Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit

461 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1917, 23 Decembre. Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit. Accès à 30 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/k649p2xv17/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

ZONDAGSBLAD ZONDAG 23 DECEMBER 1917 Stfblad van 44 VOORUIT „ Derde Jaargang — Nr 35 Prijs : 5 centiemen Stekelbaggetjes Schetsen uit het Oost-Vlaandersche Buitenleven rlnnr MnyDC ÇTPIk'KT TUTIT II. Dorpshanen. De blijde intrede van Bonifaas Klipsteen in « La Fleur d'or » verwekte eene herrie van belang : de kaart- en bil-lardspelers drukten hem stevig de hand en zongen het « Waar kan men beter zijn »; meneer Léon hield eene gloedvolle welkomrede, waarin hij de kennis van zijn Beulemans-Fransch aanwendde, -— tôt leedvermaak van hen, die hem verstonden, — om den heer-boer een spot-kleedje aan te trekken... en noodigde hem uit aan de ronde tafel plaats te nemen. Klipsteen bed'ankte, zette zich neer bij de honorabelen en bestelde een glaasje bier; maar hij weigerde de nieuwe Gouwsche pijp, hem met een lachend pruilmondje door 't jongste bakvischje aangeboden. Hij was geen rooker. Van lieverlede voelde hij zijne schroomvalligheid in 't nieuwe gezelschap wegslinken : 't zou beter gaan, dan hij zich had voorgesteld. Het verwonderde hem, dat de-zelfde heeren, die op 't Raadhuis, in de kerk en op straat zoo stijf-voornaam deden, in avondkring zoo uitgelaten vroolijk konden zijn. Ja, ja, 't zou beter gaan dan hij had gedacht ; de verbanning uit « Het Trekpaard » zou geene opene wonde in zijn hart laten. Dit gezellig avondzitje van aile dagen zou de eentonigheid van zijn vadsig rente-niersleven breken en hem — zoo beweerde zijne vrouw — wat meer mensch maken. Toen hij den volgenden avond naar de bijeenkomst ging, was zijn stap lichter, zijn gemoed opgeruimder, zijn binnentreden losser en ongegeneerder. Hij nam zijne plaats in aan de ronde tafel en bestelde zijn glaasje bier. 't Verwonderde hem wel een beetje dat zijn groet door eenige heeren niet, door anderen maar flauwtjes werd beantwoord, maar dat was denkelijk te wijten aan de on-verdeelde aandacht voor het spel eenerzijds en 't oplet-tend luisteren, anderzijds, naar de vinnige redekaveling tusschen meneer Léon en Janneken-Pauw, waarin deze laatste verstikt werd onder den frazen-vloed van zijne tegenpartij. Bonifaas Klipsteen luisterde mee, maar begreep er geen gebened'ijd woord van. Wel meende hij te verstaan, dat zij het hadden over « den invloed der maan op de water-zucht » maar de discussie was te hoog, te geleerd voor zijn boerenverstand. Toch luisterde hij : 't was allemaal zoo schoon, dacht hij, wat uit meneer Léon's mond vloei-de... vooral dat Fransch ; Klipsteen verstond er wel geen woord van... maar 't was toch zoo schoon. En aile avonden wisselde het gesprek af, over dit en over dàt : men begon schijnbaar onverschillig, deftig-stijf, maar naarmate alkool en gerstennat de hoofden ver-hitten, werd de tong losser, de gespraakzaamheid alge-meener, de uitboezeming vrijer, geestiger. Bonifaas luisterde, hij deed zijne hersenen geweld aan om te begrijpen, en werd op den duur... door die lange inspanning meer mensch, doch niet in den zin, zoo-als madamt Klipsteen hem had voorgespiegeld. Zijn denkvermogen werd langzarrterhand wakker en zijn ver-stand ging open voor vele zaken, waarvan hij voor zijne intimiteit met de honorabelen der ronde tafel geen benul had. Hij kreeg ten leste de overtuiging : dat meneer Léon meer onzin dan wijsheid ^grtelde en een onverzaadbare alkooldrinker was ; dat het flijmend sarcasme van Janneken-Pauw, meest voor doel had de aandacht van het gezelschap op zijne brillanten-ringen te trekken ; dat de jonge bakvischjes van « La Fleur d'or » — wanneer de heeren in geestelijke blijdschap geraakten — al te vette . mopjes voor hare jeugdige hartjes moesten hooren ; dat de notabelen — die hij, in den béginne, boven hem-zelf zoo hoog verheven waande !— maar flauwe grappenma-kers waren, met twee aangezichten : één, om in den pu-blieken omgang het volk te stichten, en één ander voor het onbespied-ongegeneerd avondverzet. Ja, de heer-boer werd meer mensch ; hij gaarde wijsheid op in menschenkennis, wat hem niet mogelijk was ■ geweest bij zijn vee, bij zijne veldvruchten, die geen leu-gen voor waarheid gaven, die 4iunne levenskrachten niet verzwakten in alkool en bier, die geene twee aangezichten hadden, maar zich immer vertoonden zooals de na-tuur ze had geschapen, oprecht, mooi of leelijk, sterk of zwak, ten blakke uit, zoodat hij er mocht op betrouwen, ten allen tijd, bij dag als bij nacht. Ja, de heer-boer werd wijs in menschenkennis, maar in plaats dat die wijsheid hem zou verheugen, bedroefde en verbitterde ze hem. Hij kreeg het heimwee naar 't opene, lachende veld, waar ailes zoo oprecht mooi en wââr was ; hij dacht met stille smart terug aan « Het Irekpaard », de landelijke herberg, waar de boeren, zijne geestverwanten, met hunne opene, eerlijke gezichten, den Zondagnamiddag doorbrachten in gezellig samenzijn, zonder bluf of aanstellerij redekavelend over hun bedrijf. Het gezelschap der verwaande bluffer s van de ronde tafel begon hem geweldig tegen te steken, maar hij miste de zedelijke kracht en diensvolgens d'en moed om er zich van los te rukken. Hij was de gewillige slaaf zijner hoog-moedige vrouw, die 't zij tôt hare verschooning gezegd, onbewust van het leed, dat zij haren man berokkende — hem bij den leiband voortsleepte naar de hoogte van haar egoïstisch levensideaal * * * Met de kermisdagen werd « La fleur d'or » het tooneel van een ander, een meer woelig bedrijf. 't Billard stond alsdan in een hoek, met een houten deksel beschut tegen stof en bierplassen ; toonbank en spiegelbuffet tegen den zijwand links ; de vleugeldeur in d'en achterwand wijd open. En in de gapende holte er achter, — eene lange, smalle danszaal — stroomde het kermisvolk 's namiddags en 's avonds zingende, hossende binnen, waar 't oorver-doovend geronk van een monster-orgel, de zweétende en vreugde-kraaiende paarkens in wiliden galop op den ge-boenden vloer rondjoeg. Het spreekt van zelf, dat de notabelen alsdan op eerbie-

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit appartenant à la catégorie Culturele bladen, parue à Gent du 1915 au 1928.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes