u<<> »Tnurarana,' DONDERDAG 33 BECEMBER 1915 CSAPy ABONNÉ MENT EN. fer 3 maanden voor Holland I 2.Ô0 franco per post. Losga nummers: Voor Holland 5 cent voor Buitenland 7'/i cent. DenHaag. Prinsegracht 39, Telef. Red. Adm. 74S3. BELGISCH DAGBLAD ADVERTENTIEN» , Van 1—5 regels f 1.60; eli# regel meer f 0.80: Réclames 1—6 regels f 2.50; elke regel meer f 0.50. London : Dixon House Lloyds Bestuurders : Dr. TERWAGNE — CH. HERBIET. Hoofdredacleur : L. DU CASTILLON. TREURIGE TAAL. Op het groene kleed der leestafel perdes een gestolten bloedpîas. Als ge dan over zeker weegevoel heen zijt slaat ge toch ,,De Toekomst" open. En ge vindt in het jongste nummer, 18 December een lieele hoop vieze dingetjes over het nooit genoeg verdrukte en overscholden België. Eerst en vooral valt ge op Mr. Dr. J. N.Eabberton'sEngeland en Bel gië. De betogade Dr. Mr. heeft het over een zoo-genaamden brief van een zoogenaarnden te Antwerpen gewonden Belg, die natuurlijk zijn naam verzwijgt, en die van uit New-York — ook al even natuurlijk — aan de Engelsche Regeering op aanmatigenden toon vraagt waaronr zij niet tijdig een voldoend hulpleger naar Antwerpen zond. Het spreekt vanzelf dat die Mr. Dr. vrij is met dien zoogenaarnden Belgisclien brief te sympatliiseeren. Maar hoe vindt gij zijn „neu traie" houding waar hij als autwoord op bovenvermelde vraag het anoniem vlugschrift „Europa onder de politieke hjrpnose van Groot-Brittanje" in-sftanmend bespreekt, vlugschrift waarvan de titel alleen reeds den droeven inhoud aan-geeft en waar die Mr. Dr. zwijgt als een steur over de eerlijke verklaring door het Engelsche Parlement zelf gegeven ? Mr. Dr.'s neutraliteit maakt hem tevens doof aan een kaut. In datzelfde Toekomst-nummer vindt ge Een w a a r s c h u w e n d e Stem uit Belgie uit den tijd van voor den oorlog. Waariu, steunend op een artikel van zekeren Wallon wallonisant (Integer): Belgique et Allemagne (Brussel 1913) de Berlijnsche correspondent, tracht te bewijzen, dat voor den oorlog reeds de Duitschershaat oplaaide in België. Ofwel die Integer leefde opgesloten in een gevang buiten aile betrekking met de bmtenwereld ; ofwel, hij schreef tegen wel weten en eigen geweten in, zijn misselijk opstel. Zoo een vreemde voor den oorlog, in het algemeen, v.'elkom was ten onzent dan was het wel de Duitscher. Wie had schief de helft van onzen handel in beslag? Wie bekleedde de mooiste plaatjes bij onze -industrieelen ? Wie stichtte te onzent opbloeiende banken? Wie kwam reuzenzaken inrichten in onze grootsteden en er den inheemschen klein-handel dooden ? Wie slaagde er in overal zijn moffenneus binnen te steken? Wie werd in aile gezinnen aangehaald als een kind des huizes? Wie was er de kanker van België? De Duitscher! We hebben dat maar al te laat begrepen. En eens verondersteld dat het toch waar 'was dat de Belg de Duitscher ÛE TOESTUflD In de redevoering van Dloydi George ter Kamer heeft de minister zich laten ontglippen dat de Duitschers in Mei '250.000 obussen per dag maakten en de Engelschen slechis 2.500. Heden ia daar groote verbetermg in gekonien doch de Duitschers hebben hun voorsprong nog niet verloren. En zoo 1s het avérai : (de geallieerden gelijken nog te veel aan de Carabinieri van (Jf-fenbach. Servië weet wat prijs dit te laat komen kost. Gelukkiglijk is Engeland nu voor goed ontwaakt. Asquith heeft thans steliig kunnen verzekeren diat de geallieerden door een nauwer sa-inenwerking eene doeltreffender actie zal verkregen vverden. De bondgenooten zijn besioten dezen ooriog te winnen en willen van geen afzonderlijken vrede hooren. Hij vpegde erbij dat de veldtocht voor hen een gun-st ger verloop neemt. De ontruiming van Soevla en Anzac (gebeurde ook zonder verliezen. Aan te "stippen dat de nieuwe te Merthyr* ver-kozen arbeidersafgevaaxdigde met klem opkwam voor den algemeenen dienst* plicht. Hij zegde o.m.: ,,Als het land goed genoeg is 0m in te leven, is het ook goed genoeg 0m er voor te vechten." 'Oiid Y peren — en dit blijkt meer en eei — lu bben de Duitschers de neer-g geleden. Het heet dat zij met bloe-t ge verliezen zijn achteruitgeslagen. De fransche artillerie heeït zich flink Qnderscheidem De Franschen eu Engelschen toonen -f ffZeer- .W'oûvig over het vermeen-de oilensici der Duitschers in het YVes-fr-n'.-J schijnt dat dezen eerder een of-2^,] V8n weSe de bondgenooten vree- r,,^Vraa ^et Costelijk front maken zich de r fer(îreC(J oni een nieuwen inval in i'1010 te doen. mani? ^°or, $e •duitschers ontruimde Rus-®ireRerj zijn door hen ganschver-itirM f, Cr,{cn en buizen hebben zij ver-6 !jevolking is gevlucht. Er is haatte reeds voor den oorlog: dan moet eenieder de vlag strijken voor dieu Belg wiens voorgevoel hem diets maakte wat eens de Duitscher voor hem worden zou. En steeds in datzelfde Toekomst-nummer vindt ge De Belgische Nationalité i t, bijdrage waarover zekere onbehen-dige Belgen zich zullen verkneuteren : het is een troefje in de liand van wie de Be-stuurlijke Scheiding vragen! Het ontgraaft lang vergeten meeningen, voor den oorlog door vooraanstaande Belgen uitgesproken, meeningen die nu van geener waarde meer zijn: daar hebben de Duitschers zelf voor gezôrgd. En ten slotte vindt ge alweer in datzelfde nummer het diep treurige geschrijf van M. P. C. Vaîter: De Uitbuiting van België. Daarin tracht die neutrale de Duitsche oorlogsheffing in Belgie, van 480 miljoen per jaar, te vergelijken. Treurig werk, ja, dat begint met dezen kolossalen zin: „Ver-moedelijk is nu langzamerhand de groote meerderheid van de intellectueelen in Neder-land overtuigd geworden, dat Duitschland geen ernstig verwijt kan treffen wegens het forceeren van een doortocht over Belgisch territoir, aangezien het hier een levens-kwestie gold." enz. enz. De groote meerderheid der Nederlandsche intellectueelen zullen M. P. C. Valter wel dankbaar zijn!.... Mij maakt dat ailes dezen indruk, dat de Duitsche Regeering wel schurftig moet blijken, dewijl men zoo van overal met middeltjes aanloopt om ze te genezen: recepjes van „groen-doktoren"... .oh! zoo groen! We zullen ons over a1 dat gemormeî maar niet kwaad maken. We stippen het even aan: 't komt wel eens terecht in den inventaris der Duitsche en Duitschgezinde dwaasheden. Arm Duitschland toch! Dat zoo deerlijk aangevallen werd door België! En dat zoo onmenschelijk verplicht werd Leuven en Yperen te verwoesten! En dat zoo gruwelijk onder het Belgische juk zucht, zoodat het nu België uitzuigen moet als een vampier een weerloos lichaam.... Gelukkig Duitschland dat zoo'n behendige verdedigers heeft als de bent der Toekomst! Help België maar mee vastspijkeren aan het kruis! lofwaardige Toekomst. Wat noodt ons een wonde minder of meer ?..., Op het groen der leestafel percies een gestolten bloedpîas JOH. DE W1AEGT. zelfs geen bosje hooi meer te vinden. oimtrent in die lucht. In den Balkan is de toestaind onge -wijzigd.In Albanie zouden opnieuw bloedige botsingen tusschen Bulgaren en Grieken hebben platits gehad. De Bulgaren werden verslagen. In het Ledro-dal hebben de Oof-itenrij-kers de nederlaag geleden. Warna zou door een russisch slag -schip en twee lorpediojagers opnieuw ge-bombardeerd zijn. 12 transportschcpen zou de oorlogsschepen volgen. De schijnverkiezingen in Griekenlandi zijn afgeloopen met de onthouding van 2/3 der kiezers. Of Venizelos tevreden is. Ten slotte nog een goed nieuws. Het totaal der inschrijvingen op de fransche oorlogsleening zal volgens verwacht-ing 14 milliard fr. bedragen. De fransche bank beichikt thans over 5 milliard m goud, ongeveer 3 milliard meer dian de duitsche bank. Met het goud koopt men de boter...... BERICHT. Ter geleyenheid van Kerstmis zai ons blad (tien dag niet verschi,nen, en ook niet den Zondag 26 december, lerslgesilienken voor de BeiglsGlîe soMatea. Het comiteit, voorgezeten doôr prieses Clementina van België, dat in Engeland kersi geschenken voor de Belgische soldaten aan»-het front iDzamelt, heelt op drie weken tijds eene soin van ÎOOOOO frank inge-zameld.De door het Belgisch Dagblad in-gesebreven gelden zullen eveneens aan prinses Uiementina worden gestuurd. Links en Rechts. De heer E. Vanderveld© te Havre. De heer E. Vandcrvelde, Staatsininister, die in Sainte Adress1 heeft vertoefd, bracht er een bezoek aan zija collega, Staat-sminister Schollaert, voorzitter cUr Kamer, wiens gezond-heidstoestand opnieuw te wenschen laat. Mevrouw Vandervelde, die tijdelijk baar reis naar de Vereenigde Staten heeft opgegeven. zal 8 Januari te Parijs, ten voordeele van onze soldaten, in de Sorbonne een kunsteoiicert inrichten. Zij zal „Le Carillon" van Elgar voordragen. Een „confrère" gevaarlijk gewond. Onze dappere belgische confrère, wacht-meester Barthélémy, van L'Indépendance belge, die sedert een jaar dienst doet aïs observateur aan het front, bevond zich voor eenigen t\jd in een loopgraaf van de voorste lmie, toen een kogel hem boven den linker-boezem tref. De kogel doorboorde de schouder-plaat. Dank aan de goede medische zorgen, mag onze confrère hopen in Januari terugop zijn observatiepost te wezen. Een andere brus.ielsche confrère, Van Hoorick, werd voor een zestal maanden te Steenstrate levensgevaarlijk gewond. Hij is thans gebeel hersteld. De Koning schonk onderluitenant Van Hoorick het kruis der Leopoldsorde. Dramatische bizonderheid : de verpleegster, die hem te Adinkerke opwachfcte om hem te verzorgea en die niet wist wie de gewonde was, was zijne vrouw. De Amerikanen en de oorlog. De Ameiikanen zijn overtuigd dat Duitschland zal inoeten toegeven aan de vredesvoor-w.iarden die de Entente aan den Keizer zal stellen : voile herstel van de landen die zijne légers bezetten. Zoolang de legers niet vrij-willig zich terugtrekken of naar de Duitscue grensstreken worden teruggedreven, zal de Duitsche vlag niet wapperen in voile zee. Engeland bezit de macht de duitsche mili: taire- en handelsvloot te verhinderen het ruime sop te kiezen zoolang Engeland niet door de feldgraven is geschonden of de Britsche vloot niet is verslagen. De Duitsche théorie: Engeland in Egypte, Perzië of Indië te bedreigen wordt in Amerika als een ijdel epook b .ohousvd. Zelfs in geval de plannen slagen, kunnen de Duitsche trans-atlantiekers noch de andere duitsche koop-vaardijschepen die in neutrale havens liggen te rotten, niet varen waartieen zij willen. Eng^land's lecuw houdt dus den zwarten adelaar in de -klauwen. De tijd werkt voor schaakmaat. Zoo oordeelen de buitenstaande Tankees over den Europeeschen oorlog en z\j oordeelen belder. Waarom de oorlog blijft dure»? De beroemde chemicusSir William Rarnsay heeft in de Times de vraag beantwoord : „ Hoe veel ton glycerine kon getrokken worden uit de 33.440 ton lijnolie en andere oliën die Engeland als boventallige hoeveelheid boven de gewone kwantiteit naar Holland liet uit-voeren gedurende de 14 maanden die in November 1915 zijn geëindigd. Ramsay antwoordt dat de Engelsche regeering aan den Duitschen vijand een cadeau van 6GU0 ton nitro-glycerine heeit gedaan, waaruit 18000 ton buskruit werd gemaakt, hetzij 18 millioen K.Gr. Een eerbiedwaardig cijfer. En dan zijn er lui die zuchten over den langen duur van den oorlog. Ook voegt Kamsay er leuk bij : „Moet het ons verwon-deren dat sommige van ons denken dat eene veiandering van ministers noodzakelijk is? Hrçrbij kan gevoegd worden, dat Dene-marken het esport van aile vet en acides beeft verboden en Noorwegen het export van sodanitraat. Eindelijkll! Fords Vredesark. Roziska Schwimmer is naar Noorwegen ge-reisd oin den amerikaauschen fakrikant van auto's met open armen te ontvangen. Of dit een figuur ot eene werkelijkheid is geweest. ineldt de Chronique Mondaine niet, wèi dat aan boord van de vredesarke een oorlog was uitgebroken. Ook was het een bestendige krijg in de menagerie en zelfs hebben reporters haar moeten verlaten omdat zij in niet vleiende taal over Roziska Schwimmer en deu vredessecretaris Lochner, — nog al een duitsche naam ! — hadden gesebreven. De „schodne suffragette" miss Inez Milhol-land Boissevain, — lnez da Castro ! —, meesteres in de rechten, had uitgeroeppn als de menagerie aan 't twisten was : „Als wij naar Europa stoomen om vrede te brengen, dan moeten wij eerst vrede onder ons zelven hebbeu. Wij hebben geene mflitairen in ons midden noodig, sprak de schoone Inez tôt kolonel Hiram Jaciison Henry, vertegenwoor diger van den gouverneur van M ississippi. Braat zoo, Inez, maar toen begonnen twaalf vredeslegaten al te zamen te wauwelen. Anderen zoDgen volksliederen en boven alien klonk de stentorstem van een Dr. Charles I. Aked die brulde: „My country, 't is of thee'V Vrij vertaald : „Geef me een kopje thee met een beschuitje." Als de storm was "bedaard, werd Roziska Schwimner, die drie dagen gevast had voor-aleer de vredesark te betreden, op oorver-doovend gejuich, in de menageri» onthaald. In tragisohe toonen wenschte zij de Amexi: kanen geluk omdat zij Europa van volledige vernieling wilden bewaren. Niettemin werden de onboffelijke reporters uit de ark geborSteld. Zij weikom, o vredesark, in Europa. In deze soinbere dagen brengt gij den verloren glim-lach mee. Hoe verbeiden wij vooral de schoone suffragette in het deftig Haagje- Bel patriotisme der Vlainingen. De heer Paul Segers, minister van spoorwegen enz. en Kamerlid voor Antwerpen, heeft aan een rédacteur van L e Matin van Parijs (16 Deeeiuber) be-langrijke verldaringen afgelegd over de vaderlandsliefde der Vlamingen. ,,De Ylaamsche beweging isnationaal. Zij heeft voor doel, dat de Vlaamsehe bevolking haar voile ontwikkeling en voile kultuur in hare taal ontvange. Men zou zich bedriegen, moest men ge-looven dat haar doel is in iels1 de Vlaamsehe gewesten bij Duitschland nader te brengen. Feitelijk treft men zeer weinige Vlamingen aan, die Duitsch kennen. Het volk is die taal niet machtig. Zoo de Vlaamsehe taal gelijkenissen oplevert met het Duitsch, zij gelijkt ook bizonder aan het Engelseh. Welnu, d€f taal heeft de Vlamingen niet diehter bij de Duitschers dan bij de Engelschen ge-bracht. De Vlaamsehe beweging heeft ook in België een sociaal u.itzicht. Die sociale zijde heeft me vooral onder dei verdedigers van de Vlaameehe eischen in België doen scharen. Dit is mede het geval voor de meesten .van mijne vrien-den.,,Wat wij, redelijke Vlamingen, willen bekomen, is, dat de leidende standen in Vlaanderen Vlaamsch leeren en dat zij in hun land de leidende roi vervullen» Zooals dit voor de ,,élite" in Frank-rijk, Engeland en in aile beschaafde landen het geval is. Maar dit beteekent) niet, dat wij voornemens zijn de Fransche kultuur te bannen. „In aile geval is de taalquaestie eene uitsluitemde Belgische vraag. Na den oorlog zal zij met een beetje goeden wil van beider zijden, makkelijk opge-lost worden buiten aile vreemde tus-schenkonist, wie zij ook zij. Zij houdt geen rechtstreekseh verband met den in-ternationalen toestand van België. Getrouw aan onze verbintenissen zijn wij loyaal onzijdig geweest, zoolang dit mogclijk was. Duitschland zelf beeft ons tusschen hare vijanden geworpen. Zij heeft derwijze den oorlog gevoerd, dat zij ons onverzoenlijk heeft gemaakt. Als trouwe bondgenooten van Frankrijk en Engeland, zijn wij zoo zeer als beide mogendheden vast besioten tôt het einde toe te strijden. Wij wachten de herstelling van onze jechten alleen van de overwinning .af^- Van die victorio wachten de Vlamingen en Walen de ver-wczonlijking ..vdu hun» ideaal af. .Wij wettn dat thans, in België, de Duitsche overheid zich beijvert om de sympathiën der Vlamingen te winnen, door hun de verwezenlijking van hunne verlangens aan te bieden. Het is een val-strik. De Vlamingen hebben te veel ge-zond verstand om het niet te bemerken. Zij liebben overigens te veel waardig-heid om, welko gunst ook te vragen aan hen die hunno vaderen, broeders en kin-deren hebben gefusiljeerd, weggevoerd of geschoffeerd. Een Vlaming die de wel-daad aanvaai'dt boven dien stroom van bloed of dam van lijken, die ons van hen scheidt, zou geen Vlaming meer zijn. Hij zou de waardigheid, de ontemba-re fierheid en de volharding niet meer bezitten, die altijd zijn ras door de geschiedenis heen, hebben gekenmerkt." @©iiei*aal Sfaai.- In het Vaderland, alhier, (No. 352) schreef generaal Staal het volgen de— en de geueraal is juist geen vrieud der Geallieerden hoor! dit blijkt duidelijk genoeg uit de regel en, die we aan zijn artikel ontleeden als hij onze legerhoofden kritiseert. , ,1k heb meermalen de stelling hooren ver-kondigen, dat de Belgen wel niet fier, wel niet waardig, maar toch wel zeer verstandig zouden hebben gehandeld door in te gaan op het voorstel van de Duitsche regeering: dat zij vrij en eu" ongehinderden doortocht zouden verleenen aan de Duitsche troepen die in het begin van den oorlog oprukten naar de Fransche noordergrens. Qat zij dus verstandig zouden hebben gedaan door, evenals Griekenland nu deed, zich te stellen op het standpunt van eene welwillende neutraliteit.Daargelaten dat de staatkundige positie van België zulk een handeling m.i. niet gedoogde, zou naar mijne vaste overtuiging het volgen van die gedragslijn de Belgen niet voor de oorlogstellende hebben gevrij-waard. Misschien zouden alsdan de Duitschers de Franschen meer v66r zijn geweest en de Fransche grens nog eerder hebben bereikt dan nu het gefal is geweest (ten gevolge van de toch niet te voorzienen om-standigheid, dat de eerste opstelling der Franschen veel te weinig rekening hield met een vijandelijken opmarsch als nu plaats had in Augustus 1914). maar de Engelschen zouden zeker niet nagelaten hebben om ook voor zich welwillende neutraliteit te eischen en vermoedelijk ergens op de Belgische kust zijn geland. Het zou in ieder geval aller-waarschijnlijkst zijn geweest, dat de oorlog toch op Belgisch gebied zou zijn overge-bracht en het is, meen ik, .aan de mmder gelukkige operatiën van het Belgische leger en aan de gebrekkige organisatie der Belgische weermiddelen te wijten, dat het hart van België zoo spoedig in de rampen van den oorlog betrokken werd en dat zoo goed als de geheele staat reeds in het begin van den striid het slachtoffer werd." De toestand in Duitschland. De gemoederen zijn er zeer ter neer geslagen. Men spreekt er nog alleen va» eervollen vrede. Wel is er voor gela nog ailes te krijgen. Men is er buitengewoon omzichtig mftl vreemdelingen. Wantrouwen is het waieht» woord. Wie een woordje rept oveœ Duitschland!-] onreehtvaatrdjg opjtredea wordt daéelijk aangezien als een splofl en verhuist gauw naar het gevang. — En wat denkt ge van de toestand)? vroeg een liotelhouder aan een ,,neutraaï lander.1' — Wij hebben er een neutrale kijk op, was 't antwoord. — Ja maar uw persopnlijke meening^ — Persoonlijk onthoudi ik na vaûi aile oordeel. — Maar goed ook. — Hoe zoo? — Hadft ge u tegen Duitschland uitge-Iaten, ik liet dadelijk de politie opbellen. Diezelfde reiziger kon geen eten krijgen, dewijl, op zijn paspoort het uur aangegeven zijnde van zijn binnenkojneoi in de stad', hij, juist wegens dat uur, geen eten kon bekomen! Hij had zieb anoeten voorzien in dte plaats w»ar hij van d'aan kwam. Wat moet de toestand onrustbarend wezen om dergelijke maaî-regelen te treffen!" Elke muur, elke straiatâteen heeft ooren. Achterdocht leest men op ieders gelaat. In de grenssteden zijn de stations totaiail afgesloten door paalwerk: de voorbijgan-ger moet niet weten wat daar bmnen gebeurt. In de hôtels krijgt de reizigei- brood-kaarten. Het broodje en de twee kleina boterhammetjes wordten in gecontroleerdfl papieren zakjes opgediend. De pcurtiën zijn overal, zelfs voor- een kleineter, ta. gering. Vele Duitschers willen, zelfs bij total* overwinning van hun kaut, toch vain geen annexatie van België weten. De Belgen, heet het, zijn mannen niemand mee over de baan kan. Echter staat het voor de Duitschers vast, voor-gelogen als ze worden, dat België bij voorbaat een overeenkomst met Engeland had gesloten. Niemand voelt er de min-sto sympathie voor de Belgenl Dat bo* grijpen de Belgen best: een inoordenaar kan toch niet veel over hebben vooir zijn slachtoffers Lljst der dooden Tan de ramp van Graville. De soldaten Adam L.; Apalpaert F.j; Altzinger N.; Baguet E.; Balis J.; Bau-doux H.; Baudoux V.; Aubaduin N.; Bavard F.; Bervoets I.; Bloemen H.j Brotcorn A.; Callens A.; Caudries A,j Chantrain F.; Coetzier L.; Collet J.; Crevets H.; Daelman A.; de Groof L.; de Houck R.; Delanghe R.; Delberghe R.; de Scheppers A.; Deshomme L.; Digneffe P.; d'Hondt I.;. Dumortier R.; Dupont G.; Delieur R. De brigadier Desilly. M.; de soldaten Evens Ch.; François M.; Finfe L.; do principaal commies Gailly. ; de soldaten Gignez C.; Gilleyns J.; Gomez M.; Guillin H.; Guliiek G. F.-, Geeraerta A.; Hermans L.; Hollevoet G. De onderluitenant der reserve Jaequo-minH.; de soldaten Janssens A.; La-chambre L.; Ladry L.; Leblond A.; Le-febvre I.; Lepot A.; de wachtmeester Lognian of Lognan N.; do soldaten Lo-raine D.; Lowet V.; Labiau L.; de surveillant Lenard F. ; de soldaten Maer -tens C.; Mahieu C.; Martin F.; Maucq L.; Meulemans J.; Moors J.; MullieA.; Muvldermans A.; Neefs F.; Pauwelt R.; Peerarer F.; Peret J.; Peret A.; Pies-sens A.; Poeck E. De wachtmeesters Pulz A. ; Reynaertâ L.; de soldaten Romain J.j Rombaut F.J Romedenae J. ; Samyn C. ; Saveyn F. ; Schaefer H.; San den J.; Seriscop P.;' Smoes J.; Sosset J.; Sotory J.; Sta-quet E. Den ingenieur der artillerie S tevens; de soldaten Steux H.; Thomas E.;*.den adjudant van het materiaal, Van Alsteia J.; de waehtmeester-brigadieir Van der A.-A.-C.; de soldaten Vandenbossche Ali Van Landerwyck M.; Van Mechelon J.»: Van Nieuwenborgh M.; Van Roelen r.- .J Van der Waeren J.; De wachtmeester Verbeeren F.; de soldaten Verhaeghen H.; Veroammen T ; Ver. maiien J.; Vermunt E.; Viaene A ; de wachtmeester Wellens F.; den soddaat tocq A. . 8EKHT. Wie zich van nu af voor 8 maanden op ons blad abOnneert, onfc» vangt het „Belgisch Dagblad" tôt Nieuwjaar 1916 kosteloos.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.