Vooruit: socialistisch dagblad

658 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1916, 01 Octobre. Vooruit: socialistisch dagblad. Accès à 30 septembre 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/wp9t14vz8r/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

WUMMM 32° Jaar» — N. 273 Prijs per nummer : voor België 3 centiemen, voor den Vreemde f? centiemen ïmprm&mtMsi telefoon e Hedaotla247 - Administratie 284b wsMMMWMttmiaasaia Zondaq 1 October 1&%& Dnikster-Urtgeefeter fsm: Maatschappij HET LICHT , bestuurder » P. DC VISCH. Letfeberf-Ocnt l . REDACTIE .. ADMINISTRATIE HOOGPOORT. 29. GENT Verschijnende alle dagen. ABONNEMENTSPRIJS BELGIË Drie maanden. . ,(,p, . f». 3J2& Zes maanden • , . » . fr. 6.50 Een jaarfr. ILM Men abonneert dek op alle posftgretta* DEN VREEMDE Drie maanden (dagelijks verzonden^ • . ... tri EMtmmiiacci VERORDENING In den nacht van 30 September op 1 October moeten de uurwerken om 1 uur op 12 uur terug gezet worden. Het uur 12 tofc 1 zal dus in dezen nacht tweemaal verschijnen. Het eerste uur 12 tot 1, het welk nog tot den 30 September behcort, zal als 12A, 12A 1 min., enz., tot 12A 59 min., en hie uur 12 tot Ij met hetwelk de 1 October begint, als 12B, 12B 1 min., enz., tot 12B 59 min. be-teekend worden. Voor 't overige zie Verordening 156 van 26 April 1916 (Etappen-Verordeningsblad n. 32, blz. 235). Ministerie van oorlog. BERLIN, den 19 September 1918. In Vertretung, T. WANDEL KAARTEN ÓP TAFEL 11 Le Bien Public durft geen kaarten op tafel spelen. Hij wil of durft zijn ongelijk niet bekennen en 't is daar zijn ongeluk. Hij vindt dat het kleingeestig ia van on-zentwege, als wij zeggen dat de christelijke zedeleer failliet gemaakt heeft, omdat zij tot op heden de wereld niet hernieuwd heeft. Het blad voegt erbij : Het failliet van de christene zedeleer zou maar met recht mogen uitgeroepen worden, dan als wanneer die zedeleer de misbruiken waarover de verdrukten zich beklagen zou kwijtschelden of wettigen. Ah pardon, Bien Public, aldus zijn wij niet getrouwd. lit .[-. Uwe stelling ware aannemelijk en juist, indien het Christendom zich uitsluitelijk be-.woog. op filosofisch terrein, zonder zich te bemoeien met economische vraagstukken. Maar gij weet dat zulks het geval niet is, nog aangenomen dat er enkele ohristelijke kloosterorders zijn, die leven in volkomen contemplatie of bespiegeling. De gewone kerk, zooals wij ze aan het werktien, verkeert over 't algemeen in dien too-.sfeiid. niet.ittj.«Cjij< Zij houdt zich bezig met gansoh wereldache laken en in hooge mate met politiek. Wat meer is, de kerk heeft getracht posi-'riè' te kiezen in het maatschappelijk vraagstuk, en dit op officieele wijze, sedert de verschijning der encykliek «Rerum Nova-ïum» ender het pausdom van Leo XIII. En de kerk en Le Bien Publia aarzelden ïtiet van te zeggen, dat de bevredigende oplossing der sociale vraagstukken eene kwestie is van zedeleer en wel van godsdienstige Eedeleer. Maar dan, Bien Public, vervalt uwe stel-(ling(, die gij maar vooruit stelt « pour les jbesoins de la cause » en om langs een aoh-1 terpoortje schampavie te spelen. ] Wij waken, kameraad 1 Als het waar is dat de maateehappe'■lijke'■ kwestie slechts een vraagstuk is van !godsdien8tige zedeleer, dan moet gij kunnen wijzen op de sociale uitslagen door die «ede-leer bereikt.. Waar zijn ze, als 't u belieft 1 Toon ons die uitslagen I Gij zult dat niet 'doen, gij kunt het niet, want die uitslagen zijn nul. Wanneer de christene werklieden pogingen willen doen tot verbetering, houden zij geen zedepreken, maar zij nemen hunnen toevlucht tot strijdorganisaties, tot klassen-groepeeringen, juist gelijk de socialisten en van hen afgekeken. Nietsiis natuurlijker. De christelijke werklieden gevoelen zoo goed als wij, dat het niet genoeg is van in naam der godsdienstige zedeleer te zeggen: ik keur dat kapitalistisch misbruik niet goed, maar dat er door invloed en werkersmacht, door strijd en solidariteit daartegen moet gewerkt worden. Hebben christelijke werkers soms nog nooit tegenover christelijke patroons gestaan, beiden met dezelfde zedeleer 1 Wat misbruik bestaat er bij patroonsvrijdenkers, dat niet bestaat bij christelijke patroons ?^' *|#'i Wij zouden het met nieuwsgierigheid vernemen en het eerlijk bekend maken. Wel weten wij dat in landen waar het katholicisme den toon niet geeft, de sociale toetenden toch ten minste voor de werklieden dragelijker zijn dan in het van katholicisme doorweekte België en vooral in de vlaamsche provinciën. Wat meer is, de rechten der werklieden ' zijn over het algemeen uitgebreider in de anti-klerikale landen dan in de katholieke 'landen. Dat weerlegt afdoende de bewering van Le Bien Public, als zou het Christendom de samenlevingen vervormd hebben die ' in hem geloofd hebben. Het verkeerde is waar. # # # Er is een tijd geweest, zegt Le Bien Public, dat het socialisme den gadtsdiensti-gen invloed trachtte af te leiden van zijn yoorwerp, om dien invloed ten zijnen voor-deele te bemachtigen door zioh aan te stellen als den reehtstreekschen erfgenaam van net Evangelie. Pardon, Bien Public, dat dient weerlegd °* ten minste uitgelegd te worden. , "ij hebben nooit geloochend —- en wij ', "' het nog niet — da* er schoon*, «dele " -'irifte» ia kei EvauwHe yoerkw»- Maar wij hebben er altijd op gewezen, dat die verhevene woorden niets dan woorden waren, die door de kerk tot geene daden , werden verheven of niet konden verheien worden te midden eener kapitalistische samenleving. Er kan van geene liefde tot den evenmensen sprake zijn in een wereld, waar den eene zijn dood den ander zijn brood is. En wij hebben aangetoond dat die schoo-ne christelijke spreuken maar van toepassing konden worden in eene socialistische maatschappij, waar de menschhedd opgevoed wordt in de solidariteit, in het naderen der sociale gelijkheid, om aldus het ideaal te bereiken van het: Een voor allen en Allen voor Een. Le Bien Publio loochent dat wij nog op hetzelfde standpunt staan. Hij bedriegt zich. Wij zijn neg altijd dezelfden, wij nemen het goede waar wij het vinden, ook in het Christendom. En namen de katholieken hetzelfde standpunt in, dan zouden zij ons beginsel aanzie. ,/ls het eenige dat door zijne stoffelijke vervorming der wereld, de hooge zedelijke voorschriften van ■ het katholicisme en van nog andere godsdiensten tct verwezenlijking, tot toepassing zou kunnen brengen. En Le Bien Publio vervalt in de grofste dwaling, als hij meent dat hij het monopool heeft der zedeleer, zelfs van de christelijke «edeleer. Wij cok tellen christenen in onze rangen, die zich als socialisten in hunne godsdienstige overtuiging in niets gekwetst gevoelen : wel integendeel; zij voelen zich eerder gesterkt, bij hun eigen zeggende: het geloof zonder de werken is een dood geloof. Onthoudt dat Bien Public en leert hetaan uwe lezers.F. H. In Én Dolfsolieo Rijksdag MIJNE HEEREN! Toen na de oorlogsverklaring van Italië aan Oostenrijk-Hon-gaïije onze~gezant Heme verliet, hebben wij aan de Italiaansche regeering medegedeeld dat zij in den strijd met Oostenrijksch-Hongaarsohe troepen eok op Duitsche troepen botsen zou. Deze soldaten hebben dan met hunne Oostearrjksch-Hongaarsche kameraden vereenigd aan het Italiaansoh front gevochten. Zco was de facto de oorlogstoestand ingesteld. Eene vormelijke oorlogsverklaring volgde echter niet. Italië schuwde openlyfc de erge gevolgen, die zijne economische betrekkingen met ons na den oorlog zouden moeten ondergaan. Ook zou men te Rome graag het initiatief op ons geschoven hebben. Wij echter hadden geen lust het spel voor Italië te spelen; dat onze taktiek de juiste was, toonde de onOnderbrokene inspanning der Ententemaohten van Italië tot de oorlogsverklaring te bewegen. Een jaar lang weerstond de Italiaansche regeering. Eindelijk hebben de duimschroeven, die Engeland met de zelfde onverbiddelijkheid als op de Neutralen ook op zijne verbondenen aanzet, te sterk gedrukt. Italië is in zijne oorlogsvoering van Enge-lands kolen en van Engelsch. geld afhankelijk. Zco heeft zich ten slotte geschikt. Den doorslag heeft zekerlijk de Engelsche dwang gegeven, terwijl ook de Italiaansche Bal-kan-aspiraties kunnen medegewerkt hebben. Zooals bekend wenscht Italië op den Balkan ook met gebiedsdeelen uit te breiden, die in de natuurlijke belangensfeer van Griekenland vallen. Om niet gansch uitgeschakeld te worden scheen voor Italië de deelname aan de Sarrailsche expeditie gewenscht. Dat alweer voerde tot herhaalde botsingen tusschen Italiaansche en Duitsche troepen in Macedonië. Zoo ontstond de oorlogsverklaring, aan ons. Terzelfdertijd heeft zich ook Roemenië bij onze vijanden aangesloten. Onze betrekkingen tot Roemenië voor den corlog berustten op een bondaverdrag dat eerst alleen tusschen Oostenrijk-Hongarije en Roemenië gesloten, door toetreding van Duitschland en Italië uitgebreid was geworden. In het verdrag hadden zich de verdragsluitenden tot wederzijd'sche wapenhulp in geval van een onuitgedaagden aanval van derde zijde yerplicht. Als de corlog uitbrak, vertegenwoordigde koning Karol met energie de opvatting, dat Roemenië, dat aan de centrale machten 80 jaren een verzekerd politiek bestaan en een ongehoorden opbloei dankt, niet alleen volgens den tekst van het verdrag maar om de eer van het land zich bij de Centrale machten zou moeten aansluiten. Als eene verloochening van het bendsver-drag kwam aan den afgestorven koning het voorwendsel voor, dat Roemenië van de Oostenrijksch-Hongaarsche demarche in Servië niet ingelicht werd en cok niet daarover naar een oordeel werd gevraagd. Maar in den beslissenden krijgsraad drong de bejaarde koning met zijne meening tegen de regeering niet door, welker ministerpresident over alle bestaande verdragen heen van den aanvang af met de Entente sympathiseerde. Korten tijd daarop stierf de koning ten gevolge van het hartzeer, welke het bewustzijn dat Roemenië zijne bohdge-nooten verraden had, hem bezorgde. De Roemeensche politiek onder de leiding van Bratianu ging thans daarop uit, zich cp kosten der in den wereldoorlog onderliggende partij te verrijken zonder groots stimJ*-8IS&m. JtSSBSSR: 1st. .Jks£&*VJbL gepasten tijde te erkennen op welke zijde de zege eindelijk neigen zou en dan het gunstig oogenblik voor de aansluiting niet te laten voorbijgaan. Na het eerste oorlogsjaar, vermoedelijk na den val van Lem-berg sloot Bratianu reeds achter, den rug van zijn souverein een neutraliteitsverdrag met Rusland, na den val van Przemysl hield hij den tijd voor gekomen om zich met onze vijanden over het Judasloon te verstaan. De onderhandelingen mislukten in-tusschen. Rusland wenschte zijn eigen ongehoord landbezit door de Boekowina te ver-grooten. Op het Banat had Servië zijne oogen gericht, terwijl Roemenië niet alleen de Bcekowina, maar ook het gansche Oosten-rijksch gebied' tot aan de Theisz voor zich wil hebben. Zoo kwam men tot geen besluit. Maar Roemenie's neutraliteit nam immer meer den vorm aan eener eenzijdige begunstiging der Entente-machten. Om de Engelsche hongerblokkade te endersteu-nen, zocht men het door ons gekochte graan achter te houden, en er was van onzentwe-ge eenen zeer energieken druk ncodig om het vrij te krijgwn. Na de doorbraak van Gorlice twijfelde Bratianu of hij op 't goede paard zat. De zwevende onderhandelingen met de Entente stokten. Want immer was het de militaire toestand, die Roemenie's politiek bepaalde. Toen dan het Russisch offensief in die verleden lente kwam en terzelfdertijd en daarna de aanvallen aan de Somme begonnen, geloofde Bratianu de ineenstorting der centrale machten voor zich te hebben, en hij besloot aan den vermeenden lijken-roof deel te nemen. Ook de machten der Entente hadden nu bij hare onderhandelingen met Rumenië vrijer handen dan vroeger. Servië was overwonnen. De beschermers der kleine en zwakke staten hoefden geene rekening meer te houden van zijne vroegere aan-hechtingswenschen. Zij zouden zich tegenover Rumenië vrijgeviger toonen. Ten halve der maand oogst werd de heer Bratianu het met onze tegenstrevers in beginsel eens in het handelen. Den oogenblik om er op los te gaan behield hij zich voor en hij deed hem afhangen van gewiss» vooruitzettingen van krijgskundigen aard. Tot dan toe had de koning ons herhaaldelijk, in den kort-bondigsten vorm verzekerd, dat hij in alle omstandigheden wilde neutraal blijven. Op 5 Februari van dit jaar had de duitsche afgezant van Rumenië mij 00 bevel des konings ten stelligste verklaard dat zijne majesteit de onzijdigheid van Rumenië voort hoog wilde houden en dat zijne regeering in staat was om die onzijdigheid verder staande te houden.(Luistert 1 Luistert!) 'Heer Bratianu verklaarde aan baron Büsche dat hij zich tien volle aansloot bij de gezeg-dens van zijn koning. (Levendig geroep: Luistert! Luistert!) Wij hebben ons door dat alles toch niet laten bedriegen. Over dé onderhandelingen van Bratianu gedurende de maand oogst waren wij voortdurend ingelicht. Voortdurend, hun herinnerend aan zijne onzijdig-heidsbeloften, maakten wij den koning opmerkzaam en wezen wij hem op de geheime onderhandelingen en knoeierrjen van zijn opperminister. Hetzelfde deden wij tegenover de talrijke politieke factoren van het rumeensch rijk die vastberaden ten velde trokken tegen den oorlog. De koning verklaarde dan herhaaldelijk dat hij niet geloofde dat Brantianu zich tegenover de Entente verbonden had of aan het verbinden was. Drie dagen vóór de oorlogeverklaring nog heeft de koning tot onzen afgezant gezegd dat hij vast wist dat de overgroot» meerderheid van zijn volk den oorlog niet wenschte. (Luistert! Luistert!) Aan een man van vertrouwen heeft de koning nog denzelfden dag verklaard dat hij het bevel van mobilisatie niet zou onderteekenen. Op 26 Oogst, dus den dag vóór de oorlogsverklaring, zegde de koning tot jlen oostenrijk-hongaarschen afgezant dat hij van den oorlog niet wilde weten. (Luistert! Luistert!) Als een echt curiosum moet ik er hier nog op wijzen dat de heer Bratianu op denzelfden dag den oostenrijk-hongaarsonen vertegenwoordiger verzekerde dat hij vast besloten was de onzijdigheid in stand te houden. De uitslag van den krijgsraad, die voor den volgendan dag samen geroepen was, zal de waarheid en den ernst zijner woorden bewijzen. (Beweging in de zaal.) Ook nog op 23 oogst waren de machten der Entente er nog niet over opgeklaard op welk tijdstip Rumenië ons den oorlog zou verklaren. Dat wisten wij zeer'goed uit ver-trouwbare bronnen. Maar dan hébben de gebeurtenissen zich zeer snel opgevolgd. Volgens inlichtingen die ik voor/ ten volle ver-trouwbaar mocht houden, stelde Rusland plotselings het ultimatum dat het over de rumeensche grenzen zou oprukken indien Rumenië niet Vóór den 25 oogst er op los zou geslagen zijn. Of dit ultimatum eene comedie was, die met het geknoei van den heer Bratianu op touw gezet was om den aarzelenflen koning in het spel mee te slepen, kan ik voor den oogenblik buiten zaak laten. Maar de dobbelsteenen vielen, want de heer Briand had in eene zijner laatste redevoeringen op zeer inlichtende manier de schoonheid en de hoogheid der handelwijze van Rumenië geprezen. (Gelach.) Politieke toestanden, onder dewelke de woorden van ministers en koningen niets meer waard zijn, laten de idealen van vrijheid, .JJSSgSJtóHiMWA SA . de Entente kampen wil, aldus in een zeer twijfelachtig licht voor onze oogen verschijnen. (Zeer juist!) Sedert het begin van den oorlog heeft Rumenië, zooals ik reeds zegde, zijne roofpoli-tiek uitsluitelijk afhankelijk gemaakt van de kansen die het meende te zien in den al-gemeenen oorlogstoestand. Rumenië zal zic'i onder krijgskundig oogpunt juist zoo ellendig mistekenen als het zich onder politiek oogpunt met zijne handlangers der Entente misrekend heeft. Men hoopte zoo hartstochtelijk toch dat de rumeensche deelname aan den oorlog voor gevolg zou gehad hebben dat Turkije en Bulgarië zich van ons zouden los gerukt hebben. Maar Turkije ejn Bulgarië staan daar niet als Rumenië en Italië (Zeer juist!) Vast en onwankelbaar staan zij daar in hunne bonds-getrouwheid. En op de slagvelden der Do-brudscha heeft die bondgenootschap reeds glanzende overwinningen behaald. (Levendig geroep: Bravo!) Zooveel heb ik voor den oogenblik te zeggen over de politieke gebeurtenissen. Op dg slagvelden woedt de nijdige strijd, in oost, west en zuid. Sedert het begin der maand juli duren aan de Somme vast zonder eenige onderbreking de verbitterdste aanvallen der fransohe legers voort. De gezamenlijke en groote offensieve der legers van de Entente, die zoolang reeds voorzegd en aangekondigd was, heeft daar een aanvang genomen. Thans moet het lukken. Het front der gehaatte Duitschers zal doorbroken worden, Frankrijk en België zullen bevrijd worden, en de oorlog zal over den Rhyn heen naar Duitschland overgebracht worden. Maar wat is er eigenlijk gebeurd? Wel hebben de Fransehen en de Engelschen voordeden behaald, wel zijn onze eerste verdedigingslijnen op den afstand van eenige kilometers terug gedrongen, ook zware verliezen aan menschenlevens en krijgsmate-riaal hebben wij te beklagen...' Maar dat alles was toch onvermijdelijk bij eene op zulken maatstaf op touw gezette en ondernomen offensieve. .. Maar datgene wat onze tegenstrevers stellig verhoopten en nastreefden, eene in het grootseh uitgevoerde doorbraak, de volledige vernieling van onze stellingen in het westen, dat ia niet gelukt! (Bravo !J Vast en ongebroken staat ons front. Hard en zwaar is de kamp daar buiten langs de Somme en daar laat een einde zich nog niet bespeuren. De strijd zal daar nog meer offers kosten. Nog den eenen of den anderen loopgracht, nog het eene of het ander» dorp mogen daar verloren gaan, maar doorbreken doet men niet! Borg daartegen staat onze leiding, borg daartegen staat de onvergel ijkelljke dapperheid der duitsche troepen van alle stammen. (Levendige bijvalskreten). Ook in het oosten woedt die kamp verder. Nadat die op groote schaal aangelegde poging om door te breken door de troepen van aartshertog Karl en generaal von Linsingen tot staan gebracht was, hebben daar, in overeenstemming met de groote offensive in het westen, nieuwe, zware russische aanvallen plaats gehad in het westen van Luck langs de Narajawka, zoowel als in de Karpathen. Onder bloedige verliezen voor de Russen zijn al deze aanvallen afgeslagen geweest. Maar ook hier zal de kamp nog verder voortgezet worden en even zoo zeker als ginder zal hier stand gehouden worden, dank aan dien onvergelijkelijken heldenmoed van ons leger. (Bravo!) Gedurend» de laatste maanden is verder het groot balkanplan der Entente rijper geworden dat voor doel heeft onzen vierbond uiteen te rukken, de gemeenschap tusschen Duitschland en het Oosten te vernietigen en Turkije, Bulgarië en Oosten-rijk-Hongarië, het eene land na het andere, te vernietigen, om dan alle krachten té samen te kunnen brengen tegen Duitschland alleen. Ruim gedurende een heel jaar is met het oog op dit plan in Saloniki een sterk leger'op de been gehouden geweest. Nieuw» afdeelingen komen er nog voortdurend naartoe. Fransche en Engelsche koloniale troepen, een mengelmoes van alle volkeren der aarde worden daar met Russen, met Serviërs en Italianen, ten slotte nog met Portugeezen samengedrild. Door zijn verraad kwam ook nog Rumenië de lijst volledigen. Een andermaal vraag ik mij af wat er eigenlijk gebeurd is. De toestand van onze trouwe en dappere bondgenooten is onaangeroerd gebleven. Oostenrijk-Hongarië staat met ons te samen pal aan het oosterfront van aan de kusten der zee van Naracz tot in Sieben-bürgen. Da Turken kampen in Galiziën, duitsche, bulgaarscite en turksch» troepen hebben in de Dobroudscha de Rumenen yers lagen. Trouw vereenigd strijden zij in Macedonië. Het plan der Entente, in de Dobroed-scha en in Macedonië eenen beslissenden slag te voeren, is van bij zijn ontstaan getroffen. Terwijl het Salouiki-leger zwakke vooruitstooten niet te boven gekomen is, zijn Duitschers, Bulgaren en Turken naar het Noorden getrokken, In plaats van zooals onze vijanden dachten, Russen en Roemenen naar het Zuiden. In 't geheel dus: aan het Sómmefront enkele successen des vijands, die echter aan den gezamenlijken toestand niets veranderen. Voor het overig» gevolgrijke afweer van alle vijandelijke aanvallen en door-schrapping der vijandelijke inzichten, op den Balkan een mislukken der vijandelijke plannen, zoo gaat dj» ongehoorde oorlog Immer nieuw» volkeren storten zich in het bloedbad. Ten welken einde? De oorlogsdoeleinden, welke onze vijanden steeds onverholen verkondigen, dulden geen mdé-verstand: landhonger en vernietiging. Ik heb immer wedier daarover gesproken: Konstantinopel voor de Russen, Elzas-Lo-tharingen voor de Franschen, Trentino en Trieste voor d% Italianen, en Zevenburgea voor de Roemenen. Sinds den eersten dag was ons de oorlog niets anders dan de verdediging van ons recht op leven en vrijr head. (Bravo!) Derhalve hebben wij de eersten en éénigen onze bereidwilligheid voor vredesonderhandelingen kunnen uitspreken. Hoe Rusland zijn staatkundig leven inricht, autocratisch of grondwettelijk, dat is Ruslands zaak. Ik verlies geen woord daaraan. Ik vertegenwoordig slechte Duitsche belangen; slechts de achting voor Duitsche rechten en Duitsche belangen is het, wat wij in vrede van de andere mogendheden verlangen, zij mogen onder dit of dat regiem leven. En Engeland? Wat Engeland zich uit den verhoopten buit ia Klein-Azië, wat het zich aan koloniën wil. toeëigenen, laat het nog in 't duister. Maar het wil meer meer dan dat. Wat de Britten van Duitschland willen maken, daarover laten zij geenen twijlel: One teven als natte moet vernield worden, in militair opzicht weerloos, economisch verpletterd, van de wereld geboycotteerd, veroordeeld tot voortdurende ziekelijkheid. Ds* is het Duitecbland dat Engeland aan zijne voeten wil leggen. Wanneer dan geen Duitsche mededinging meer te vreezen is, wanneer Frankrijk zich uitgebloed heeft, alle oorlogsbondgenooten financieel en economische dienstbaar aan Engeland zijn wanneer de onzijdige Europeesohe wereld zioh iedere Eugelsohe meesterschap, ledere Engelsche zwarto-lfjst moeten laten wel-gevallen, dan to door een onmachtig Duitschland de droom der Engelsche we-reldheersohapptj werkelijkheid geworden. \ Voor dat doel kampt Engeland, met eene krachtaanwending zonder voorgaande in zijne geschiedenis, en met middelen dte-de eene verbreking van het volkenrecht aan de andere voegen. Daarom is Engeland onder alle de zelfzuchtigste, de verbitterdste en hardnekkigste vijand. Een Duiteehe ' staatsman die zich zou ontzien tegen dezen vijand ieder geeohffct, dien oorlog waarlijk bekortend strijdmiddel te gebruiken, zulk een staatsman diende gehangen te worden. (Stormachtige bijval.) Ik heb den 9 December .van verleden jaar en nadien herhaaldelijk duidelijk genpeg daarover geeproken. De hoeren Aequith en lord Robert Cecil drijven myne woorden aiet uit de wereld met de bewering, dat Duitschland volstrekt geene of slechte onverdraaglijke en vernederde vredesvoor-waarden bekend gemaakt heeft. Wü hebben het onze gedaan. Of waagt iemand te verlangen dat wij heden aanbiedingen doen, wanneer onze vijand, zooals heer Briand opnieuw gedaan heeft, eenen heden te sluiten vrede als eene vernedering, hei denken aas vrede als eene uitdaging, als een smaad voor de gedachtenis der dooden voorstelt? Zij zetten den oorlog voort, wijl zij hepen hun droombeeldig oorlogsdoel te kunnen be-reiken.Hunne verovaritngslust is Eet, die de schuld draagt, dat dagelijks de bergen der lijken zich al hooger stapelen. De fransohe hoofdminister zegde te zijne laatste rede: «Frankrijk strijdt voor eenen vasten en duurzame vrede, waarin internationale regelingen de vrijheid der naties veer eiken aanval behoeden.» Dat willen ook wijt Duitschland voor altijd behoeden voor eiken aanval. (Bravo.) Maar gelooft heer Briand, dat de denkbeelden welke onze vijanden vóór den oorlog tot hun verbond samenvoerden, fransche revanchepolitiek, russische veroveringsaucht, engelsche jn-sluitings- en wereldbeheerschersdrang, dat de haatgedachten ;de vernielingswil, de boy-cotteeringsstrekking, welke hunne politiek niet slechts thans in den corlog, maar ook voor den tijd na den oorlog bestemden, gelooft heer Briand dat aldus de bodem bereid wordt, uit denwelken internationale regelingen kunnen opwassen, die de vrijheid, de eer en waardigheid der naties en hunne samenwerking ten dienste der metuohheid en beschaving waarborgen? Of meent heer Briand dit hoog en ideaal doel te kunnen bereiken door eenen vernieilngsoorlog, waarin Frankrijks laatste jeugd wegsterft op de verwoeste slagvelden voor Verdun en aan de Sommei Om ons als achterlijke menachen te bestempelen, die in het belang der vrijheid moeten bestreden worden, is thans weer dé fabel opgestoofd geworden, als sou Zijne majesteit de Keizer zijnersijds door zijnen invloed bij den Ozar de ontwikkeling van Rusland in vrijhoidssin gehinderd hebben-Deze bewering — dit wil ik hier openlijk vaststellen — is onwaar. Ja, zij is zelfs vol. slagen het tegendeel van ie waarheid. Mijpe heeren. Ik wensch dat gij uit des* mijne woorden den graad van afkeer en verachting moget vatten, die ik gevoel voor de immer weder verbreide bewering, dat uit onbegrijpelijke toegevendheid, door mislukte verstandshoudingspogingen of zelfs ten gevolge van duisjtere' drijvia^ea a die het daglicht schuwen, niet aJle strijdmiddelen in hunne gebrniksmogolijkheid aangewend werden. (Bravo.) Met h*fc oog op 't vijandelijk, op iedes» breuk in onze iïmerlijke saamgsslotetilkeid loevend buiten-, law» wü ji bier nig* móm «o dn * bjgr^

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Ajouter à la collection

Périodes