De tweede omkring der forten werd ( dus veel verder vooruitgebracht. De oplossing van het vraagistuk werd '} gegeven door de grondge&teltenis van den omtrek van ParijiS. Men moest al de bosschen beschermen U tutsschen de rivieren en de beken, van den omtrek van Parijs. ;, Vijf van die bosschen waren uitnemend i - geschikt om er versterkte kanipen van te ij maken of brughoofden : it Ten Noord-Westen de heuvelen van Yaujours, met het Bondybosch ; ten Noorden over St-Denis de hoogvlakte op e welke zich den heuvel van Montmorency verheft; ten Noord-Westen over St-Ger-main de hoogten van Hauthée. ^ Ten Westen op welke zich het bosch van Marly bevindt; ten Zuiden de hellin-l" gen de Bierre en de Yvette begrenzen ; ten Zuid-Oosten, van de Seine tôt Ville-neuve Saint^Georges tôt aan de Marne, e te Noisy-le-Grand en de hellingen van de n hoogvlakte van Brie die Parijs beheer-p schen. Yier van die vijf bosschen zijn voorzien van forten en ba,tterijen, maar men heeft ongelijk gehad de hoogvlakte van Hauthée niet te versterken. Men heeft insgelijks daar bijna recht-e over, langs den kant van Medox de niet minder schoone positiën van Orgeval en f- Aigremont. 5- Om niet te veel te moeten doen, hield 1- men zich tevreden met den hoogen heuvel van Corneilles sterk te bezetten. i- De omkring der verwijderde forten, maakt wel een uiterst sterk geheel uit, e maar schijnt toch zoo volledig niet te in I I I I I !■!! «■«!——■——■ITHTT— zijn tegen ail en aaxival, om beveiligd te wezen tegen aile verrassing. Er bestaat eene nogal breede tussohen-ruimte langs den kant van St-Denis, tusschen het fort van Stains, hoek der verdediging langs den Noordkant, en het fort van Yaujours, op de Noord-Ooste-lijke voorlijn. Ten Zuiden is er in den twçeden omkring, tusschen het fort van Villeneuve St-Georges en dat van Palaiseau, eene vrije ruimte van 166 kilometers. Half-bestendige werken. welke moesten gemaakt worden in de ruimten welke niet van versterkingen waren voorzien, waren ontworpen ; het materieel om ze te beleggen, was gereed. Die werken >moeten op dezen oogenblik voltrokken zijn. Dank aan de valleien, rondom Parijs, moet het versterkte kamp, dat de stad beschenmt, in staat zijn den vijand 30 tôt 32 kilometers van de stad verwijderd te hou den. Binnen het versterkte kamp laat de groote ringspoorweg, die al de forten. met elkander in verbinding stelt en die met aile station van Parijs aangesloten is, too zeer spoedig de voorlijn te voorzien van levensmiddelen en schietvoor-raad.Er zijn. genoegzaam weiden om een grooten veestapel te voeden. Voor de verdediging van dat kamp zijn maar 150,000 man noodig ; de insluiting zou van den belegeraar 420,000 man eischen. Men denkt dat de Duitschers de be-legering niet zullen doen, zoomin als die van Antwerpen. PETROGRAD De lezer zal reeds bemerkt hebben, dat de naam der Bussische hoofdstad St-Petersburg veranderd is in Petrograd — en niet Petrograde. Ziehier welken uitleg Dr Dillon, een der oorlogscorres-pondenten van een Engelsch blad, van die verandering geeft : De naam Petrograd is niet nieuw, maar veeleer een terugkeer tôt de vroegere bena-ming, welke czaar Peter den Groote gaf aan de toenmaals tweede hoofdstad van zijn Bijk, waarvan Moscou de eerste hoofdstad was. _A1 de werken, in die tweede hoofdstad uitgegeven gedurende het laatste tijd-penk van Peter de Groote's regeering en onder zijne rechtstreeksche opvolgers, droegen op den band het stadsmerk Petrograd.Grad en Gorod beteekenen stad, zoo-dat de naam eigenlijk wil zeggen Peter-stad of stad door czaar Peter gesticht. Zij hebben denzelfden oorsprong als het Engelsch woord "garden" en zijn te Vinden in de stadsnamen Nowogorod (Nieuwe stad), Elisabethgrad (Elisabeth-stad), enz. Constantinopel zelf wordt in het Russisch genoemd " Tsaregrad" jf Keizerstad. _ Het is onder de regeering der Keize-l'innen Catharina, Anna en Elisabeth, dat het de gewoonte werd Duitsche na-men aan de Russische steden te geven. Na het verdrag van Berlijn begon graaf Ignatieff, gezant te Constantinopel, mi- nister van binnenlandsche zaken gewor-den, eene poging om1 de Russische be-namingen herin te voeren. Daartoe ver-kreeg hij den steun van het blad der Keizerlijke Academie, de " Peterburgs-kaïa Wiodomo&ti", waaraan Dr Dillon destijds medewerkte. De taalkundige voorstellen van dat blad vonden dan echter geen bijval ; vooral de spotbladen hielden er een loopje mede. Doch Alexander III, de va-der van den tegenwoordigen czaar, kwam de beweging steunen en besliste dat al de steden, welke in de Russische geschie-dénis eenige beteekenis hadden, tôt haar oorspronkelijken Russischen naam moesten terugkeeren. Zoo werden Dorsar en Duna.berg terug Yurevo en Dvinsk, welke benamingen zij behouden hebben. St-Petersburg heeft nu denzelfden weg genomen. Dr Dillon m-eent dat Peterhof, Orauienbaum, Ykaterinlburg, Orenburg, en anderen zullen volgen. Een record 13 OORLOGSVERKLARINGEN IN EENE MA AN?) Do reeks ving aan den 28 juli met de oorlogsverldaring van Oostenrijk aan Servie. Dan volgdcn : Duitschland aan Rusland, 1 oogst. Duitschland aan Frankrijk, 3 oogst. Duitschland aan Eelgie, 3 oogst. Engeland aan Duitschland, 4 oogst. Oostenrijk aan Rusland, 5 oogst. Monténégro aan Oostenrijk, 5 oogst. Servie aan Duitschland, 6 oogst. Monténégro aan Duitschland, 11 oogst Frankrijk aan Oostenrijk, 11 oogst. Engeland aan Oostenrijk, 13 oogst. Japan aan Duitschland, 23 oogst,. Oostenrijk aan Relgie, 29 oogst. En nu komen vvellicht nog een Grieksch-Turksche oorlog en een oor-log tusschen Italie en Oostenrijk. Hoe Namen gevailen is Een Engelsch blad zégt daaro/er l ot volgen de : Namen was sterk verschanst cn bet verdedigingstelsel was nog verstorkt tij-dens de heldhaftige verdediging \c>n Luik. Groote plaatsen waren onder-mijnd, het schietveld van aile hinder-palen gezùiverd; draden waar een elec-trische stroom doorging van 1500 volts, waren nabij de forten gespannen en overgroote schietvoorraad was aange-bracht.Men was gereed.een beleg uit te hou-den van verscheidene weken en stelde zich gereed 50,000 Duitschers te dooden. Maar de staf beging twee fouten : hij liet den vijand te dicht naderen zonder aan te vallen en wachtte te lang op den bijstand beloofd door de Franschen, die niet in tijds en talrijk genoeg konden komen. 0 Eene heele week lang wachtten de Belgen,opgesteld langs den oever van de Maas, den aanval der Duitschers, die zich aan den anderen kant van den stroom bevonden. Zij dachten dat iedere dag een slap nader tôt de zegepraal was. Maar de Duitschers waren niet werkeloos geble-ven; zij stelden met veel moeite hunne groote belegartillerie op, waarvan nio-mand bij den aanvang der vijandelijkhe-den, het bestaan vermoedde. Begunstigd door den mist, konden de Duitschers 32 bclegkanonnen opstellen op twee plaatsen, waar zij hun vuur konden samentrekken op een enkelen sec-tor.Zij waren op drie mijlen afstand van de loopgrachten en builen schot dor gc-weren.De inlichtingendienst dor Duitschers was wonderwel ingericht; zoo vond men op een krijgsgevangen officier een pho-tografie van de loopgrachten, twee dagen vroeger door de Belgen gemaakt. Zonder zich om de forten te bekom-meren zonden de Duitschers hun schroot tegen de loopgrachten, waar onze sol-daten den vijand afwachtten. Tien uren lang onderstonden de jongens den aanval, zonder mot een schot te kunnen ant-woorden.Iedere man die zijn hoofd boven de verschansing stak, was dood en de sol-daten moesten zich zoo goed het kon, trachten te bëschermen. Vooral veel of-ficiercn werden gedood en eindelijk ont-moedigd en radeloos, werd het eene al-gemeene vlucht. De Duitschers richtten zich dan tegen de forten van Mai/.eret en Marchovelette, die,-bewapend mot onde kanonnen, van kleine dracht, maar weinig tegenstand konden bieden en maar 10 schoten los-ten torwijl de vijand er in twintig minu-ten 1200 schoten toezond ! De generaal Michel en zijn staf hadden zooveel vertrouwen in de sterkte der forten, dat er geen maatregelen voor den altocht voorzien waren. De vestingartillerie met de munitiën en een groot deel der veldartillerie vie-len in de handen der Duitschers De Iegerafdeeling telde 26.000 man-schappen; 14.000 werden gedood, ge-kwetst of krijgsgevangen genomen. DE LOTGEVALLEN VAN DE 4" LEGERAFDEELING. Nadat don aftocht bevolen was, trok-ken de Fransche en de Belgische troepen in de beste orde achteruit. Een linieregiment dat op het vlak van Warthez kloek stand gehouden had, begon den 23 augusti te wijken naar Bourges, ten Noorden van Namen, en altijd verder, terwijl men de Duitsche kanonnen al nader en nader hoorde donderen. De toestand scheen zeer erg. De vierde Iegerafdeeling licp gevaar verpletterd te worden tusschen de versterkingen der Duitsche troepen die maar altoos aanrukten en tôt overmaat van ongeluk was de afdceling bijna zonder officieren. Alsdan werd een moedig besluit ge- tl Feuilleton der Gazette van Gent. . Het Geheim van de Theems door FLORENCE WARDEN. .Zoo lang zij kon, verdroeg freule Ben sington de luimen van haar vader ; maar emdelijk kreeg zij toch zoo een behoefte aan een vriendin, wie zij tenminste haar ^°rf?en gedeeltelijk kon toevertrouwen, dat zij de auto voor liet komen en naar ^edar Bank l'ç.ed, waar zij Randolph "Copte te vinden. . Maar haar neef was er dien ochtend niet verschenen ; en Cora zegde al dade-'•'k, toen zij de zitkamer binnen trad, Waar zij haar bezoekster op het punt ^pnd om in tranen uit te barsten, dat zij ha? n°® n^e^s van neven gehoord Er is toeh niet weer iets akeligs? vf°eg het neisje zachtjes, terwijl zij de siddevende handen van freule Bensing-ton streelde. ~ O. ja, Hammond, van wien vader Keheel afhankelijk is, werd gisteren acht door een inbreker aangevallen en !(,zen morgend is hij weggestuurd. In ecler geval had hij een poosje vacantie oeten nemen, want hij is zoo ontzet-toegetakeld. Misschien, dat hij nog 2j; e.l!uS 'nag komen. Maar intusschen Jn wij ten einde raad en vader is meer n'h» eig zi'in sc^ik- En om de zaak al '■ ?r#Pr 'te maken, liebbcn bijna euk'i, " ^< n ('on opgeze *d,o'i> vl en, mijn kamenier onder anderen, willen geen dag langer blijven. Zij gaat vandaag nog weg. Ik weet waarlijk geen raad. En het arme verfijnde dametje, wie het vooruitzicht zich zelf te moeten kap-pen als een donderslag trof, zat daar met de handen in den schoot, een toonbeeld van wanhoop. Cora liefkoosde haar even. — Kom, zegde zij met een opgewekt-heid die het beste geneesmiddel bleek voor de jonge freule. Wij zullen het we.-rooien. Zal ik met u medegaan naar de stad ? Freule Bensington haar gelaat klaarde dadeli.jk op. Uat dit jeugdige persoontje met haar heerlijken levenslust en onver-: woestbare karakter haar door dezen moei lijken tijd zou heen helpen, leek bijna te schoon om waar te zijn. — Gij ! O, zoudt gij dat willen ? —Ik gis van ja, en ik kan een heele steun voor u zijn, als ik wil. Ik kan kap-nen en naaien en redderen en ik zou het heerlijk vinden om dat allemaal voor u te .mogen doen. Want weet gij wel — zij keek heel ondeugend — dat zou ik nu nAst voor iiedereenj doen. Maar voor,.. nu ja voor de tante van Matt, — zij schaterde van het lachen en zij bloosde en beheerschte zich toen weer. Ik wil u dan wel vertellen, dat ik ook zal probee-ren om allerlei te ontdekken, als ik een-maal_ bij u ben. Zijt gij daar bang voor en wil ik dus maar liever wegblijven £ Freule Bensington schudde haar hoofd. Toen fluisterde zij theatraal : — Lieve, er zal vroeger of later wel iets ontdekt moeten worden en dan heb ik liever, dat het door u gebeurt, dan door iemand anders. Gij zijt een ver-standig meisjo en gij zoudi, een eclite steun zijn. — Ik geloof, dat het wel lukken zal en dat ik mijn best zal doen. Afgesproken dus ; ik ga nu even aan ma vertellen, dat ik met u naar de stad ga. — Zoudt zij dat goed vinden 1 Cora glimlachte. — Reken maar, dat mama geen leven zou hebben, als zij mij niet mijn gang liet gaan, antwoordde zij kalm. Maar gij kunt het haar wel vragen, terwijl ik mijn hoed opzet en Clara mijn valies laat pakken. Mevrouw Schmidt vond het maar half goed, dat Cora zoo opeens op reis ging, maar zooals haar dochter had voorspeld, zii durfde niet weigeren, omdat haar wei-geringen toch nooit iets uitwerkten. Binnen een half uur keerden Cora en freule Bensington dus naar de " Towers" terug, en tien minuten later drukte Cora lord Bensington de hand en was dtlze dien morgend voor het eerst in staat om eenige vriendelijke woorden te zeggen. Tegen lunchtijd waren allen bij elkaar in het huis op Grosvenoy Palace en Cora, die al een plan de campagne had gemaakt, begaf zich onmiddellijk naar het ■bureel van een bijzonderen detectieve. Aldoor, sinds ze gehoord had van Joe Ruggles, den bookmaker, die bij de Towers verdronken was, had het meisje bij zich zelf besloten, dat de sleutel tôt deze' -misdaad en, zooals zij later bedacht, ook •tôt de volgende, gevonden zou zijn, zoo-dra men maar wist met wien op het buiten Ruggles zaken had gedaan. Zij verzocht dus een detectieve om de familie van Ruggles op te sporen en binnen een paar dagen had zij de verlnngde inlichtingen. Wij 1 eh Joe Ruggles was een beken dé tiguur op de koe«rsen, een bookmaker van geen heel goed gehalte, maar er waren er toch nog slechter dan hij. Hij had eene weduwe en twee kinderen aagelaten, een jongen van ongeveer vier-en-twintig, die niet veel deugde, en eene ioehiter van een jaar of negentien. Moeder en kinderen woonden samen in een klein huisje te Brixton, waar zij * amers verhuurden, en verder den ko&t brachtten. te verdienen door naaien, idressen <sc'hrijven en dergelijke bezighe-ien.Het meerendeel van het werk rustte ap de vrouwen, terwijl de jonge man, als hij niet leeig liep, werkzaamheden van twijfelachtig allooi in de buurt van de renbanen vond. Dit ailes vernam Cora, die zich meteen aankleedde, een taxi naar Brixton nam, waar zij spoedig het huis van Ruggles vond. Het zag er armoedig en vervallen uit; en toen Cora den verwilderden tuin door ging, met het verwaarloosde stukje gras veld en gebroken steenen in het straatje, dat naar de voordeur leidde, zag zij eene vrouw, die verbaasd naar haar en de vs^achtende auto staarde. Ofschoon m&n haar blijbbaar had zien aankomen, moest zij toch een heelen tijd wachten, nadat ze aangescheld had,maar eindelijk werd de deur toch opengedaan door eene vrouw, die veel jonger scheen te zijn dan degene, die zij al eerder door de ramen gezien had. — Zijt gij mejuffer Ruggles? vroeg Cora met een innemend glimlachje, terwijl zij in het bleeke, magere gezichtje van. het meisje keek. — Ja. Ik heet Nelly Ruggles, en haar oogen bliikten angstig, als om hulp zoe-kend rond. Cora glimlachte bekoorlijker dan ooit. — Gij behoeft niet bang te zijn, zegde zij. Ik geloof, dat ik met ©en prettige boodschap voor u kom. — Prettig, herhaalde het meisje, als kende zij de beteekenis van dat wooird nauwelijks. — Ja, ik geloof, dat ik u geld kom brengen, dat gij nog hebben moet, ging Cora voort, met het geld rammelend ter aanimoediging. Eersit keek heit meisje heel verlicht, toen scheen zij weer te twijfelen. Dit kon een valstrik zijn. Cora meende die vrees op het treurige gezichtje te lezen. Ik meen, zegdei Coira, die al gejmerkt had dat dit meisje als was in haar handen zou zijn, dat ge onlangs uw vader hebt verloren ? Het meisje keek haar vragend aan, knikte zonder te spreken, terwijl Cora voortging : — Iemand te Teddington was hem geld schuldig. • Ja,_ en vader heeft er nooit een cent van gezien en dat zullen wij ook wel niet zegde zij. — Dat weet ik nog niet. Ik moet het komen betalen, zegde Cora — Gij 111 ik. Cora deed haar gouden beursje open, dat vol goudstukken zat. Gij kent den man immers, die het 2<-ld schuldig was 1 vroeg ze als terloops. — O ja, ik kende hem wel. — Zoudt gij het portret weer herken-nen 1 O, zeker. Zij sitonden nn in don gang. Cora was daar met opzet gebleven, om geen last te hebben van bemo<eiizieke en voorzich-tige bloedverwanten. Nu trok ze plotse-ling uit haar mof een photo van Randolph te_ voorschijn en liet die aan het meisje zien. — Is dat zijn portret? vroeg zij. Maar het antwoord kwam zoo rustig en zonder aarzelen, dat er niet aan de waar-heid te twijfelen viel. — O, neen, dat is hij niet. Cora begon den moed te verliezen. Hoe zag hij er dan uit ? zegde zij na eene stilte. Het meisje antwoordde onmiddellijk : Hoe hij er uit zag? Nu, ik kan niet zoo heel_ goed iemand beschrijven, maar ik zal m xeder geval mijn best doen. Hij... Op dat oogenblik ging eene deur ach-ter haar snel open en een jonge man keek naar buiten. Een grof, nonsch ge-zicht had hij, een terugstootend uiterlijk bepaald, heel iets anders dan het zusje met haar groote, treurige oogen. ~ w^6 Praat gij daar, Nell? snauw-de hij. Iemand, die gij niet kent? J... ja... ja ! stamelde het meisje. . Houdt dan uw mond en ga naar bmnen. Hij pakte haar bij den arm en trok haar m de kamer. — Och, een minuutje, riep Cora. îaaar glimlachjes noch lieve woordjes, noch het betooverend geldgerammel baatten hier. En terwijl Cora uit angst voor zijne ruwiieid een paar sta.ppen achteruit deed, uwde hij haar de stoep op en sîoeg" do deur voor haar neus dicht. (Wordt voortgezet.)

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes