Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen

991 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1916, 11 Novembre. Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen. Accès à 26 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/bk16m3456c/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Nr. 74. Weekbladje voor de vlaamschsprekende krijgsgevangenen. j 11? November 1916 Shakespeare en de Oorlog-. William Shakespeare, de man met den held-haftigen naam en de heroïsche aderen, die het tafereel van den oorlog in zoo menigvuldige en diepgeestige vormen heeft afgeschilderd, heeft nochtans nooit zelf het schrikwekkende of het geweldige van den hellezoon Oorlog ondervonden. Jletgeen hij zoo grootsch heeft uitgebeeld over den oorlog, is slechts met het innerlijk oog geschouwd en die innerlijke aanschouwing moet hij vooreerst uit de gothische letters van zijn Oud Testament levend hebben zien oprijzen. De krijgsbeelden' die hem hier tegenspookten, hield hij in zijn geheugen weg, zoodat wij in de lange redevoeringen van den pnchenden Falstaff terug-vinden hetgeen de jongen heeft gelezen van David's slinger en Goliath's speer, waarvan de steel was lijk een weefboom... Yerder leerde de jonge bijbellezer in het Nieuwe Testament de figuur van den vromen krijger kennen : de hoofdman van Capharnaiïm of de honderdman Cornélius uit de Apostelgeschiedenis, wier godsvrucht wij bij een Talbot, een Richmond of een Henry Y. terugvinden. En als dan de dichter in staat was den Bijbel te lezen met het gerijpte verstând van volwassen denker, heeft hij veel eruit geput wat op zijne opvatting van 't oorlogswezen beslissend insloeg. Reeds hier komen we op de vraag der ethische schatting van den.oorlog door Shakespeare. Indien hij zoo ieverig den Bijbel las — waarom sloot hij zich niet aan bij de Menonieten en Brownisten, die toen reeds in Engeland opkwamen tegen het gebruik van wapens, duidende op de etliiek van het Bergsermoen of op aanhalingen over eeuwigen vrede bij de oudtestament-profeten ? Shakespeare moest ongetwijfeld den Bijbel uit den geest der natuurlijke waarheid beter verstaan dan die dweepers. Hij wist dat die stukken geen betrek-king hadden met de wereld en hij heeft er ook wel in gevonden hetgeen den oorlog als een gemeen-menschelijke inrichting verrechtvaardigde. Nieuwe en andere aanschouwingen van 't oorlogswezen putte Shakespeare dan bij de Ouden (Ovidius, Yirgilius, Plutarch). Hier verscheen de oorlog als strijd voor de grootschheid van 't Vaderland, terwijl er in den Bijbel meer spraak was van een verdedigingskrijg. Tezelvertijd open-baarde hij zich hier als een volksnoodlot, een sociale verschijning en als bestanddeel van de wereldorde. Onder al die vormen kan men den oorlog in Shakespeare's werken terugvinden. Een groot aantal meeningen over den oorlog in algemeenen en in historisch toepasten zin. Het belangwekkend-ste is voorzeker hetgeen de kampers in zijn zoo verschillende werken over den oorlog weten te vertellen. Doorgaans blijven ze met hunne begees-tering voor het " Koninklijke handwerk „ niet achteruit. Met innigheid bijna, spreekt Enobarbus van " 't grootsche aangezicht van den oorlog „ en als de wanhopige Othello met iedereen wil afbreken die hem duurbaar was, neemt hij een dieproerend afscheid van den " hoogheerlijken oorlog Sha-kespeares krijgers zijn doorgaans niet ongevoelig aan de tragische zijden van den oorlog : " Eere, tijdverlies, zorgen en moeite, bloed, vrienden en wat al nog verslond de heete drift van d' onver-zadigden krijg Hierbij ziet de dichter den vreeselijken dooden-'

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Göttingen du 1915 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Sujets

Périodes