>mi i i mwriam&Ë Vicr-en-Twinlfesîe Jaar, -K 188 » Gofedienst — Hnisgezïu — Eigendom Zondag, 0 Augusli !9H — ■ m ■■ ii ii i» ■ ru - i ■ .■■■■- •••»,<«-«• Alla brîefwisselingen vracht-9Tij te zeiiJyn aan Aug. Va,n Iseghem, uitgever voor de naaml. Snaatsch. « Drukkerij Het Volk », Msersteeg, ii° 10, Gont. Bureel van West-Vlaanderen s Gaston Bossuyfc, Gilde der Am-bacliten, Korti'ijk ïelefojx 523 Bureel van Antwerpen, Bra-bant en Limburg : Vikfcor Kuyl, Blinderbroederstraat, 24, Leuven HET VOLK Men schrijft In s Op aile postkantoren aan 10 ("• per jaar. Zes maanden fr. 5.00. Drie maanden fr. 2.50. Aankondigingen. Prijs volgens tarief. Voorop t( betalen. Rechterlijk» herstelling, 2 frl per regel. Ongeteekende hrieven wordet geweigerd. TËLEFOON N° 137, Gent. Versciiijnt G maal per week. CHRISTEN WERKMANSBLAD 2 CENTIEMEN HET NUMMER 3 CENTIEMES MET BIJVOEGSEL ALLES TEN BESTE! Zaterdagnoen is er te Brussel, in 't ministerie van 1 oorlog, geweten dat ailes ten beste staat. £ De gemeenschap met het leger is wat zeldzamer dan t den vorigen dag, omdat het leger in beweging is. In het hoofdkwartier is de koning als een veranderd { mensch verschenen : zoo bedeesd als hij er vroeger uitzag, komt hij nu voor als een ware overste, een vastberaden 2 man, een faewnst leider van kloeke strijders. c Elkeen hewondert hem, zoo om zijn wijs beleid als £ om zijne manhaftige houding. Ailes wat den strijd betreft, ï leeft hij mede, en sinds twee dagen vragen sommigen ( zich zelfs af wanneer hij rust, want hij is altijd en op aile punten te zien. > Leve de Koning! ( HOE HET GISTER MîDBÂG STOND. DE DRIE LEGERKORPSEN,DIE LUIK REEDS AANVIELEN ï BLIJVEN NOG ALTIJD VOQR DE FORTEN STAAN. ZULLEN ZIJ DE MAAS OVERTREKKEN, MET DOOR BE < STAD TE RUKKEN? ZULKS VALT TE BETWIJFELEN, WANT 1 DE FORTEN VERSPERREN HEN DEN WEG. é ZIJ MOETEN DUS, OFWEL ZEER TRAAG OPRUKKEN MET GROOTE VERLIEZEN VAN OORLOGSTUIG, OFWEL DE STEL- < LING OMDRAAIEN LANGS HET NOORDEN EN HET ZUIDEN, * OM DE MAAS OVER TE STEKEN, LANGS VISE EENERZIJDS EN TUSSCHEN LUIK EN HOEI ANDERZIJDS. I MEN ZIET DE DUITSCHE TROEPEN MIN OF MEER TOT DE ^ TWEEDE VERONDERSTELLING OVERGAAN. } î 35E1 'ju»uEL"jj^K'!îVjfiWC1ftÉR§IS NATUURLIJK ONS VELD-' " LEGER AAN TE VALLEN MET EENE OVERGROOTE LEGER- < MACHT, ALVORENS ONS TOTAAL GERUGSTEUND IS DOOR < DE FRANSGHE TROEPEN. 1 350CH DAARVOOR MOETEN ZIJ ROND DE FORTEN VAN 5 LUIK ZWENKEN EN EEN KOSTBAREN TIJD VERLIEZEN, MET I LANGE MARCHEN TE DOEN. ^ HUN VOEDINGSDIENST ONTMOET TALRIJKE MOEILIJK- < HEDEN, DEZE SCHIJNT DE DUITSCÊERS TE BELETTEN, f V OOR EENIGE DAGEN VERLOOP EN ZIJN, EEN EN ALGEMEEI'IEN AANVAL TE BEPROEVEN. 1 WAT ZEKER SCHIJNT 'T IS DAT ZIJ VIJF KORPSEN TEGEN i DNS LEGER ZULLEN ZENDEN ; 'T IS TE ZEGGEN, AL WAT ZIJ ; AAN SOLDATEN HEBBEN OP ONZE GRENZEN. 1 1 Een groote veldslag aangelegd ; op Belgisch Grondgebied. ; Officieel, uit Brussel, Zaterdagavond 7 uur : EEN GROOTE SLAG IS AANGELEGD. ; Maar t'allen prijze moeten de dagbladen gfwijg§©M ©*?©!» 1 do siesp ts*oepen. Al ware 't nog met goede inzichten dat men sou willen zeggen j wat men weet, — iedere Belg moet verzwijgen wat hij van de beweging ( der troepen kent. 1 Daar hangt de zegepraal van af. ] Wij WISTEN vrijdagnoen aan eenige vrienden te toonen, welken I weg het fransch leger volgde. j We hebben het in 't blad niet gezegd, omdat ook Duitschers het ]. hadden kunnen lezen en overseinen. j De overwinning der Franschen te Libramont heeft bewezen dat ^ wij den juisten weg kenden. c Maar niets mag OP VOORHAND bekend gemaakt worden : c het heil van ons vaderland hangt er van af. ^ Ailes staat nu goed, ailes staat ten beste : bederven we het niet f door onbescheidenheid. e De vurigste wenschen van ons hart zijn ons leger toegewijd. c De prins Joris van Pruissn govangen gencnien. I Men seint dat, volgens geloofwaardige berichten, prins Joris van (< Pruisen, die de duitsche ruiterij aanvoerde, krijgsgevangene zou ge- h nonien zijn. z 7SK30 GEVANGENEN TE BRUGGE. Men verzekert dat cr hier zaterdagnamiddag alrccds 7000 gevangenen vertoeven, ^ waaronder een aanzienlijk getal duitsche krijgsgevangenen. Ook veel verdachte duit- T schers en spioenen zitten vast. De vrouwen verblijven in het Oud Seminarie, de anderen zijn verdeeld in de gevangenis en andere openbare gebouwen. Men ziet er veel van onze belgische soldaatjes die Statiewaarts trekken om hun korps te gaan vervoegen. 't Zijn jongens die de krijgsgevangenen naar hier overbrachten. 1 DRIE MANNEN. De aanvang van den europeeschen oorlog van 1914, zal in de jeschiedenis g<>boekt blijven als een onvergankelijke roem voor Selgië, het duurbare kleine België, dat den machtigen duitschen reus [edurende omtren t eene week lang staande houdt en hem nederlaag ip nederlaag toebrengt, het hardnekkig krach tige kleine België, dat gansch alleen Europa edt, door aan machtiger natiën den tijd tôt strijdvaardiglieid egen den aanvaller te bezorgen, het eervolle beminde België, dat liever den oorlog tegen eene esdubbele overmacht heeft gewaagd, liever dan zijne eer te verliezen ioor zijn woord te verbreken, het gelukkige België, dat in zijne zonen een heldenmoed heeft [evonden, waarvoor gansch de verbaasde wereld in ongemeten )ev.rondering staat. Zoo zal de geschiedenis van ons vaderland getuigen, waar zij den torlog van 1914 verhalen zal. En in die getuigenis zullen drie belgische namen als starren ^an eersten rang uitblinken, tôt sterkend voorbeeld voor aile volkeren loor de eeuwen heen : de naam van onzen beminden Koning Albert, opperbevelhebber 1er gezamenlijke engelsch-fransch-belgische legers ; de naam van den kempischen Vlaming baron de Broqueville, îelgië's hoofdminister en minister van oorlog ; de naam van den waalschen Belg, generaal Léman, bevelhebber 1er derde afdeeling van het belgisch leger, die aan den duitschen reus îeeft gezegd : ge zult Luik niet hebben, en die met zijne belgische jongens uit Vlaanderen en uit Walenland dat fiere woord gestand doet. Koning Albert, minister de Broqueville, generaal Léman : die Irie namen zullen in het onderwijs voor onze nakomelingen schitteren ds drie toonbeelden van eergevoel, beradenheid en moed. Generaal Iieman is twee-en-zestig jaar oud. Enkele maanden yeleden was hij nog aan het hoofd der krijgsschool, waar hij aile vetenschappelijke vakken beoefende, en ondanks zijne strengheid ds een vader ^ew,ind werd, want iii.j was nog streiu(er voor zich zelven : h. r/n KSJi 1—-1" "»« uev 1 van ue leaen aer'l/.«kp«çs. raet I io lan voor anderen. Ailes wat mj slu(ieerde, maaicte nij ^ïen t-jgcii )m zijne werkkiacht te vermeerderen, want hij is vooral een man van le daad. Het is hem gebeurd vijftig kilometer te paard afgelegd e hebben, in de krijgsschool te komen en tôt 2 ure 's morgens met :ijne ofïicieren te studeeren en te beraadslagen. Onlangs bleef hij te îeverloo een ganschen dag te paard, ondanks eene pijnlijke, nauweïijks ^erbonden wonde aan den voet. Thans redt hij België en Europa loor zijne onbuigbare wilskracht en zijn groot krijgskundig beleid n de verdediging van Luik. Leve generaal Léman ! Minister de Broqueville, de schijnbaar eenvoudige, maar blijk->aar edele kempische landheer van Postel te Moll, toont de kundigste, neest vooruitziende oorlogsminister te zijn, welke eenig land ter larde zich maar zou kunnen toewenschen. Waar de rechtstreeks >edreigde landen, zooals Rusland en Frankrijk, tegenover Duitsch-and onvoorbereid waren, daar stond het kleine België volkomen itrijdensgereed. 't Is bij deze vaststelling dat eene golving van ontem-)are geestdrift door het bloed onzer belgische jongens heeft gestroomd m ze als tienduizenden vrijwiîligers bij het vaste leger heeft toege-vorpen. Die gereedheid waarborgde ons volk dat het niet naar eene ilachting ging, maar optoog naar een billijken verdedigingsstrijd ^oor land en haardstede. Die gereedheid heeft minister de Broqueville gewild, omdat hij er de noodzakelijkheid van doorzag, ondanks dlen nood voor zijne persoonlijke populariteit in den lande. Hij heeft le eer en de vrijheid van zijn volk hooger bemind dan zich zelven : îem zij dank en eere ! Leve minister de Broqueville ! Onze innig beminde Koning wordt thans in den vreemde, door le vinnigst republikeinschegelijkdoordemeestloyalistiscliedagbladen, net eene zeldzaam eerbiedige bewondering vernoemd. In Engeland :n in Frankrijk is zijn naam op aller lippen en de kleuren die zijn and vertegenwoordigen worden er met geestdrift toegejuicht. ^leinzoon van een edelen Duitscher, wiens naam een zegen voor îelgië blijven zal, — vader van de lieve kinderen eener duitsche noeder, voor wie aile belgische liarten vol dankbare wederliefde doppen, — toont onze geliefde Vorst Albert eerst en boven ailes îelg te zijn en de handhaver van de eer zijner duurbare Belgen te villen wezen. Liever dan 't woord der belgische natie te laten schen-len, heeft hij aan Koningin, Prinsen en Prinses vaarwel gezegd, im zich daar te bevinden, waar België's moedige zonen strijden roor België's eer en onafhankelijkheid. Waar zijne hooge, eervolle iguur bij de strijdvaardige soldaten verschijnt, wordt elke strijder r vijf waard. Van hem gaat als eene electrische strooming uit, die le weerkracht onzer jongens vermenigviîidigt en ze met geestdrift le ergste gevaren doet trotseeren en overwinnen. Zijn woord is als ene verstaling in aller lichamen gedrongen, wanneer hij zegde : Alvorens men ons leger verslage, zal men overheen mijn eigen lichaam weien gaan ! » Dat heerlijke heldenwoord heeft hem, Goddank nog oo jong, tôt vader aller Belgen gemaakt, want alléen ware vaderliefde 'oor zijn volk kon hem zoo doen spreken. Leve de Koning ! België mag fier zijn over zijne duizenden zonen, die zich als lelden gedragen. Deze helden mogen fier zijn, zulke mannen, ware aannen in al de kracht van het woord, aan liun hoofd te hebben. Leve generaal Léman, de dapperc 1 Leve minister de Broqueville, le wijze ! Leve Koning Albert, de eervolle 1 Leve ons duurbare België, let moedi<?e 1 In staa! van iieleg. , Het Belgisch Slaalsblad van zaterdag-norgeu bevat volgende besluiten : MINISTERIE VAN OORLOG. ALBERT, Koning der Belgen, Aan allen, tegenwoordigen en toeko-^, lien den, Heil. Op voorstel van Onzen Ministerraad ;> Gezien artikel 53 van het dekreet-\vet! van 24 December 1811 ; < Wij hebben besloten en Wij besluiten : 1. De staat van beleg wordt uitgeroepeii'1 in de provinciën Brabant, Henegouw,1 Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Antwerpen, die van heden af militaire posten uitmaken. 2. De militaire bevelhebbers der pro-' vinciën zijn onder de bevoegdlieid van den Minister van Oorlog, bekleed met het' opperbevelhebberschap over al de burger-lijke overheden van hun gebied, zooals gezegd in den omzendbrief van 11 Januari' 1815. 3. De militaire reehtbanken zullen niet in de plaats treden van de burgerlijke reehtbanken, de staat van beleg dit niet noodzakelijk voor gevolg hebbende. 4. De burgemeesters van het gebied der militaire posten zullen al de politiemaat-regelen en -voorsehriften nemen door den miîiViren gouverneur der provincie opge-legd. In geval van weigering van hun-nentwege, zal de militaire bevelhebber handelen, overeenkomstig artikel 101 van' gemeld dekreet, luidende als volgt : « In de plaatsen in staat van beleg, gaat de overheid waarvan de magistraten aan-» gesteld waren voor het handhaven der » orde en der tucht, geheel en gansch over »tot den wapenbevelhebber die ze uit-» oefent of er hun zulk gedeelte van over-» draagt dat hij nuttig oordeelt. » 5. Onze minister van Oorlog is gelast met de uitvoering van het onderhavig besluit. Gegeven in ons hooklkwarlier, den 7® Augustus 1914. MfNTST.ERJE V.âN.onPje b^talintr der oneix. r)p fiwtp r n T V3 MINIS1ÉH1K VAN JUS'jç^ Aangezien het noodig is de godsd^J"31^ hulp te verzekeren aan de gekwetsten en aan de zieken opgenomen in de lior<ji-talen ambulanciën en posten van het Rood Kruis van België ; Gezien de wet van 31 Maart 1891 die de burgerlijke verpersoonlijking verleent aan de Vereeniging van het Rood Kruis van Be'gië ; Gezien het organiek besluit van 22 Januari 1892, Besluiten : Eenig artikel. — De bedienaars der ver-schillende eerediensten, en die van Belgische nationaliteit zijn, zullen vrijen toegang hebben tôt de zieken en gekwetsten opgenomen in de hospitalen, ambulanciën en posten van het Rood Kruis van België, op voorwaarde hunne lioedanig-lieid te verrechtvaardigen. De bedienaars der eerediensten, tôt vreemde nationaliteiten behoorende, zullen slechts dan hetzelfde recht genieten als zij daartoe machtiging van den Minister van Justicie ontvangen hebben. Brussel, den 7 Augustus 1914. Ministerie van Financiën, Ministerie van Oorlog en Ministerie van Buitenlandsche Zaken. Aankoop van tarwe. — Waarborg door de Regeering der verzekering tegen oorlogsrisico. ALBERT, Koning der Belgen, Aan allen, tegenwoordigen en toeko-nienden, IIciL Gezien artikel 1, 4°, der wet van 4 Maart 1914 ; Op voordracht van Onze Ministers van Financiën, van Oorlog e» van Binnen-landsche Zaken, Wij hebben besloten en Wij besluiten : Art. 1. Ieder Belgisch huis dat de aan-koopen van tarwe met Àmerikaansehe ' liuizen heeft aangegaan of wil aangaan, kan verkrijgen dat de verzekering tegen oor-logsriciso door de Belgische Regeering worde gewaarborgd op voet van y4 %., mits de koopwaar ter bescliikking der Belgische Regeering te stellen. Daartoe is het Belgisch huis gehouden zich te wenden tôt het comiteit door den' Minister van Financiën ingesteld ten einde de eclxtheid der contracten en de verzekering te onderzoeken door middel van de handelsboeken welke te zijner bescliikking zullen gesteld worden. Op zicht van liet getuigschrift dat het comiteit ver-strekt, zendt zijn Secretaris een telegram aan den Belgischen consul van de inla-dinghaven, die op de verzekeringspolis de verklaring stelt, dat de lading door de Belgische Regeering tegen oorlogsgevaar bewaarborgd is, overeenkomstig de volgende bewoordingen : This insurance to cover only the War-risks excluded by the Institute F. C. and. 5. Clause (Free of Capture and Seizure) n(j per margin in Marine policies on English londitions, but ne claim to attach fbr

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.