Vooruit: socialistisch dagblad

1423 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 05 Octobre. Vooruit: socialistisch dagblad. Accès à 07 mai 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/cf9j38mm72/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Drakster-U Itgeeîcte* Sam: Ateatscbappij H ET LICÎiT bestuarder » p. DE VISCH. LctJebert-Qtnt . . REDACTIE . . ADM1NSSTRATIE HOOGPOORT. 29. GENT Orgaan der Befyische WerkliedenparhJ. — lfer$chjjnende aile daaen. ABONNEMENTSPRyâ BELGIE Drle tnaanden. . . « , (r. 3.2S Ze» maandca » » ■ » . fr. 6 50 Eenjuar. fr. 12.50 Mco «bonneert ricft op «lté postburedca DCN VREEMDE Drle enaandcn Idaçel'.jk» verzonden). ..... fr. 0.72 KLARE WIJN Le Bien Publie had ons beschuldigd dat wij eischten dat de Kerk, de samen-leving moest vervormen in een hand- Wij hebben duidelijk verklaard dat niet te willen, omdat het ondoenlijk is. Maar de katholieke partij, zonder de wereld te vervormen, kon toch wel îets gaeds en iets beters gedaan hebben sedert de meer dan dertig jaren dat zij het bewind in België in handen heeft. La Bien Pubîio antwoordt daarop nie-mendalle I Wij hebben gezegd, dat de schoonste ledelijke voorschriften te loor gaan in eene wereld verdeeld in klassen en tus-schenklassen.Le Bîsn Pubîio staat daar paf voor en vraagt of zulke argumenten niet ont-moedigend zijn. Wij voor ons, houden al staan wat wij gezegd hebben. Ja, de zedelijke voorschriften gaan verloren in eene wereld, waar den eenen zijn dood, den ander zijn brood is. Zij gaan verloren in dien onbeperk-ten concurrentiestrijd, dien bestendigen kapitalistenoorlog waarin men voor niets terugdeinst, noch voor uitputting van te jeugdige krachten, die nog moes-ten spelen en leeren, noch voor oude krachten, die recht hadden op rust en genot. Het kapitalisme is een reusachtige bloedzuiger, die rond de wereld geslin-gerd is, en die ailes vergiftigt, onteert, ontaardt en verknecht, waar het aan-raakt.En of dat kapitahsme nu katholiek, protestantsch of joodsch getint is, zijn innerlijk wezen blijft hetzelfde, lafheT-tig, zonder eerbied of medelijaen met de werkers, 't is verre van rechtsgevoel. In eene dergelijke sanAnleving, waar tvinstbejag, woeker en bezit den toon geven, zijn de zedelijke voorschriften waardeloos en machteloos. Eerst en voor ailes moet de stoffelijke basis waarop onze maatschappij geves-tigd is, veranderen. De schoone , de vruchtdragende ar-beid moet de plaats innemen van het brutaal kapitaal, dat zonder het werk, zoo dor en onvruchtbaar is als de Sahara. En dan alleen, als de maatschappij het zoover gebracht heeft, van het recht op leven en op welstand te doen triom-feeren, dan zullen de zedelijk! id, de wetenschappn, de kunsten tôt hunnen volledigen bloei komen, gezaaid als zij zijn op een veld van liefde, rechtvaar-dig-heid en geliikheid. Vindt Lo BSerc PulbHs dat geen ant-woord waard, dat gaat hem aan. Wij hebben vertrouwen in het oordeel onzer fezers. Ls Bien Public verklaart ons dat de Christeliike leering maar langzaam voor-uitgecfaan is, als er spraak is over de geheele wereld, gezien als gedachten en zeden. En het blad vat in eenige volzinnen de strijdsfeschiedenis der Kerk samen, waar wij nu niet gaan over discuteeren. Een der laatste volzinnen heeft ons nochtans getroffen. Hij luidt als volgt : In de X!X* eeuw brengt de nij-verheid het proletariaaî voort en ult zijn schoot rijsî hot socialisme op, die de massa tôt het stoffeiijk ge-luk oproept en die de Kerk aan-klaagt aan do woede der massa en ze aanklaagt als de medepHohtlge der genieters en der tyranneiu Wij moesten dit opnemen, want Le Bien Public bekent hierin — voor de eerste maal denken v-ij — dat het socialisme eene historische bazis of oorzaak heeft, namelijk het proletariaat, gebo ren uit de mekanische en machinale nijverheid, die een zoo hoogen vlucht nam in de iç' eeuw. Het socialisme is dus niet zooals zijne vijanden lang volgehouden hebben, eene uitvinding van dTOomers of heerschzuch-tige volksmenners, maar wel een na-tuurlijk, maatschappelijk verschijnsel, geboren uit de wijzigingen die de nijverheid onderging in de ig' eeuw. De bekentenis zal nog van pas komen. Dat wij de Kerk aanklagen als de medeplichtige der genieters en der tyrannen, wij bekennen dat. En wij doen het, omdat het de waar-heid is. De nijdigste, de vuilste, de hardnek-kigste, de bmtaalste en onverzoen-lijkste tegenstrever dien wij ontmoet hebben, dat is de Kerk. Niets heeft zij onverlet gelaten, om de schoonste figuren onzer beweging te lasteren, te hoonen, als belachelijk, slecht en oneerlijk voor te stellen, mee-nende door hen te treffen, boor ik het socialisme in den grond. 't Was onbegonnen werk, kameraad. Een historisrh verschijnsel, heeft historische redenen en zonder dat er eene oplossing komt, blijft het verschijnsel. Als wij nu de Kerk aanvallen en aan-gevallen hebben, dan is het juist niet in hare leer, in haar evangelie. Daar hebben wij niets in te zien, ter contrarie, er komen veel voorschriften in voor, die wij mede onderschrijven. En het is onwaar wat La Bien Public reeds herhaalde keeren beweerd heeft. dat het socialisme de Kerk zou dooden en vervolgen. De Kerk, al de Kerken — zouden vrij blijven hunne evangelies te prediken en hunne godsdienstoefeningen uit ' te voe-ren.Er zijn nu hedendaags nog vele ge-loovigen naast vrijdenkers in onze ran-gen. Wij dagen wie het ook zij uit. te bewijzen, dat één geloovige werkman in Voo"u!t last of onrecht is aangedaan, ter wille zijner opinie. Dat heeft nooit bestaan, het zal nooit bestaan. _Wij vallen het geloof niet aan, maar wij striiden tegen het katholicisme dat optreedt als de ergste vijand van ons volksreddend socialisme. 't Is ons recht en 't is onze pîicht. F.H. Heî logiske ¥sn leîpgfi komen moet ! De socialisten willen door hun waardig en talin gedrag de triomf hunner gedachten over hee] de wereld zien zeigevieren oôr den oorlog noemde men de socialisten de partij der revolutie. C een laster was groot genoeg om hen te brandmerken. -, katholieke bladen Lazuinden het overal UItj en !'eten aan hunne lïzers verstaan dat W1J schnrken, dieven en moordenaars waren m f°^en z'jD indien ons land eens in moei-ijsneden geraakte. 1 'n ons land Itwamen er verleden jaar, Jfeede, moordende, in bloed vergaande tij-f'!: ,n wa,t gebeurde er? Er werd een so-îstiBche leider, Vandervelde, door den utnng tôt Staatsminister benoemd. dPMn • ^eze ^enoeming vielen de ons se-Pnzcn reD aaQ®e<^ane geheime lasteraantei- J'et Vandervelde te benoemen logenstraf-u ' \n e8?8' de Koning al wat door de be-c^gezinde pers tegen de socialistische arrtlJ geschreven werd. mil •ft' c'9 eerr°o£ en de leugens tegen gencht door de zeer katholieke dagbla" D.,j en aer geheele burgerlijke pers viel in «al lr,611 Z°^ wer^ nogmaals bewaarheid dat: »na,.k°^jn ,uSen en laster nog zoo snel, de _ ®id a«hterhaalt hen wel !» onmUr1^ sedert dien gebeurd 1 Het zal 0 8 z^n ailes to herhalea vat hiar ia ons land voorviel. Men kan het aldus sa-menvatten : De socialisten gedroegen en ge-dragen zich kalm en waardig Zij deden en doen hun plicht in aile om-standigheden.Zij waren en zijn een toon- en voorbeeld voor al diegenen die hen vroeger lasterden, en vooral voor wat tucht en organisatie bo-treft.En voor hun eigen partij waren zij altijd en zijn het nu en zullen het irr.mer wezen : De vuurtoren die klare en heldere lichten verspreidt in het uur des gevaars I De schoone, heerlijke zon die hare warmt goed doende stralen laat gaan daar waar menschen lijden en weenen 1 De nieuwe gezichteinder waaraan, na den oorlog, een nieuwe morgen zal dagen die aan iedereen Rust, Welstand en Vrede zal brengen. En omdat de socialisten bewust van dat ailes zijn ; omdat zij zeker zijn van den eindtriomf ; omdat zij het in het diepste hunner ziel voelen dat eens de wereld aan het Socialisme zal behooren, daarom zullen de Socialisten nooit — nu of nooit — het woord uitspreken dat van ons land een vuur-kolom zou maken en waaraan al het water der Schelde en ^ei geen einde zou kunnen stellen. Het grootsche, heilige werk van het Socialisme in de naaste toekomst zal zijn : De strjjd tegen het kapitalisme I En dat de socialisten daarin zullen zegevieren is zeker. Tôt hiertoe hebben zij hun program op dat gebied niet kunnen verwezentlijken. Maar wie heeft zulks tôt hiertoe gekun- De Kerk 1 Neen 1 De katholieke paftijen 1 Neen I De socialisten î Ook niet. De Kerk zegent dç wapens en zingt « Te Deum» bij het begin en het «indigen van oorlogen. Er zal later niet met Idaroen en trompet moeten uitgekraaid worden, als de Vrede aan het da,gen is, dat het dank zal zijn aan de Kerk of aan de katholieken. Dat zal bij niemand niet meer pakken. De Vrede zal er komen ten gevolge van omstandigheden waaraan de Kerk of de katholieken niets medegewerkt hebben. Maar na den oorlog zullen de socialisten de overwinnaars zijn, want de wereld zal geleerd hebben dat het Socialisme de eenige partij was en is die het eerlijk en waarlijk meenda om den Vrede op de wereld te doen zegevieren. De socialisten bleven getrouw aan hun princiep: Weg met het Militarisme I En als zij het tôt hiertoe niet kunnen -verwezentlijken hebben dan is zulk3 omdat zij nog niet lang genoeg bestaan. De partij ia jong, is met groote stappen vooruitgekomen en zal na den oorlog met reuzenschreden voortgaan. En het is het Socialisme niet alleen dat daarvan veriekerd is, maar anderen die niet denken zooals de socialisten hebben de overtuiging op,gedaan dat de partij die de wereld gaat beheerschen, de socialistiische partij zal zijn. Iedereen die onpartijdig wil en kan oordeelen zal zulks moeten bekennon. Vooruit dus, gij werklieden ! Schaart u a lien rond het Vaandel der toekomende VVoreldpartij ! Blijft allen kalm gedurende dezen wreeaen tijd 1 Staart moedig naar omhoog! Is uw lot zwaar om dragen, uwe schou-ders zijn toch nog breed genoeg 1 Hebt gij veel ontberingen te verduren, denkt aan onze jongens, uwe zoons, uwo broedsrï, die dààr hun bioed aan 't vergieten zijn. Beurt malkander op ! Na een strenge winter komt er toch altijd een lieerlijke lente. Verge et het nimmer : van utt neldliaftig gedrag, — v/ant helden zijt gij allen —, die alhoewel gij in stilte lijdt, toch nog Bterkte genoeg hebt, om den dag van morgen met fier gemoed en vast betrouwen te gemoet te çaan — hangt de zegapraal van het Socialisme af. Daarom nooit gewankeid ! Moesten er nog slechter tijden komen, niet gebukt gaan maar uw lot fier dragen ! En dan zult gij later de vruchten oogsten van hetgeen gij gezaaid hebt. Uwe kinderen en klein-kinderen zullen U zegenen en danken voor uwe medewer-king aan het leggen van den steen def Wereldvrede die vast en zeker komen moet. Hoog de harten ! Geen moed verloren 1 En vooruit voor het socialistisch ideaal : Welstand en Vrede voor de gehoele mensch-heid ! P. Gb. ïïeik ijselijk Giteim ! Hoort ginds 't rommelen van de trommeî, Hoort 't vreeslijk kanonueugedommel, Hoort 't kiettren van sabels en zwaarden Het trapplen van brieschende paardta, Hoort roepen verwilderd, verwoedl Ach ! ziet dat dampende bloed 1... Ailes is men aan 't vernielen. De aarde lijkt een bioedtapijt. Ziet ge ginds die koene zielen. Die vermoord zijn in den strijd 1 Hoort ge niet die weesjes vragen i Waar sijn broêr en vader heen 1 Hoort ge niet die moeders klagen, Die voor eeuwig zijn alleen '( En die jonggehuwde bruiden, Met een tranend, smeekend oog, Kermen?... Niets dan weegeluiden Stijgen krijschend naar omhoog 1 Allen vloeken 't bloedvergieten, Dat hun dierb'ren de oogen sloot. Terwijl zilten tranen vlieten, Schreit en kermt men : dood ! ô dood 1 Uit der krijgers dichte rangen Stijgen vaderlandsche zangen... Zwijgt ! ô zwijgt ! tergt niet de moeders Die betreuren man of zoon.. Denkt aan uw gevalien broeder», EiBcht geen ijdele eerekroon, Waarin roode paarlen prijken, — Parelen uit menschenbloed ; Vlucht dia eerzucht, dempt die woed. Gieren zweven over dijken Menschenlijken ! Menschenlijken ! 't Schouwspel, dat zich thans ontvouwt, Wordt met ijzend oog aanschouwd... Op die rots van Nijd en Ramp Liggen duizend onbek«nden. Wreed is deze menschenkamp. Onbeschrijflijk is de ellende!.., Bloed. ô bloed, weg, duistre schimmen 1 Weg! ô weg! laat liefde glimmen I Stilt 't ontzettend taoodgeschreeuw ; Vloelrt de schanddaad dezer eeuwl Luistert gretig naar de bsde : Volkren, broedors, lesft in vrede 1... Gentj September, 1915. Isidoor ALUNIT il isïcn lier burgerlijke b8¥oiking in het Het zal weldra één ja^r zijn geleden dat het huidige front op het westelijk oorlogs-tooneel werd gevormd. Een jaar dat dààr de mauschen, die zich alleenlijk door de rede en het gezond ver-stand boven de dieren verheffen, met meer-dere razernij en haat elkander aanvallen, wonden en dooden, erger dan wilde beosten het doen. Een jaar, dat de gansche nijverheid stil ligt, dat de behoeftigen — en wie is het niet in dit geval ? — moeten leven van den offi-cieelen toegestanen onderstand. Een jaar, dat wij slechts het gerommel der kanonnen, het ontploffen der bommen, het getiktak der rnitrailleuzenen het knallen der geweren hooren. Een jaar dat wij slechts gewapende »oI-daton, oorlogsmaterieei, gekwetsWn, dooden en krijgsgevangenen zien. Een jaar dat wij in do pers de oorlogsbe-richten volgen zonder/da-t iemand weet wan-neer wij h«t einde dezer wereldr&mp zuillen beleven. Een jaar van onrust, wreede werkloosheid, duur leven, zorg en kommer, lijden en ge-brek.Dit ééne jaar heeft er voor velen tien go-duurd. D# menschen zijn vermagerd, gnjs geworden, vervelen zich. En wie zal de verandering in zede en ka-rakter beschrijven dezer bevolking die v66r den oorlog betrekkelijk gelukkig was^ wier grootendeols dank aan de »ocialisti»chen strijd verhoogd peil solidair gevoel en men-schenwaarde, thans lager gedaald is dan het ooit was 1 Wij leven zooals in de overoudo tijden, toen de gemeenten aîzonderlijk werden bo-heerd, van de gemeenschap waren a£g«slo-ten.Thans ook weten«wij niet meer wat er één uur verder gebeurt, wij worden volkomen vervre^md. De gemeenschapebanden zijn af-gesneden en komt er ee^s bij toeval eenig nieuws van andere geweston of gemeonten het wordt als een loopend vuur rond gedra-gen, hoe tendentieus het soms ook is. En de levensmiddelen verschillen van gemeenten tôt gemeenten, voorbeeld : de a-ard-appelsn zijn te Dadizeele, Ledeghem en op enkele andere gemeenten aan 6 à 7,00 fr. de 100 kilogr. Te Moenen betaalt men van 10 tôt 12 fr. ; te Komen 15 tôt 20 fr. ; te Tourcoing 24 à 25 fr. om te liijsel tôt 40 fr. te gaan. In sommige streken dan nog hebben wij eene echte geldkrisis. Voorbeeld : Te Mee-nen geeft men aan de ondersteunden stads-bons, arbeiders die werken voor het Duit-sch militair bestuur worden betaald met oor-logsbons ; de vrouwen der militairen krijgen stadsbriefjes en oorlogsbons. In geen enkel winkel of magazijn wil men die bons en stadsbriefjes voor hunna voile waarde aanvaarden. De groote handelaars moeten hunne waren met bankgeld inkoo-pen en in détail afzettende ontvangen zij niets anders dan boven aangehaa;de bons. Daardoor verdwijnt hier gestadig het bankgeld en... om daaraan te geraken geeft men 12, 15 tôt. 20 per hondsrd bij de uitwisseling. Die 12. 15 of 20 per hondered worden na-tuurlijfc op de détail-inkoopers ingehaald zoodat men voor 1 fr. waren thaus tôt 1,20 moet betalen. Z66 ziet men de kolen-handelaars zeggen ; 39 of 40 fr. per 100 kil. koleii met bankgeld; 45 tôt 48 met stadsgeld < oorlogsbons. Die voorbeelden zijn toepasselijk op aile waren. Do moeilijkheid van verkeer, de afzonder-lijke beheerde gemeenten, al» gevolg der be staande oorlogstoe3tanden worden aldus tiendubbel uitgezweet door de werkende, arme en middenklassen. Vloek aan hen die al dit onheil, al deze rampen en weeen over Europa hebben doen losbarsten. Meenen A. DIERKEN8 In het In het «Berliner Tageblatt» vertelt Walter von Hollander, ^en Duitsch officier, van een gevecht waarbij hij den psychologischen (zielskundigen) toestand van den soldaat voor en in den strijd zeer aardig schetst. De oude soldaat ruikt onmiddellijk dat het een warme dag wordt. Een uuchtere koorts grijpt allen aan. Doodsangst? Niemand heeft angst. Een enkele, die nog niet velen heeft zien sterven. Maar in de diepte van zijn hart gelooft niemand aan zijn dood. «Gij kunt wel sterven, of die en die, maar ik niet.> Het verstand weet, dat «ik» ook wel eens sterven kan. Maar op dezen koelen morgen, bij dit boschje, voor dezen heuvel neen, daar kan de ik ni?t sterven. Sterven is niet zoo gemakktlijk ®d «ischt rijpelijk overleg. Op een avond hadden d© Rua&ea zich ge- nesteld in een groote hoeve met daarm&e verbonden heuvel en rechts daarvan een moeras. Zoo deelden de patrouilles mede. Onze heuvel, steil en breed, de heuvel, dien wij nemen moesten,had zeven honderd meter schootsveld. Dat vertelde ons de kew.rt. Ze-ven honderd meter schootsveld, dat is niet aa,ngenaam, maar wij hadden erger vol-bracht, toen en toen en toen, bij al de ver-vloekte nesten, die men niet kan uispreken. Zevenhonderd meter schootsveld, dat kost menigeen arm, b&en of leven. Zeven honderd meter schootsveld en daarboven de snaterende ganzen van het kapitool der ma-chinf>geweren. De nacht zal echter den weg verkorten. het duister ons pantseren. Wij zijn niet vroolijk, en niet op ptogen, mis-schien een beetje sentimenteel. En ook hon-gerig. Dat staat met elka^ir in verband. Onze meester, de buik, onze koning, de honger heerschen over ons. Ons hart is gevlucht van de tyrannie weg naar Duitschland. Ona hart woont in heldere kamers, slaapt in breede bedden, bemint schoone vrouwen.ons hart doet allerlei dingen. Koning buik knort. Vandaag heeft hij echter zijn jr.eester gevonden. Het bevel is nog sterker dan hij. Eindelijk komt het. Het wachton in het onverdragelijkst. Eene korte onderrichting. De riemen worden aangetrokken. Niets mag rammelen. Rammelen kan voor v®len de dood zijn. Ieder weet dat. Dan rukkan wij op. Zoo zacht als het gaat, op onze bospij-kerde zolen. Zacht gaat hot commando van man tôt man. Een handdruk, hier en daar hoort men een adres. Dan komt hot veld. Wij marcheeren nog in gesloten gelederen. Het bloed popelt nu toch een beetje. Ieder* meter, dien wij onontidekt roorwa^rts komen, beteekent het leven van velen. Het is h eerlijk donker. Alleen de gezichten van de vier meest nabijzijnden kan ik herken-nen. Het andere is eene reusachtige slang, die door de stoppelo glijdt langpi den heuvel. Onmiddellijk kunnen we in het licht verdrin-ken. Zoeklicht. Liggen. Het i.i overbodij het te roepen. Allen liggen al, als aan den grond gekleofd. Het gesnater der ganzen begint, een fluiten, een zingen, een kletteroa, een gonzen. Wij kussen u aarde, wij klampen ons aan u vast. Bescherm ons, modder, vriend en reisgezel van vele maanden. Of de perzik-boom in den tuin gebloeid heeft 1 Een kogsl smijt. mij modder in den inond. Ik spuw uit aile macht. Vijf minuten. Mijn horloge ligt stil. Achter mij lacht iemand als bezeten. Mijn oppasser. Wat is er aan de hand 1 Ze uchia-ten te hoog. Hij schudt van het lachen. Mijn buik knort. Ik ga op den rug liggen. Boven een paar sterren. Een zachte melodie. Ik fluit. Neen, het fluit uit mij. Kindertconee-len, een biddend kind bij lamplicht. Dit too. neel kunt gij slechts zoo spelen, lieve zuv ter. Nu zijt gij gestorven. En ge zijt niet in den oorlog geweest. Ge hadt angst voor ons en wij leven. Tien minuten. Het zoeklicht loopt verder, eindelijk. De ganzen zwijgen. Wij staan op. Het is een beetje heet in den kouden nacht. Wij gaan nu uit elkaar. Elke twintig pas een man. Wij gaan in acht liniën. Ik heb de voorste linie. Vijfhonderd meter vooruit en ingegraven, is het bevel. We gaau langzaam en gebogen. Hard loopen zou ou» kunnen verraden. Tien minuten hebben we noodig. Dat is niet aangenaam. In tien minuten kan men allerlei denken. «Zijn geheele leven ging iijn oogen voor-bij». Neen, dat is het niet. Het is veeleer een op hol geslagen dra^tooneel met ver-warde voorstellingen, blïksemsnelle bios-coop-beelden, dwaasheid en de dierbaarst? idiotismen. Een dwaas liedje gaat door mijn hoofd. Ik kan het niet kwijt raken. Weer d« eerste regel. Wij zijn er. Maar nu hebben de ganzen ons toch erkend en eer de ont-fermende aarde ons opneemt, — een kogpl-regen klettert op ons neer — boren twee, zes, acht kreten zich in mijn hoofdj gevolgd door een steunen. Wij graven om ons leven. Dit klinkt mooier dan het is. Dan wordt het kalmer. Alleen het kermen duurt voort. Wij liggen hier to wachten, tôt men on» verder zendt. Het heele denken is dan met wachten gevuld. Ach, God, als dat wachten er niet was, was de oorlog teeds lang ten einde. V66r ons stijgt dreigend de heuvel omhoog. Hij slaapt. Nog slechts honderd meter. Als die ganzen er maar niet waren. Naast mij lacht weer iemand. Een verweerd mannetje, gedrukt, g;ebuild door het leven. Onze oudste vrijwilliger. Dat het mij niet treft, zegt hij. En hij grinnikt in zijn baard. Wat is daaraan zoo komiekî Eerst wilde ik getroffen worden, dan wordt ge natuurlijk niet getroffen. Nu wil ik niet meer getroffen worden en nu wordt ik ook niet getroffen. ik zwijg. Mijn hoofd staat niet naar praten. Ik moet aan iemand denken. Ik voel het, deze iemand denkt aan mij. En ik kan niet vinden wie het is. Ik neurie 't oude liedje: «Wie weet of wij elkaar weder zien.» Het mannetje grinnikt alweer. Wederzienî Ja, wie dat kan 1 Hij wil vertellen, hij moet vertellen, ik merle het. Ik vraag hem dus en hij vertelt. Een hoel eenvoudige gesheiedenis. Hij was kolensjouwer geweest. Ten slotte was hij getrouwd. «Veel waard was re niet, maar ik ootk niet». Na twee, drie jaren — «kinderen hadden we niet» — is hij kolensjouwer aan boord van een vrachtboot geworden. Eerst naar Amerika, dan naar Châta, dan op en neer. Geeien heeft hij niet veel meer dan de machinekataers eu vaak dm» outlaa il aar -- fê. 277 Prijs per nunimer : roor Bolgié 3 contiemen, vooi dan Vreamdeo centième Tsîsfoosi t ftadact&ie 24"3 - Adenini!sts,^fIo 2845 Q nsdaq 5 GCTOBEK lïiiQ

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Vooruit: socialistisch dagblad appartenant à la catégorie Socialistische pers, parue à Gent du 1884 au 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes