4de jaargang Nummer i5. Prijs : 5 Centiemen . .«J jrrrr : ,™ JSL. ', uzrsœs i3 Augustus tot6 ABONNEMENTS PRIJS : Per jaar fr. 3.— Voor 6 maanden . . « 1.75 Voor i maanden ... » 1.— men schr1jft in ten bureel van het blad. Opstelraad en beheer : Markgravestraat, ii-i3, Antwerpen AANKONDIGINGEN NAAR OVEREENKOMST. Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Sir ROGER CASEMENT, Martelaar der Volkszaak Vrede zij den Martelaar ! ^ Engeland heeft Sir Roger Casement vermoord niet omdat hij Engeland te weinig heeft bemind, maar omdat hij Ierland, dat meer dan Engeland zijn vaderland was, meer heeft lief-gehad. Het is voor Sir Roger Casement goed dat Engeland hem vermoord heeft, want voor hem was deze schanddood de logische konkluzie van zijn eerlijk leven ; het is voor de wereld goed dat Engeland Sir Roger Casement vermoord heeft, want, voor de wereld is het noodig dat zij overtuigd worde van het phara-zeisme van Engeland's ziel, waarvan de beste onder de En-gelsche schrijvers getuigd hebben ; en nog was het voor Engeland goed omdat deze moord op een patriot de logische konkluzie is van de Engelsche edel-moedigheid, die hare ter dood veroordeelden ophangt, die op-standige Cipayers bond voor den mond van kanonnen, die de Transvaalsche boeren er onder-kreeg door hun vrouwen en kinderen uit te moorden in kon-caitratie-kampen ; die ook, door geld en door politiek Jopie Fourrie heeft doen als rebel doodschieten. Ailes, ailes is zeer goed ! Want, voorwaar, het is goed, — in dezen tijd van levensmiddel-woeker, — dat de menschen er aan herinnerd worden hoe er nog martelaren zijn voor de volkszaak en dus ook beulen, die met x^machiengeweren of met gevette koorden de volkszaak vermoor-den. Het is goed dat deze wereld er aan herinnerd wordt hoe ook te huis er voor de waardigheid van het volk kan gestreden worden ; hoe het voor de volkeren plicht is in opstand te komen, niet uit liefde voor den opstand, maar uit liefde voor de waardigheid, en dat het waardiger is als zoogezegd misdadiger te sterven dan zonder ware waardigheid te leven. Het is goed dat er landen zijn die zich kleeden in het schar-laken kleed, scharlaken omdat het gedoopt is in het edelste menschenbloed, opdat het volks-geweten er op bedacht zij dat de staat niet het eerste goed is, en dus daarom de staat het recht niet heeft voor zijn voortbestaan ailes op te eischen ; noch dat de bestaande orde het hoogste goed is, met hoogste recht van op-eisching. Dan zouden staat en volk malkander volkomelijk moe-ten dekken, — en dat doen ze niet overal ; dan zou er moeten bewezen worden dat de bestaande orde met hare godtergende en goddelooze onrechtvaardigheden de beste is ; — wat niet kan bewezen worden. Daarom ik zeg het u, het is goed, zeer goed, dat beschaving-en, landen, regeeringen, ge-rechtshoven de edelsten onder de menschen veroordeelen tôt het kruis, den brandstapel, het scha-vot^den strop, of ze doen neer-schieten in voile straat opdat de aandachtige menschheid die ver-schrikkelijke zonde opteekene en haar hooger vonnis uitspreke in de geschiedenis, waar Jezus staat in het blanke gewaad van den heilige en Pilatus in den schand-rok van den karakterloozc, waar ook Sir Roger Casement zal staan naast Jopie Fourrie in het veieerde kleed van den martelaar terwijl niet ver van hen Asquith zijn plaats hebben zal in het walgelijk plunje van den twintigeeuwschen beul, de handen vet van de vette koord.. Al de rechten waarvan de menschheid geniet heeft ze ge-kocht door het bloed of het leven van de beste harer kinderen,die in wat getijde ook, zich indachtig zijn geweest,dat de hoogste deugd van de menschheid de ongehoor-zaamheid is, haar schoonste daad de miskenning van de bestaande orde. Menschen van Vlaanderen, wij ook, we staan voor de hooge toekomstpoorten. Zij zijn nog ge-sloten, maar de opkomende ge-slachten rammen ze. De vlaggen van de nieuwere gedachte wap-peren hoog uit boven onze hoof-den... De toekomst moet anders zijn, beter, rechtvaardiger, — dus schooner. . Regeeringen gaan voorbij en landen veranderen van grenzen, soms wel van vorsten ; maar volkeren kunnen zonder waardigheid niet leven... Onze waardigheid kan maar tôt uiting komen door het kenbaar maken van onzen wil, die afbreuk maakt met het verleden ; — die eischt eene nieuwe toekomst... Oh ! de schoone zonnevlaggen van de nieuwere gedachte ! Misschien zijn er onder de schoone mannen,de schoone vrouwen van thans, edelen, die een-maal zullen deelen het lot van Casement, niet omdat zij België niet genoeg hebben bemind, maar omdat zij België beter hebben bemind dan zij die in het Staatsverband België den zede-lijken moord op het Vlaamsche Volk voltrekken willen... Daarom is er ernst op onze gelaten ; daarom is er vroomheid in onze harten ; daarom is er kloekheid in onze zielen. Het is voor ons land, en voor ons volk, — voor het schoone land zooals wij het in de toekomst willen, waar door ont-wikkeling van wat goed was in het verleden een tijd van opbloei komen moet die het geluk van volk en eenling verzekert en de bewondering van de beschaafde wereld afdwingt. Oh ! nog eens, ik zeg het u, 't is zeer goed dat het verouderd begrip moordenaar zij van de schoonste menschen ! Het voor-beeld van die gestorven zijn is een licht en een weg.Het is noodzake-lijk dat de menschheid af en toe verlicht wordt en den weg ge-wezen. Daarom, Casement en de andere vermoorde Ieren en Jopie Fourrie en de andere rebellen, rust in vrede, — voor ons, voor het beste deel der Menschheid en voor de toekomst zijt ge helden en martelaren, dragers van de hoogste deugden — zij die nieuwe rechten in rechtvaardiger tijden verwerven. Rust in vrede ! Engeland, dat thans uw bloed ver-giet of u wurgt, wordt eens gedwongen, en dat zal zijn bittere veroordeeling zijn vôôr zijn eigen geweten, de zaak te huldigen voor dewelke het u vermoord heeft in ongelijken strijd Rust zacht ! Gij hebt het beste deel gekozen. Uw licht beklare onze wegen ! Weerman. Hoe Sir Roger Casement stierf 's Ochtends, omstreeks 8 uur, stonden honde.id vijftig of wat meer menschen voor de gevangenis van Pentonville ; meest waren het vrouwen en kinderen. Wat later kwamen nog een honderdtal fabriekarbeiders en de voorbijgangers schouwden schuw en nieuwsgierig. Een klokske werd geluid... Sir Roger Casement, bijgestaan door twee priesters voor den R. K. eeredienst verliet zijne cel. Zij baden de litanie der dooden en hij antwoordde met zachte stem. Een weinigje verder was de plaats der terechtstelling. — Ik stetf, zoo zei hij, voor mijn land... Binnen den gevangenismuur stonden ruim dertig Iersche vrouwen en mannen. Van af het klokje klonk, waren zij neer-geknield en baden ze devotievol voor de zielerust van den martelaar.. De dokter die de lijkschouwing deed, verklaarde geene teekenen van waanzin te kunnen vaststellen. Aan Casement's advokaat, die in naam der familie, het lijk opeischte, werd een weigerend ant-woord gegeven. Het zou in kalk begraven worden aan den muur der gevangenis, waar in kalk de lijken van de misdadigers branden. VLAMINGEN ! Leest en verspreidt :: : ONS LAND Te verkrijgen in aile dagbladwinkeli en kiosken tegen den spotprljs van 5 centiemen per nummer. [së] BITTERKOEKJES ESI Vergeefs doet ge uw best, om Latijnen te schijnen, Gij zijt toch en blijft, wat gij zijt. God die u heeft geschapen, Wou menschen, geenszins apen, En 't lijb wel, of 't u spijt. Nooit klonk uit het eeuwige hemelgewelf, Een hooger gebod dan : « Wees u zelf ». X. Bekeeren u. heer Franskiljon ? Ik deed het niet, zelfs als ik kon ! Gij zoudt toch nooit een Vlaming zijn, Hoogstens een Vtaamsch kiljonnekijn . Teun. Aan Lomper Zoo te liegen is al te plomp, Het gelooven nog heel wat plomp er ! Deed ik werkelijk iets zoo lomp. 'k Waar zoo lomp als gij, heer Lomper ! S x. 0 Aan de onderteekenaars van den Oproep voor Belgie s herstel. Men heeft hier met belangstelling den vcor eenigen tijd door ruim honderd Nederlandsche hoogleeraren, kunste-naars en andere bekende personen on-derteekendan oproep tôt de neuiralen betrefîende het herstel van de onafhan-kelijkheid van Belerië gelezen. De namen van de onderteekenaars, evenals den totalen inhoud van het stuk hebben de Nederlandsche bladen die hier verkocht worden ons wel niet gebracht. Doch wat er van dit stuk werd meegedeeld zal wel de kern van het manifest uitmaken en voldoende zijn om een oordeel te vormen. Als leden van het Belgische Staatsverband hebben de Vlaamschgezinden met voldoening de stem van die gezag-hebbende personen gehoord en zij waar-deeren het dat dezen getoond hebben, dat het lot van België hen niet onver-schillig laat. Zij hebben aldus gehandeld, omdat, zooals in het stuk gezegd wordt ■ (België) do broederstaat van Nederland (is) » en omdat het « de plicht van Nederland (is), dat vlak naast zijn deur het lijden zich ziet voltrekken, op te komen voor hem, die ter neder ligt en zijn uiterste best te doen hem op te richten ». Het heeft den Vlaamschgezinden goed aan het harte gedaan dit medegevoel van N ederland nogmaals tij dens den oorlog tôt uiting ta zien komen. Maar toch denken een aantal onder hen, dat, welke ook de afloop van den oorlog mag zijn, het niet onwaarschijnlijk, zelfs zeer waarschijnlijk is, dat op de a.s. vredesconferentie, de Belgische quaestie door de verschillende daarvertegenwoordigende mogendheden zal ter sprake worden gebracht, en wel met dien ver s tan de dat, ook als de onaf-hankelijkheid van België behouden blijft, nûchtans vraagstukken van eigenlijk in-wendig Belgischen aard, zoowel in mili-tair als in economisch opzicht, op die vredesconferentie zullen besproken worden en dat, met het oog op het behoud van den Europeeschen vrede, aan ons land een status zal worden opgelegd, zooals dit in 1814., ten gevolge van het Congres van Weenen, het geval was. De aardrijkskundige ligging van België raakt zoo zeer aan het belang van de 1 West-Europeesche groote mogendheden dat uit dit West-Europeesch, dus inter-nationaal, belang, de Belgische quaestit> wordt uitgeschakeld en dat het nagenoeg niet anders kan dan dat dit internatio-naal belang een sterken terugslag moet hebb n op de inwendige toestanden van België. En onder de Vlaamschgezinden zijn er nu die denken, dat het talenvraag-stuk ook zoo een punt is, dat een verder strekkende dan een louter inwendige be-teekenis heeft. Dit is echter een zaak waarover wel het eerste, maar nog niet het laatste woord gezegd is, die niet op een apodic-tische wijze kan worden uitgemaakt, en die nog voor een vruchtbare bespreking vatbaar is, al zal ik er op dit oogenblik hier verder over uitweiden. En al moge men dan ook tôt de slot-som komen, dat de oplossing van de talenquaestie geen zaak van internatio-naal belang is, alleen door Vlamingen en Walen onderling moet worden uitge-vochten, zonder inmenging van buiten, dan meenen de Vlaamschgezinden,waarvan ik hooger gewaagde, toch, dat het neutrale buitenland, en in de allereerst® plaats Nederland, nietonverschillig boeft te blijven bij die zaak. Nederland is immers, zooals in het bewuste manifest gezegd wordt, een broederstaat van België, maar dat die broederstaat tôt nog maar al te weinig heeft ingezien hoe het Vlaamsche deel van België « ter neder ligt » en dat die broederstaat nog niet zijn uiterste best gedaan heeft om het op te richten », komt des te sterker uit nu in den Neder-landschen oproep tôt de neutralen zoo een warme belangstelliug voor ons land aan den dag wordt gelegd. Toch hadden de Vlaamschgezinden van een broedervolk, dat tôt denzelfden stam behoort, als zij, dat dezelfde taal spreekt als zij en voor wie het stellig niet onbelangrijk kan zijn, dat het Nederlandsch element in België tôt zijn voile ontwikkeling komt, iets meer ver-wacht, verwacht dat zij ook categorisch partij in de Vlaamsche zaak zouden gekozen hebben en de neutralen eveneens

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.