Geïllustreerde zondagsgazet: familieblad

2292 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1916, 26 Mars. Geïllustreerde zondagsgazet: familieblad. Accès à 18 mai 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/4m9183561m/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Zondag 26'Maart 1916 Tweede Jaargang Nr 19 QEILLUST REERDE ZONDAGSGAZET Bureel : HOPLA/ND 30, Antwerpen, Abonnement : 5.00 fr. het jaar F -A- DyC ILIBBLAD « ■* Aankondig-ingen : Laatsto bladz.,den regel 0.30 Rubi-iek OVER ALLES d.reg.1.00 Financieele aank. » 1.00 Vergaderingen, Handelsmaat-Begrafenisberieht 5.00 schappijen den iegel 0.50 Dit nummer bestaat uit ACHT BLADZUDEN DADEM EN ZAKEN I. Tegen bedriegers Herhaaldelijk hebben wij in « De Zondagsgazet » geklaagd dat zekere personen zich plichtig maak-ten aan allerlei bedrog dôor onderstand te genieten waarop zij geen recht hebben, door het verduiste-ren van hulpmiddelen welke hun toegekend wor-den rriaar welke zij verkoopen, en ook nog door al-lerhande strafbare feitën. Hoe streng de kontrooldienst ook ingericht en uitgevoerd wordt, toch ontdekt men aile dagen nog personen die zicli plichtig maken aan bedriege-rijën. Aan het onderzoek- en inlichtingsbureel is daarom thans een bijzondere dienst gevoegcî voor de veruolgingpi, en een aantal personen, die onre-gelniatig onderstand genoten werden tot'terugbeta-ling gedwongen van hetgeen zij onrechtvaardig ontvangen hadden, of door slinksche knepen wis-ten te bemachtigen. Bij het Parket zijn reeds vers'cheidene dezer sleclite mensehen aangeklaagd ; zij werden ver-volgd eii veroordeeld tôt boete en gevang. Het is uit die onderzoeken gebleken dat stevige eigenaars, zich niet schaamden hunne dochters te laten gaan stem'pelen of doppen; dat bedienden en werklieden, wier wekelijksche inkomsten van het huisgezin 50 tôt 60 fr. beliepen, insgelijks naar den «dop» gingen; dat personen, die tijdens den oorlog een flink erfdeel opstreken, voor onderstand bleven loopen; dat bedienden die van hun patroon 150 tôt 200 fr. maandgeld ontvangen, hunne moeder dwon-gen te gaan doppen. Het werd tijd — het was meer dan tijd — dat er tegen zulke wraakroepende feiten rechterlijk op-getreden werd ; het zal velen lot les strekken. II. De boterkwestie Men heeft gepoogd de landbouwers te verdedigen tegen het venvijt dat zij door hunne waar, zonder reden of oorzaak, tôt 7 fr. per kilo te verkoopen, woekerij plegen en het Belgische volk, op zijn minst genomen, bestelen. Dit verwijt kan nochtans niét meer wederlegd worden, nadat personen, die bevoegd zijn in de zaak, zonder het minste belang,zich vereenigd hebben in een Nationalen Bond, om de duurte der zeer noodige boter te bestrijden en de prijs tôt het nor-maal cijfer terug te brengen. c In de algemeene vergadering van voornoemden Bond, gehouden te Brussel, voorgezeten door den heer De Roo, algemeen opzichter bij het Ministerie van Landbouw, is door hem, en door meer ande-ren, luidop verklaard : dat er niet de minste reden bestond om de boter tôt zulke ongehoorde prijzen op te hoogen. Na den heer De Roo namen andere bijzonder be-voegde personen het woord en allen bevestigden de woorden van den achtbaren algemeenen opzichter. Er is dan ook met algemeene stemmen door al de aanwezigen aangenomen tôt de stichting van den « Algemeenen Nationalen Bond tôt normalen handel in Boter » ovér te gaan, met hoofdzetel te Brussel en met provinciale onderkomiteiten in elke hoofdplaats der provincie. . Dadelijk zijn de noodige benoemingen gedaan en thans is men volop aan 't werk opdat de Bond in gansch het land zijne taak kunne beginnen met 1 April. Wij mogen er ons aan verwachten dat de prijs der boter dadelijk zal verminderen; wij durven zelfs beweren dat de huidige afslag, sinds een paar we-ken, het gevolg is van de stichting van den Bond. Het Besluur zal zich eerst en vooral onledig hou-den met al de oneerlijke facteurs in boter, die de opjagees der boterprijzen zijn, uit den handel te drijven, want het zijn dezen die den woekerhandel in boter bewerkt hebben ten voordeele van hun persoonlijk profijt. De persgnen die zich aan het hoofd gesteld hebben clezer beweging, zijn voldoende gekend om hunne bevoegdheid in de zaak, zoowel als om hunne achtbaarheid, zo.odat zij boven alle'verdenking staan. Zij kunnen dus gerust den aanval der oneerlijke boterhandelaars, die ons sinds maanden bestelen, afwachten. Het is te hopen dat de « Nationale Boterbond » bij de bevolking den noodieen steun vinde om in zijn strijd tegen den oneerlijken boterhandelaar te eelukken. L. M.' ONZE VOEDSNG Bericht. De personen die in bezit zijn van « gezinskaar-ten » om in de winkels van het Nationaal Voedings-komiteit spek, reuzel, rijst en andere levensmidde-len te gaan koopen, en die de nummers hebben van 5.001 tôt 10.000, moeten deze komen uitwisselen in de Centrale bureelen, « Queen's Hôtel », Van Dijck-kaai, hoek der Klaverstraat, van 9 tôt 4 uur. Aardappelen. Er wordt door vele personen geklaagd omdat zij niet dadelijk aardappelen kunnen gaan aankoopen en daarvoor uitgesteld werden tôt het tijdstip dat op de aardappelkaart vermeld is. Velen denken zelfs, dat er hun nadeel gedaan is. Anderen meenen dat zij recht hadden heel hun Wintervoorraad van .aardappelen breedweg op te doen, er te schenken of te verkoopen aan de personen die er geene hadden, enz., enz. Wij hebben daarover een bevoegd persoon, die aan den aardappeldienst gehecht is, ondervraagd. Hij gaf ons nopens die kwestie de volgende uitleg-gingen : Op 22 December 1915 heeft de politie bij de bevolking van Antwerpen kaarten besteld, waarop elk hoofd van een huisgezin moest inschrijven « welken voorraad aardappelen hij had opgedaan». Deze kaarten zijn dan afgehaald, en in het bureel der statistieken, op het stadhuis, zijn er tusschen 60,000 en 65,000 naamkaarten gemaakt, waarop naam en adres van het hoofd der huisgezinnen, het getal van den aangegeven Wintervoorraad inge-schreven werden. Dan werd de verdeeling gedaan en vastgesteld hoelang ieder huisgezin met de vermelde hoeveel-heid aardappelen kon toekomen. Tôt basis werd genomen 300 gram per persoon en per dag en dit vanâf 1 Januari 1916. De verdeelingstabel werd als volgt opgemaakt : 1 persoon die 50 kilos vocrtraad aangegeven had mocht op 15 Maart aardappelen gaan aankoopen; die 75 kil. had, op 15 April. 2 personen : 50 kil., 15 Maart; 75 k., 1 April; 100 kil, 15 Mei; 125 k., 20 Juni; 150 kil., 10 Augustus. 3 personen : 75 k., 1 Maart; 100 k., 15 Maart; 125 kil., 15 April; 150 k.,-15 Mei; 175 k., 15 Juni; 200 k.. 1 Juli. 4 personen : 100 k., 1 Maart; 125 k., 15 Maart; J50 k., 1 April; 20© k., 15 Mei; 250 k., 15 Juni; 30C kil., 15 Juli. 5 personen : 100 k., 1 Maart; 150 k., 15 Maart; 17E kil., 1 April; 200 k., 15 April; 225 k., 1 Mei; 250 kil, 15 Mei; 300 kil., 15 Juni. G personen : 150 kil., 1 Maart; 200 k., 15 Maart 250 k., 15 April; 300 k., 15 Mei; 350 k., 15 Juni; 40C kil., 15 Juli. 7 personen : 150 k, 15 Februari; 200 k., 1 Maart 250 k., 25 Maart: 300 k., 20 April; 350 k., 15 Mei: 400 k., 10 Juni; 450 k., 5 Juli. S personen : 200 k., 15 Februari; 250 k., 15 Maart: 300 k., 1 April; 350 k., 1 Mei; 400 k., 20 Mei; 500 xv., 15 Juni. 0 personen : 300 k., 15 Februari; 325 k., 1 Maart: 350 k., 15 April; 500 k, 15 Mei'. Deze tabel wordt strikt gevolgd en toegepast; ook wordt het aan niemand toegelaten aardappelen in de provincie Antwerpen aan te koopen, dan op den datum welken in voormelde tabel is berekend, vol-gens cfen voorraad welken aangegeven werd. Vele personen komen nu klagen dat zij in het op-geyen van de hoeveelheid een verkeerd getal aangegeven hebben; zeker zijn er missingen gebeurd welke na onderzoek hersteld werden; maar over 't aïgemeen is het cijfer juist en blijft de aangedui-de datum behouden. Er liggen nu reeds verscheldene schepen geladen met aardappelen in het Zuiddok. De magazijnen zulleri beurtelings aanhoudend gevuld worden, zoo-dat de bevolking thans regelmatig aardappelen zal kunnen bekomen. Alleenlijk ontbreken er nog een voldoende aantal winkels, opdat iedeivdie zich volgens zijne naam-letter moet aanbieden voor aardappelen, ze kunne bekomen. Thans is dat niet zoo, en velen hebben tôt heden in de aangeduide winkels geen aardappelen kunnen koopen. Wij geven het m overweging aan het Stadsbe-stuur ôf het gepast is om 4 uur de aardappelwin-kels te sluiten, wanneer er nog een 50-tal moeders aan het magazijn staan, en deze weg te zenden in plaats ze te bedienen ! Die toestand is vatbaar voor verbetering, die ook noodzakel.ijk is. De aanvragen om aardappelen buiten te kunnen koopen vermeerderen van dag tôt dag; deze loopen reeds over een fabelachtig getal. Deze aanvragen dienen om reeds gekochte aardappelen te gaan halen in de buitengèmeenten. Dit zegt voldoende welk groot aantal patatten er door de landbouwers werd ingehouden om ze aan woekerprijs te kunnen verkoopen. 7vo//ic, suiker, enz. De aardappelkaarten zijn nu besteld aan al de hoofden der huisgezinnen, zelfs aan degenen die eerst in Juli of Augustus naar de aardappelmaga zijnen mogen gaan koopen. wanneer. er reeds nieu-\ve patatten zullen zijn. Zulks heeft eenè bijzondere reden en wel de volgende : In dezelfde magazijnen, waar tôt nu toe slechts aardappelen vorkocht werden, zullen ook suiker, koffie en andere levensmiddelen weldra verkochl worden. Welnu, allen die eene « aardappelkaart » bezitten zullen, wanneer de verkoop dezer waren zal beginnen, ze daar dadelijk kunnen bekomen. De aardappelkaart moet dus zorgvuldig bewaard worden. De aardappelkaarten. De grijskleurige aardappelkaart doet vele kort-zichtige mensehen den lust krijgen er aan te schrabben, zoo bijvoorbeeld de vermelding dat er reeds aardappelen gèkocht werden in een der magazijnen. In de magazijnen bemerkt men echter dadelijk dat de kaart eene vervalsching ondergaan heeft. Sommige mensehen doen het « cachetmerk » van den aankoop verdwijnen onder eene plak inkt. Anderen, die nog niet naar de magazijnen mogen gaan, seheuren den hoek der kaart, waarop den datum geschreven is, af. Reeds werd aan een twiratigtal bedriegers de kaart ontnomen. Vervalsching der eetwaren. Indien er personen zijn die meenen dat aan de vervalschers zoo maar vrij spel gegeven wordt om hunne ongezonde eetwaren te verkoopen, zijn ze zeker mis. Het stedelijk Laboratorium der Waal-sche Kaai werkt aanhoudend en wij kunnen verze-keren dat er reeds vele bedriegers en vervalschers tengevolge van het aldaar gedane onderzoek, aan het Parket zijn overg-eleverd en de verdiende straf hebben opgeloopen. Gedurende de laatste drie maanden van het jaar 1915 werden daar niet mindér dan 2,403 stalen melk ontleed, waarvan er 585 vervalscht bevonden werden met te veel water. Er werden ook 31 stalen boter onderzocht en bij 20 werd vervalsching waar-genomen.Op de markten en in winkels werden tabletten verkocht met de bewering dat ze vleeschiiittreksel bevatten; deze werden onderzocht. Or,k andere stalen van zoogezegde ce bouillon » werden nagezien, en de uitslag was dat deze stalen geen oogsken vet inhielden en zeer gevaarlijk voor de gezondheid zijn ! Deze waren mogen niet verkocht worden en het Parket zoekt de vervalschers en verkoopers op. De bevolking mag dus gerust zijn dat op de han-delingen der bedriegers een waakzaam oog gehouden wordt. Brood. Het brood dat de bakkerijen ons sinds Maandag leveren, en waarvan wij in ons vorig nummer de samenstelling hebben' gegeven, is zeker niet lekker, integendeel. Het is de schuld der bakkers niet,daar zij het brood moeten maken van hetgeen de molens op orde van het Nationaal Voedingskomiteit leveren.Het is ook de schuld niet van het Nationaal Ko-miteit, dat ons niet zonder brood kan laten e* hon-ger laten lijden, en dus gedaan heeft wat het kon voor onze dagelijksche voeding. Het bijzonderste in deze tijdelijfce kwestie is dat, hoe weinig smakelijk ook, het brood van «gezonde» samenstelling is.. Moeten wij dus de tanden wat scherpen, ook maagpijnen verduren en ons heel binnengestel wat verzuren, troosten wij ons erme-de dat het roggebrood toch gezond is. Overigens, men heeft gezien dat er niet lang ge-wacht werd om ons ook wit brood te bezorgen. Van verledene week hebben wij het reeds gemeld, dat door ons Stadsbestuur onderhandelingen werden aangeknoopt met de Duitsche overheid erf de Ne-derlandsche bakkerijen, om ons 25,000 witte broo-den te leveren, zoodat, wie het betalen kan, wit brood nemen kan. Bij het ter pers leggen van ons blad vernamen wij dat er wederom een schip met Amerikaansche bloem in aantocht is; het zal dus spoedig gedaan zijn met het roggebrood, dat, uit nood, ons moest geleverd worden. BEZIJDEN DEN OORLOG 't Is Zaterdag, het schijnl dat het morgen wellicht nog schooner weer zal z.jn V'rouw, zijn de per-soonsbewijzen van u en de K.:nderen m regel,trouw-boekje en ailes in orde.' - - Ja? Leg ailes gereed, dan gaan we morgen tezanen naar buiten. Is T goed, jongens? — O, ja, vader ! Waarhe* ' 0 Langs weîîven kant? Naar St-Anneken? Neen, hc, liever naar t Nachte-gaalpark, dan kunnen we „ 't gras spelen; of laai ons naar cLe bosschen, don kant van Schooten op-gaan.— Stil, jongens. Laat rm>' 1er eens zeggen waar we heen gaan. — Ja, ja, ja... moeder... — Wel, man, laat ons.../k bleef wel liever thuis, want dan sparen we scho^/ion en kleerén, ,maar, och hemel, 'k verlang toch "k wel eens uit te loopen .Laten we maar naar < bosschen gaan, dan komen we nog 't mmste De , Miden tegen, dan Kan ik ook mijn hoed en kleed - n vroeger dragen... — Maar, vrouw, we zien >. toch proper uit en de kinderen zijn toch ook net n goed geneeg... — Ja, manlief, voor 'de '"nannen is ailes goed, maar ge moet ook eens denlvca wat de mensehen wel zeggen. — Wat zit ik-nu met de m'ëpsclien in? Geloof me, er zijn er veel die schoon gekieed zijn, met de mode ineedoen, op de De Key'zei ' zich tentoon stellen en toch ook gëlijk wij hun ; nk met wind moeten vullen. Kom, maak ailes ).:'"ir gereed voor morgen, dan zijn we vroeg op sta». — 't Is; Zondag. ^ De mprjjenschemering dringt naar binnen, 'k zing en fluit, vel orders en bevelen uit, en... om niet mede te l .oetetit helpon en geen kindermeisje te moeten spelci.. trek ik er tusschen-uit om wat inkoopen en 'n tûerka te doen, — ailes overhoop en allen vroolijk .'fliterlatende. De klokken barnmen. Wat 'n vroege kerkgan-gers ! Ge ziet dat het weder sr-hoon is en tôt Lente-wand'elen roept. Er zijn riu met de vroeg'te veel meer mensehen in de kerk ook dan bij regendag. Buiten de kerk komend, zien we de uitstalling van hloemen en planten voor hof en kainer te sieren. Ik heb mij een oogenblik vei lustigd, maar ook gezien dat er nog geen derde verkoopers stonden van het aantal dat voor 2 jaar hun lusthof tekoop stel-den.Maar ik ga verder. 'k Hoor 'n ver gerommel in de lucht. Wat? Zou er soins onweer dreigen? 'k Zie naar boven, gelijk 'n boer, en zeg heel zeker : Neen, vandaag blijft het goed. 't Is zulk zacht weer; zief m onze stadshovekens de booinen eens uitbotlcn, mensehen! Over 'n rnaand wandelen wo wee; tusschen honderdenlei bladgroenschakeering-en, île lieerli}ke witwasemin-gen der.bloemenpracht op le ?nuiven. O, ziet, hoort de vogels alreeds het ^jl'ed aanheffen waar-naar de gevederde J'tV'C 'ï \,M luisteren... Maai Wlft ÏStTiîtrt hm-isiè îk lièt • -i we'n zijn dieven, ze hebben'-hefe. zeker van de mensehen geleerd. Ziet me Maar nu dien spreeuw, hij dieft het strooi uit de musschen hun nesten, en hoe-wel zij met gevijven den ratter piepend achterna vliegen, helpt het hen niet veel, integandeel. Weer een andere spreeuw pikt weer een strooihalmken en vliegt er mee weg. Arme muschkens — 'k be-klaag u nu, maar heb geen meôlij, want gij zelf doet het ook van de zwaluwen... 'k Heb ze nog'niet gezien, docli verwacht den Zo-merbode.Vergenoegd wartdelde ik huiswaarts, wel miste ik het vroolijk verzamelen of het aankomen van muziek- en andere maatschappijen die in lang v-er-vlogen tijden de Sinjorenstad des Zondags kwamen verrijken; wel xoebt mijn oog het vrije doen van het verleden weer, doch ik was vroolijk gestemd, er hing hoop in de lucht. Tegen den noen trok ik met mijn huisgezin naar buiten. Ik heb genoten van natuurschoon, het Len-teweôr en de gezonde wandeling, maar het meee£... van die mensehen, stedelingen, daar op Zondag te zien arbeiden, wroetend en zweetend om hun stuk-sken grond te bewerken. Wat zullen zij met smaak en genoegen hun nu zelf gewonnen landvruchten eten ! Gelukkige mensehen ! Wat is uvv arbeid zoet. O, dat toch allen weer spoedig het geluk te mogen werken, zullen kunnen genieten ! Het leveu te Brussel Er had deze week een vergadering plaats te Lae-ken, van huiseigenaars die een Bond wilden vor-men, zooals dw huurders deden, ten einde, werd daar gezegd, zich te beschermen tegen de aanval-len der huurlingen en tegen de macht die zij zullen aanwenden tegen de eigenaars. Nu begrijp ik er eigenlijk niets meer van ! De eigenaars moeten zich dus beschermen tegen de huurlingen, zoo beweren zij ; maar als ge de huurlingen hoort spreken dan moeten zij zich beschermen tegen de eigenaars; dat wordt dus algemeen « protectionnisme », en weldra zal de Bond ter be-scherming der eigenaars, die 't meeste geld heeft, wellicht overal plakkaarten doen aanhechten met de woorden : « Behandelt do eigenaars met zacht-heid. » Nu blijkt zulks nog zoo gek niet, wanneer men bedenkt wat onlangs te Ten-Noey gebeurde; daar was een eigenaar die sedert het begin van den oorlog achter zijn huishuur floot gewonnen verloren, zonder een cent van zijn huurling te zien komen; de man vond zulks eigentlijk maar flauw, temeer daar hij zijn huurling in de herberg schier elken avond zag zitten kaarten; hij trok er dus eens op af, met het gedacht wat los te maken, en te trach-ten wat te krijgen; daarin gelukte hij volkomen, want nauwelijks had hij zijn neus laten zien, of hij kreeg... zoo'n duchtig pak slagen dat de politie er moest tusschen komen ; vrouw, man, en zelfs een paar geburen van den «palier» hielpen den suk-olaar afranselén : 't was « oemmes toch mo 'ne proprio » ! Maar die schijnen mij heelemaal niet zirmens de eigenaars met zachtheid te behandelen. Maar de vraag blijft nu of al de eigenaars de huurlingen wel met zachtheid behandelen, en daar geloof ik ook niemendalle van. Toen ik deze week langs de Linnéestraat kwam, zag ik daar een heele menigte op de straat tezamen geperst, liuilend en tierend tegen twee gardevils die slechts met de grootste moeite het volk in be-dwang k©nden houden; nieuwsgierig — daar kan ik niet aan doen da'k zoo ben — trad ik nader en toen zag ik op den straatkant eenige oude vodden staan die men mij versleet als zijnde de meubels oener 60-jange vrouw, die door haren eigenaar werd buiten gezet ! Zestig jaar oud, en dan nog worden buiten gezet, als een hond de straat op, zonder dak... Arm moedertje ! Oh, eigenaars, behandelt zulke huurlingen met zachtheid ; weest menschelijk en denkt dat, zoolang gij nog door de wereld geraakt, al ware 't nog dat ge u wat kleinig-heden moest onthouden, denkt dat er zoovele onge-lukkigen zijn die niets, heelemaal niets meer bezit- , ten, en slecht&-tenauwernood hun ellendig bestaai nog kunnen rekkeiv Maar kijk, nu wordt ik precies sentimenteel; er: dat hoeft niet; als er eigenaars zijn die niet tè ver-murwen zijn doer mense^relijke gevoelens, dan za' het vervolg mijner geschiedenis hun oogen mis-schien wel opewen. Want dat boeltje liep daar nu juist precies niet af zooals onze eigenaar het ge-wenscht had; terwijl een vrouw uit het kwartier « van den Bottenik » mij, met eene vuist in de heup en de andere dreigend vooruitgestoken, vertelde « da dan voegabond van 'ne propriétoeres » schat-rijk was en al zijn sukkelaars van huurlingen een voor een « gelakas vuilegaad » deed buitenwerpen, riep een kloeke -kerel eensklaps : «Manne, we droe-ge dane mobilier trug no bove ! » En t'allen kante grepen gretige handen de meubeltjes van 't wee-nende oudje vast, en wilden er mee naar boven ; een der gardevils echter wilde zich daartegen ver-zetten, maar toen hoorde ik stoutweg door een dier Urusselsche volksjoiigens zeggen : « Vnendch, gaa doetch aven dinst, mo tegen ons allemo kundche-gaa niks; allee, uit de voete, oi wale doen mal-iieure ! » Braaf, brutaal maar toch zoo menschlievend kleine volk, ik heb u bewonderd, en van genoegen lachte ik, en had tranen in de oogen, om uwe liefde tôt uwen evennaaste ! En denk niet, le»er, dat de gardevil tegenstrib-belde : de goede vent had zijn plicht gedaan, en scheen zelf niet weinig tevreden voor de overmacht te mogen zwichten. Toen ging uit die volksmenigte een juichkreet op; de meubeltjes werden vastge-grabbeld met twintig handen iegelijk, en ik geloof dat de brave mensehen in hun al te grooten ijver heel wat stukken maakten; want wie weet of die meubeltjes, zoo gebrekkig nog, niet dezelfde waren die het nu oude moedertje nog i*et zoo'n koeste-rende liefde rein en nctjcs poetste toen ze een pas gehuwd huismoedertje was... Wat er ook van zij, in een oogwenk was ailes boven, werd moeder Triene terug triomfantelijk naar haar zolderkamerken gebracht, en... was er een verbond ontstaan tusschen de geburen om den eigenaar levend het vel af te stroopen als hij zich nog in de buurt durft vertoonen, al ware hij door twintig gardevils vergezeld-! Ware ik van cken eigenaar, ik bleve daar maar liever weg, want de kerels zouden doen wat ze zeggen : ik ken dat volkje, die zouden de eigenaars heelemaal niet met zaclitheid behandelen. Ja maar, zal menig eigenaar zeggen, ge zult toch niet beweren dat er geen silechte huurlingen zijnv Dat doe ik zeker niet, en 'k zal toch niet beweren, m aile geval, dat dé huurling van Ten-Noey die zijn huisbaas aframmelde, een beste brave kerel is. Zeker, de eigenaars hebben soms gelijk er achtei te zitten, zooals bij dien mijnheer van Schaerbeek die zijn meubelen verkocht, een voor een, heel den dag op zwier ging met het aldus verworven geld, en die antwoordde, wanneei men hem vroeg \\a;u-«,f «oo iLa.iidoitiù : « dat. azuu zane propr^g^ret: niks nemieje zaa kunnen saisisseere » ! Da's niet slimmer dan dat, ziet ge, maar 't be-wijst dat sommige huurlingen tôt ailes in staat zijn om maar niets aan den huisbaas te moeten betalen. Wat ze daar in gezien hebben begrijpe de drom-mel, maar huishuur betalen, dat is iets dat in de Brusselsche volksklasse geen mensch als recht-vaardig beschouwd, en niet zoodra yinden de huis-vrouwen eene gel(igonheid bij de haren te grijpen, of 't klinkt : <( Wale betoele ginne loyer ! » Maar tegen die kwaadwilligheid, met geweld en kwaadwillïgheid willen ingaan, dat zrou zeker den toestand niet verbeteren. Instede Bonden te stich-ten van eigenaars en van huurlingen, waar enkel beide partijen tegen mekaar opgehitst worden, wat huurlingen en eigenaars er ook over vertellen, zou het beter zi^n dat aTlen zich, in geval van geschil, tôt de bestaande Verzoeningsraden wendden, zonder meer. Men zie .maar eens cte uitslagen door zoo'n inrichting b'ereikt. Te Anderlecht behandelde het Verzoeningskomiteit tôt heden.3,810 zaken tusschen huurders en huurlingen, waarvan 1,174 zonder gevolg bleven. En waar er geen overeenkomst mogelijk bleek, daar werden de dakloozen onder dak gebracht door de zorgen van het Komiteit, dat hiertoe reeds 27 woningen huurde en 35.4 gedeeltei? van woniVigen, 't zij 1Ô0 kwartiers en 153 gemeu-belde kamers. Door dat Verzoeningskomiteit werden tôt heden 1,308 personen onder dak gebracht. Zulk werk schijnt ons heel wat praktischer dar. het stichten van Bonden voor dit of dat, die dan een bladje uitgeven waarin de t.egenpartij uitge-maakt wordt voor « onmenschelijke propriétairs » of « loewerikken van locatairs ». Ook de rechters treden verzoenend op, doch vaak gebeurt het dat aij zich in hun oordeel bedriegen bij gebrek aan grondig onderzoek, onmogelijk gemaakt door het ongelooflijk groot aantal huurders-zaken welke voor de rechtbank*gebracht worden. Zoo werd deze week nog een winkelier der Blaes-straat opgehangen gevonden aan zijn bed; de man had zich verhangen omdat hij veroordeeld was ge-worden zijn huisliuur te betalen of binnen de veer-tien dagen te verhuizen; het eerste kon hij niet, het tweede was voor hem de totale ruine, het verlies van de laatste redplank, de weg naar Werkeloozen-fonds en soep. Dat vooruitzicht bracht den sukk»e-laar tôt wanhoop en tôt zelfmoord... Wij weten hét, er zijn goede en slechte huurlingen, en ook brave en mfcdefijdende eignaars; maai loch is 't waar dat al te veel burgersluidjes te Brus-! sel zoaden voort kunnen zonder sukkela'ars voor eenige franken lastig te vallen, en dio jacht maken op de huishuur van stumperds die soms een paar dagen werkten en het gewonnen geld dan moeten afstaan instede er nieuwe schoenen of iets derge-lijks voor hun kleinen te kurmen mee koopen; al te veel eigenaars zijn hardvochtig, niet omdat zij het geld absoluut noodig hebben om te leven, maar omdat zfj niets aan hunne gewoonten willen verande-ren; zij zouden niet graag hun morgenwijn missen, riiet gaarne 's morgens hun sigaar moeten derven; •s middags willen zij zooals altijd hun bittertje kunnen drinken, en 's avonds hun klaverjas gaan spelen met een lekkere pijp en een groote pint, net als in gewonen tijd. Welnu, we zijn in geen gewonen tijd, wèl in een harden tijd, waarin eenieder zich als man van de daad hoel't voor te doen en te gedragen; en waar anderen ailes derven, daar mogen ook de meer be-deelden wat opofferen van het overtollige waarvan aij geniete», ten voordeele van hen die lijden. Helpl malkander, moet nu de leus zijn; en die geldt vooi rijk en arm, voor groot en klein; en als iedereen zich daar naar schikt, en allen wat water bij hun wijn doen, dan zal men voor de rechtbank wat minder processen zien komen dan nu; dan zal men het volk niet meer dreigend zien optreden tegen de politie omdat arme lieden van 60 jaar worden bui-tengeworpen; da» zullen er geen eigenaars meer afgeranseld worden; en dan zal men misschien de prachtige Groote Markt van Brussel niet meer zien >ntsieren door die verschrikkelijke openbare ver-koopingen van meubels die u zoo eindeloos wee-moedig stemmen, omdat die meubels spreken van het vroeger zoo gelukkige huisgezin, van liefde «n vrede, van wel en wee, en u nu toeschreeuwen al het lijden, al het zielewee van mensehen die, he-laas, daar wellicht de vr'ucht van heel een leven hard zwoegen onder den hamer zien komen omdat zij eenige franken te betalen hadden die zij niet meer bezaten ! Maar jawel, instede mekaar te verstaan hoort ge dag in dag uit niets meer dan « daa dieve van pro-priétoeresse » en van daa « schoebejakke van locatairs » ! Ik vraag mij af wat dat zal worden als er nu eens zal moeten afgerekend worden, na den oorlog ! 'k Geloof dat het nuttig zal zijn tegen dan overal plakkaartjes te hangen met het opschrift : « Behandelt malkander met zachtheid ! » J. T. NA&R 'T HÂGELÂND II. De aartsbisschoppelijke stad verlatende, hervat ik mijne reis in de richting van Aerschot, midden door belangrijke dorpen als Bonheyden, Rijmenam, . Keerbergen, Tremeloo, waarvan in de eerste oor-logsweken meer dan eens is melding gemaakt ge-word'en en waar het krijgsveld dan ook duidelijke sporen heeft achtergelaten. Het weer is bepaald schoon geworden en de,zon-nestralen werpen over heel hot omliggende land-schap een opwekkende klaarte. Mijn dugblad boe-zemt mij geen belang meer in; aangenainer is het naar buiten te turen. De stoomtrain zelf voelt zich blijkbaar in eene Zomerzondagsstemming, want hij snijdt als een pijl door dorpen, velden en bosschen, en de stoomsleper schuifelt daarbij zoo schel en lustig, als moest hij « par force » zijne prêt luçht geven. In mijne rijluigafdeeling maak ik per toeval ken-nis met een Antwerpenaar, evenals ik op weg naar het Iiageland. Wij beginnen te spreken over koe-Ljes en kalfjes en... over den oorlog. — Haha ! hoor ik den lezer spottend uitroepen, Mijnheer gaat op reis zoogezegd om het oorlogsge-beuzel te ontvluchten, en het eerste wat hij zelf «doet, als hij een kennis tegenkomt, is : over den oorlog praten ! Ja en neen, vriend lezer. Mijn reisgezel en ik hebben over den oorlog gesproken, 't is waar, maar wij hebben. er over gesproken zooals verstandige mensehen, ol die er zich op toeleggen verstandig te wezen, het doen, 't is te zeggen : zoo eerlijk, recht-zinnig en onpartijdig n^pgelijk, met weglating van allerlei onnoozele praatjes door zoogezegde «slraats^ ^rijgskundigen» de wereld in gezonden. Voorname-lijk hebben wij den wereldstrijd betreurd, niet al-leen om het stoffelijk nadeel dat hij reeds teweeg bracht en nog teweeg brengen zal,maar ook om zijne noodlottige gevolgen op zedelijk gebied, bijvoorbeeld : het bankroet van het gezond Yerstand, de wêderz.ijdsche haat onder christenvolkeren, de ach-leruitgang der beschaving, enz. Zoo koutende zijn wij schier onopgemerkt in Min yuiOitJvt. rua lucim. ^ . 700 stil iii gewonen tijd, korrît nu als gansi'V uilge-storveri voor. Mijn gezel en ik, benevens eenige andere reizigers, met den stoonrtram aangekomen, zijn haast de eenige levende wezens op straat. Daar wij hier een uur gedwongen opontlioud hebben, be-sluiten^vij in Qen koffiehuis een hartversterking te gaan nemen, en eens te hooren hoe het hier in den -laatsten tijd zooal toegaat. Reeds vroeger, telkens ik Aerschot per spoor voorbijreed, kwam het stadje mij voor als tusschen een tamelijk hoogem berg en den Demer saamgene-pen, en wel zoodanig dat sommige huizen door het geweld van de persing letterlijk als tegen het ge-bergte opgedrongen schenën. Nu ik te voet door de verlaten straten dwaal, bevest-igt zich die in-druk. De stad is lang en smal omdat van de Oost-en Westzijde, de uitbreiding door natuurlijke hin-derpalen belemmerd wordt. In tegenstelling met Antwerpen, Mechelen, Li^r zelfs, en missthien nog andere plaatsen in België, blijkt Aerschot nog de kracht niet gevonden te hebben om zich eenigermate uit zijne puinen op te richten. De Groote Markt en de aanpalende straten verke<eren nog nagenoeg in den toestand, waarin zij door het oorlogstumult van September 1914 geraakt zijn en, te oordeelen naar hetgeen wij verna-men van de* wékiige lieden met wien wij gelegen-heid hadden te spreken, moeten ook nog vele Aer-sehottneaars zich onder den indruk bevinden van de geweldige tooneelen waarvan zij in den tijd ge-tuigen waren. Als men nu waarneemt hoe vreedzaam heel de streek daar in den zonnegians te sluimeren ligt, hoe onbewolkt de lichtblauwe hemeltent erover uit-gespannen staat, terwijl nu en dan een rookwolkjfc opwaarts kronkelt, hoe kalm het Demerwater daar heen vliet, hoe vroolijk links en rechts een vogel in het struikgewas kwettert, zou men moeilijk ge-looven dat god Mars hier eens kwam huishouden, — doch de werkelijkheid ligt daar koud en naakt voor 't oog. Zoozeer overweldigt ons een gevoel van treurnis en verlatenheid, dat wij met een soort van verlichting den stoomtram op zien dagen die mijn gezel te Rillaer en mijn persoon te Thienen brengen moet. De afstand tusschen Aerschot en Thienen be-draagt bij de dertig kilometers; om hem af te leggen beschilet de stoomtram — volgens den officiee-len wegwijzer — over twee uren. Dat schijnt maar een trage rit op het eerste zichfe, doch er is zooveel oponthoud onderweg dat de reis bezwaarlijk korter zou kunnen gemaakt worden. Inderdaad, in de meeste dorpen dient twee- of driemaal gestopt, en op sommige plaatsen zelfs de aankomst van andere trams afgewacht te worden. Dit laatste schijnt vooral redelijk in dezen beroerden tfj'd, nm het getal treinen maar schaarsch is en het missen eener * aansluiting de reizigers voor de onaangenaamheid zou stellen den nacht in een klein, afgezonderd dorp te moeten doorbrengen. Toch kan dat op-aansluiting-wachlen wel verve-lend zijn, zooals ik ondervond te O.-L.-V.-Thielt, waar ne gedurende twintig lange minuten geen andere afwisseling heb dan het gezicht op hetzelfde drietal huizen, dezelfde rij boomen, hetzelfde een-tonig vlakke veld. Ongeduld overmeestert mij ; reeds bereken ik dat met nog zoo'n paar vertragin-gen onze tram minstens een uur te laat te Thienen aaftkomen, en de goede viwend, die mij daar volgens afs^raak wachten eou,- wellicht de pijp aan Nlarten geven zal. Doch geen nood. Een stond nog en vooruit gaat het weer, dwars door akkers en weiden, kerg op berg af, in gwllig geslinger dan naar links, dan naar rechts. Soms glijdt onze trein hellingen af zoo steil dat al de kracht der remmen noodig blijkt om hem te beletten zich in duizelingwelïT-œnde vaart daar beneden als 't ware het hoofd te pletter te gaan loopen op huizen of boomen. Daar het Zondag is, zijn de reizigers nogal talrij . en is er leven en gekout in de rijtuigen. In de dorpen en gehuchten, die wij doorkruisen, is het, evenals voorheen, zeer stil. Vrouwen komen soms nieuwsgierig op de deurdrempels staan; mannen, tegen de voorgevels geleund, rooken hunne pijp ; kinderen spelen op de straat, en in de vorte ziet

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Geïllustreerde zondagsgazet: familieblad appartenant à la catégorie Gent, parue à Antwerpen du 1914 au 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Sujets

Périodes