Het Vlaamsche nieuws

1488 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 23 Mars. Het Vlaamsche nieuws. Accès à 05 mai 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/5717m05g16/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Ipinsdag 23 M&gurt 1915. Eerste Jaarg, Mr 69, Pnis : 5 Centiemea door reheel België HET Vlaamsche Nieuws Het feesf ingelicht en meest verspreid Nleuwsblad van België. - Verschljnt 7 maal per week 1 480NNEMENTSPRWZBN t «tek .. - . < < > ••«B | Per S «utsades ..... 4.C9 | ïâaad . n . . 3.58 | Per 9 màtadea , . „ . 7 M | F«r j»s,7 ç,; !S.8§ ^Bin^maBaBifmsxmM^tB^asiBiMaeKHxraissxKn^im^aBaiiiifansmsmmÊXt^samiaammai BESTUUI SooS«lofetetter s Aïioas BAËYENS Befetsrdf?: Aat. VAN OPSTRAEl" BUREELBNt I . Ksod<mra«t, 44, ANTWERPJ81 * Metooa 198* | " AANKONDKHMOEWh Tweed* bluâs., y«r regeS . S.W I Vierde blads., yer Rgci . C.SB D*rds 5sl*dï. id, . IJ9 | of rolgen» aversssfem»^ BoocUberlcfct 6 S& ANTWERPSCHE PLAUTUS ip aoemde wijlen Kettmann, de Lgisseur van den Koninklijken Ljdschen Schouwburg, de Ant-Le tooneeldichter Willem Ogier, les iv'ij binnen een paar jaren, deii ïtiûortedag zullen herdenken. fjjderdaad, hij verdiende die bêta de Antwerpsche nietdeug welke ;n orngang met allerlei volk, in de k op de markt, op de straat, cp-jngen meedroeg die hem zoo wel de kwamen bij het schilderen zij-ypen en karakters in de Zeven izonden. £r was te Antwerpen gekend en id in zijn tijd, zooals Plautus dat jatijde van Cato. Hij was triviaal, geestig, al zijn zijne geestigheden tan zeer verdacht allooi, zij vielen ismaak van het publiek, en de Sin-hebben hun vreugd beleefd aan de gkeid, den Haat en Nijd, en de ischheid, zooals de Romeinen, 200 |i5or Christus hadden aan den Tru-lus, den Miles Gloriosus, de Aulu-en den Mer calot. i werd even scherp veroordeeld, een tijd in vergetelheid rusten, tôt zich zijne verdiensten weer herin-, en hem eindelijk de schrale hulde :en bronzen borstbeeld bracht. Hem Ogier in zijn leven en stre-leef ons nagenoeg onbekend ; zijn n werden nog gelezen door de Ict-ndigen, die er vaak den neus te-ptrekken ; door de folkloristen wel-arin menige sappige, pittige, eigen-je uitdrukking in onvervalsente itaal terugvinden. Sedert Kett-'s dood, hebben we nog geen too-leester gehad, die de opvoering van er hoofdzonden aandurfde. lert kort heeft onze onbekendheid den persoon des dichters opgehou-Waar kritiekers en beoordeelaars looit de moeite waard hadden geen dieper in te gaan op 's mans le-en zijne werken zoowel als zijn joon slechts oppervlakkig bespraken, r heeft de eere-archivaris der stad, | Jos. Van den Branden, zich ander-verdienstelijk gemaakt door eene schets uit te geven van den Ant-:hen Plautus, die aantrekkelijk en d is als een roman. spreekt ons van Ogier's ouders, ijn vader, die geen oprechte katho-ras, en daarom naar Holland moest iten; hij teekent ons de moeder, ta het overlijden van haar echtge-[te Amsterdam, naar Antwerjten, igeboorteplaats terugkwam en eene d\ van brij-, naad- en speldenwerk ide in de Breedestraat ; hij zegt ons [de kave vrouw « afzag » van ce ren, van de coneurreereçide onder-iressen, van de Sint-Ambrosiusgilde jt tafereeltje van Antwerpseh leven jl7de eeuw dat nauwkeurig en naar ste dokumenten is geschetst. levensloop van Guilliam Ogier tgevolgd van af het oogenblik dat j de paters Augustijnen ter school en, onder den invloed van de pu-tkomediën welke gegeven werdén ïlegenheid der jaarlijksche prijs-sling, en waaraan hij medewerkte, potrijmelaar, een poëet, een, — in icginne natuurlijk, — onbegrepen werd. Wij hooren van zijn eerste [M, van zijn Droncken Heyn, il de dichter, toen pas 17 jaar oud, bewees welk een realist in hem schuilde, iemand die atbreken zou met al het deftig en statig en welgemanierd gezeur, dat destijds aan de goede ge-meente werd voorgehouden. Het Antwerpseh 17e-eeuwsch leven, vinden we allerwaardigst geschetst in het gezelschap dat samenkwam in het « Schild van Keulen » op den Rosier, — en dat het een stichtend vroom leven was, van allerbraafste lieve menschen, zullen we maar niet beweren. Dat de bijzonderheden welke we vernemen over Ogier hem ons danig sympathiek ma-ken, zullen we ook niet zeggen. Zijn leven echter, zijn doen en laten, gelijken zoo wonderwel op wat Antwerpsche sna-ken nu ook nog wel uitzetten, dat men hfcm niet dadelijk den steen zal werpen. We volgen Ogier bij de deftige wijze mannen van den Olijftak, zijn Dronken Heijn voorlezende, en hen gruwelijk ontstichtende ; met zijne klucht vloog hij buiten. Want 'k en hadde ghene maet Naer der rethorycken reghel, En ick seyd' die nauwe pegkel 1s voor die hem dat verstaet, zegt Ogier zelf. JJoor tusschenkomst van een paar minder enggeestige mannen, werd de besiissing van den Olijjtuk ingetrokken, en Droncken Heijn met uitbundigen bij-val meer dan honderd maal gespeeld. Dat was de eerste stap op de baan, waar Ogier hoopte roem, eer en wit weet, fortuin te vinden. Ook de Violier speelt nu zijne stuk-ken. Hoeveerdigheydt en Gramschap volgen kort op malkaar. Dan de voor onze ooren geweldig schunnige Onkuys-heidt. Ltfter kwam Haet en Nydt, voor ons het genietbaarste, maar niet het geestigste zijner werken... Wordt ons de dichter duidelijk afge-teekend in zijne werken, de mensch ook wordt ons voorgesteld zooals hij was. De rijpere Ogier moest niet onderdoen voor den jongen losbol ; de dichter van On-kuyslieidt schijnt die hoofdzonde zelf meer dan noodig was bedreven te heb-fren," ûnraHerlei v or men, wanr herhaalde-lijk heeft hij zich voor eerzame heeren met zwarte tabbaarden te verantwoorden en een protokol van notaris Van der Donck laat dingen onderstellen, welKe men op onze dagen vaak aan zekere soort « goeivrouwen » hoort ten laste leggen. Is het noodig te zeggen dat heer Jos. Van den Branden, in zijne schildenng van Ogier, niet vergeet allerlei figuren uit zijne omgeving te teekenen, die het Antwerpen van lbUO, in zijn karakteris-tieken handel en wandel, levendig voor onze oogen brengen. Juist daarom is het werk van heer Jos. Van den Branden zoo merkwaardig. 't Is geen droge levensbeschrijving, geen pédant overzicht van des dichters werken : 't is een tafereel van Antwerpsche zeden in de 16de eeuw, een prachtige schilde-rij van onze stad en hare inwoners, niet gevleid, maar te belangrijker naarmate het de waarheid meer van nabij volgt. Wie eenige uren het nare heden wil vergeten, en het leven meeleven der Sinjoren der 17de eeuw, hij leze den Willem Ogier van heer Jos. Van den Branden. De tijd daaraan besteed zal hij zich niet beklagen, L. Krinkels. heilige Bureaucrates « Matin » doet een vermakelijk al van de pogingen, welke een me-fer van het blad in het werk stel-n een zwaargewonde, onlangs uit «toland over Zwitserland naar krijk teruggekeerd, op te zoeken : ® had ons aangeraden ons naar het "re hospitaal te begfeven, waar wij " X. zouden vinden, die ons zou ■n vertellen van de hartelijke ont-bij het vervoer door Zv^itserland vonden. i gingen dus naar bedocld hospitaal 'zochten bij X. toegelaten te wor- ^rgeefs beproefden wij den dokter ''enpt te vermurwen. « Onmogelijk, — trouwens uiterst vriende-"wr kom morgen en vraag naar iirigeerend officier van gezondheid " is zoo eenvoudig mogelijk. » 11 volgenden dag kwamen we : de ;erend officier deed zijn ronde. Wij E>i hem een scliriftelijk verzoek toe ® over een uur eens terug », ried ® officier. 5 IJl'r later kregen wij het schrifte-ï]iUvoord van den dirigeerend offi-ïan gezondheid, die ons den raad ei bezoek te brengen aan generaal l8ri inspekteur van den geneeskun-i dienst. ® bureele van die autoriteit aange-! Zei men ons dat wij geen kans had-Wivangen te worden, daar de gene-stllkken teekende. ecn'g over en weer gepraat, liet de z'ch overhalen onzen brief, dien "rgvuldig in een schoone enveloppe ^ Rsdaan, aan een anderen ordon-^ geven, die wel zoo goed was het epistel naar den toegevoegden officier te brengen. Dcze zeide : « Het is er ten slotte slechts om te doen een toegangsbewijs te krijgen? Welnu, dan moet u aan het plaatsbureau zijn. » Wij naar het plaatsbureau. Met de grootste welwillendheid ver-strekte de dienstdoende luitenant ons een toegangsbewijs... tôt zijn chef, een kapitein, die de zaak endosseerde aan een majoor. Deze meende dat voor ons de kortste weg zou zijn een schriftelijk verzoek in te dienen bij den kommandee-renden generaal ; nog sneller zouden wij ons doel bereiken indien wij aanklopten bij den militairen gouverneur van Parijs. Wij ijlden naar diens bureel en ver-zochten hem of een van zijn officieren te spreken. Een wachtmeester van de gendarmerie, wien wij het doel van ons bezoek moesten uiteenzetten, stelde onzen brief in handen van een ordonnans. Enkele oogenblikken later werden wij ontvangen door den kommandant van het hoofdkwartier, die ons dadelijk doorzond naar den chef van de Ile afdeeling, die, na ons verzoek aangehoord te hebben, ons allerbeleefdst vergunning verzocht dit ter afdoening te mogen voorleggen aan... het bureau inspectie van den geneeskundigen dienst. Tegen zes uur 's avonds deelde de chef van de Ile afdeeling ons mede, dat hij per telefoon geen verbinding had kunnen krijgen met het bureau-inspectie maar dat de zaak toch spoedig afgedaan zou worden. Om ons in de gelegenheid te stellen op de hoogte te blijven. gaf hij zijn teleîoonntùnmer op., Beleedigers In een bladje dat te Amsterdam wordt uigegeven werden dezer dagen Antwerpsche geneesheeren aan de kaak gesteld, omdat zij, volgens den schrijver van het artikel, zich kruipend voor de voeten hebban geworpen van de Duitsche over-heid te Antwerpen en deze hunne dien-sten hadden aangeboden. Het heeft de geneesheeren geen moeite gekost om zich te verechtvaardigen, en aan te toonen dat zij zich niet het minst te verwijten hebben, integendeel : dat zij gehandeld hebben zoover plicht en gezond verstand hun voorschreven te doen. Het Iiandelsblad schrijft te dezer gelegenheid tegen de stellers van de arti-kelen in vreemde bladen, waarin som-inige uitgeweken Belgen hunne landge* nooten !bar te lijve gaan : « Eerst de openbare mannen, zegt het » blad, dan de journalisten, nu de ge-o neesheeren ; morgen zullen het de « magistraten zijn en wie weet komt •> daarna de geestelijkheid niet aan de » beurt ! » Alleman moet er aan ! Zij alleen zijn » de vaderlanders en wij, die hier ble-» ven, wij kruipen voor de veroveraars, » wij zijn « verkocht aan den Duitsch ! n We gelooven dat de konfrater zich noodeloos boos maakt. Eerst en vooral : wie zijn de stellers van die artikels, en welke beteekenis hebben hunne bladen? Worden deze laatsten gesteund door Belgen, die wrokken tegen hun vader-land of tegen hier gebleven Belgen, en vertegenwoordigen de schrijvers der artikels iets of iemand van beteekenis? Moet men dus aan hetgeen zij zeggen eenige waarde hechten? De « Echo Belge », waarin aanvallen verschenen, werd eerst uitgegeven te Bergen-op-Zoom, toen half Antwerpen daar nog vertoefde, door zekeren Arthur Gersdorff, zich noemende Arthur de Gers. De man deed dat op zijn eigen houtje: hij drukte zijn blad af op de persen van « De Zoom », en vulde het met de ake-ligste berichten over Antwerpen en wat daacin en daarrond gebeurde.. Voor de echtheid der berichten stond natuurlijk niemand in. Voor M. Gersdorff kwam het er ook niet op aan vertrouwbare berichten te geven ; hij wilde ook niet den woord-voerder zijn van het is gelijk wie : hij wilde alleen vele bladen bedrukt papier \'erkoopen aan 5 cent per exemplaar, en dat is hem de eerste dagen goed gelukt. Toen Bergen-op-Zoom zijn Antwerpsche vluchtelingen zag heengaan, en daar niemand meer bleef dan arme drommels voor wie 5 cent eene weelde-uitgaat is, rolde M. Gersdortf zijn mat-ten en trok naar Amsterdam, waar zijn « Echo Beige » opmeuw begon te gal-men... gelijk een gebarsten klok. De « Echo Belge » zou spoedig een treurigen dood sterven, als niet nu en dan een sensatie-artikel werd gebracht, dat de belangstelling gaande maakt van de broekschnjvers, die te Amsterdam nog talrijk zijn en van de stommerik-ken, die 111 de hoofdstad van Nederland een zeer aanzienlijk legertje vormen. Al die menschen koopen het blad, waarin op goed valle het uit, of voort-gaande op verkeerde gegevens, M. Gersdorff den knoet zwaait over Antwerpen, en over wie hier gelijk gewoonte, durit te leven. Als dit niet het geval was, zou de « Echo Belge » gauw verstommen. Maar nog eens, omdat een blad ge-kocht wordt door stommerikken en be-vers, die men met leugens tevreden stelt, moet men zich daarom boos maken, als men weet dat de bron der leugens zoo weinig beteekent? M. Gersdorff, doorgetobde houtworm, cinema-bestuurder, uitgever van vage tooneelblaadjes, kan, dunkt ons, de Ant-werpenaren, welke ieder in zijn stand hun plicht doen, niet beleedigen. Zijn woord is geen evangelie; zijn kansel is van geenen tel. Waarom ons boos maken? Waarom in het gekwaak van dien puid de krijgstrompet meenen te hooren van den vijand, tegen dewel-ken het een vaderlandschen plicht is schouder aan schouder te staan ? Hij heeft die eer, — wij die onwaar-digheid niet verdiend. Alek. Over 2000 jaar1 Het schijnt dat wij de Oude Tijden niets zouden te benijden hebben, wat aangaat het zwarte brood, waarop men ons onlangs in Brussel getrakteerd heeft. Wij lezen inderdaad in « Julius César » van Suetone : « De legers van César trot-seerden den honger en de andere be-proevingen van den oorlog, niet alleen wanneer zij belegerd werden, maar ook als zij zelven de belegeraars waren. op dergelijke wijze, dat Pompejus, toen hij Dyrrhachium tegen hen verdedigde en men hem een stuk roggebrood toonde, waarmee zijne vijanden zich voedden, uitriep « dat hij met wilde beesten te doen had », en beval het brood te ver-bergen en aan niemand te laten zien, opdat zijne troepen niet gedemoraliseerd zouden worden door dit bewijs van de zelfopoffering hunner tegenstanders. » Yoarbarige Discussies De «Métropole», die, zooals men weet, te Londen wordt uitgegeven, uit, naar het schijnt, hare meening over den pen-netayst welke tusschen Belgische staat-kun'digen en journalisten in de overzee-sche Belgische dagbladen over de vredes-vooiwaarden ontstaan is, aldus : « Zou de oorlog ons niet geleerd hebben Zou hij in niets onze groote voor-liefde voor « Byzantijnsche discussies » verminderd hebben, de felheid, waarme-de wij onze inwendige idelalen verdedig-denj het souvereine electorisme dat ons zoo dikvvijls de oogen deed sluiten voor meer gewichtige vraagstukken? Wij zijn werkelijk geneigd zulks aan te nemen, wanneer wij de polemiek beschouwen welke in den schoot zelve van de verban-nen Belgische pers begonnen is, over hei a! Of niet geschikt zijn voor België... om Rijn-Pruisen bij het vredesverdrag te an-ne^eeren ! » Ailes wat wij over deze diskussie wiilen zeggen is, dat zij voorbarig is en uerhalve zeer betreurenswaardig ; dat zij, uaarenboven met aan de pubneke meening van het meerendeel der Belgen, noch aan het algerneen gevoelen der i riple-Entente mogendheden beant-woordt en dat zij ons slechts als het werk van eenige journalisten voorkomt. » Wij willen niet eens nagaan, zooals zekere polemiekers het doen om zich te verontschuldigen van de huid van den beer te verkoopen alvorens hij gedood is (en waardoor zij zelven de ontijdigheio van deze diskussie erkennen), aan wien of aan welke groep de absolute verant-woordelijkheid toekomt van een dergelij-ken pennestrijd. Buitendien gelooven wij, dat deze verantwoordelijkheid meei dan een persoon of groep ten deele valt, en wij zijn het niet eens met de redevoe-ring van den heer Schollaert, te Sainte-Adresse die verklaart geen partijganger te zijn van een « grooter België », niet meer trouwens dan met de toespraak door Vandervelde te Londen gehouden, Waarin hij met meer nauwkeurigheid ver-klaard heeft, dat de Belgen niet ambi-tieus zijn, maar dat zij wellicht het groot-hfî.vogdom Luxembivg zullen annexee-ren, indien de inwoners het wenschen, alsook eenige kleinere plaatsjes aan de grenzen gelegen, die meer Belgisch dan Duitsch zijn. Niet dat wij de ideeën zelf willen kritiseeren, die trouwens nog te betwisten zijn, maar omdat wij dezt uitingen te onpas vinden. » Om over een « Grooter België », zooals men dat noemt, te willen spreken, moet men onmiddellijk de vredesonder-handelingen aanraken, en de diskussie dezer onderhandelingen wordt door de hoogste overheden der verbonden mogendheden als asboluut ontijdig be-{schouwd, en in strijd met onze recht-streeksche en intieme belangen. Na eerst al de bemiddelingen van «on-verbeterlijke ideologen » die door den oorlog niet wijzer geworden zijn, op pittige wijze te hebben verslagen, besluit de «Métropole» aldus: « Eerstens ,de wijze waarop de Bond-genooten het viervoudig doeleinde van hunne pogingen zullen bereiken, zal vooral van feiten van militairen aard afhan-gen, waarover niemand een oordeel vel-len kan, en ongetwijfeld ook, in zekere mate, van gebeurtenissen van politieken aard, welke deze feiten bij onze vijanden zullen uitgelokt hebben. Om reeds heden het ingewikkelde vraagstuk, van welken invloed deze feiten en hunne gevolgen zullen zijn, te willen bespreken, zou lou-ter dwa&heid zijn. » En toch zullen het juist diegenen zijn, die den boventoon zullen voeren in het aangeven der vredesvorwaardoen. » En verder, schijnen vooral diegenen, die zich met deze kwestie bezighouden, te vergeten dat men met den tegenwoor-digen toestand van den oorlog rekening moet houden. » Zij verliezen uit het oog dat de oorlog nu eerst begint, dat de geallieerden met eenen machtigen vijand te doen hebben, en dat de vereende krachten van al-len en van al onze middelen noodig zullen wéfcen, om dien vijand te overwinnen. Het schijnt, dat zij vergeten dat België, Polen, en een gedeelte van Frankrijk door den vijand bezet zijn, en dat er, in Europa ten minste, zich geen soldaat der geallieerden op Duitschen bodem be-vindt ; dat ailes wat wij tôt nu toe gedaan hebben niets anders is geweest dan hel indijken van den Duitschen stormvloed, het veroveren van Galicië en het verzeke-ren van onze heerschappij ter zee. Wij denken er niet aan om de pogingen der Bondgenooten te verminderen, maar wij willen doen uitkomen, dat wij slechts aan het begin van onze taak zijn, en dat er nog enorme opofferingen zullen noodig wezen om er de uitvoering van te verze-keren « DAGELIJKSCH NIEUWS DE HOUTSTAPELS IN DE ANT WERPSCHE HAVEN. — Wij verne men va n officieele zijde dat de Duitsch< overheid er niets op tegen heeft da' zachthoutstapels, die zich in de Ant werpsche stapelplaatsen onder sekwester bevinden, gebruikt worden voor bouw-doeleinden in België; de belanghebben-den worden derhalve verzocht zich toi de Gouvernements-Intendantie te Antwerpen te wenden. NIEUWE KONTROLE VAN MILI TIEPLICHTÏGEN. — Eene verorde ning van den militairen gouverneur in Brussel beveelt aan aile mannelijke on-derhoorigen van Belgische nationaliteit. tusschen 1892 en 1897 geboren, en ir jroot-Brussel woonachtig, zich onder dt kontrole van het deklaratie-bureau te itellen : « Deutsches Meldeamt Gross-Brussel » Meridiaanstraat, 10. Voor den eersten keer moeten de be-doelde personen zich aan de Militair< School, Léonard de Vincistraat, vervoe-^en, volgens alphabetische volgorde, tus> ichen den 22 en 30 Maart. Het aanplak-biljet, waarmede deze verordening be vend gemaakt wordt, legt bijzonder klen op het feit « dat het uitdrukkelijk ver ;taan moet worden, dat het Duitsch Gou .ernement geenszins beoogt om Belgi ;che onderdanen in het Duitsche leger >r e deelen, noch hen gedurende den oor !cg- als gevangenen naar Duitschland t< Uuren ». Deze laatste regels van den of ficieele tekst zijn onderlijnd. UITREÏKING VAN KLEERGOEE AAN DE HULPBEHQEVENDE GE Z1NNEN. — Door de zorgen van he Antwerpseh Komiteit voor Hulp aan d( noodlijdenden en van het Weldadigheids bureel, worden bedeelingen gedaan aar de arme gezinnen. Van af gisteren werd daarmede begon nen ; daar echter duizenden familiën moe ten bedeeld worden, zal het nog al wa: duren alvorens iedereen zal bediend zijn De gezinnen zullen door de leden de! wijkkomiteiten en door de armmeester: bezocht worden, en de voorsteîlen no pens de beîangrijkheid der giften te: gœdkeuring aan het middenkomiteit on derwerpen. Een bon van het bedrag hen toegekenc zal aan de ondersteunden afgeleverc worden, met dat bewijs zullen zij, of vast te stellen dagen, zelf het kleergoec gaan uitkiezen, voor de waarde var hunnen bon, volgens een door de damer van het werkhuis vastgesteld tarief, ir de stedelijke feestzaal, ingang langs de Kolveniersstraat. De eerste uitdeelingen geschiedder gisteren voor de gezinnen der 1e en 2d( wijkafdeelingen ; heden voor de 3de er 8e wijken ; Woensdag voor de 4e en 6« wijken ; Donderdag voor de 5e en 9< wijken en Vrijdag voor de 7e en 10e wij ken ; telke'ns van 9 tôt 12 en van 2 tôt < uren (torenuur). Het is onnoodig zich aan te melden om van de bedeeling te genieten, de be zoekers zullen zelf ten huize komen en d< bons zullen in tijds aan de bestemmelin gen toekomen. Er zal ook onderzocht worden of d< ondersteunden behoorlijk hunne woning onderhouden, of zij wel hunne kinderer naar school zenden, enz. Om de noodlijdenden in staat te stellen hun kamer rein te houden zullen bors-tels en kalk, in de verschillende hulplo-kalen aan hunne beschikking gestelc worden. Eerstdaags zullen er in de onbetalen-de scholen — gemeente- en parochiale — insgelijks kleederen aan de leerlinger worden uitgedeeld. UITBETALING VAN PENS10E NEN. — Er wordt ons gemeld dat aar de geperisioneerde gemeente- professo ren- en onderwijzers, ijzerenwegbeamb ten, bedienden en werklifeden, alsock aai de weduwen en weezen de pensioenei zullen uitbetaald worden voor den istei trimester 1915. Voor de weduwen en weezen en voo: de professoren en onderwijzers : bij der agent der schatkist, Nationale Bank, i< verdiep van 9 tôt 12 u. Voor de werklieden van den ijzeren weg : in het Tolhuis St. Pietersvliet Maandag e.k. van 9 tôt 12 u. (B. T.). VOOR DE NOODLIJDENDE BE DIENDEN. — Het ondersteuningskomi teit voor onze noodlijdende bediender heeft van af einde Oktober ongemeer veel werk geleverd en heeft voor der duur van den oorlog een middagmaa verzekerd in het Burgers-Restaurant aar een overgroot getal bedienden zondei middelen van bestaan. Zijnen werkkring zal zich nochtans nog moeten uitbreiden want de klas wer-kers, die het onder zijne bescherming genomen heeft, gaat weldra beroofd zijr van kleederen en ondergoed. De lange verplichte werkeloosheid zal ailes uitge put hebben. Het werk heeft dus het voor nemen zich tôt de welstellende familie: te richten opdat de se de kîeedingstukker zouden afstaan, die dikwijls onnoodig hunne kleerkast overvullen. Eene afvaardiging heeft zich wel willen ^elasten met deze kiesche taak en zal de roodige stappen aanwenden ten einde een jroot getal kleederen te verzamelen, ge-îoeg om, degenen hunner kollega's te deeden, die ze nodig zullen hebben. Deze heeren voorzien van eene eigenzelvig-heidskaart, zullen de handteekens van de :iefdadige personen inzamelen, die het werk wel zouden willen toelaten de ge-reedgemaakte kleederen ten huize af te halen. De ontvangst zal geschieden te-jen kwijtschrift door het werk afgele-erd en dit in tegenwoordigheid der zelf-le afgevaardigden. De aanbiedingen worden ook met er-kentelijkheid ontvangen in den zetel van het werk Eiermarkt, 28. ONZE KUNSTENAARS TE AMSTERDAM. — In de kunstzalen Kever te -\msterdam houden eenige kunstenaars eene tentoonstelling hunner voortbreng-selen.Verwey prijkt er met «Oud en Nieuws» , Victor Gilsont heeft er een schilderij « Uit Scheveningen », verder « Netten boeten » dat eenen zeer grooten indruk maakt en ook nog prachtige zichten uit ! Amsterdam. Een « Zeegezicht » van Paul Bayard 's : prachtig. Richard Baseleer toont een . prachtig zicht op de Boven-Schelde. DE HULP AAN DE SLACHTOF-> FERS VAN DEN OORLOG. — Gedu-. rende de laatste week van Februari heeft het Kleedingwerk voor fr. 212,825 klee-, dingsstukken uitgedêeld in de verschillende provincies. 1 Daarenboven beliepen tôt op 3 Maart de toelagen toegestaan aan de famiiies die hunnen steun door den oorlog verio-ren op 19,913,350 fr. IVOOR. — Nu Antwerpen zijn handel geknakt ziet, is het wel eens belangrijk er aan te herinneren, dat deze stad in de laatste jaren de voornaamste ivoormarkt was geworden. De « Agronomie Coloniale » geeft hieromtrent eenige intéressante bijzonderheden : terwijl Antwerpen >n 1890 slechts 77 ton verhandelde, tegen | Londen 357 en Liverpool 73, verkocht | Antwerpen in 1913 454 ton ivoor, tegen , Londen 236, en slechts 12 werden er te | Liverpool verkocht. 1 Dit getal van 454770 kilos ivoor, die in 1 Antwerpen verkocht werden in 1913, was 1 het grootste dat ooit bereikt werd. Als ! men <n aanmerking neemt, dat de waarde per kilo fr. 28 is, kan men er zich 1 eenige voorstelling van maken, welk een . belangrijke handel dit is. Het ivoor, dat 1 te Antwerpen verkocht wordt is uit de volgende landen afkomstig : Congo . (224,303 kilos), Angola (153.63°). SenÇ-. gai (2 45i),Abessinië (9090), Oost Afri-I ka (9213), West Afrika (1750), Egypte en de Soedan (1620 kilos). EENIGE GAFFES VAN DE «ECHO ; BELGE» AAN DE KAAK GESTELD. ' — Uit da « N. R. C. » : De « Echo Belge » schrijft over de po-. lemiek van « de Denen Bjôrnstjerne Bjôrnson en Georg Brandes » tegen Cle-, menceau. Het zijn met name de volgende aan Brandes toegeschreven woorden, die het blad de stof leveren voor een artikel : « Frankrijk dat Marokko verovert, En-geland en Rusland die Perzië verdeelen, de Duitschers die België nemen, al die daden zijn even onzedelijk ». Het blad protesteert ertegen, dat die daden op één lijn worden gesteld en dat de Belgen worden vergeleken met « half barbaar-1 sche volksstammen ». Nu heeft Brandes echter die daden ■ volstrekt niet op éèri lijn gesteld. 1 Hij betoogde, dat staatslieden niet ■ door zedelijke, maar door politieke - redenen worden geleid, en zich in de we-1 reld, zooals zij nog is, daardoor moeten ) laten leiden. Hij noemde daarbij, maar in 1 andere woorden dan die der « Echo Belge », de aangehaalde voorbeelden, zonder - in het minst te zeggen, dat hij ze uit ze-1 delijk oogpunt op één lijn stelde. Onze ; Belgische vrienden behoeven zich dus door den Deenschen schrijver niet ge-. krenkt te voelen. Wat den Deenschen schrijver Bjôrnstjerne Bjôrnson aangaat, hij is geen Deen, maar een Noor, of lie-ver was dat, want hij is helaas al ettelij-ke jaren dood. Bedoeld is zijn zoon Bjôrn Bjôrnson. ! UIT ZUID-AFRIKA. — De heer L. Franck heeft uit Zuid-Afrika eene som van fr. 15,240.— ontvangen, ' voor de weduwen en weezen onzer solda-ten gevallen tijdens den oorlog. Dit bedrag is aan het Provinciaal Komiteit voor Hulp en Voeding overge-maakt.1 Onze bevolking zal onze taal- en stam-genooten in Zuid-Afrika dankbaar zijn voor dit nieuwe blijk van sympathie. ; Reeds werd vroeger eene groote zending 1 kleederen ç« anckr huip toegezonden.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Het Vlaamsche nieuws appartenant à la catégorie Gecensureerde pers, parue à Antwerpen du 1915 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes