Ons land

1660 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1918, 26 Janvrier. Ons land. Accès à 29 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/p26pz52q2z/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

[ Derdû Jaargang, Nuinmer 38 FKAJS . 5 CfcN 1 ÂJbiMÉJN 26 Januari I91S XTSPRlilS : El .... 3 Lr 6 maauden 1.75 L,r 3 maandeu .. I ONS LAND --- —~ \—LALJLiii! Mon ge'hrîjft Îiî tïfl bareele van het Mut! •}>ste!ra#«l en Bthecr : K*#*BSTHA.4T, U. ANTWERPliN ' ALGÈMEBN WEEKBLAD VOOR S ET \MSCHE VOLK [STAATKUNDE VETENSCHAP KUNST TOONEEL «»— ■ i .1 ii i âj Tii.-lgr^^ LETTERKUNDE De Staat Vlaanderen is geboren ! DE FEITEN I srdag, 19 Januari i 918, kwam cas het officiëel bericht aad van Vlaanderen de zelfstandigheid van ons Vader-□epen en zijn mandaat neerlegde, ten einde het te ■en en bevestigen. i"' -g . c'en dag kwam Ons Land uit met een spéciale editie, agend boven«>!m : HOOG LEVE DE VLAAMSCHE DAAD ! VQ'LK ! HET WOORD IS ÂAN U ! VRIJ, OF TERUG NAAR VERBÀSTERING ! Een kort en krachtig woord over de Daad, die den roep om leven m Vlaanderen beantwoordt en alleen in staat is om Vlaanderen te dden, wijzend er op hoe het historisch uur thans aangebroken" was, ng de bekendmaking van den Raad van Vlaanderen vooraf. Ons Land, getrouw aan zijn Demokratisch en Jong-Vlaamsch rogramma, Het deze verklaring volgen dooi de veeizeggende woor- 1i, die beel onze foekomst openvouwen : LEVÉ VLAANDEREN ! LEVE DE DEMOKRATIE ! LEVE NÏEUW EUROPA ! 1 ot dan toe wisten vve nog niet hoe het Voîk de bekendmaking i den Raad van Vlaanderen onthalen zou. Zondag 20 Januari moest voor t eerst de vuurproef ondergaan. Deze prùef was schitterend : — een zege ! Brassé} juichte hartehjk en geestdriflig toe. DE VLAAMSCHE STAAT IS ER ! God zij dank ! * * * Den Zaterdag, 19 Januari 1918, werd Ons Land gratis verspreid . de heugîijke tijding zoo haast mogelijk bekend te maken ; den ndag hingen de plakkafcen aan i LEVE DE STAAT VLAANDEREN ! ,, rw i „ De Plicht •tftl I Il |oor de Vlaamsche reddende pp bestaat de Vlaamsche Staat ! rddHtichting er van was het doel van rtl) Bstreven. Waarlijk, wij hebben k^t|gedacht dat de verwezenlijking dat doe! zoo dicht bij lag... ' ♦ 1 u is de Vlaamsche Daad ge-H gel die heel alleen Vlaanderen's n*i t lenigen kan. Er kome nu van | l'vil, zege of vermaledijding. j ta die hun plicht tôt hiertoe heb-Igedaan, zullen vocrtgaan met Ipli-Lt te vervulîen. Wij zijn nu 'jn Jenschen, die door eigen onder-!«*» Ingsgeest en durf en door be-Su« F31 njken schat hebben gevon-A Ie i! die nog een oogenblik, vérin' I d er op te kijken staan. [weten, edoch, hoe anderen Bien schat benljden en niets ontzien om ons dien schat te "*'■ lelen, 't zij met list. 't zij met- m* Bld. Vi I1' zijn jarenlang als een pro- * I van het Zuiden geweest ; in v,! logenblik van eeweld heeft een I i l'ergeten regeering de paitij d«w |^et -l'iden gekozen in de _ ï 'ynn oïlzë raartij ; — thans do« ■ 1 . „ • . . J 5 , de* |.r" :>rît Zuiden en zijn tra- ffn- "oamt ons verraders j Ireidt 2 - ".rr'om ons te straf-««■" I . .. , i t» r ,d aie wij begm- ,t*# I âlaven Van het Zuiden Sti» In i but' | * . n«r I esl:er strijdend onder de steo» I « vqôir rit vrijheid der vclke-& | amar weigerend dàf rvan het -elcl te geven, waar het hei kan, kende ons als invajs-in F uropa. We zijn tewége e"r te sluiten. Het Westen, !- oorlog over de wëreld heeft 'd, knarstandt en zegt : nooit ! ar y/ij, we hebben onzen groo- cHat. We graan hem vrucht • i • geven, met twantig, wei twm- tig-duizendvoud, voor àl de men-' schen, clie in Vlaanderen leven. Vlaanderen gaat zijn Vlaamsch uit-zk ht kriigen en wie hier met vijan-dôljjke gedachten rondioopt zal zich de vreemdeling en de indringet voeïen. Hem zal geen gezag over 'de Vlaamsche menschen kunnen gegev n worden. Een wraakroepend vonnis, na een tergend-partijdige beschuldi-ging r.ls dat van voor twee weken, is ormogelijk. Brussel kan nu niet me:r s'raffen wat eenige menschen in A ntwerpen hebben gemeend te . mc'-ten straffen, wijl hun hart geen rç^ionalÎLcitsgçVôëî meer bezit; wijl hun leven gaat en ommedraait in kr?n<?2n die bt'iten het voeîen en der-i - v van Vlaanderen's voîk Stc'ctP V. zullen Vvij doen om onzen gro--ii.ii schat te bewarexl? Wie is er die 'kts bezit dat meer waarde heeft' dan zijn leveri-zelf, daar het het voortbestaan van de ■natie en van den staat mogelijk maakt, niet bereid is om dien schat ten prijz- van zijn leyen zelfs te verdedigen ? Van af het moment — en dat is nu ! -—dat de Vlaamsche Staat bestaat met, zijn standaard, — de roemrijke Leeuwevîag en zijn schild de Zwarte Leeuw, klimmend op gouden veld —~ moeten we ai ten schôuder aan schouder staan, als mannen in 't geiid, g^reed. tôt het uiterste. Woorden doen het niet meer. Fhans mort daad op daad volgen, met juist berekende snelheid, met bèv/onderenswaardige raakte, en ecnieder die opgeroepen wordt, laat het werk staan waarmee zijn han-den bedrijvig waren en gaat waar de niemve hooge plicht hem roept, j . wrochten aan het heil der gemeen-schap. Ieder zal zich indachtig zijn hoe het partikulier belang, thans nog meer dan ooit, wijken moet voor het algemeen beîang, en hoe het heil van den nieuwen Staat de hoogste wei. en allereerste noodza-kelijkheid is. Om onzen grooten schat voor ons en voor ons nage,-.lacht te be-waren, is geen offer te zwaar, en zijn we met ze allen nog niets of memand re veel. En niemand van wie in 't gelid staat mag iets tegen zijn broeder voeîen, want niet langer meer zou dat smâad zijn tegen-over zijn broeder, maar verraad te-genover Vlaanderen. Vlaanderen moet nu door een geweîdige krachtinspanning zijn pîaats veroveren onder al de staten mm ht 11 -11 ii 1111 irriiimr iriTïii van Europa. Niet te veel woorden, maar heel veel daden. Vanzoohaast de Raad van-Vlaanderen bevestigd is en wetgevende macht heeft volge wet op wet en met kracht wordt elke wet toegepast. Aile sabotage van den Staat is misdaad tegen den Staat. Aile sabotage worde verhin-derd en gestraft. Om zijn voortbestaan te verzeke-ren moet Vlaanderen akkoorden aangaan, verzekeringen bezitten, ailes voorbereiden... Heel een Staat is te stichten ! Daar n werkvreugde in ons! Mannen van Vlaanderen, wat is het een geîuk thans te leven, thans, aïs wij, weet het v/el, WIJ, ons ei-gen'vaderland te stichten hebben en bereid zijn om heel onzen Vlaam-schen plicht te doen. George P. M. ROOSE. _. • De Zaak Mercier De liouding van de Antwerpsche politie Eerst eu vooral bestaan er vanaf het oiit-staan dezer ophefmakende zaak twee goed afgeieeken.de, groep-subjektieve meeningen : teu eerste aie van de tlanunganten, die Zijne iîminentie, Kardinaal Monseigneur Mercier, primaat van Be.gië, als efen niet verdoken vijaiid van het Vlaamsche volk licbbeii her-kend en, — geef César v. at César toekomt —, insgelijks ernend, wat^alles cverigens meer dau tijd was, en ten tweede die vau de hyste-rieke flambeeûwdjragers eenerzijds, die, wan-ucer zij deukea op de oiis te wachten staande hellefolteringen, reeds voldaan grin-;iiken, doeh daarom niet vergeten ons te broodrcoven, wanneer zulks in hurme macht tlgt, en van de interlope boulevards-uienigte anderzijds,van de rastaqouères, met een tronie als lake Jonescn, wieu het eveneeus gelukte zijn volk tôt een hoogen graad van bloei en we.stand te voeren. lie eerçte groep, die der tiaminganten dus, is de meening toegedaan, niet dat de manifestanten het vaderland heb l>en gered, eukel «el dat wij Z. E. enz., die voor de zooveelste uiaai de parademarsch uit-voerde, — tu quoque ! — zooals het hoorde tôt de orde hebben teruggeroepen en hem hebben bewezen dat er in Vlaanderen nog een andere geest îeeft dan die \ an de hooger bepaalde tweede kategorie. Terwijl dus de eerste onze daad goedkeurt, maakt de tweede gebaren v an « hoe is het God» mogelijk ! zulk groot man en zulk «grand patriote», dit vol-gens de meening der rastaqouères, uit te flui-ten. Wij weten nochtans dat deze twee uiter-sten die de tweede kategorie vormen, — zelfs in geval van numerieke meerderheid, kan hunne meening nooit moreel norma. zijn, precies niet het beste gedeelle van de natie vertegenwoordigen. Mercier zelf zal moeten toegeven dat de geestelijke inhoud eeuer natie niet in de tweede kategorie schnilt, alhoe-wel hij aïs handig diplomaat den lof dezer menigte zingt, opdat zij op hare beurt zijn lof zou ziiigen. Wederkeerig dienstbetoon en toch egoïsme, aldus enkel een biologisch ver-schijnsel. Een hernieuwende kracht zal wei niemand deze. flambeeiyvdragers en 'rasta's toeschrijven , zij zullen eene natie wel niet de nieuwe baan op sturen ; zij zijn de eeuwige slaafsche onderdanen vati bestaande regiemen. Als subjektieve meening heeft het oordeel der laatste kategorie dus wel allerminst belang. Buiteu elke subjektieve meening echter moet hct_ oordeel van de openbare macht staan. Vol-ledlg objektief heefl de openbare macht de schuld der betrokken partijen te onderzceken. Dit is een aksioom dat niemand betwisten zal, en zelfs de substituât, heer de Scliepp'er, zal desbetreffend met mij, een aktivist, t'akkoord gaan, gezelschap dat mij, lioef ik het te zeg-gen?, in deze zaak bijzonder aangenaam moet zijn. In de zaak Mercier waren de eerste verte-genwoordigers vau de opealiare macht die zich objektief te gedragen hadden, de aldaar van dienst zijnde politieofficieren en agenten Ku In het gansche optreden van de politie, aldaar van dienst is geen spoor vau onpartiidigheid te vinden, Vanaf het eerste oogenblik was dè politie haar roi vergeten en stond zij, die door de Antwerpsche bevolking betaald wotdt om binnen onze stad de openbare orde te hand-haven, als een lijfwacht, o, welke garde d'hou-neur! — in dienst van Kardinaal Mercier aldus prins-bisschop. Aan het handhaven ' der openbare orde had de Antwerpsche politie ma-ling. En dat bewijs ik, daar overigens de be-wijzen orervloedig voor <3e hand iiggeii. Ti;dens het onderzoek verklaart een der po-litieagenten ofwel de d.d. politie-officier ter plaatse,_ en deze verklaring werd gedurende het \erh»or herhaald : «Vanaf yier uur kwa-men de mannen met de « leciiwkes» ter plaat-se. Wij verzochten hen hecn-'te gaan. » De politie verzoclit dus de leeuwtjes heen te gaan doch nooit richtte zij een dergelijk verzoek tôt de bijeengedrumde pilaarbijters en ook met tôt de toenemende interlope boulevards-menigte, die toch zeker niet gekomen was om ae plechtigneid bij te wonen. De politie be-kende vanaf dit oogenblik rceds.kletir. Als ge gekomen waart om te roepen « Leve Mercier », «Vive le grand patriote», «Leve het Natioi naal Komiteit» mocht ge b'ijven. Voor deze menigte, die, volgens de E. H. Stoops, i>as-toor van St-Joris, tweemaal verklaarde, ee« onbeschrijfelijke ovatie aan Z. Et enz. bracht, — dus moet de «claques wel aanzienlijk in hoeveelkeid geweest zijn, — voor deze bestond de verordening op de samenscholingen van meer dan vijf personen niet ; zij die echter •slechts vermoedelijk gekomen waren om in anderen zin te betoogen, en die slechts enke-len waren, werd verzoclit de plaat te poetsen. Daarbij dient gevoegd dat de politie op grond van vroegere wanordelijkheden aile reden had stoornis m de orde vanw^ge de pro-Mercier-manifestanten te vreezen : i ni nier- nog nrxnt had er hier een betooging ccmtra-Merciar p'iaats gehad, wel was de openbare orde reed# vaak door betoogingen pro-Mercier gestoord geweest. Dit ailes nam de politie hoegenaamd niet in overweging. Nochtans mochten de manifestanten ter plaats blijven, voor zoover zij gekomen waren om voor Mercier te betoogen, Dat zulke partijdigheid reeds niet anders'kon tegen. Mercier stooraen zij de openbare orde ! dan inwerken op de flaminganten.aldaar hœft geen betoog. Indien het waar is, hetgeen de politie vermoedde dat zij door de komst van Z. E. enz. eenigszins overspannen waren, dan kon dit optreden van de politie geen andere uitwerking hebben dan deze overspanning ver-sterken. Hadde de pol.tie iedereen verzocht zich te verwijderen, ongetw.jfeld zouden de ilaminganten onmidde.li k aan dit verzoek goed gevolg gegeven hebben. Maar de politie was ter piaatse als eerewacht van Mercier en moest in aile geval ide manifestatie vanwege de rastaqouères en flambeeuwdragers laten plaats grijpen. In dit met trachten te verwijderen der me-nigte. wel der tiaminganten, ligt aldus de eerste daad van vijaudschap jegens ons, uitgaande van de politie ter piaatse. De tweede en miB-schien wel de voornaamste uiting van partij-zucht, — of was het mogelijk, heeren van de politie, partijtucht ? — ligt in het feit dat tegen Mercier, of juister, tegen het kerkfabriek van St-Joris geen proces-verbaal wegens over-treding van de bestaande verordemjç op d? samenscho.ingen \-an meer dan vijf personen opgesteld werd. Plier weerom de voor ona kostbare verklaring van den E. H. Stoops, pastoor van St-Joris, te volgen, kwam nochtans Merciçr uit de pastorij vergezeld vau kerkmeesters en misdieners. Dus wel degelijU een samenscholing van meer dan vijf perso nen. En daarenboven een gansch nuttelooze, want het spreekt van zelf dat Mgr. Merder ach in de sakristie, achter in de kerk gelé-gen, voor de plechtigheid kon aangekleed hebben. Of zou Mgr. Mercier, die slechts een lof komt bij wonen, te geed zijn om daar waar de E. H. Stoops, pastoor van St-Toris, zich voot het eelebreeren der H. Mis aankleedt, zich insgelijks- aan te kleeden ? Het is niet te ver-onderstellen dat er onder de volgelingen vau Knstus zulk groot klassenverschil bestaat Aoodzakehjk was dus deze samenscholing op straat. allerminst, tenzij m en de parademarsch vati Monseigneur aU dusdanig aanschouvrt Want daarop komt het neer, Mgr. wilde vol-gen» zijne gcwoonte pàradeeren en zou di't dan tegen weîkeii prij» ook doen. Snob te zijn of met te zijn, dat is de vraag. Het Ieven»-probleem stelt zich begrijpelijkerwijze anders \oor Mercier dan voor Ilamlet. Mgr. moest het zoet geluid der « claque » hooren, hij heeft immers de parabel van den rijken jongeling-, die aile ijdelheden verlaten moest om de» Me ester te volgen, nog goed in het hoofd. Ten tweede dus heeft d« politie verwaarloosd deze politieke parademarsch te beletten, op grond der bestaande verordening, of ten min-ste proces-verbaal op te stellen. Wanneer d» doppers met zessen op het wandelterras bijeen drummen, dan komt de politie en wijst op de verordening. Als twintig kerkmeesters samenscholing vormen dan wordt niets gezegd. Tel-len soms 'X), zegge twintig, kerkmeesters voof minder dan J welke infâme geringschat-ting! Dopr;t rs tellen volledig als individnali-t*\t en twintig kerkmeesters niet eens voor vijf komp'ete menschen! Zeg tm nog dat ons politiekorps met demokratisch denkt en oor-deelt ! Toen het gefluit en geroep losbrak, mots* de politi-' andermaal blijk harer volledige ob-jektiviteit geven. De politie evenwel keek nief rond wie de orde stoorde, — dan zou men eerst en vooral de heeren kerkmeesters heb be* moeten opleiden, hetgeen toch waarempel ' niet denkbaar is, — maar wel wie er toejuichte en voornamelijk wie er floot. Zij moesten zelfs goed toeluisteren om te ondersclieiden of icmand « weg met » ofwel t Leve de Kardinaal» riep. Een kwade tong beweert zelfs dat de medaljçs van goed gedrag eu moed, die-aan de pro-Mercier-ijianifes:anten moesten nit-gedeeld worden, door de domme schnld va» een smaltwerker niet tijdig genoeg geleverd werden, zooniet had eenieder, die zich te dezer gelegenheid in den goeden zin zou onder-•cheiden hebben, zoo 'n stuk gekregen. Lange de eene zijde zou gestaan hebben, in tegen-"telling mc-t het voorbeeld van den Gi>dszoon die de voeten zijner twaalf apostelen waschte, twaalf politieagenten der gœde stad Antwer-pea bezig de voeten van Z. E. enz. te was-schen ; langs de andere zijde in een festoen van lauweren : de politie al» blijk harer ge-negenheid aan de pro-Mercier-manifestanten. Diploma van goed gedrag. Anno 1917. En al>s randschrift : « Honni soit qui mal y pense, s Om nu op de gebeurtenis van dien roeinrijketi September-Zondag terug te komen, de politie bleef gedurende de pro-en-contra-manifestatie haar roi, — niet de erhte, wel die van eerewacht —, getrouw. Zij luisterde aandachtig toe, en waar er kans was een «leeuwke» t« vatten, werd die kans, de hemel weze geloofd, niet over het hoofd gekeken. Ailes kwam er per s lot vn rekening op neer « leenwkes » te vatten. zoodanig dat er de openbare orde volledig door verwaarloosd werd. Er was geen »poor van politie te vinden toen, na de piecfc-tigheid en bij gelegenheid der tweede, door de rasta's en flambeeuwdragers uitgelokte betooging, een volksvrouw door een grijzen ver-tegenwoordiger der laatstgenœmde kategorie bij den arm gegrepen werd en aan de woede van de volgelingen van dien prijsaard bloot-gesteld zou geweest zijn. indien de < leenwkes s zich niet met de taak van de politie hadden belast en de vrouw- uit dezen veel meev hacheliiken toestand gehaald. Men noteere wel : 1°) de vrouw had hare sympathie voor de contra-Mercier-manifestanten uitgedrukt ; 2") het was een volksvrottw. Zoo 'n goedje be-echermen was geen taak voor de eerewacht van Monseigneur I Ook dient er opgemerkt dat de politie slechts voornamelijk gedurende de eerste manifesta-tie, toen de leeuwtjes de bovenhand hadden, processen-verhaal opsteide. Toen de bende rastaqouères en pilaarbijters in machtige g¥-talsterkte was geraakt, was het natuurlijk een uitgemaakte zaak, dat de ovatie degelijker zou zijn. Van dan af mocht de po'itie ook zelfver-genoegd de volbrachte taak overblikken. Ten laatste nog een woord over het opsteî-len van processen-verbaal en verslagen. In een vaak ongehoord taaltje opgesteld, vormen eij een degelijk bewijs der hatelijke vooringeno» menlreid der politie. IP'ant selfs geen uitzicht van objektivitelt dragem deze verslagen-! De politie heett een ver*lag over de incidente» te stelîen, de feiten. De Antwerpsche politit nu laat zich door allerlei bespottende termes over de betichten uit. « Wij verzochten de leeuwke» te verdwijnen », s de mannen van de leenwkes s en talrijke andere benamingen van hetzelfde allooi, verder het herhaald aandrin-gen op de oorverdoovende sympathiebetuiging aan het adres van Mercier, daar waar dit in-een bestuurlijk politieverslag nie s te maie» heeft en diensmeer. Merkbaar is het hier te doen geweest om een blijvend dokuinent te* gen de aktivisten op te stelîen. Het is er om te doen geweest een eventueel toekomstig mo-nografist, die den bundel raadpkegt en uit-gaat van het staridpunt der objektiviteit vas de politie, volledig te misleiden. Wat er ook van de feiten weze, de politie mag in een 'vex-flag geen tendenzieuse termfn gebruiken. Dit is hier nochtans onvoorivaardelijk het geval : zulke termen kan men in ovefvloed in de pc litieverslagen terugvinden. De politie_ heeft andermaal vergeten dat zij een preventieve is en geen cordeel uit te sprt-ken heeft. Het ligt niet in har» macht uit t* maken of wij al dan niet een dienaar van eea eerédienst in de uitoefening van zijn ambt beleedigd hebben. Zij had enkel de betoogingen te beletten. Van daar nit moest zij roo wel zij die « Leve s als zij die « Weg met ï riepen, venvijderd hebben. Maar dan zou ri ; weer geen eerewacht van Monseigneur jje-weest zijn. Deze feiten moeten ongetw ijfeld de hoogeiv-politie-overheid bekend zijn. Nochtans werde» deze agenten, die aldus hun ambtsplicht te buiten gingen, niet in het minst lastig geval-len. .Van daar nit rijst de vraag: Van wie ging het beschermingsbevel ten voordeele vas Mercier en zijne manifestanten en de opdracht tôt .dit fanatieke optreden tegeno\-«r de akti-visten uit ? Het lcon wel eens een Vlaamsch. belang zijn dit te weten. / Paul van Ostaijeu, ' 4de betichte en veroordeelde der « Zaak Mercier a. 6eet Ekhprêal m*r Het rraagstuk der kleiue tiation^liteiteu is tijdeti» dezen wereldbrand meer dan ooit op den yoorgrond getreden, dat zal niemand loo-chenen, evenmin als er één Vlaming kan ont-kennen dat het Vlaamsche vrasgstuk aijne oplossing nabi.i komt. Hier komt echter de kat op de koord. Terwijl overal elder« eenheid van gedachtett bestaat omtrent het einddoel van den strijd, moeten wij tôt ons leedwezen vaïtetellen dat er zelfs* bij enkelen der besten sporçn zijn overgebleven van een soort « belgicisme s. Ik weet nu wel dat er zullen opwerpen dat zoo iets onvermijdelijk was omdat 84 jaar ver-muilezeling van een heel volk niet enkel in de kleeren kruipt ; heef War, doch menschen die jaren in den strijd zijn zouden zich niet bela-chelijk mogen aanstellen met cen leuze te verdedigen die in den grond niets anders is dan kletspraat, evenmin als eeti arrivist zich wijsneuzerig mag bemooien met zaken die hij feitelijk tîiet meevoelt, Beide soorten koiiîeii

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Ons land appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Antwerpen du 1915 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes