Het Vlaamsche land: Vlaamsch orgaan voor België en Nederland

1971 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 06 Mars. Het Vlaamsche land: Vlaamsch orgaan voor België en Nederland. Accès à 08 mai 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/mg7fq9rh6w/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

EEN HELOENLEGER. ♦ Zoo bestempel ik met onverbor-gen fierheid de soldaten, al de soldaten van het kleine België ! Wel weet ik dat bij ieder leger, in elken oorlog, mannen worden ge-vonden die vertrokken ter grens als de anderen het geweer op den schouder en met het onwankelbaar besluit met kloeken moed, geheel hun plicht te kwijten, zonder aar-zelen, zonder beven, doch die, wan-neer ze onder vuur kwamen bij het eerste kanonschot en, aan hun zijde velen hunner makkers zagen vallen, plots door verlamming werden geslagen, den moed in de schoenen voelden zinken en, het wapen weg wierpen om als blood-aards te vluchten. Die enkelen zijn arme karakterloozen, die niet opge-wassen zijn tegen al het gruwelijke, al het afgrijselijke van den oorlog, tegen ontberingen van allen aard, doodende afmatting, tegen honger en kou, tegen zedelijk en lichamelijk lijden, die tehuis met bijzondere en aanhoudende zorgen door een zachte, liefhebbende moeder werden ver-troeteld en door een belangstellende omgeving werden verwend ; wier ge-brekkige gezondheidstoestand of zwak gestel van in hun prilste jeugd buiten-gewone belangstelling vergde, die juist ojndat zij, „krakende wagens" waren met méér toegevendheid, meer voorzichtigheid dan hun broe-ders en zusters dienden behandeld, en wier karaktervorming hierdoor, méér dan voor andere kinderen het geval was, werd verwaarloosd en alzoo, zwakkelingen en bloodaards bleven.Krakende wagens, bloodaards en zwakkelingen bleven zij, alhoewel zij groeiden in kracht en gezondheid. En diezelfden die, als kind, beefden voor hun eigen schaduw en bij winter-avonden alleen de trap niet dorsten te beklimmen omdat hij kraakte en zonder licht niet naar bed dierven gaan, diezelfden schrikken en beven nu nog, nu ze mannen zijn geworden, voelen zich bezield met den besten wil der wereld om te doen als hun makkers zingende doen doch, hooren zij, zien zij, voelen zij eenmaal het gevaar in hunne nabijheid, dan, neen, dan gaat het niet meer, en iets dat sterker is dan hun zelven drijft hen terug, terug ver van het gevaar; lajn zinken hunne armen langs het lijf, hunne handen laten het geweei los en hunne beenen voeren hen knikkend naar een plaats waar hun vel buiten schot is en waar ze zich voor verdere gevaren in veiligheid achten. Ik herhaal het, zoo 'n droeve kerels vind men in aile landen, bij ieder leger, ter gelegenheid van elken oorlog. Zoo 'n ellendelingen zijn rampzalige menschen die beklagens-waardiger zijn dan schuldig. Doch, G-od dank, zulk soort vindt men, voor 't algemeen, bij onze soldaten niet en, met van fierheid kloppend hart, I durf ik hier hoog en luide verklaren dat het belgische leger zonder eenig voorbehoud een heldenleger is! En dàt ook verklaart heel de wereld met mij ! Ja, thans meer dan ooit, wordt het woord van César bewaar-heid: Gallorum omnium fortissimi sunt Belgae! Ik klim op tôt het begin van den oorlog om de schitterendste bewijzen hieromtrent te vinden. En wat ik hieronder schrijven ga is louter waar-heid, een stuk geschiedenis, vermits het kwam van het front zelf, en het de getrouwe inhoud bevat van een verhaal door een onzer officieren vroeger aan een dagbladschrijver gedaan: Wij staan vôôr het beleg en de overgave van Antwerpen, op het oogenblik dus dat de oorlog reeds ruim twee maanden aan den gang was en de dappere Belgen alléén een twintig maal sterkeren vijand in bedwang hadden gehouden, op het oogenblik dat heel het belgische leger, voor de verdediging der vesting Antwerpen, aldaar was saamgetrok-ken na de roemrijke en bewonde-renswaardige verdediging van Luik en Namen, waar duizenden onzer helden onverschrokken vochten en stierven voor de vrijheid van den vadergrond ! Op dat oogenblik blaakte hoop en geloof in aller harten,en vuur, zenuwachtig vuur, blonk in ieders oogen om toch maar zoo spoedig mogelijk, aan den slagtekunnengaan, want men was overtuigd dat men den Pruis wel uit Antwerpen houden zou, lang genoeg ten minste om toe te laten aan de verbonden legers onze knappe troepen ter hulp te snellen. En de strijdlust der soldaten was zoo aanstekelijk dat ook de burgers wenschten soldaten te zijn en zij zich geheel door geestdrift lieten ver voeren, wanneer zij hier of dââr een onzer jongens met het soldateripak op straat ontmoetten. Ja, iedereen wou meevechten, iedereen wou soldaat wezen, want zeker, heel zeker zou men onder de muren van Antwerpen een beslissende zege behalen : de redding was nabij \ Eilaas, de forten van Antwerpen vielen, doordien het veldgeschut der Duitschers en hunne artillerie te machtig waren om langer weerstand te bieden. En, zonder genade en met een verbazende juistheid werden forten, die pas enkele jaren waren opgebouwd, en die wij ijzermachtig dachten, door de houwitsers van 42 en 28 cM. stukgeschoten. Hieruit bleek het zonneklaar dat langer tegenstand bieden verderfelijk zou zijn voor het schoone Antwerpen, dat een ongelijke strijd als deze tegen de allesvernielende en doodzaaiende vuurmonsters, die de vijandelijke twee-en-veertigers zijn, en een onge-hoord sterkgewapende en onover-winnelijke artillerie, geen andere gevolgen kon na zich slepen dan de totale vernietiging der stad en de omsingeling van ons leger door den belegeraar. En de afcocht begon, maar met welk een vertwijfeling ging hij niet gepaard. De soldaten die, blakende van moed, en hunke-rend naar den eindstnjd, die mis-schien de redding brengen zou voor het lieve vaderland, wachtend aan hun kanonstukken stonden, kregen bevel hunne plaats te verlaten en het aftrekkende leger te vervoegen. Hoevelen onder die helden waren er niet toen die weenden als kinderen, die wanhopig zich de kleeren van het lijf trokken of ontmoedigd zich de haren uit het hoofd rukten! Doch het moest, het was het onver-mijdelijke, en zij onderwierpen zich, de arme jongens, en volgden, het hoofd gebogen, ontzenuwd, verlamd van spijt en teleurstelling de treurig zwijgende troepen omdat zij het offer dat men van hen gevergd had niet mochten brengen. Die aftocht was moeilijk en vol gevaren. Toch gebeurde hij in de gewenschte orde, en de troepen marcheerden nacht en dag, tôt zij het kanaal van Gent—Terneuzen bereikten en achter zich de bruggen deden sprin-gen. Toen, ha toen kwam er door die voor den vijand onver-wachte overgave der stad en der forten van Antwerpen onder zijn gelederen een vreugde, een blijdschap die aan het waanzinnige paalde. Zij meenden, de Duitschers, dat nu zeker het verzwakte en voor hen vernederde België, door al de geleden verliezen uitgeput,om genade zou smeeken, en den strijd zou opgeven, dat de Leeuw, nu hij enkele tanden verloren had, zou hebben geknield en, als een tamme kater aan hun voeten zou zijn gekropen, dat de zonen der fiere Klauwaarts en der koene Franchimonteezen zich zouden hebben gelukkig geacht een voor hen schandigen vrede te aan-vaarden, of misschien het duitsche geld zich zouden hebben laten wel-ge vallen om hun vaderland te leveren zooals Judas eens Zijn Meester leverde om een handsvol zilverlingen ! Hoe kortzichtig toch en hoe roeke-loos ! Neen, neen, de Belgen dachten er niet aan, zij konden er niet aan denken ! En de wederstand zou voortgaan, hardnekkiger en krach-tiger dan ooit! En het legertje dapperen trok regelmatig, moedig, met nuchtere koppen en hijgende borsten, naar den oppersten uithoek van het ver-woeste, doch niet overwonnen, niet getemde land der vrijheid! Want weder waren zij de leeuwen, de kerels van vroeger geworden, weer was de hoop op verlossing in hun helden-ziel gedaald, weer waren zij soldaten, soldaten, die tôt het laatst zouden gestand blijven aan hunnen koning en aan hun vaandel, gestand aan hun plicht, de heilige plicht te leven om te vechten voor ailes wat hun dierbaar was en vechtende te sterven indien het moest! En zij vochten, en velen stierven! Wat al heldendaden heeft die uithoek van het vrije Vlaanderen niet gezien? Wat al arme volks-jongens> geboren in kleine achter-buurten, onder leemen daken, van ouders die hun kinderen alleen een karig stuk brood konden te eten geven, werkten zich daar niet op tôt reuzen, totonvergetelijkereuzen, wier namen nooit de geschiedenis zal vermelden als zij het deed voor een Leonidas of voor een Clovis, maar die, met het ijzeren kruis op de doorschoten borst, aan de Vlaam-sche Yser, waar de vrijheid van den fieren vadergrond wordt be-vochten, nu voor eeuwig te slapen liggen ! Onze soldaten vochten drie maanden alleen zonder hulp van wie ook, en maakten aldus de vol trekking mogelijk van de mobili-satie der verbonden legers. Alléén vochten ze, en ze vochten maar altijd voort met moed en onver-saagdheid ! Zôô redden ze Frankrijk, en bleef de hoofdstad, Parijs, van een Duitsche bezetting bevrijd. Dàt zal,minstens,door de geschiedenis getrouw worden geboekt en zeker 7-ullen ook onze nakomelingen dàt niet vergeten. En toen ze daarna aan de Yser als leeuwen volhielden, weken en weken in de loopgraven een on-houdbaar leven leidden, werd den Belgen nog steeds door de bond-genooten verzocht niet te wijken Zij weken niet en hielden voet bij stek, al hadden ze het te doen niet alleen tegen het leger dat vôôr Antwerpen had gelegen, maar ook tegen verse he korpsen die hen langs het Zuiden van Vlaanderen te vergeefs den weg poogden te versperren. Eindelijk daagde de hulp en, op 24 October, kwam een Fransche brigade onze soldaten gedeeltelijk aflossen om van dan af, voor goed, aan de zijde hunner Fransche en Engelsche broeders de laatste strook Belgischen grond tôt den laatsten druppel Belgisch bloed aan den vijand te betwisten! Zoovele maanden zijn nu sinds dien er over heengegaan, en nog kwamen de Duitschers geen stap verder! Nog wappert fier en vrij de Belgische driekleur in denwind.en zit ae Duitsche adelaar, de scherpe bek in de pluimen, met afgehakten vleugel op een boomtronk, die boven een eindeloos watervlak uitsteekt, treurig te mijmeren! Maar wat onze dappere jongens aan de Yser hebben gezworen is dat zij niet zullen rusten voor-aleer ook den tweeden vleugel zal worden afgehakt van den eens zoo gevreesden adelaar, en de zege-vierende Vlaamsche Leeuw zal brullen van voldoening wanneer het victorie zal luiden in Vlaanderland ! Dr. JOZEF CRETS. ^mmmmmmmmmmm^mmmm IfiTEEKENBILJET. In te vullen en op te zenden naar de bureelen van ons blad : Oranjestraat 4-6, Rotterdam. De ondergeteekende verklaart m te schrijven op het Weekblad HET VLAAMSCHE LAND voor "" haltiaal aan een jaar den prijs van Handteekening : Adres : E Belgen! Nederlânders! Abonneert u op het weekbM HET VLAAMSCHE LANDJ^l Waarvan nummer één en ook dit nummer op 6000 exemplaren binnen en buiten Rotterdam werden verspreid. Enkele nummers 5 cent. ^er'(r^'iaar ^ al,e voorname Boekhandelaren. 01 Rotterdam, 6 Maart 1915. 1ste Jaargang. Nummer 2.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Het Vlaamsche land: Vlaamsch orgaan voor België en Nederland appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Rotterdam du 1915 au 1917.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes