Acht en veertigste jaar Zaterdag 15 Augustus 1914 lu m mer fr, §-00 \ jiMrst met de post besteid ?«I8R KOÛRB-NEDEHLAUD franco S g-, &e eiMWBCmenUpriji 5s vosrap befcaaifeasr. à s, Rkc&âigi Bf«B "»fàea àrmkmml. es mi *ar VOLKSBELANG iJMrwii mjkm$ m fr. 5-00 ar.rt» Met At jssst as*tesâ ma mm mmim trsaeo S tf* Be sbaabéiamtïpr^ te tam«f tttMffewr, £ â Afzonderlijke auaimers sija te bekcmeu bij AD. HOSTE, Galgenbcr^ en bij AD. HERCKBNRATH, Veldstraat 47, te Gent, en bij all< orazetverkooners. teeen 10 cent. BUEEEL VAN HET BLAD : G^algenberg, 25, tes Geiî-t, Aile mededeelingen, biieveu, handscliriften, enz , vrachtvrij te sturôn Aan de Redactie van het Volktbelang, Galgenberg, ^3, Gent. Inhoud : • De grootsle Oorlog der Geschiedenis. — , lleil Engeland ! — Bewondering van Nederland voor België. — Uit Duitsehland. — Nederland en ! België. — Uit Nederland. — Uit Holiandsch Lim- ! burg. — No g Nederland en België. — De Heer | Van Cauicelaert in Noord-Nederland. — Eene 1 schoone Daad. — Em wijs Woord van Burgemeester De Vos — Brief van den heer Burgemeester van Sluis. — De Vlaamsche Leeaw in ons Leger. — Van ailes uoat uit Noord-Nederland. — Rondrei-zende Bibliothelcen. — Benoit's Lucifer le Anlwer-pen. — Vlaamsche Hoogeschool-commissie — Sterfgeval. — Poslstukhen voor de Soldaten. — Boekbeschouwing. De grootsle oorlog^der^esehiedenis. Geen oorlog der oude Romeinen, noch der îuiddeleeuwen, noch der moderne tijden, zelfs niet de coalitie van geheel Europa tegen Napoléon I, kan vergeleken worden bij den wereldbrand, ontstoken door het vuurvonkje dat Oostenrijk zoo lichtzinnig en zoo wraak-ro-epend op het kleine buskruitmagazijn te Belgrado geworpen heeft. Want in al die andere groote volksslachtin-gen was Europa alleen gemoeid, terwijl nu ook Japan vooruittreedt met zijne kanonnen, legers en oorlogsschepen, hetgeen wellicht China en de Vereenigde Staten in den draaikolk van bloed en vuur meesleepen zal. Een half suffe grijsaard, wegens zijne diep-geschokte gezondheid in de Ooatenrijksche badstad Ischl in zijnen ziekenstoel bibbeiend gezeten, de stokouds Keizer Frans-Jozef, heeft al die gruwelen en al die rampen over millioenen zijner tijdgenooten mogen ontkete-nen met enkel zijne î aamletters op een blank stukje papier met bevende stramme vingeren te krabbelen 1 Is het niet om te wanhopen over den vooruit- gang van 't menschdom ? * * » Wij zijn in België geheel onschuldig aan al het reeds gestorte en nog te storten bloed. Het heiligste verdedigen wij met ons zwaard: het vaderland, met zijne onafhankelijkheid en vrijheid. Wij doen het als één man. Vlaming en Waal wedijveren om strijd in opoffering voor het gemeenschappelijk erfgoed der vaderen. Tôt hiertoe hebben wij gedurende bijna twee weken en gansoh alleen het hoofd gebo-den aan de grootste militaire mogendheid der wereld in de moderne tijden. Europa, Amerika, de beschaafde en halfbe-schaafde bewoners van Azië, Afrika en Austia-lië, allen hebben met ontzetting den weergalm vernomen van dat roerende tweegevecht tusschenden Belgischen David en den Duitsclien Goliath. Het hart der volkeren klopt voor ons. Onze aanrallers zullen vroeg of laat ten hunnen nadeele ondervinden, dat er geene grootere kracht op aarde bestaat dan de sympathie, de achting en de bewondering der beschaafde menschheid. HEIL ENGELAND 1 Eene Engelsche verklaring, die in België moet onthouden worden en dankbaar in ons hart weer* klank vinden, nu dat de oorlog over ons gronde gebied woedt, is de verklaring van het Engelsch-Ministerie in het Lagerhuis bij 't uitbreken van den wraakroependen Duitschen krijg tegen België. Blijkens de woorden van Sir Edward Grey, den minister van buitenlandsche zaken, Maandag 3 Augustus in het Lagerhuis gesproken, is de Engelsche regeering doordrongen van het hooge belang en de verplichting van de mogendheden om de onzijdigheid van landen als Nederland, België en Denemarken te eerbiedigen. Na gesproken te hebben van het groote belang, dat Engeland bij een onafhankelijk België heeft, zei de minister : Deze kleine staten, het eenige w;it zij wenschen is, dat zij met rust worden gelaten (toejuiching), het eenige wat zij vreezen is, dat hun onafhankelijkheid niet wordt gehandhaafd (toejuiching). Indien in den oorlog, waar Europa nu voorstaat, de onzijdigheid van een dezer landen wordt ge-schonden, indien de troepen van een der oorlog-voerende partijen zijn onzijdigheid schenden en er niets tegen wordt gedaan, zal aan het eind van den oorlog, wat er van de integriteit moge wezen, de onafhankelijkheid weg zijn. Na een aanhaling van woorden van Gladstone in 1870 over Engelands belang bij België's onzijdigheid en Engelands verplichting om schending daarvan te beletten, zei Sir E. Grey, dat indien België's onzijdigheid geschonden werd, wat er het land ook aan vergoeding voor aangeboden moclit worden, zijne onafhankelijkheid weg zou zijn. En de minister vervolgde : En is België's onafhankelijkheid weg, dan volgt die van Nederland. In ditzelfde verband sprak de minister van de mogelijkheid, dat Frankrijk, door Duitsehland neergeworpen — schoon hij verklaarde te ge-looven, dat Frankrijk zich zou weten te verdedigen — zijn positie als groote mogendheid zou verliezen en ondergeschikt worden aan een machtiger staat. En hij ging voort : Indien dat gebeurde, en België geraakte onder denzelfden invloed, en dan Nederland en dan Denemarken, zouden dan niet Gladstone's woorden worden bewaarheid, dat er « een gemeenschappelijk belang tegen de onbeperkte machts-vergrooting van een mogendheid» zou zijn? En die mogendheid zou vlak over ons liggen (itoejuiching). Zoo heeft dus de Engelsche regeering, onder de toejuiching van het Lagerhuis, uitgesproken, welk hoog belang Engeland er bij heeft, dat de onzijdigheid mede van België en van de kleine landen ongeschonden blijft. fi A , \ BEWONDERING VAN NEDERLAND VOOR BELGIË Een II o 11 a n d s e h e correspondent, die uit Brussel aan dn Nieuwe R o 11. Courant schrijft, drukt zioh uit als volgt : Ik weet w'erkelijk niet in deze dagen, welke hoedanigheden onzer Zuiderbroeders het meest te bewonderen vallen. Het is van een onwrikbaai'heid, van een liartstochtelij-ke liefde voor het vaderland, waarbi] aan 'cigen ik geen oogenblik gedacht wordt. Het zijn nog de aîstaïKmelingen der Waalsclie dapperen, die op de slagvelden van Europa de zegepraal bevochten ; het zijn nog de zonen der poortersvan Vlaan-deren, der Klauwaerts, die Fransche konin-gen en Philips van Bourgondië wisten te weerstaan. De mannen vechten, en wie niet vechten kan, inaakt zich nuttig op andere wijze, want « eendracht maakt macht », en de vrouwen en kinderen, ailes helpt mee. D'e hoogstgeplaatste edelvrouw zamelt op straat gelden in. De kleinste padvindler heeft een opdracht en volvoert deze met het plicht-besef van een man. Het Belgische volk geeft ons allen een voorbeeld van zelfopoffeïing en trouw, deug-den ook in Nederland nooit vergeten en als kostbare kleinoodiën beiwaard. ( UIT DUITSCHLAND. Duitsehland wordt d( or zijne regeering schandelijk over den toestand in Europa bedrogen. Het herinnert sprekend aan de houding van Napoléon Ill'g ministers te-genover het Fransch volk bij 't uitbreken van den F r a nsc h - Du i t s cli en oorlog in Augustus 1870. Terwijl geheel Europa weet, dat de niet verdedigde opene stad Luik wel in handen der Dviîechers is ge^ allen, maar dat geen enkel der twaalf omrin-g1 en d e f o r t e n k o n i n g e n o m e n worden, hetgeen alleen van belang is, jubelt Berlijn over den val der v e s t i n g L u i k ! Die v e s t i n g, in handen der Duit-schers gevallen, is de ontinantelde', oude, ongebruikte citadel der Pierreuse, waar de Luiksehe opperbevelhebtor generaal von Emmenich. die er door den Keizer voor gedeborcerd werd, de Luiksehe gijzelaars ( Mgr. Rutten en burgemeester Kleyer met en-kele senators en volksvertegenwoordigers) heeft laten opsluiten om te beletten, dat de Duitschers door de kanonnen der twaalf onaangetaste Belgische forten in de opene stad Luik zouden gebombardeerd worden. Den 9 Augustus werd te Berlijn het vol-gend telegram aangeplakt en verwekte er veel o-eestdrift : «Luik i s b e s 1 i s t in onze rnacht. « De verliezen van den vijand zijn groot. Onze verliezen zullen onnrid'deliijk worden medegedeeld, zoodra er betrouwbare gege-vens over zijn. « Het transport van 3 tôt 4 duizend krijgsgevangen Belgen naar Duitsehland is reeds begonnen. « Volgene berichten zouden wij te Luik een vierde gedeoîte van het gebeele Belgische leger tegenover ons gehad hebbeoi ». De Duitschers, die in 1870 zoo medelij-dend opi de belogene Franschen neerzagen, krijgen nu van hunnen Keizer van 't zelf-de laken eene broek. i r' t NEDERLAND EN BELGIË- De Nederlandscbe dagbladen doen huu beat om de dwaling te "bestrijden, die in België is ontstaon door het bericht dat de vluchtende Duitschers in Nederland zouden geholpen worden. Ook schijnt men in België, door valsche geruchten misleid, wantrouwen te koesteren ten opzichte van de houdiiig van Nederland. Gansch ten onrechte. Ziehier wat de Nieuwe Rotferdamxche Courant meedeelt aangaande het misverstand om-trent het bericht uit Maastricht, dat 5000 vluchtende Duitschers daar door waren ge-trokken en, van eten voorzien, naar Aken waren doorgezonden. Men schijnt in België gedacht te hebben dat dat Duitsche soldaten waren. Geheel ten onrechte natuurlijk ; het waren non-combattanten, vermoedelijk Duitsche of Duitsch sprekende inwoners van België. Al wie er van de Duitiche gewapende macht over onze grens komt, wordt gevangen geno-men en ontwapend — gelijk reeds geschied is — en zoo gaat het met al wie er behoort tôt de gewapende macht van welke andere corlog-voerende partij ook en ons onzijdig grond-gebied betreedt. De onzijdigheid legt ons daar-1 toe den onafwijsbaren en trouwens algemeen erkenden plicht op. | Tôt ons leedwezen vernemen wij, dat er in België, maar dan toch zeker niet in verant woordeiijke kringen, aan getwijfeld wordt o wij tegenover de Duitsche troepen, die zich ii de nabijheid van onze grens op Belgisch ge !j bied bevinden, dien plicht wel ten voile nako men. Een volstrekt ongegronde twijfel natuurlijk.Wat ook onze gavoelens mogen zijn in dezer vreeselijken oorlog, de neutraliteit die wi_ mocten handhaven en bovendien het hoogsti landsbelang dwingen ons, daaraan geen uitinj te geveu en ons te bepalen tôt verdediging vat onze grenzen tegen welke schending ook Voor de vastberadenheid, waarmede de Belgen zich tegen de schending van hun grondge bied verweren, hebben wij, het spreekt var zelf, eerbied. « UIT NEDERLAND. Uit verschillende plaatsen van Nederland on' vangen we de hartelijkste blijkcn van deelnemim in de sehrikke'.ijke ramp die België treft, en dat op zulk een barbaarsche wijze in den oorlog betrokken is. Zonder uitzondering hebbei allen de grootste bewondering voor ons legsr dat zich zoo dapper tegen deze schending vai het volkenrecht verzet en hartelijk hopen zi; dal •Wij er in zullen slagen onze rechtvaardige zaa te teischermen. Overal als bij ons worden d. Duitschers gewantrouwd en veracht om hui ruwtheid en hun minacbting voor een gegeve: woord en gezworen trouw ; iedereen gunt di overmoedige woestelingen een voorbeeldige bc straffing. Het feit dat de Burgemeester van Visé doo de Duitschers gedwongen werd burgers bijeei te brengen om de brug te herstellen, welke he Belgisch leger vernield had, heeft in Nederlam de grootste ontroering verwekt. Men rilt er al leen bij de gedachte aan de matelo'oze schaamt^ als rrJen W e r k e n m o o t tegen de u w e n onder de bajonet van den vijand. Met de liefderijkste hulp en zorg zijn onze irme vluchtelingen in Holiandsch Limburg en de gevangenen in Maastricht ontvangen. Dr wordt door de Belgische Regeering en de over heden zeer op prijs gesteld, zooals blijkt ui de volgende aankondiging van den Konsul vai B-elgië te Maastricht : « Namens de Belgischo Regeering, hartelijken dank aan allen, die zoo liofdevol de eerste noo-dige hulp en nachtverblijï verschaft hebben aai; de zoozeer beproefde Belgen. Da<nk aan der Rer Oversté van Ulphen voor het militaire ec-r bewijs verleend aan den gesneuvelden Belgischen soldaat ». Ook de Belgische gevluchte en bijna ver-.ioorde burgemeester W a r s a g e, de heei : lechet, is Vol 1 f over de Maastrichtsche ambulance en over de goede zorgen en menschlie vende beliandeling. die de Belgische vluchtelingen in Maastricht ondervonden; hij zou het over d willen lekend maken. W-3 begrijpen dan ook niet het onverdrénd wantrouwen, dat bij somuiige personen en ir enkele plaatsen jegeps Nederland schijnt te be staan, en dat de zoo' noodige vriendschap tus schen de beide landen in gevaar kan brengen. Yerder schrijft men ons dat de mobilisatie ir ; ederland uitstekend in orde is geweest, wa oen groot vertrouwen inboezemt ; 300.000 solda ten zijn reeds onder de wapens. In de Nieuwe Hollandsche Courant staat cei uitknipsel uit de> « Hervorming » die schri.ft : » Daar zijn wij nu aan toe, Hee'r met onz< « beschaving d en onzen « vooruitgang > er onze « ontwikkeling » ; met ons « zedelijk-go;!"-dienstig leven », vvaarvan we den mond zoo vo i hebben. Daar zijn we nu aan toe, Heer me i ons geweten, voor welfcs nauwgezetheid, fijngc f voeligheid en teerheid onze eerste woorden nie

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.