Ons land

957 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1918, 21 Septembre. Ons land. Accès à 26 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/639k35n98s/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

5E? — imiH■ im ABONNEMENTSPRIJS: For jaar 3 Voor 6 maanden 1.75 Voor 3 maanden 1. ONS LAND ÂktiEMEEN -WEEKBLAD VOGiï fi ET yOÀM&CHE VOLE nwainaeuRaaiMiMM ^ M< a «cferilft to ttn burccle van Stct Opstelraju? «11 Behe-e-r : ROODIÎSTRA \T, 14. ANïWEHPï —— ALiiEMEEN -W EEKBLAD 700,? fi ET VL.U'fcf $CHE VOLK - KUNST - TÔÔNÏËEL - ""LÊTTERKUNDE We zijn toch alien Vlamingen I Na de artikelen over de gevoeis-ziekte en de dorheid van de verbur-gerde burgerij, is het goed terug te komen tôt ze die midden in den strijd staan, ginder ver, aan de fronten-van-geweld-en-dood en hier waar granaten van slijmeringen en" bomrnen van ver-dachtmaking en laster worden geslin- Als we leven dan leven we toch voor iets. Voor ons waren er geslachten en na ons zullen er geslachten zijn en t kornt me voor dat de geslachten, die ons zijn voorafgegaan, ons, het huidige geslacht, een levensplicht heb-ben opgeleg Die aan de fronten staan van dood en geweld volbrengen dien plicht, want eenmaal zal het blij-I ken dat zij, strijdend voor hun vader-land, gevoch'cen en geleden hebben voor het grootste goed van de heeîe Menschheid, die de mannen met de leugen-leuzen zaî verjagen en een ge-zondere wind van waarachtige Demo-kratie op tucht en menschelijke eer gebouwd over de wereld zal jagen. Maar zij, die het geluk niet hebben aan de geweldiere fronten hun plicht ais mensch te vervullen, wat zullen ze doen ? Leven kan toch niet anders betee-kenen dan cleelgenoot worden van de schepping ; leven beteekent dus opbou-wen, maken. Staande tusschen voor-geslacht en nageslacht ligt daar de plicht waaraan niemand zich onttrek-ken kan zonder zware zonde tegen de heele Menschheid ; — tegen het werk Gods — het aitmuntendste ! — daar-om tegen God zelf. De eenvoudigste en gewoonste uit-drukking van dien plicht is de voort-zetting van het geslacht. Daaraan te voldoen is iets. maar bitter weinig. Doen ook niet de dieren alzoo ? En de planten ? En de zwammen ? Men-schenplicht ligt hooger en zijn adel eischt van hem ander scheppingswerk. In een vorig artikel kon ik van mijn vreugde schrijven omdat in den tijd dat de volkeren meer dan 30 millioen der hunnen hebben geofferd in een gevveldigen strijd om het bestaans-j recht, er in Vlaanderen zijn mannen gevonden, die voor Vlaanderert' den [ strijd met al zijn wisselvalligheden hebben opgenomen en voor de heele wereld, strijdend om het volkerenbe-staansrecht, dat recht voor ons kleine vaderland hebben opgeëischt. Men ; vergete niet dat zij, in den bangsten van aile tijden, de eeuwenoude Vlaamsche traditie, loopend over al | wat heerlijken naam in onze nationale geschiedenis heeft, hebben opgenomen en voortgezet. En van uit hun handen, hun hart en hun geest, zal zij overgaan op het nageslacht, dat meer j nog dan zij de vreugde smaken zal van Vlaanderen Vlaamsch te kennen. Door nu den strijd voor Vlaanderen's ware recht te zijn aangegaan hebben ze aan den hoogsten plicht tegenover hun vaderland en hun volk, meteen tegenover de aan ons hooge I eischen stellende Menschheid voldaan. De hooge eischen stellende Menschheid ! Te recht.' Die dat niet begrijpt, I zend ik terug naar zijn zwendel en I wœker, naar zijn tripot en zijn speel-| hol, naar zijn meisje-van-gister » en : | « dat-van-heden » ; naar al wat den I mensch op geiijke lijn houdt met het I redelooze dier dat vreet voor maag-I vulling en... dierlijk genot. t Is niet voldoende te leven. kinde-I ren te kweeken, een vrouw te onder-I houden — ZIJN huisgezin ! — rijk te I worden. Ik kan geen onderscheid vin-I den tusschen dat leVen en dat der die-I ren en 'k vind meer waarde in 't leven I eens bedelaars omdat dat bij machte I is bij duizenden dan toch, al is het dan I nog zoo vluchtig, het heilig medelijden I op te wekken, dan in zulk leven, dat I van den gewonen rijkworder, enkel te I weer om geld en genot, dat door zijn I spijtige gemeenheid onvoldoenden I walg verwekt. God lof ! — ik heb het vroeger al-I reeds geschreven, — en t doet me I goed het nogmaals te kunnen herha-I len, •— door den Vlaamschen strijd, I ja, door het aktivisme, heeft ons leven I dat hooger zedelijk doel, die hoogere I zedelijke wijding gekregen, die een I nienschenleven heiligt. Dat wil niet I zeggen dat aile aktivisten meerder-I waardig zijn. Mensch blijft mensch, maar zijn I zedelijke waarde blijkt uit de som H liefde. waartoe hij in staat is, uit het I aantal opofferingen, die hij brengen I kan. En om enkele aktivisten-uit-be-I jang onzen heiligen strijd brandmer-I ken is toch te dwaas. Zullen we al de I apostelen schelden om Judas en al de pausen om de niet-kristelijke en al de priesters om de minder-vcorbeeldige zal men een heel leger schelden or een regiment dat laf was en op d vlucht sloeg ? Dat doet de haat en nie de redeneering. Daarom ook wordt d haat blind genoemd. En logisch-den kende menschen halen de schouder op... als blinden over kleuren diskus sieeren. —i is meeningsverchil over de wijz waàrop de stnjd moet gestreden. Da verwijt men ons. Maar kan het an aers ? /.oolang de strija door een kiei ne groep gevoerd werd, was er vol strekte eensgezindheid, ook voor wa de methode betrett. Maar net zou blij geven van al te geringe uitbreiding e massa-winnmg voor onze denkbeeidej als het zoo gebleven ware. juist omda het aktivisme niet die kleine kern ge bieven is van het begin, maar bij he Viaamscîie volk is doorgedrongen, i er meeningsverschil. En de huidig poiitiek meten met de maat die me] aaniegde om voor-oorlogsche poiitiek gezegden en daden te wegen en t< rneten, is blijk geven van weinig ken nis des ondersciieids. De dagen vai thans hebben de beteekenis van wekej en maanden, misschien van jaren. D. politieke horizonten veranderen met he opgaan en ondergaan der zon. Maa zondig tegen de broederlijke liefde ei gewoon misdadig is aile wederzijdsch< aan vai. Dit is steriele strijd, waa: 't Vlaamsche hart bij bioedt en dei vijand van prêt juicht. Niemand tocl mag vergeten dat we allen Vlaminger zijn en dat het niet gaat om Jong-Vrij-, Niej,;w-Vlaanderen en hur dere Unie en de machtspozitie van d< machtspozitie, noch om reëele of an-partij genooten van Unie I of Unie II maar om VLAANDEREN ! Die dat vergeet of uit heerschzuchl vocrbijgaat is tegenover Vlaanderer MISDADIG. Ik roep hem op voor de vierschaar van het Vlaamsch geweter en daar moet hij geoordeeid en veroor-deeld worden zonder aanzien çles per-soons opdat met hem de misdâad haai kracht verlieze. Voor Vlaanderen! Alleen dààrom gaat het ! En, als ik schrijf dat we toch allen Vlamingen zijn, denk ik aan de pas-sieve Vlatningen. Zij hebben hun liefde voor Vlaanderen diep begraven onder ailes behalve bespottelijke trouw aan de regeering; — op honderd aktivisten zijn er minstens vijf-en-negentig die om 't offer van de trouw het pijn-lijkste hebben geleden wat een man-nenhart lijden kan ! — en zij doen me denken aan den parabel van de knech-ten met de talenten. Zij zijn den knecht geîijk, die zijr talent begraven heeft... En zie... Onze poiitiek verlaat haai stilstand. Daden van groote beteekenii zijn komend ; zij zullen een gevoel var vreugde en trots aan Vlaanderen geven. Zij zullen een nieuwe rilling to langs de oude ruggen jagen. De politieke zelfstandigheid, die vooral het eigen werk der Vlamingen zijn moet, is op de weger de verwezenlijking. De herscheppin.ç van Vlaanderen gaat zijn methodi-ischen, gelijkmatigen, onwederstaan baren en onstuitbaren gang... Moet het volk,o Vlamingen, die pas-sieven blijft, maar toch ook Vlamingen zijt, en dat de meester is tôt u hel verwijt zenden dat de meester uit der parabel stuurde tôt de zijn talent-be-gravenden knecht ? Laat het niet zijn ! Verhoog uw leven door hooge zedelijke waarde. Be-denkt dat uw volk deel der Mensch-heid is, en dat uw talenten aan uw volk schenken, de Menschheid dienen is, het volbrengen van den grooten plicht tusschen het voor- en het nageslacht.Nu kan Vlaanderen nog vertrouwen in u hebben; — later niet meer, daai het zal moeten twijfelen aan de vast-heid van uw karakter en de onwankel-baarheid van uw geloof; daar Vlaanderen. o gij die dan toch Vlamingen zijn, zal moeten denken dat gij meei u-zelf dan Vlaanderen beminde ! Liçfde; — en door liefde, schep-pingsdrang, macht tôt opbouwen — schenkt men waarde aan zijn leven : en LIEFDE bewijst men door wat anders dan WOORDEN : door ejkc DAAD die bewijs van LIEFDE geeft. We zijn allen Vlamingen en Vlaanderen is ons vaderland ! Geroge P. M. ROOSE. WIJ WILLEN VERAEFDEN NOCH YEDEfASTEREN Joost Van den Vondel « Sarason » Het Gëscht&de na&r Uw Woarci « v laming-en, .g'etien.kt eien Guldenspo-' renslag" ! » (Koning .ubert : ProkJamatie ^ vani 5 'Oogst 1914-) :t ~ e Niemoind zal betwistcn de tooverkracht die dit wooird op de Viaaimsche gemoede-s ren moest mtoefenien, en oo-k wezeijiij-k uitgeoefettid1 heeft. Aïs het bij het begjn van deji wereldoo.rlog door dieiii Konwg der Belgeui, uitgesproken w;erd, stonden t voor den geest van elk rechtgea ard Via-iiijng de schim,men o-p vain onze helden van 1302. Men vroeg zich mijet af welke de toenimalige toestanden in Vlaaindieren t waren; of ja dan niet de adel op de zijde ' der bevolking stond om de overmoedige 2 r'dderbenden uit Erankrijk te bekampen, ' en hun den eigen groqd te betwisten. Men j. v-ist enk.el dat op den Grocningerkouter onze poorters hadden getoond dat zij t geene vreemde overfkersçhing diulden g wildien; dat zij een vrij. volk zijn en blij-ven wildien, en dat zij womnen wat zij wil-j den. ; Dit bewustzijn was toereikend; om aaw > al de andare uitiimgen, om aan al de uitin-gen in 's Konings proklamatie vervat, ! eene bizondfâre bediedenife te geven, om ! z,e ons, van een bepaald standpunt uiit, te ; doen opvatten. Zoo geschiedde bet d'an t ook met a] de andere verklaringen door r de Belgischa (nu Haversche) regpering t -gcdaan. ; Onze goede Vlaamsche menschen v,er-r gaten de langjarige stiefmoederlijke be-l handel'ng die hen vanwegje het Belg-isch i staat ibestuur ten deelei viel; de nooit véil-i bracht© belofteni waarmede men ze sinds over die drie-kwaart eeuws paaide; de i schreeuwende miskenning hunner taal en volkarechtein, ten, bâte: van ontaardenden Eranschen invloetl... dit einkel wistep '/>). of m,eenden. zij te wetenî : het eigene land is An gevaar; ons bestaan wordt be-d-reigd ; onze rechten gekrenkt... we moeten ze verdeidigen, ten koste van ons leven, willein wij waardige afstaminelimgen blijven van die keerlen die op den Groe-ningerkouter bewèzen dat Vlaandereh's * zonein vrije burgers zijn die: geene vreem de heerschappij diulden. Met di^ overtuiging togen zij ten s-trij-jcîe, en vochten zij als leeuwen al werden zij dan ook als handen bebandield dOo-r Vlàamschonkund'ige salon-officiertjes, al warden zif dan ook in een vreemde, een indringers-, een overheerschingstaal ge-drild en bevolen. Met die overtuiging, of-ferdten mo<eders hun zooms, hiuisvrouwen hun echtg-enooiten. Zij| geh'oorzaamdein. aan 's Konings oproep: « Ged.enk den Guldensiporenslag, Vlamingen !... » Maar met den tijd kwam ook de be-zimning ,en met de bezinning het klaar-" diere doorzicht io d'en toestand. Het geheele verloop van demi veldtocht in België bewees dat het. er om heel wat anders gimg, dan om de inname: van onze streken. Onze jongens te velde bemerk-i ten weldra dat er van de beloofde hulp i van Frankrijk en Engelamd n:i,ets im huis kwam ; dat zij niet streden om hun, eigen land1 van de Dw'tschie overheersching te bevrijden, maar e-nkel in het belang va^ ; dp Engelsche zucht naar wereldhandels-monopool werden misbruikt. De hier te lande geblevem ontwikkelde f Vlamingen kwamen, ook weldra,ofschoon l.angs andere weg^en, tôt dezelfde overtuiging. Meer nog, zij kwamen tôt het klare bewustzijn, dat een overwicht aan Fran-sche zijde de vernietiging van aile hoop op herst,el de Vlaamsche rechten zou beteekenen. Dan ook, kwam hun 's Konings woord te binmen : « Vlamingen, gedenkt den Guldensporenslag ! », maar dan kregen die woorden voor hen een, nieuwe, hun-ne « ware » beteekenis. Dan, begommen, zij te begrijpen elat het voor hun volk de vraag was, die Shakespeare in Hamlet's mond lfgt : « Zijn of n,iet zijn ! » En, alsof de feiten hen in hunne over-tuiging bevestigen wildein, kwamen dan de stukken uit het geheim archief van het Ministèr e van Oorlog voor den dag; de onrechtmatige overeenkomst van het gev dwongen neutrale België )nkt soevereime Staat) met de Engelsche generale staf. Dan kwamen de verslagen der Belgischie gezanten bij de grootmogendheden ons bewijzjen welke,- sedert jaren, de Engelsche poiitiek was, en welke die houding der Belgische regeering had moeten z'jn. Era daar kwam het hun klaarder en klaar-der voor hof zij moeten handtelen om Waardig te herdenken als Vlamingen den Guldensporenslag ! II. Op het woord uwer regeering ^teunende, die ons gelooven deed dat de onzijdigheid, de eer, de onafhankelijkheid, het be=taan van ons land, bedreigd was, offerden wij onze ?x> nen en onszelven op om vrij te blijven van allen vreemden dwang. Wij vergaten zelfs al onze grieven tesren die regeering, om alleen onzen plicht, of ten minste wat men ons toen vûorxKeiu als puciit zijude, te voibrerigen. Ons aizoo geUragende aïs w aardige zouea dier helden, die in tùU-i op den iiroeniugerkouter de înu.uigtiiae overiieerschgrs versloegen, zoo lierdaciiten wij toen den Guldensporenslag. ALaur de feiten zijn gekomeu, talrijk en onioociienbaur, die ons liebben btvvezen, dat wij misleid werden, dat wij wel moesten her-denken dta Guldensporenslag, wij Vlamingen, ons van alien dwang, van aile vreemde overiieer»ching vrij te houden, maar dat wij eerst en vooral moesten ericennen, wie en waar onze echte vijanden waren. i{n wij hebben. dan in het vlugschrift van L>i. Dr. i'hil. et Jur. Grashoff : «Het pliehtige België, het doorslaand bewijs gekregen, met alleen van het feit dat de oorlogsverklaring van de iieigisclie regeering aan Duitschland onberechtigd \>as, en, de vraag om doortoeht door ons land er geene aanleidmg kon toe geven; maar dat, m geval waarlijk de internationale verpiiclitingen Belgie dwongen den oorlog te verklaren aan de etr -xe macht wier troepen 's lands grondgebiea zouden betre-den, dan de oorlogsverklaring aan Frankrijk en niet aan Duilscliiand had moeten gedaan worden, aangezien de beëedigde verklaringen bevestigen, dat op Jult lûii, afdeeim-geii ruiterij behoorende tôt drie Fransehç le-Oerkorpsen in en rondom het Belgisch stadje Bouillon (in L,uxemburg) ingekwartierd waren, en eerst op 3 Augustus daaropvolgende, (dus vier dagen later) de aanvraag om doortoeht door de DuUsche regeering aan 's lands bestuur te Brussel gedaan werd. Uit die feiten kunnen wij, als gezondredeneerende menschen toch niet anders besïuiten, dat dat het een voorbedacht spel was : dat de zoogezegde onzijdigheid en eer van het Belgisch vaderland slechfs deknanien waren oui de kuipe-rijcn van partijhoofden en regeeringsleden te verbloeirien. Dat die heeren met groote woorden en verlokkende beloften zich hadden w eten te doen klezen, om eens gekozen, al hun beloften te vergeten ; de rechten van ht volk, zelfs diegene waar zijn bestaan van ailiangt, te miskennen, en met de voeten te treden. De staatszaken te beheeren, niet ten goede van land en volk, maar om hun zak-ken en geldkoffers te vullen, ten koste van het land dat zij ten onder brachten en van het volk dat zij tôt ontaarding deden ver-vallen.In werkelijkheid dus werd ons land de ver-woesting ten prooi gegeven, ons volk uitge-hongerd, onze jongens uit volks- en burgers-klas den dood prijsgegeven om een vreemd belang, het belang der Entente-machten. Der-gelijk misbruik onzer volkskracht is minstens eveu onduldbaar als vreemde overheersching ; en het past ons, nakomelingen van de helden van 1302, niet, ons langer aan het gezag van een regeering te onderwerpen die ons scliandelijk verraden heeft om het per-soonlijk belang harer îedeu te bevorderçn. Daarom kunnen bewuste Vlamingen den Gul-desporenslag niet anders op waardige wijze gedenken : dan door zich los te rukken van de Haversche volksmisbruikers en landverra-der >. Bn gelijk het klonk uit den Keerlen-mond in 1302 : « Schild en Vriend » ; zoo klin-ke het na : « Vlaanderen Zelfstandig ! Vlaanderen Soeverein ! » Bij 't ingaan van het vijfde oorlogsjaar dringen verlossende daden zich op. Wij,allen weten dat de mannen van 1830, bewust of onbewust, een aanslag pleegden op het fc-ven van het Vlaamsche volk : Charles Rogier zeker, werkte bewust aan de uitroeiïng van de Vlaamsche taal en het verdripgen van het Germaansche element uit België. Maar een volksras heeft d'epere wortelen in de natuur, en rust op vastere grondvesten dan een kunst-matig staatswezen door de diplomatie samen-gepleisterd. Al de Vlamingen die het met hnn volk goed meenen, beseffen dat de taaie leefbaarheid van hun ras nu al te lang op proef is ge^teld geworden. Acht-en-tachtig jaar miskenning van onze rechten ; acht-en-tachtig jaar van'ontaarding door franskil jon-sche vermuilezelingen in ondersvijs en open-baar Iëven. « Vlaanderen's Weezang » heeft , lang genoeg ten hemel geklonken opdat nu toch eindelijk de bede van ons verdrukt volk gehoord wordt... I-ïelaas!... Ook aan den IJzer — waar onze zonen nu voile vier jaren in de loopgraven den dood trotseeren, niet voor het eigen volk, maar in het belang van Frank-riik en Engeland — ook aan den IJzer... klinkt hij in langgerekte klaagtonen voort. Onze jongens die tachtig ten honderd van het Belgisch leger uitmaken, worden op de ha-teliikste wijze getroffen en gekrenkt in ailes wat hun dierbaar is : omdat zij Vlamineen zijn. Strijders die met Vlaamschgezinde Ma-den of strooibriefjes op zak betrapt wOrden slnit men op met moordenaars. Prieîters, aal-moezeniers die onze jongens in hun moe-dertaal durven toespreken worden verbannen als galeiboeven of verplicht in gemeenschap te leven. dag en nacht, met manschappen welke door geslachtsziekten aangetast zijn. De craven onzer gesneuvelde zonen worden door de overheid geschonden. Als men aan gene-raal Bêrnheim Mie niet zou mogen vergeten dat zijn naam Germaansch klinkt) de toela-ting vraagt om een plaatseliiken wapenstil-stand van enkele stondon te sluiten, j-en einde de fijken onzer jongens kunnen bmnen de Unies te halen, om ze te begraven. dan wei-wert die overste zulks, en laat de lijken onzer zonen door de schrapnels en, granaten ver-schenren en hunne flarden verspreiden : omdat het flaminganten zijn. De verontwaardi-£rin<r doet ons het haar ten berge rijzen. Ons Vlaamsch bloed begint te koken. Ja. Koning Albert, de Vlamingen gedeaker den Guldensporenslag. Hun noodroep tôt Uwe Majesteit bleef onbeantwoord en zonder ge-volg, alhoewel uw Germaansche oorsprong hen medegevoel van Uwentwege had laten hopen. Ja, onze Vlaamsche jongens gedenken den Guldensporenslag,. Sire, en met ongeduld reeds, maar zeker met vastberadenheid en moed! verbéiden zij het oogenblik om op den franskiljonschen overheerscher los te stor-men ; om den miskenner hunner rechten, den vijand van hun wezen, hun ras, hun taal te bekampen, te verjagen en desnoods te ver-nietigen. Maar dan stormen zij niet meer los op onbekenden, die men zegt hunne vijanden te zijn. Ziî kennen hunne vijanden, het ziin : het Pelgisch staatswezen en de Belgi-sche regeering. Al is ook de strijd verbîtterd, zeker is hef- Sire, dat het recht op de zijde der Vlamingen is, en waar het recht is. moet ook het opperhoofd zijn. Ten andere, als__de Vlaminsren op de eenige doelmatige wijze den Guldensporenslag herdenken : dan ge-srliiedt het naar Uw woord! Dr. L. D. J* t. ». /w ^njheia es» m ïiï&m'ï&ui Vv ij iezen in de memorie van Mev Annie Bes&nt tôt haar broeders en zus ters in Indië volgenden voor Engeland teekenenden passus : Wat heb ik misôrevtm dat ik na, een lang ieven van w,erken v-oor anderen, zoo-wiei litai het openbaar als partikulier, in het moderne équivalent van de Middieleeuw-sehe « oubliiette », in intenneering wordt gezonden? Mijn werkelijk misarijf be-staat daarin dat ik in, Indië het nationaai gevoel van eigenwaardei dat ingesluimerd was, heb doen ontwakgn, en duizenden ontwiklteilde menscheni heb doen gevoelen, dat tevreden z/jn met e,en « onderwoirpen ras » te wezen, schande as. Mr. Lioyd George sprak waarheid, toien hij beweerd.e dat d!e ointevrecienheid van Ierland niet van materiëelen aard was, maar te wij ten aan het verwonden. van het nationaai gevoel van eig-enwaard^ en daarom zelfs niet door welvaart kon word,eh genezen. Ik heb' hun doen gevoelen dât te leven onder een autokratie, naar de pijpen te diansem van Gouverneurs en Ontvangers, geregeerd en voor belas-ting-en aangeslagen te worden zonder hun eigein toestemming, gezegd te werden dat zij niet geschiki zijn omi zelf te regeeren, te moietpn, aanzien dat aan jonge Engei-schan de voorkëuir wordt. gegeven boven ervaren IncTërs in den- Openbaren Dienst van hun land, groote salarissen uit te keeren voor den Keizerlijken Dienst aan vreemden die heerschan over den miinder goed beitaalden Provincialen Dienst van « inboorlingemi » — « inboorlingen » d'ie de | natuurlijke wetti-ge eigenaren, zijn van hun eigen land — dat de,ze en honderd dergehjke ding-en, onduldbaar zijn en een einde behooiran te nemen. Het leven b-staat niet in geld an kleeren, in autoi's en uitnoiodigingen van het Gouvernements-Huis. Het leven bestaat in vrijheid, in gevoel van eigenwaarde en eer, in ware eer-zucht, in vaderlandsliefde-en in edel le^'en. Waar dit ailes- onthreekt, is het leven niet waard t,e wor-dten geleefd. Dan iis het niet heît leven van een mensch naar het beeld van God, maar vain een redeloos dier goed gevo-ed door zijn, eigenaar. Dank zij den moed van Sir S. Subr:-mania staan wij te- zamein in den strijd voor de vrijheid, met het voordeel, wasr-in de andere led'en van ons dapper troepije niet deeleni — dlie van hun, recht om lei-ders genoemd te worden bewijs hebbe geleverd door in het oogenblik vam gevaar naar vorem te tredlen — dat hij zoo gunstig -ifn Engeland bekend staat door zijn arbeid als Rechter aan het Hooge Gerechtshof en den grooten lof hem toe-gezwaaid door het Recht,erlijk Comit<" van den Geheimen- Raad ; teveins ken! Zijne Majesteit, de Koming-Keîzer, h-ern persoonlijk. Niemand zal gelooven da; zulk een man een onverantwoordlelijk e.î roekeloos agitatoir is. Indfen hij werd ge-airesteerd, zou dat Engelands aandacht vestigen op den stand' van zakeni hier. I' h.eb ook het voor recht persoonlijk zee-goed bekend te zij ni in het Vereenig'.-Koninkrijk, in Frankrijk, België, Hol-land, Australië, Italië Canada, Nieuv-Zeeland, Amerika, D,enemarken, Noor-wegen en Zweden, in de eerste vijf rijke persoonlijk, als st-rijdend voor de Vrijhei van het woord! in pol'tieke en sociale hei-vormingen, als een Tirade Unionist, et Jid van « The old International », ce; Radicale, een socialist, en in de overige landen door mijn goedan naam,; in aile a' god'sdlenstlfieray.r. In Rusland kent m t mij als een lid van de oiude « Friands o Russia », die in verband stoncten n, -Russische uitgewekenen :n Engeland, i: de dagen van Stepniak. Niemand zal zi. . varwonder.en dat ik den ouden strijd voo de vrijheid hier in Indië weer heb aangr bonden. Tenzij de Gouveiréuir de geheele Ind-ische Pers inklusi.ef Reuter den moi weet te snoer.en, zal het nieuws van fn: , interneering als een loopend vuur over de geheele wereld gaa-n, en openbaar mak i ho,e Engeland, dat strijdt voor de vrijhi. d in Europa en als kanipioen daarvoor po-seeirt, trouweloozer staat tegenover de vrijheid in Indië dan zelfs in Ierland, want in Ind'iië treedt zij op als ee-n autokratie, naakt en onbeschaamd, b:j wie -noeh de vrijheid van persoon en van het woord, noch bezit of eigetndom veil g zijn, maar overgegeven aan de genado van « Executieve Orders », en deze han-de-len met aanzien dles persoons, den,_eei tr.effend en den ander vrijïatend ; eeni<? wordt schrik aangejaagd ; anderem onv kocht, de schroomvalligem worden bt-dreigd ; ambten en titels worden den e zuchtigen als lokaas voorgehouden..^ F wij zullen gestraft worden omdat wij ù>-beginselem voorstaan die Engeland in Europa voorstaat, en omd^.t wii vredf-lievend en grondwettelijk, verantwoorde-lijk Zelf-Bestuu-r vragen, wanwr wij langs wettelijke lijneri werken. Aanteckenino.—Mev. Annie Besan schijnt waarlijk in de mooie roi van

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Ons land appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Antwerpen du 1915 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes