Vooruit: socialistisch dagblad

890 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 26 Avril. Vooruit: socialistisch dagblad. Accès à 26 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/086348hg3b/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Orgaan des* Be/gisohe Werk!iedemarti/\ ~ Wepscbjjtiende aile dagen. Dra&ater-Ultgeefste» Sais: Jttaalschappij HET 13CHT bestuurder» P» r<S ViSCH. Ledcbcrg-Gint . . REDACTS2 . . ADMSNESTRATIE KOOGPOORT. 29. GENT ABONNEMENTSPRIJS BELGIE Drie maanden. . . , , fr. 3.25 Zea maandea » , , . . fr. 6.50 Een jaar fr. 12.50 Keo sbonneerl zic!) op elle postbartela» DEN VREEMDE Drle meanden (tiagelijSts verzonden). ..... fr. ft.'î DE BEDIENDENKWESTIE Bij onze dageiijksche propaganda tôt çroepeering der Bedienden, stuiten wij dikwijls, bij eene zekere groep dezer, op de volgende tegenwerping. Zij bewe-ren tôt eene andere klasse te behooren, gansch zelfst .ndig van die der handar-beiders, en niet dezelfde belangen te hebben als deze lr^tste. Ja, sommigen loochenen zelfs loonslaven te zijn, uitge-buit te worden, of toch niet op de zelf de wijze en mate van den handwerker. En zoo is volgens hun zeggen hunne ont-voogding met gebaseerd op dezelfde oe-grippen als voor den proletaar, maar droomen zij er van, naar voorbeeld van sommige gelukkigen ( !) ook eens kleine patroon, beheerder of iets dergelijks le worden. Alhoewel het tijdens deze crisis welke wij nu doorloopen, misschien niet al te best past m theoretische begrippen uiteen te zetten, zien wij ons gedwon-gen, na wat wij dagelijks ondervinden deze schoolbegrippcn te weerleggen en het geheugen der bedicnden wat op te frisschen ; hun aan te toonen dat zij wel tôt het proletariaat behooren, wel onterfden zijn : dat zij zich ncvens den handwerkman moeten plaatsen, om sa-men met hem, het kolossale, onweder-staanbare werkersleger te vormen, waartegen het Kapitalisme zich wel-haast den kop te pletten loopen zal. Wanneer wij dezen korten historiek ppmaken, is het wel het algemeene, de massa welke wij voor oogen hebben. En he" is juist dit wat die bedienden ait het oog verliezen. B'jna allen gelooven oa-der eene gelukster geboren te zijn, en uitzondering op den regel te maken. Zij denken zich nog in dien * goeden ouden tijd » dat men met wat spaarzaamheid, en chance zich hooger opwerken kan. Of hopen zij misschien op een rijken oom tut Amerika, of een groot lot van een mil-lioen.Dat zij zich die utopien ttit het "hoofd zetten, willen zij niet dat het Groot Ka-pitaal hun eene bittere desillusie schenke Om dit den lezer klaar voor oogen te leggen, zien wij ons gedwongen, een drietal eeuwen terug te keeren, teneinde de ontwikkelingsperiode te kunnen mee-volgen welke van de « aristocratie van den geest » tôt intellectueeie proletaren hebben gemaakt. In vroegere tijden was het ail een de bezittende klasse, of een deel althans welke het monopoleum van kunst en we-tenschappen bezat. Zij alleen konden schrijven, rekenen, kenden wetenschap-pen als sterkunde, natuurkunde, enz. Dit ailes werd hun als een privilege een voorrecht toegekend, welke hun dan ook de macht in handen gaf, hun tœgaig verleende aan hoven van Keizer en ko-ningen, tôt zoover dat zij zich in menige omstandigheden als den adel van den adel aanzagen, en er ook navolgens han-delden.Maar met de opkomst van het kapitalisme (17° eeuw), de vrije voortbrengst de weg open stellende tôt teugellooze concurrentie, bracht dit heftige storin-gen in den toenmaligen stand van zaken teweeg. De gilden welke tôt thans de voortbrengst in handen hadden, voerden eenen wanhopigen strijd tegen de zich ontluikende manufactuur en industrie welke hun de monopolie ontnam. Langs den anderen Vant het machinisme de industrie in de hand werkende, en de ver-deeling van den arbeid meer en meer noodzakelijk makende, zoo waren de gilden tôt den dood gedoemd, en verdwe-nen dan ook allengs. Deze nieuwe manier van voortbren-gen, het machinisme, vergde ook meerdere kennissen, een grooter getal ont-wikkelden, welke zich belasten konden met het regelen van den arbeid, het zoe-ker naar volmaaktere werktuigen, enz. De woeker welke tôt dan toe slechts in be,. klein gevoerd werd, ontwikkelde zich tôt banken, om de noodige kapitalen aaa de industrie voor te schieten noodig voor zijne uitbreiding. Daar ook had men meerdere jirBeids-krachten noodig. De handel zijn per-soonlijk karakter verliezende, werd in-ternationaal, en eischte verdeeling èn takken, meerdere en ingewikkelder kennissen. Waar al die arbeidskrachten ge-baald? Hoe zich dit leger van ontwikkelden, bekwaam om in die nieuwe stand 'an zaken te voorzien, aangeschaft. Er ®oest eene klasse gevonden v/orden, welke tegen, betaling, hare intellec-hieele kennissea verkocht. Van dien 'tond af wfirxi de evomls le arbeid eene WAAR. Zij werd gekocht en verkocht. Maar waar zich die waar aangeschaît. Bij die aristocrateu van den geest, dit handsvol ontwikkelden,welke tôt dan toe de wereldmacht in handen hadden.? Zij waren te klein in aantal, en wilden zich niet vernederen tôt werktuigen. Bij den boer? Die kende geen kunst, geen we-tenschappen. Bij den gildeman ? Die was de gezworen vijand van aile grootpro-ductie. Waar dan moesten zij gevonden worden ? Waar anders dan bij de slachtoffers van dezen nieuwen toe-stand. De kleinhandelaar zich totaal rui-neerende in zijnen hopeloozen strijd tegen de samentrekking der kapitalen be-vindt zich op een gegeven oogenblik zon-der middelen van bestaan. Beducht voor de toekomst zijner zonen, en de klein-handel zijnen gouden bodem verloren hebbende, ziet hij zich gedwongen naar een~n anderen weg uit te zien, om deze laatsten een bestaan te verzekeren. Hij laat zijne zoons dus de school volgen. Hij laat ze studeeren. De boer steeds meer bezwijkende onder den last der pacht en belastingen, volgt zoo hij nog niet te diep is gezonken, het voorbeeld van den handelaar. Hij tracht van zijne zoons, pastoor, dokter in medecijnen, of dergelijks te maken. De industrieele arbeider, beducht van de crisissen en werkeloosheid welke het proletariaat teisteren, getroost zich het onmogelijk-ste om zijn nageslacht ervan te behoe-den. Wanneer hij dus met hard werken en allerhande ontberingen het zoover kan brengen, tracht hij dan ook zoon en dochtei eene intellectueeie kultuur te bezorgen. De ongehuwde staat welke steeds een grooteren omvang neemt m de maatschappij, dwingt de vrouw zelf m haar onderhoud te voorzien. Het is met al deze arbeidskrachten dat de ka-pitalistische maatschappij dan ook ruim-schoots de leemten kan aanvullen waar-van wij hier boven spraken. Velen van deze lieden, als dokters in de rechten, werktuigkundigen, architecten, ondernemers, enz., midden, hunne stu-diëen gestoord, of de noodige middels niet bezittende om zelfstandig te kunnen werken, hebben voor aile bekommerin-gen hunne kennissen zoo spoedig moge-lijk ten gelde te maken. Vandaar de we-derzijdsche strijd, naar openbare plaatsen. Hoeveel honderden candidaten niet bieden zich aan voor soms een tiental plaatsen. De vrouwenarbeid dringt zich ook meer en meer vooraan, en wordt dan ook gretig door het kapitaal aange-nomen. Telefoon, telegraaf, dactylo-graaf, enz., wordt op heden bijna uit-sluitelijk door vrouwen ingenomen. En het is heden ten dage zoover geko-men, dat het proletariseeren der massa, den aangroei van intellectueeie krachten snelleren tred heeft doen houden, dan de noodwendigheden van het Kapitaal ver-gen. De aanbod van arbeidskrachten dus grooter zijnde dan de vraag, zoo heeft zich een Keserveleger gevormd, welke op den prijs der » waar : wetenschap » drukt, ze doet dalen, de eischen van het kapitaal in de hand werkt, haar in staat stelt meer te eischen voor minderen prijs en de WerkeSoosheld in het leven roept. Resecvelegèr,' onzekerheid van Le-staan, moeilijker arbeid, meerdere kennissen, drukking der loonen, werkeloos-1 heid, ziedaar als faktoren welke het pro-letarisch bestaan kenschetsen, en welke de ontwikkelden dan ook verder en ver-der medesleuren met de Industrieele en handelsproletariërs in dien draaikolk van onzekerheid en wanorde, waaruit zij zich alleen samen redden kunnen door zich te groepeeren in éénen machtigen, goed ge-organiseerden, zelfbewusten Werkers-bond om de macht Arbeid uit de klauwen van Kapitaal te rukken, en deze laatste zelf dan aan zich dienstplichtig te maken.Yoor het Sociaiistisch Beaicndcn-eyndikaat van Gent. E. D. ? J3C & * Jjc * V * w- jp ^ r v ^ Ons letterkundig Z0NDA6SBLAD 8 BLAQZÎJD5K TEKST a&R 5 c@ntiemen le te verkHjgcn In a* de gentsche aubet* ten, bij ai de serkoopers van het blad aVoorult1» en In de « Volksdruk^erij » Hoogpoort 29, Cent. Over HflBifees'en Als de grîllige Maart en gure April voor-bij zijn, en de ontwaakte natuur alom het aardrijk zijn fcestkleed aantrekt d.;/ juicht heel het menschdom, als de iieerlijke Mei zijn intrêe heeft gedaan ! 't Moge waar zijn, dat v/e in deze ma^nd nog maar al te vaak op vinnige koude worden vergast — zong niet De Genestet van onze Noordsche Mei, die arm is aan zonneschija? — regel is toch, dat we ons kunnen koesteren in de heerlij-ke Meizon, en dat we ons kunnen verlusti-gen in het overal ontspruitende heerlijke gjoen. Geen wonder dus, dat het verheugde menschdom gemeend heeft., de intrede van den Mei te moeten begroeten met pleohtige feestvieringen. De oude Romeinen brachten reeds lang voor den aanvang onzer jaartel-ling, den eersten Meidag offeranden aan Maria, de godin, aan welke deze maand haAr naam heeft ontleend. De Germanen plantten dien dag midden in hun dorp een Meiboom, en dansten er in vroolijke opge-wondenheid omheen. En wie ctenkt niet aan het bekende woord van Dr. Abraham Kuy-per v66r de verkiezingen van 't vorige jaar : « de Meiboom in de kap » 1 Als uiting van vreugde bij de naderende voltooiïng van een of ander gebouw is op het platteland deze aloude gewoonte nog steeds in zwang. In latere tijden werd ook in andere lan-den de Meiviering in eere gehouden. Zoo verzamelden de Bergschotten dien da-g droog hout, dat aangestoken werd (Meivu-ren) en waaromheen men in vroolijke opge-wondenheid drie maal danste. 't Hoeft ons niet te verwonderen dat de godsdienst de Meivereering ook aan zich trok. Talrijke vergelijkingen van Ohristus met den Meiboom treffôn we reeds in de 13e eeuw in vrome géschriften aan, evenals in zeer oude geestelijke liederen. Ook in de kloosters was de eerste Meidag een feest-dag. Overleveringen vermelden, dat dan de kloosterlingen de vrijheid hadden een be-zoek te brengen aan de in hunne nabijheid wonende geestelijke zusters. Naar men wil is hier de oorsprong te vinden van het alom bekende: «Daar ging een patertje langs den tant, Hei 't was in de Mei ï, enz. , In ons land werd nog in het begin der vorige eeuw, het Meifeest op talrijke plaatsen met grooten luister gevierd. Dan werd een sparreboom, met gouden loovertjes en kleine kaarsjes versierd, op markten of groote plaatsen in den grond geplant. En des avonds werden die kaarsjes door lieve meiskens ontstoken, en luid zingend en joe-lend dansten en sprongen de vroolijke jon-gelui van beiderlei kunne er om heen. Er ligt ongetwijfeld iets liefelijks en be-koorlijks in het opgewekte en vroolijke Meifeest vieren, en 't is zekerliijk te betreuren, dat dit aloude gebruik zich niet heeft kunnen handhaven, al komt het op enkele plaatsen in Duitschland, zooals aan den Rijn en Elzas-Lotharingen, nog voor, evenals in sommige streken van Belgisch en Ne-derlandsch Limburg, en wel op zeer eigen-aardige wijze. Hierover later wel eens. Over den oorsprong van het vieren van den eersten Meidag is het laatste woord nog niet gesproken. Men meent dien te vinden in de volgende Indische legende. De Indische god Tsjiwaas was gehuwd met de zwarte godin Ka,li, welk huwelijk zeer ongelukkig was, daar zij hem niet het zoo vurig verlangde nakroost schonk. Ver-toornd hief de machtige god dreigend den grooten wijsvinger tegen Kali op, zoodat deze verschrikt wegvluchtte. De god nam dàarop de schoone, blonde en vruchtbare Bhavanie tôt vrouw. Alzoo schijnt deze sage een symbolieke voorstelling te zijn geweest van den donke-ren, kalen winter, die verdreven wordt door den zomer, den milden gever van velerlei vruchten. De sparreboom, waaromheen men in latere tijden danste, was dan de zinnebeeldige voorstelling van den grooten krachtigen wijsvinger vau den god Tsjiwaas. E. LEERPLICHT Op bevel der Duitsche overheid zal met 1 Mei e. k. de nieuwe wet op den leerplicht in al de gemeenten van het bezette deel van België toegepast worden. De Paidagogisclie Zeitung van Berlijn geeft in zijn laatste iiummer een artikel over die wet onder de hoofding : ïîelgiën— Vom ncuen Sehulgesetz. De schrijver hoopt dat de bekrachtiging dier wet ernstig zal uitgevoerd worden alsook dat de gemeenten zullen verplicht worden den nieuwen loonstandaard aan hunne onderwijzers toe te passen en dat daartoc van Staatswege de door de wet voorziene toelagen aan de gemeenten regelmatig zullen uitbetaald worden. Wij denken dat het niet van belang ont-bloot is onze lezers nogmaals bekend te maken met de bijzonderste wetsbepalingen betreffende den leerplicht. 1. De verplichting strekt zich voor dit schooljaar uit over een zesjarig tijdvak. Dit tildvak hasânt voor Jùnderen wel-^_ ke den leeftijd van zes jaar bereikt hadden vôôr 1 Oktober 1914 (dus voor diegenen geboren vo6r 1 Oktober 1908) en zal met het tockomend zomerverlof eindigen voor diô-genen geboren vôôr 1 Oktober 1903. Al de kinderen geboren tusschen 1 Oktober 1902 en 1 Oktober 1908 zijn dus binst dit schooljaar leerplichtig. 2. De gezinshoofden — ouders of voog-den — zijn ertoe gehouden te zorgen dat hunne kinderen geregeld de lessen volgen, dit is, niet zonder billijke redenen meer dan drie halve schooldagen per maand af-wezig blijven. De eemg geldig geachte redenen zijn de navolgende : ongesteldhsid van het kind, overlijd&n van een familielid, belet wegens toevallige moeilijke gemeenschap. In de droevige omstandigheden welke wij thans beleven, zullen wel in sommige ge-va-llen « onvoldoende voeding » en « onvol-doende kleeding i> als ernstige redenen moeten aanzien worden. Daarom is het wenschelijk dat de gemeenten onrniddellijk de noodige maatre-gelen nemen om overal de door de wet voorziene sehoolsoep en schoolkleeding in te richten. 3. De ouders mogien hunne kinderen huis-onderwijs verstrekken. 4. De nalatige gezinshoofden zullen door den Kantonalen schoolopziener bij den vro-derechter worden aangeklaagd, die aile middelen zal aan^enden 0111 de belangheb-benden tôt nakoming van hunne plicht te brengen. Bij hervalling zal de vrederechter de straf der aanplakking toepassen en zoo er blijk-baar slechte wil is, zullen de gezinshoofden verwezen worden tôt eene boete van 1 tôt 10 fr. Bij niet-betaling zal deze boete door gevangzitting vervangen worden. 5. Ten behoeve van den landbouw en andere werkzaamhsden welke het jaargetijde medebrengt mogen de schoolbesturen, met goedkeuring van het schooltoezicht, aan de leerlingen van den derden en den vierden graad, 't is te zeggen aan de leerlingen die meer dan 10-11 jaar oud zijn, een buiten-gewoon verlof toekennen van ten hoogste vijf en dertig voile dagen. Wij hopen dat de toepassing van den leerplicht ernstig zal medewerken om het zedelijk en verstandclijk peil der Belgische bevolking in ruime mate te doen stijgen. Meer dan ooit zal er in de toekomst ge-lserdheid noodig zijn om ons land herop te beuren. De Osrieg en à PariisBliB SchoolfenEd De oorlog, wie had het ooit gedacht, doet de school, de vervelende, vreeselijke school, door de meest onwillige scholieren liefheb-ben. Bijna overal hebben de onderwijzers de gebeurtenissen te baat genomen om J et studievermogen, het geheugen, de verbeel-ding hunner leerlingen te ontwikkelen. De Matin maakte de resultaten van eenige dezer proefnemingen bekend, welke in de Pa.rijsche scholen genomen werden. Een schoolmeester had de volgende vraag gesteld : « Beschrijf den indruk, clien de eerste verscliijning der Zeppelins over Parijs op U maakte. » Deze stijloefeningen zijn werkelijk merk-waardig.« Wij zijn allen, » zegt een knaap, « naar buiten geioopen om « hem » te zien... maar « hij » was zoo hoog en ging zoo gauw, dafc « hij » op eene groote gele sig&ar geleek. » Een tweede bekende. geheel bedrukt, in het geheel niets gezien te hebben, en voegt eraan toe : «En nu zullen zij zeker niet meer durven terugkomen !... Zij zullen bang zijn dat men jacht op hen zal maken, eu men kan ook in de lucht geen loopgraven mar ken... » « Wij », verklaart een derde, « waren reeds begonnen met naar de kelders te ver-huizen, daar de moeders..., maar toen we zagen, dat het niets anders was... » Aile spelletjes welke betrekking hebben op den oorlog staan bijna uitsluitend in de gunst op de speelplaatsen. De meisjes houden in de hoeken geheime bijeenkomsten en gaan op de teenen heen en weer. Dat zijn de « verpleegsters van het Roode kruis », die van en naar denkbeeldige ambulanties komen en gaan, aan de sponde van hersenschimmige gewonden... Wat de jongens aangaat, die staan in twee kampen geschaard, gewapend met houten sa.bels en kindorpistoletjes, en leveren bloe-dige gcvechten. Zij, die met een kloeke stem begaafd zijn, krij^en de eer om de « 75 mill-meter » te verbeelden, nabootsing die nood-wendig begeloid wordt door een vreeselijk' gerdep van « Boem, bing, bang ! » Ieder ge-vecht dat zich eerbiedigt, dient toch ten minste zulke begeleiding te hebben ! In West-Vlaanderen ËSÎ 'tHoordoB van Frankrl Oflieieels tslagrammii : SJit Aan het Westelijk OorlogsteiTein : GENT, 24-4-1915. — Ten N. en N.-O. van Ieperen het gewonnen terrein tegen al.e vijan-delijke pogingen ter herovering behouden. En-gelsche en Fransche tegenaanvallen met zware verliezen teruggeslagen. Ten westen van 't kanaal namen wij Liserne door nachtelijken stormloop. Krijgsbuit tôt 2470 gevangenen, 3o kanonnenmet schietvoor-raad, veel gevveren, machiengeweren en ander materiaal aangegroeid. In de Champagne, ten N. van Beau-Séjour, vijandelijke loopgraaf opgeblazen. Franschen vermeerderden hunne verliezen door hun eigen artillerievuur. Tusschen Maas en Moezel op verscheidene plaatsen nieuwe Fransche aanvallen terugge-slagen.In Priesterwoud maakten wij vorderingen. Aan het Oostelijk Oorlogsterrein : Toestand in het oosten onveranderd. $ 3{ï $ Ali! il pjssisoiï-f BDlSGi!?-Galiciseiis paos ^iassSs©§ie Ipb9©!! PETROG.RADE, 22 April. (P. T. A.) Of-ficieel bericht uit het groote hoofdkwartier : In de Karpathen hebben de Oostenrij-kers den 20sten dezer en in den nacht van den 21sten onze stellingen op het front Te-lepocza-Roumina aangevallen. Zij zijn door onze troepen, die tôt den tegenaanval ovor-gingen teruggeslagen. On de andere sectoren van ons front zijn slechts plaatselijke artilleriegevechtea ge-leverd en geweervuur gewisseld. Niesa^© groot® g®¥©€siit©sa Usa 't yeoâ'-ssitscsiit ? De communiqués over het oostelijk front meldden al sinds eenigen tijd onverander-lijk «niets te berichten ». Volgens een bericht uit Warschau aan de «Daily Mail», zouden er verschillende aanwijzingen zijn voor eene nieuwe bedrijvigheid aan het front v66r Warschau, zoodat men zich, althans uit dit bericht optemaken, aan nieu-wie groote gevechten aldaar zou te verwach-ten hebben. « * *. Os strijd om de Oardaselien KEULEN, 22 April. De «.Kôlnische Zeitung» verneemt uit Madrid, dat er groote bedrijvigheid in de haven van Gibraltar heerscht en mer meent, dat een groot® troepenmacht voor Je Dardanellen ver-wacht wordt. Aan de onderneming zal worden deelgenomen door prins Alexander van Battenberg, die in de nabijheid van Alge-ciras een samenkomst gehad heeft met zijn zuster, de koningin van Spanje. * # * ©¥ _2EE En fil® tëoopfSzee Nu is er weer een bericht, zegt «Het Hao-delsblad», dat er op de Noordzo% eeu groote Engelsche vloot is gezien. De kapi-tein van het Noorsche stoomschip «Bee-sheim», maandag uit Engeland te ArendaJ in Noorwegen aangekomen, meldt, volgen» «Morgenbladet», van Kristiania, dat bij zondagmiddag, zich met zijn schip omtrent het midden van de Noordzee bevindende, een groote Engelsche vloot ontmoette vaa zeventig bodems van allerlei grootte, vaa kleine torpedobooten af tôt een dreadj nought too. De «Bessheim», die er midden door ging werd gepi-aaid. Een Engelsch ofifeier kwa«D aan boord en onderzocht de scheepspapid-ren en de draadlooze telegraaf. Een Ew-gelsch telegrafist, die mede was gekomen, seinde van boord van de «Bessheim», d»t zich een eind naar het zuiden een Duitecbe duikboot ophield. IJMUIDEN, 22 April. (Part.) Het Zwee*S-vsebe giQocasctuD «Olaf Wjrk», heden moraeo Jl îaap — W. 115 Pnjs per nommer : voor Belgie 3 cuntiemon, roor don reomde 5 centicmen TeSefoon : Hedactie 247 - AdiiMHistratie 2845 Â.-RIL 1H1&

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Vooruit: socialistisch dagblad appartenant à la catégorie Socialistische pers, parue à Gent du 1884 au 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes