Vooruit: socialistisch dagblad

1503 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 05 Janvrier. Vooruit: socialistisch dagblad. Accès à 22 mai 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/d795718t6b/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

VOORUIT Drgaati der Befyîsche Werklied&npartij\ — ïerschijtiende aile dagen. Drukster-Uitgeeïster Sam: Maaîschappij H ET LICHT bcstuurder » P. DE VîSCH. Ledeberg-Oent . . REDACTEE . . ADMIN2STRATIE HOOGPOORT, 29. GENT ABCNMEMEMTSPRIJS BELGIE Dfie maanden. . . , . fr. 3.23 Zes maanden • , , , . fr. 6_5f» Een jaar. ...... fr. 12.50. Mtn abonneert zîcît op aile nostbureelep DEN VREEMDE Dr!e maandea îd&gelijka verzonden). . . . . « V. Bekendmaking Aile geïllustreerde Nederlandsche tijd-,chriftcn, zooals «Het Panorama», «Het Le-ven», enz., worden vanaf 5 Januari voor het gebied der Etappe verboden. Zij mogen noch in den boekhandel verkocht, noch uitgffestald worden, noch aan de grens worden doorgela-ten, en moeten van af 5 Januari overa] in openbare verkoopsgelegenheden in beslag ge-ncmen worden. Klassenstrijd Oh, wend u niet af, mijnheeren. Ik wil u niet vermoeien door eene theoretische opeenstapeling \ an feiten en gebeurtenis-s?n ; ik wil de wrange vrucht van 't leven niet ontbolsteren, van schil tôt pit. Wel neen. Ik wil u iets zeggen, met schorre, zwakke stem, over de mensch- Verbaas u niet dat ik mij soms, in al mijn zwakte, toornig maak en licht drei-gend spreek. Grooten en bezitters dezer dagen, gij hebt nog altijd weinig te vreezen. Mijn werkerslichaam is te moe, te uitgeput; mijne longen missen reeds lang de kracht die wolkjes samen drijft tôt ze de zon verduisteren, de uwe. Ik weet dat gij veel te hoog boven het gedoe van ons alledaagsche menschen verheven zijt, dat jammeren uw hart niet treft, en gezonde rede, tastbare logiek tôt uwe zieke hersenen geen toegang heeft. Gij vraagt het gewin en de rust. Toch heeft uwe beschaving, lach niet, gemaakt dat gij een geweten hebt, waar-van gij u nooit geheel kunt ontmaken. Het kwelt en bestormt u soms wel, wan-neer gij u 's avonds te bed bevindt en vlrrgeefsch den slaap -.oekt. Bloost gij dan nooit en zijt gij dan niet heimelijk tevreden dat gij alleen en in 't duister zijt? Verschooning, heeren, ik vergat een oogenblik dat gij de meesters zijt en ik niet de onverbiddelijke God die u voor zij ne schuldbank roept. Vergeef mij mijn onbeschaamd geklets en beef toch niet, de tijd der afrekening is nog niet daar. Als uwe zaken en uw gekonkel u wat los laten, vindt gij tijd om zoo losjes tusschen de rookwolkjes uwer sigaar, te zeggen dat de vaststelling van den klas-senstrijd een valsch, schandelijk uitvind-sel is, de misselijke vrucht onzer rotte tijden. En wie dan, mijnheeren, heeft aan de huidige samenleving haar kreupel uit-zicht gegeven? Wie heeft hem geschapen, dien strijd, als 't gij en uwe voorvaderen niet zijt? Wij hebben hem toch niet zoo plots in een Larousse woordenboek ge-vonden!Mijnheeren, gij loochent de zon, opzet-ielijk om uw verwijtend geweten te stil-len. Het ware mannelijker zijn bestaan te erkennen Oh, ik lach om do onbeholpen-heid uwer klasse. De menschen van van-daag paaien zich niet meer met zoo 'n on-çelukkig anlwoord ; ze doen niet meer als vroeger, gelooven zonder meer aan de meesters, omdat zij het zijn die het ge-zegd hebben: Pas op, de menschen van vandaag worden praktisch zooals gij allen, en vra-gen waarheid en recht. Uwe vvanordelijke maatschappij is in gevaar, er ontbreken sinds lang fondamenteele steenen aan, en velen îiebben zich zoodanig aan zijne hobeligheicr gekwetst, dat ze er ernstig beginnen aan denken uw onooglijk ge-br-uw te restaureeren, het een mensche-lijk, genoegliik uitzicht te geven. Ze wil-ien dat het niet alleen bewoonbaar zij voor u, maar voor allen welke het verdie-lén.De feiten leeren, ook nu. Het wordt hoog tijd voor u uit te zien naar redding, i te beteren, het is nog altijd niet te laat. Verzamel uwe priesters, uwe professo-en en wijsgeeren, ze leveren u gemeen maakwerk voor uw geld. Doe ze zoeken, dag en nacht, het oogenblik is dringend. Uit de samensmelting huns bekrompen klassengeest zal niets, kan niets vloeien dat de dorst lesschen kan van het volk dat eeuwen lijdt. Jawel, gij hebt gelijk, we beleven slechte tijden, uw geld werpt weinig in-trest af, en 't embeteert u dat uwe klas-segenooten van over de grenzen zich in zoo 'n onzeker avontuur gewaagd hebben. U moest het hen toch vergeven, ze doen het ook om uw welzijn, uw geluk. In hun roes, betooverd door den goud-dans, zien ze voor zich niets dan den luister hunner klasse, de bedwelmende schittering hunner kaste, altijd hooger stijgende op het altaar van hun God, het onvoldane bezit. De menschheid bidt, smeekt, weent en berust in zijne smart, vraagt zich af of het noodzakelijk is dat ze zoo lijdt. Heeft het werkvolk nu te veel onder-wijs genoten of te weinig, wat is het? Uw scholen hebben er nochtans voor ge-zorgd dat hun het juiste rantsoen gegeven werd. Ik geloof, Mijnheeren, dat erij te knie-zerig geweest zijt op uwe budgetten van onderwijs. Het volk begrijpt nu niet wat het is zijn lief vaderland te dienen met hand en geest, zijn land waar het niets bezit dat 't zijne is, waar ' et aile plichten en zeer weinig rechten heeft, waar het werken gaat elf uren daags wanneer het met vrucht zou beginnen leeren. Het beseft niet hoe heerlijk het is als minderwaardige behandeld te worden op werkhuizen, in het civiele ieven, overal waar het zich beweegt. Het voelt de bezorgdheid niet met dewelke uwe vertegenwoordigers in de Kamers het eene ouderdomsrente toege-wezen hebben. Het koestert niets dan koele verachting voor uw droom, van het sterke Vlaamsche ras niets over te laten dan eene schim, uitgeput door uwe ze-nuwstoorende nijverheden en de toene-mende onzekerheid voor den dag van morgen. O! Schande, het mort in stilte, met onheilspellende uitdrukking in de oogen, met spot op de lippen en woede in het hart volgt het angstig de stuiptrekkin-gen uwer maatschappij, uwer klasse en, 't wacht nog altijd geduldig. Of ze ongelijk hebben? Er zijn er onder u nog welke hier ge-bleven zijn, welke hun land niet gaan dienen zijn in de ons omringende grens-landen. Dat ze 's avonds, beschut tegen wind en regen, eens traagjes een tochtje maken langs 't volk zijn steegjespalei-zen, terloops een blik wagen in de nauw beschutte huisjes. Zij zullen er de be-woners rond de uitgedoofde stoof zien zitten, ineengedoken, rillend onder de tochten. Zij zullen er het symbool zien der menschelijke ontmoediging, van fa-miliekringen waar de ziel en 't hart ge-kwest zijn en ternauwernood een restje hoop hun staande houdt. ik wil u niets zeggen van zijne ontbe-ringenZe hebben nu tijd, tijd te veel, en denken.Mijnheeren, later zult gij weten wat ze denken. Cluckers Guill. tewijdiitë onzer ïifcsstaislwf iii het niww Feesfsste», Sf-Piefersiiewstaî Dcze grootsche uitvoering waaraan al d( kunslkringen onzer partij deelnamen, is ^ondag avond uitnemend geslaagd. Zestiei honderd gezellinnen en gezellen viilden d« impossante tooneelzaal tôt op hare boven ste galerijen. De aan blik die dezelve bciod was niet alleen grootsch, maar ver senzelfdigde ook de gedachte aan den groe ; onzer partij, aan wie onze Maatschappi; Vooruit .nu een oprecht harer waardig te-auis aangeboden heeft. de saamgestroomde menigte, ouder Jongen, deden door hunne stille, waar-houding zoo recht hunne opvattina f van een broed.erliike, tezaœenkomsl om te midden dezer droeve tijden, hun be-engd hart te verheffen en troost te zoeken bij waardige kunst en gepaste, ernstige opbeuring. Eer wij aan ons verslag over het ge-hoorde beginnen, nog een woord over eene voornaamste hoedanigheid der imposante zaal : de akustiek of het klank-weerge-vingsvermogen dezer ruimte. Tôt aller ge-noegdoening kunnen wij c( ustateeren dat dezelve voortreffelijk is ; tôt op de derde galerij (welke waarachtig niet met de be-ruchte kiekenskotten onzer oîficieele schouwburgen kan vergeleken worden) kan men ieder woord van het gesprokeno.iedere noot van muziek of zang duidelijk hooren en verstaan. Een groote goede noot dus voor architect en bouwers. Aan onze nooit volprezen Harmonie, welke de uitvoering inzette met de Jubel-Ouverture van meester Jef Van der Meu-len, kon men de vijf maanden lange chômage niet bemerken. Met oud gewone brio en precisiteit klonken de heerlijke muziek-toonen dooi ruime gebouw. Gezel Anseele tticH -le openirgsrede (in ons nummer van in extenso weergegeven) die ter wille vai£ de duitsche oensuur voorgelezen moest worden, iets wat onzen partijgenooten, altijd gewoon Anseele voor de vuist weg met entrain te hooren spreken, wel cenigzins vreemd voorgekomen is, ondanks den waarachtig roerenden en meesterlijken onze gevoelens weergevenden inhoud. De indruk was des-niettegenstaande overweldigend en bij sommige passages vloten de tranen. Nadat gezel Lavreau ons het zoo oud be-kende en toch altijd nog zoo treffende «Ka-naille » gezongen had,speelden onze Volks-kinderen, volstrekt niet ingeschuchterd door de ongewone omgeving, werkelijk lief en vlot het kindertooneeltje « Het Spook » van gezel A. Bogaerts. Schoone liederen kregen wij te hooren door Mevrouw Baert Van Moerkerke, ge-zellin Vincent en gezel Medo. Veel applaus viel hun ten deel. Ofschoon, evenals de Harmonie, door den bitteren oorlogstijd zeer gedund, zong onze Marxkring met gewone verdienste-lijkheid de twee koren « les Etoiles et les Eoses», van H. Weyts en «De Morgen», van Osear Roels, welke meester ons de eer zijner tegenwoordigheid geschonken had en wien eene ovatie çebracht werd. Het slot vormde de dramatische schets van Cyriel Buvsse « Het Recht », gespeeld door Frans De Mey, de heer V. en Mevr. De Moor. Wij willen ter dezer gelegenheid de kritieken pen niet gebruiken en ook niet beslissen of er niet een meer toepas-selijk stuk had gekozen kunnen worden. Onze partijgenooten hebben onzen Mul-tatuli'skring te lief als dat zij op dit feest dezelven hadden willen missen. Z oals wij vernemen zullen ons de Multatuliers bin-nen kort op eene volledige avond uitvoering vergasten en daarmede weer hunne ou de rechten op onze feoogschatting her-nemen.De voor het slot gegeven film «Faust» werd door Meester Van der Meulen bege-leid met reminicenzen uit de opéra va,n Gounod, hetwelk natuurlijk zeer in den smaak viel. De inwijding dus van onzen nieuwen kunsttempel zal een onvergetelijke avond voor de bezoekers blijven Het groote leed dat ons drukt, was ten minste voor oenige uren vergeten ; onze harten zijn met nieuwen moed vervuld en de hoop en verwaeh" ting eener betere toekomst ge?tegen door de aanraking met den tooverstaf der knnst. Mz. & & ERRA RE. — In prachtige redevoe-ring dooi vriend Anseele, gister in ons Mad verschenen, is de volgende zin blijven staan die moest u'tgpschrapt worden, daar hij ondu:de!ijk was : De Belgische werkersbewee:ingen zijn als de wereld, volgens het Bijbelsch verhaal, gpschapen in het niet. Hoe tfeckweip is d» (lopiogl De welgekende fransche vlieger Péguy, die als luitenant dienst deed in het leger, is als een heid gevallen en een zijner aame-raden beschrnfb als volgt de omstandighe-den : Wij stonden met ons bataillon goed ver-stoken achter een dijk die omgeworpen was door de Duitschers, maar dien zij moetun verlaten hadden onder ons vuur. Het regencie bommen, obussen en liouwit-sers, maar toch sakkerden wij omdat het bevel van aanval op den vijand zoo la.og uitbleef... Onz« Marokkanen hadden het reeds tweemaal beproefd om de Duitschers uit hunne volgende grachten te jageu, zij hadden telkens de meerderheid hunner mannen geofferd en nu i-ing aan ons de esr te beurt vallen hen op de vlucht te jaaren. En daar kwam eindelijk het bevel om er op los te stormen... Moedig, vroolijk, geestdriftig gingen wij er op los, op vecht-lijn geschaard, maar voorzichtig, om zoo dicht mo-gelijk te kunnen na.deren. Het was vroeg in den morgend. Het duitsch geschut was zooeven gaan zwijgen. Maar niet zoodra waren wij over den brce-den dijk gekropen of daar knetterde een vervaarlijk geweervuur, versterkt door een schrikkelijken mitrailleregen, tegen onze rangen, waarin velen vielen voor dat zij over den dijk waren gera-akt. In herstelde rangen drongen wij da.n door een uitgestrekt haverveld dat voor ons la,g en waarin wij ons stuipend konden verbergen. Achter ons was het haverveld zoo pla4 getrapt als een veldweg en talrrk waren de lijken der onzen die er bleven liggen... Nog eenige sprongen. eo wij waren achter een tweeden dijk, die ook door ds D it-schers opgewoipen en verlaten was geweest.Daar gekomen konden wij ons lijdeL vergeten, etn oogenblik verademeu, terwijl wij de kogels als een storm over ons hootd hoorden gieren of in de aarde van den dijk hoorden ploffen. De L'uitscher's stonden hoogstem drie honderd meters verder, achter een dikken elskant, zoodat zij in hunne grijze kleeding nauwelijks te onuerscheiden waren en zoodat wij zeer moeilijk hadden om een doel-wit voor ons schot te nemen. En daar stond recht als een paal acht r ons de moedige luitenant Péguy, onze aan-voerder, die ons met zajne kloeke kla.roen stem aanmoedigde, spottend met de bui vaa kogels die over onze hoofden £loteny spottend met het vervaarlijk geknetter waarin het getaptaptap zeer duidelijk te onderscheiden wa.s. Tengevolge van den vreeselijken tocht dooT"het haverveld waren de meesten der onzen letterliik uitgeput. Velen waren gekwetst en de anderen buiten adem... Eene korte, veel te lange poos, en daar donderde de stem van den onversaagde luitenant : En avant les enfants ! Ha, ha, nu was het niet meer om te lachen ! In dichte' gelederen ging het apder-maal over den dijk. Diep gestopen storm-den wij vooruit, recht op den vijand a.f, die kost wat kost op de vlucht moest worden gedreven. Maar daar nam de kogelvlaag nog veel in hevigheid toe en daar vielen er nog meer der onzen, allen in het hoofd of aan de schouders getroffen... Het akelig doodsge-rucht woedde heviger om heviger rond ons en de zeis maaide vreeselijk in onze rangen.Wij hadden nog twee honderd meters te doen.. En daar bleek het weldra dat het eene krankzinnigheid zou geweest zijn verder te gaan in de gegeven omstandig-heden... Geene tien van de onzen zouden den volgenden dijk bereiken... In de bataillons links eh rechts van ons ging het er even verschrikkelijk op los en na kapitein Guérin zagen wij luitenant de la Cormeiière vallen, de twee persoonlijke vrienden van luitenant Péguy, die daarop riep : Couchez-vous! Feu à volonté! Péguy zelf bleef onversaagd recht staan, den kijker in de hand, den blik over het slagveld gericht en met eene vaste stem zijne bevelen gevend, om allen aan te moe digen in deze hel van dood en vernieling. Wij waren allen als razend. Dapperder dan ooit vuurden wij, onze vingers ver-brandend aan de gloeiende loopen onzer geweren, terwijl stof, rook, darap en bloed ons onkennelijk hadden gemaakt voor elk-ander.En over het slagveld weerklonken de akeligste kreten, de hartverscheu rends te klachten, het doodsgeratel der getroffenen, der stervenden, der velen die niet meer te tellen waren, die niet meer geteld werden, omdat zij niet meer te tellen waren. En daar stond de moedige Péguy nog steeds als een paal overeind, verachtend den dood, gevend zijne bevelen om de stnjders aan te moedigen — alhoewel wij hem van aile kanten verzochten zich ook" plat ter aarde te leggen. De meesten onzer mannen haddeO geeb ransel meer, cen ransel, die op den oogenblik eene kostbare beschutting zou geweest zijn. Als enkelen daarover klaagden en zegden dat de laatste man er ging onder ^ blijven, antwoordde de onversaagde Péguy ; met donderende stem : Er is niets aan te doen ! Ik ze!f heb ook geen ransel ! Wij moeien ons tôt den (aatsten ademtocht Ter. dedigen. Wij moeten overwinnen ! En dan richtte hij zich in zijne voile lengte op, de mannelijke borst vooruit, spottend met den kogelregen, wenkend den heldendood dien hij zoo prachtig bezongen heeft in zijne schoone gedichten. En als ik herladend eens naar den held opkeek, zag ik met ontsteltenis hoe een kogel hem dwars door het hoofd vloog en hem neervelde... liÉigls tegen le Me Zooals tegen de warmte bestaan er een heele reeks van middels tegen de koude : , Een dagblad als zool in de schoenen ge-legd is dubbel een paar kousen waard, j terwijl eenige dagbladen in het bed een < woilen deken vergoeden. Twee katoenen hemden over elkander j verwarmen zoo goed als een wollen lijfrok ; er bovenop. Eene goede wrijving der borst met koud water geeft meer warmte dan de zoo hoog geschatte druppel alcool. Een snuif mostaardzaad in de kousen gestrooid drijft het bloed in de teenen. Wie veel vet of suiker kan eten zal het best bestand zijn tegen de koude. De opwekkende middels als alcool, koî-fie, thee, tabak, enz., moeten vermeden > worden, omdat zij slechts eene tijdelijke ' versterking geven, terwijl zij het gestel in zijn geheel ondermijnen en verzwakken. Als men aan de koude blootgesteld is moet men zooveel mogelijk in beweging ' blijven, want stil zitten en in slaap vallen ; brengen onvermijdelijk den dood. Tegen hevige koude wapent men zich ook goed als men aangezicht, handen en voeten goed inwrijft met vet, wat ook het barsten der huid voorkomt. In de eerste plaats moet men in de vries-lucht de vochtigheid vermijden en de klee-dercn zoo droog mogelijk houden. In de vrieslucht moet men ook zooveeî mogelijk langs de neusgaten ademen, wal de longen beschermt en de verkoudheden voorkomt. Als men zeer groote koude heeft moef men met zorg vermijden al te plotseling in eene verwarmde kamer te komen. Mea.' moet zich langzaam verwarmen. Bevrorap ledematen zal men het best hard wiïjven met sneeuw of koud water en vervolgens met wollen lappen. Europsesche lorlog 1# RHIaaiideien ©S? S33 'i Hoorden fan Frpknjk OiîieBie tetopaiM : Uit Usaïtsclïï© Ssron Duitsche ambtelijke mededeeling 3-1-15. — Op 't gansche westelijk front hadden ar-tilleriegevechten plaats. Een Fransche in-fanterieaanval,noordwestelijk St- Menchould werd onder zware verliezen afgeslagen. Op 't oostelijk oorlogsterrein, westelijk de Weichsel, werd na meerdere dagen strijd Boizymow, een bijzonder sterk Russisch steunpunt, ingenomen — 1000 gevangenen en 6 machiengeweren werden buitgemaakt. Ook oostelijk de Rawa gingen wij langzaam vooruit. Anders geene veranderingen. Oit Frssiscfï© isroïi PARUS, 1 Januari (Reuter). Het mid-dagcomrnuniqué meldt : « De Duitschers beschoten zonder uitslag St.-Joris en een bruggehoofd door de Bel-gen gebouwd ten zuiden van Dixmuiden. PARIJ8, 1 Januari 'Reutar). Geen be-richten werden nog ontvangen omtrent de operaties van heden. U5t fel'GÎS LONDEN, 2 Januari (Reuter): De «Times» verneemt uit Noord-Frankrijk, dat Veurne gisteren wederom door de Duit schers is gebombardeerd. Gelijk vroeger, diende het station aïs schietschijf. Eenigai granaten vielen in cî© stad. 3^î lin de Flnssissb-Pcolscbs-OaliciSGl» grens: Uit Bbposi WEENEN, 3 Januaïi (Wolff): Ambfcelijk wordt gemeld: De algemeene toestand is on-veranderd. Na verbitterde ^evechten in de laatste dagen in de streek zuidelijk van Far-new, in de middelste Karpathenbergen, trad' rust in. Die aan den Uszekerpas sfcrijdende troe-pe'; werden v66r de overmaehtige russische' krachten van de Kamm-hoogten eenigszins teruggetrokken. -Oit fer1©!! PETRGORAD, 1 Januari (Pet. Tel. Ag.) :■ De generale staf van den generalissimus deelt mede, dat op den îinkeroever der VVeichsel gisteren geen beînngrijke ontma»*. tingen hebben plaats Tusschen de Weischei en de Pilitssa hebben de Russen met succe3 de aanvallen, dag en nacht door de Duitschers gedaan op den weg van Boiimoî naar lUst-aevice, afgeslagen. Ten Noorden «î®r Rawa is h«t B«ftsehe offensief os «San tagenaanral eier Russen gestuit. In eeriigë distrieteti h«b\»«n «le Rnssen, zich met groot succès bsdiend van ba*dgra-naten.In een gevecht bij Inoviodz gingen de Duitschers bij hun,-offensief van Tomaszef uit de rjchfciug van Opoczna op. Haîfweg r '-m 4 t'riis per nnmmer : voor België 3 centiemen, vooi den /reemde 5 centiemen ïeiefoon » sied seSiie <4'ï « '.«im^ssisfpaî*'» i4 > 5 JanuaH 1b15 » ' III llll — —i-1 .111 II I . M 1 ■■■ Il —. —

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Vooruit: socialistisch dagblad appartenant à la catégorie Socialistische pers, parue à Gent du 1884 au 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes