Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk

763 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1918, 03 Februar. Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk. Konsultiert 04 Mai 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/736m040g8q/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Vierde jaargang ; Nr 12. Prijs 6 centiemen. Gent. 3 Februari 1918. HQOFDREDACTIE : VROUWENSECRETARIAAT met medewerking van het Algemeen SECRETARIAAT en het week der VOLKSBIBLIOTHEKEN « DE STRAAL ». ALLERLEI Beheer : PEPERSTRAAT, 17. —«o»— ABONNEMENTEN: PER JAAR fr. 3,25 ZES MAANDEN . . » 1,60 DRXJ MAANDEN . » 1,00 Weekblad voor ons Vlaamsche Volk. INHOUD: Zelfbedwang. — Gedicht : Ter kerke. — Monica (2e vervolg). — S. Michielskerk. — De Houtskool. — Bloedzuigers of Echels. — Eenige spreuken aan den wijzen Salomon ontleend. — Vergelding (10e vervolg). — Luim. — Voordrachten en Lessen. Zelfbedwang. Eene deugd die elkeen beoefenen moet wil hij gelukkig zijn, is zelfbedwang. Zij is als een goede engel die altijd nabij blijft en u voor veel onheil behoedt. Leert ge die deugd niet vroegtijdig beoefenen, dan wordt ge niet alleen geen gelukkige vrouw, maar 00k allen, wien gij later tôt voorbeeld zult moeten dienen, kinderen, leerlingen, dienstboden of wie 00k, zullen er de treurige gevolgen van onder-vinden. Wij vrouwen zijn allereerst opvoed-sters; ons worden vroeg of laat jonge zielen ter vorming toevertrouwd, in onze hand ligt karakter, het geheele wezen van het geslacht, dat 3ojaren later het Belgischevolk zalheeten. Laten wij dan allereerst trachten ons zelf te veredelen, opdat zij, die tôt ons zullen opzien, ons kunnen achten enliefhebben, en aldus van ons zouden willen leeren. Zelfbedwang hebben wij noodig, zoowel in de eenvoudigste zaken van ons dagelijksch leven als in de verhevenste, zoowel bij ons zinnelijk als bij ons geestelijk genot. Bij het eerste vooral. Zelfbedwang bij aile zinnelijk genot is voor ieder mensch onmisbaar, zal' hij achtenswaardig mogen heeten. Zie slechts den dronkaard, den lichtmis; zij misten het be-dwang over zichzelf en werden daardoor lang-zamerhand de verachtelijke wezens, van wie gij het hoofd afwendt. En al komen deze ondeugden meer bij mannen dan bij vrouwen voor — toch, ging menige knaap zedelijk ver-loren, omdat zijne moeder hem niet wist voor te gaan in zelfbedwang. Gij zit, bij voorbeeld, aan tafel en smultvan het een ofander gerecht. « Hait, » zegt uw verstand, « nu niet meer. » Maar uw verhemelte, die verleider, roept u toe : « Kom, waarom niet? » En daar het aan-genamer voor u is, het laatste gelijk te geven dan het eerste, bezwijkt ge voor de verleiding. Dat is zwakheid, een zwakheid die u — bij herhaling — gevaarlijk wordt, ja zelfs uw leven kan verkorten. Diezelfde zwakheid ziet uw jongen later van u af, en hebt gij de macht niet uw vork neer te leggen, waarom zal hij dan zijn glas laten staan? Het schijnt zulk een nietigheid, die paar hapjes te veel iederen mid-dag,het schijnt een grap,en toch is het zulk een hoogst ernstige zaak. U we kinderen bemerken al uw doen en laten, zij vangen ieder woôrd uit uw mond op als een orakel. En in plaats dat zij de gulden spreuk leeren huldigen : « Men leeft niet om te eten, maar men eet om te leven, » keeren zij die om en leeren zinnelijk | genot hoog stellen. — Mij is iemand bekend, die vroeger met'twee volwassen broers en be-jaarde ouders buiten woonde. Des middags namen de heeren gewoonlijk hun « bittertje ». Maar soms, als de lcaraf op tafel werd geplaats, zeide de oude waardige vader : « Moeder, zet den boel maar weer weg. Van middag zullen wij eens overslaan. Wij moesten er anders te veel aan wennen. » Geen der zonen waagde het dan te protesteeren, en hij, die het mij ver-haalde, verzekert dikwerf zijn vader nog altijd dankbaar te zijn voor dat voorbeeld in zelfbedwang.Er zijn vele meisjes, ja vele volwassen vrouwen, die met een zeker welgevallen kunnen vertellen : « O, als ik zoo'n mooi boek lees, dan kan ik maar niet uitscheiden. » En zij be-denken niet dat zij daarmede bekennen : « Ik heb zulk een zwak karakter, ik mis aile zelfbedwang. » Zij snauwen ieder af, die haar stoort; zij laten hun werk ongedaan en des avonds in bed zetten zij heimelijk met koortsachtige haast hare lezing voort, gehed .;villoos en zwak, slavinnen van de betoovering, die het boek uitoefent. En den volgenden dag boeten zij. Alleen de sterken on der u zullen zich aan die betoovering weten te ontrukken. Een aardig jong meisje deelde mij daaromtrent een heil-zaam gebleken middel mede. Ook zij had vroeger aan die zwakheid geleden en had die bekend gernaakt aan een onderwijzeres. « Be-proef eens », zeide deze, « juist als de heldin sterft, of in het water zal vallen, of eene decla-ratie krijgt, in een woord. juist als ge gevoelt dat uw hart klopt dan spanning en iedere afleiding dan buiten u onaangenaam is, het boek met een klap dicht te slaan, juist alsof ge een prachtige tooneelvertooning zaagt en het gordijn bij ongeluk neerviel. Kijk dan het boek ferm aan, berg het weg en zeg : Zie zoo. morgen om zoo laat haal ik u weer voor den dag. » Het jonge meisje heeft na hare eerste overwinning, die haar ontzaglijk veel kostte, nooit weer moeite gehad een boek te sluiten, ook bij de spannendste tafereelen. Maar het zijn alleen de ferme karakters, die er zich kloek doorheen slaan. En zij worden den volgenden morgen niet wakker met de verdrietige stem-ming, dat een onvolbrachte taak op haar wacht en dat straks onaangenaamheden over haar hoofd zullen losbarsten, als haar verzuim ontdekt wordt. Zelfbedwang mag ons nooit verlaten. Gij zijt jong, 16, 18 of 20 jaren. Een lang leven ligt voor u. Gij weet dat gij, als gij ongehuwd blijft, geen middelen van bestaan zult hebben. Droevige gedachte; ja, en de werkelijkheid komt nog duizendmaal droeviger dan gij u hadt voorgesteld. Nog is het tijd. Voor het meisje, dat wil, liggen altijd vele wegen open om zich een toekomst te scheppen, ook met beperkte middelen. Daar is al weer zelfbedwang noodig. Als andere slapen moet gij werken ; als anderen zich vermaken, moet gij over uwe boeken gebogen zitten ; — maar ook, als anderen hulpeloos in de wereld staan, zijt gij onafhankelijk. Kent gij ze niet, die kalme, schijnbaar koude naturen, die vrouwen met iets vastberadens om den mond en iets rustigs in haar houding? Zij vallen niet in zwijm, als zjj haar kind in het water zien vallen; zij rennen de straat niet op, als zij in brand staan ; zij zijn overal en altijd kalm en gevat, en slaan zich dapper door het leven en zijne moeilijkheden heen. En kent gij ze ook niet, die zwakke, bevende wezentjei, welke bij de minste zwarigheid hulpelpos rondzien, weenen, gilletjes slaken en zich laten drijven op de wereldzee, tôt zij eindelijk golf op golf over zich heen krijgen? — Zie, gij zijt nog in den tijd waarin ge nog op den kruisweg staat. Waarheen wilt ge ? Dien modderweg op, welke langzamerhand hobbelig wordt en in een woestenij eindigt, of dit rotsachtig pad met vele hindernissen, dat u nochtans naar eenparadiis voert?! Ries! Ter kerke... Nu nog voor 't laatst 't getamp der zilverklokkpn wegdeinend stil het nevelgrijs doorboort, Zie 'k oudjes, traag, met teere witte lokken Ter kerke gaan waar galmt het Levend Woord. 1. En 'k volg hen op, daar hert en ziel mij lokken, En 'k hoor een bede en zang in zoet akkoord. — 0 ! 'k ben getroost er ook mijn beé te nokken wijl \roo en vroom de Vrèe mijn ziel bekoort : Vol glans en gloor in knettrend keersebranden Spreidt 't Heilig Hert zijn bloed geronnen handen Ter zeegning uit, al fluistrend honing-zoet ; 1 Ile ben de Weg, de Waarheid en het Leven, wie hoort op mij, 'k zal hem in 't strijdperk geven En zieletroo'st en balsem voor 't gemoed! » Monica (2* vervolg.) IV. — HET OFFER. Het gerucht der verwijderende voetstappen had sinds lang opgehouden, en nog stond Monica daar recht, op de plaats waar de geweldige woorden van haar voedstervader haar hadden getroffen. En ze overdacht het groote gevoelen dat haar sedert de laatste jaren in den huiskring had beheerscht. Ze was een gevonden kind, en, om het minste verwijt, waartoe haar toestand gemak-

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk gehört zu der Kategorie Katholieke pers, veröffentlicht in Gent von 1914 bis 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume