DE BELGISCHE STANDAARD ^ -p-TCTn RACHT BA/\KT „ /v\/\Ç •—■ ■""* ~m^5 H' A k ^ AA â. A A # f »lllli)^«"^,IBil1^ i^llililii n.M.i.Min. _ ^ ïldefons Peeter*. < YasU OpsteU&e: M, E. Bblfaire, L. Dutkurs, V. Van QkambïRïn, w «• •%_ _ « Vî . Tnnf ClTf liMm Aboanementscri]* : Voor soldaten : Voor i maaud ir. i.ij — Vaor s aaaasden fr. a.jo — Voor 3 inaanden fr. J>7J # _ , Niet toldattn in 't ltnd : Voor 1 ««and fr. 1,73 — Vo#r a miapden fr. «jo — V*"*r î te*«a®W îr. 5,aj k.,;» n . v™ » 1 i» » V u , anni n fr. *.oo — ^OOf t BBaanden IT. V,50 A.nJt-aîngia*,!, ; k),5 fr. :d« regel - Reklamen : 0,40 fr. de rtgel. — Vluohtelingen : 3 înlasschingen van a regels 9,50 fr. Voor tUe mededeelingeo iïch te wendeo tôt : Villa MA COQUÏLLE, £eedrrkt DE PANNR. III— — 1 III—'-TWTTI-— ■ I HWII— Mil UIB IWK—CT-?X' ■ l .IU 11 ■! I—IJWJJW ilU—■ fg^aBMBSam - ' ■ '■ ■OaBBBaBHBHHBBMMI Na onze tepugkomst uit Rome VASTFJRRIEF TAN Z. E. KARDIHAAL MERCIER VASTE9BR1EI ZKEB BEM1NDE BROEDKItS, Oamegelijk uit t« drukkea ho* verheugd ik b< mij tarug in uw midde» te bevinden. Het oageh kraaht on* aauw bij elkaad*r. Galijk d* cerate Ckri teaea, aaepheadelijk deer ket gevaar bedrelgd, e»k< laidans 4* H. Sckrift. éés kart en ééae xiel hadden, ■ « Crtdentium trat tsr unttm tt anima una » (1), z< hebben aick da tîelgea eensgesind on hunac Herda gtschaard ; huane Hsrdsrs hebbea ia h"a zelvea 1 varantwaai delijkheid ea 4e liefde vaa hua vaderha voelea aaagrotiea aa verbreedea ; ea xiet I Thaas, ket kaaatte Belgii eveaals ia d»a vreeasdc, vragen 1 eeaeavaa oBzea graad in »eae zelfde opwelliag vi gee»td.ift, met meer aadruk dan ooit, dat wij hua to aoudea wezea bij God, eahua voorhoudon wat de g* delijke Veorxieaigheid vaa hea vergt en hua laat Te hepea. « De opperpriaster, —da b sschop —, xagt 4 H. Apestel Paalus, ia aan au, die voor zendiag hea mat Ood ta kaadalen over de belaogen van het airascl dem ». « Pontiftx, ex homintbus assumptut pro h< tm»ihu êOHstituitur *h iis, quae suttt ad Deutn *.(; ■et ia aai] bekend kaeveel es hoe vurig gij voor ea gedareada oara raia, hebtgebadea. Uwe gebedea zi] Varkaard gewordea. <?oohaait uit Rome albier aar («ka.aa, kea ik eeiat en vooral onze dierbare metri p«litaa«k*rkkiBnea<etredeaom er een vurig T* Dtm v64r dea Heer op te xeggea, en mijne dankbaarhci te ketvigaa aan «nie geede Maeder, — oorzaakai «er klijdscbap, « Causa nuiras lastitice », eveazae ala badrakte aa «martvolle Maagd, doiorosa *t la*r) maUli* Vir^» Mari*. De Kardinaal wat ZEER tevradai •ver zljn« reis Talc diagea atag ik h niet kekead taakea. Qij au aiij kegnjpaa. Da oaregelmatiga tsettand, waarin w verkecfea, laat ea» eiet to«, datgene juitt, openkartlj la ad* te deeiea wat er beat ca înaigat ia eaze fiel li| voar «, — datgeaa wat, diar het vaa kooger komt en laaig aaabclaagt, voor aaij mijn itevigste atcun is c vaara, moebt ik sprtkea, de machtigst* trooat ic wecea 1 ataar gij xult aaa aaija woord aiet twijfele •a mi) geleovea, ala ik a varzeker dat aiijne rei» c kijioadere wijze ia g*x*geed gewaeit, en dat ik tevr dea, zttr tevradea, tarugkom. Da paut én da Belgen •a goedkeid vaa dea H. Vader vaar ena wa* tr« f*ad. Bij aiijne aaakomat, gewaardi^de Hij tich, cr iaMja* araaaa te aiaitaa ; Hij noodigde mij uit, He im dikwiili n«g*lijk een bezoek te brengen ; Hij li ■lij to», Hem aile» ta ceggen, aile* toa te vertroaw*: laidop te deak*a in zijne aaowezigheid. Gedareade c lang* area .welka ik mocht doorbrengea in jija doo laahng ge»«lschap, hceft Hij, al* een vad«r, mii ve traaat, verlic'at ea aaageaaeedigd ; Hij begiijpt hoe b< Wgd wi) aija «an oase fodadienatvrijheid en «axe v< dertaadaliafd*, ea Hi; acerat er deel ia. Des graad xi aer gedackte, die ik begeerig vrai te vattea, met hi »*g «p u.heeft Hij wel Willeauitdrttikea in eeD epachri dat Hi|, aiseakaadig, attide onder een portret, ea.da ik, taat allea aeavoud overxchrijf : " Aan •»*!>* *trbitdw**rdigt* brotd»r Kardina« " Mer*i*r, Aartsbistchop van M*ch»lm, \schtnkt, " wij vol£*arn* d$H Aposiolisehin ttgtn, mit dtvtt " tektrtnç dat wij stteds met htm tijn, t» dat wt " dttlnêmt* ia *i)H4 tmarttn en wijntu kemmte " aangtiun tri j ut zaak 00k d* oh et is. " 'a Pauzen inzicht ia het inzieht vaa Belgii Zekeren dag, ging ik, het hart vol erkeateais, aa: 2ijoe Heiligheid zeggen dat Hij aooit mocht twijtelei aan de onwrikbare li«fde van het Belginch volk jegeni Hem, ea dat het vcrlangan inoas wai oatitaao Herr daarvaneerlang eennieuweablijkte geven. "H. Vader aprak ik, den eerxten 2ondag van de maand Mei. xou den wij aan onze gcloovigcn, heel het land doo:, een algemee-e Communi* willan Vfagen tôt de inïichtei van «*■»* Heiligheid. " Ea ik, i"jtwoordde onMiddrllijk de H. Vader ik ht. maar Un inzicht, — $n dit in Àcht is Btlgie / Deor dit onthaal aangemoedigd, xchreef ik aan d Kardioalen vau Parija, Londro, Armagh inlerlanc en aaa de Kardinalen in Italie, en ik ko«ter het vei trouwen dat, uit al de landen onzer verbnndendea, o deaeenten Zondag in Mei, een zelfde eucharistiscl ged«d ten Hemel xai atijgen ; Gode, door de eeibied waardige haaden vaa het Hoofd der katholiek wereld aangeboden, zal dit gebrd de heerhjk F VAW Z. E. KARDIH h*r«pb*uring vaa os» gelieide BelgiS bespoedigen Zija* Heiligheid varguat aan al d* paitaor* in k«el ^ het laad de macht daa pauselijken regen aaa huant pareehiaaea «p diea dag te achenkcn, aaet eén vellan ,j aflaat to*voegli]k aan d* zielen der «oldataa op het _ «erevtld gexaeuveld. >9 De Belgeo bij dea Vreende Gij xult aireed», denk ik, dea wecrklank hebben ver» * aoaten vaa d» toejuichingen, ,welke bij onze h*enrei* rt en «nxea terugkeer, in 2witserland «<t in Italie, d«a ^ naam van Belg begroetten. * "e Zelfa in de verond*r*telling dat d* eiaduitxlag vaa Lm den reuzeattrijd op dit oogeablik in fcuropa en in ' Klein-Azié geleverd, nog oezeker xoude xijn, één feit • taat vaai voor d* be»chaving en d* g*icbiedenia : de r «edelijk* xegapraal vaa België. rt Voorbeeld van zedelijke groatheld T* zamxn met uw*n Konisg en uwe Kegeering, h*bt gij voor het Vaderland toegeatemd in een enme-'' telijk offsr. Om uw eerewjord gextandteblijven ; on '• te beveatigea dat, inawe «chatting, het recht baven * allea gaat, hebt gij uwe goederen, awe kaard-«tedea, uwa zonen, uwe echtgeaooten opgaofferd , en aa aahttiea maanden dwasg, blijit gij, evenals dea n ««rctea dag, fier ovar he'geca gij daedt ; de helden-^ moid kont a z«9 natuuriijk voor, "dat gij er aiet eea-'* maal aaa deakt «r voor u zelven roem vit te trekken ; r haddet gij ecbter, zooalx wii, onze grenzen kunnea •vericbnjden ea het Kelgisch vaderland op afatand aanichouwee ; kaddet gij het volkgthoord, « de men-achen uit de atraten », xeoals ds Bagelxchen dat uiU drukkea. ik wil zeggea, den arbeider, den kleiaen be-ambte, d* vrouw uit da volkaklaa ; haddet gij de getui-geniasea opgeteekend, ia woerd ea in ichrift afgelegd door han die met gezag de vaornaaae maat-'1 aehap^elijke krachtaa vertegenwoordigen, de ataat-!' kunde, de drukperi, de wet«aachap, de kunat, d* di-plomatic, den godidienat: dan zoadt gij beter de groot- * œoedigheid van uwe houdiag beaeffea, *□ ze'fa, geloof n ik, van koegmoedhakkcu getrild. I Overal boweaderiag voor het Belgiache valk p Da varigat# uitdrukkiagea vaa den cerbied, de be- :• wondering, de v«reeriag voor de zedelijke grootheid, voor dea zielcnadal, voor het kalme en vastberaden geduld van hst Belgiaahc volk, kwamen tôt ona uit atedaa «n dorpen van Zwitacrland, Italie, Spanje, ( Fraakrijk «c Engtlaad, en klommen, door de geaat- driftgedragen, toi taen in wie de vaderlaadalicfde wordt be'.ichaamd, — onzevoraten, de regeering, de 19 geeatelijkheid, on* dapper leger. st Wat on* betreft, wij hebben steed* al<e huldeketoog, *' welke OE* te b.eurt viel, ep u avergebracht, want eene is inwendige stem herhaalde on* gedurig dat gij het zijt, r" die, door awa taaie lijdzaamhcid, het verdieadet ea r" het oaahad verworven. l. De huidlge opef bare neening tegenover Belgiê Telkens het on* jiegund wa* ernen «tond aa te den-ken, zegeuden wii de Voorzienigheid die zooveel weg* ' aan de openbare * jcBÎng bad Uoen afleggen. 1 Gij weet nog wat wij u, vijftien maand geleden, zel-dea : hooggeplaatxte liaden, die de gebeurtenisiea uit ' een meer verhev*n atandpunt hadden moetea beoer-1 deeiea, gingan 10ms zoo verr* te zegg«n : Maar wat * hoefde België zich z6ô te slachtofferen voor da verde-' diging van xijn grondgebied ? War* een verzet met ' woordaa niet voldoende geweest *a hadda dit aaa het land d* verwoe»tingen niet gespaard,welke het tôt •eaen duim vaa zijnen ondergang leiden ? Die taal had mij verontwaardigd, zeide ik u, en.meermaala, 1 aangedreven door een gevoelen vaa inwendijr verzet, ' had ik mijae veroatwaardigiag lucht gegeveaj s Welnu, die taal heb ik uil aiemand* mond meer vernomea. Eene verovering voor ons : Het zedelijk peil der onzijdige of wele»r onzijdige 1 volkeren is biigevolggettegen. De gee*t vanopoffering wordt begrepea. H:j wordt gehuldigd. Zij weten hetu ) dank. Gij wordt bewonderd. Uw ge*lacht is met luiiter Se geict iedenis ipgetreden. » I» dat, mijne Brocders geene verovering. en zijt gij , niet, in de maat waarin de zedelijke goederen da atof- felijkc te boven gaan, de roemnjkste veroveraars ? 9 Ik weertta er aiet aan, op den huidigen toeatand het 1 woord Onze* Heeren in zijn Bvangelie toe te paasen. « Wat zou het den mensch batea het heelal te winaen, e « indien hij daarvoor de eeuwige belaagen zijaer ziel e « moest prijsgeven î » (3) . AAL MERCIER Wij lljden naar wij hopen In God O ja, gij weeat, ik weet het ; de rouw atrekt zieh ait; hart an vanmotd*ra, vaa echtgeaooten, vaa verlaofdea zija varbrijztld ; menxehenlevea* vallen op de oevers van den Yzer ; de g*vaagen*chap vaa da natie op haar •igea grondgebied blijft jammerlijk voortdure* ; an* geldwezen ataat onder den druk der achulden j oaz* nijverheid en onze haadel liggea *til ; dat aile* weet ik, en gij keat mij ganoeg, denk ik, «m ©vertuigd t* blijven dat ik er om leed, oaadat het a lijden doet. Maar, wat zijn eigenlijk die taarten van éénen dag, ten overstaan van d* eeuwigheid, waar wij allea,vroeg of laat, ona ware leven moeten leven ? Wat geeft, aile* ingeiian, eaa voor*poedige uitilag op aarde, welke zo\ bekomen worden tea ke*te van het eeuwig geluk ? Wat is, daarentegem, een* kortitendiga droetheid, «•ne voarbijgaande hartiverbrijzaliag, eea menaehe-lijker wijze gesproken vroege dood, met het vooruit-zieht dat hiernaaiaala het ^>eluk zonder einde ia.zonder «ehaduw, voor de christelijke huiagezinnea, die; dewijl zij op deze wereld gezamealitk chriitelijk ge letfd en zich al* war« chriatanen tôt h«t ••crificie aangemoedigd hebben, zick weldra «n voor eeuwig zallen wedervinden verfaigd ia dea sckoat vaa God, ia den Hemel ? Een* dat ik ep w«g wa* aaar de Basiliak vaa dea H, Paulaa buiten de aurea, om. t«t uwe inteatie, debede-vaart te doen w«lk« ik v66rmijn hcenreizen had be-ioofd, bezocht lk d«Ba*iliek ea vond ze veraperd met ■teenhoopea, kerkamitig van da opgravingen welke men daar aan het vcrrichten was. De «udheidkundigen die de w«rkea geleidden, hadden vercobillende op-«chriftea opgedalvsn. Eea van di* opsebriftan trof mij in het bijzoader, enik droeg er, vo«r u, de berinnering aaa mede. Z\] luidde : Et nos in Dto omnts. En wij, wij btvindtn ons alleu in God. Dit weza 00k de leuze van onze verhopixg ; mage zit onzea moed onwankelbaar onderhouden : Et nos in Dto omnts. Allen te zamtu in God / Eea dag zal aaabreken dat wij niet langer meer ween*a, aiet langer me«r geicheiden zijn. dat het httigg.xiu opoieuw zal wordea vereenigd om nimmer uiteea t* gaan. Latea wij nog meer aan den hemel daa aan de aard* denkea. Laten wij aireed* aaar den geett dàir levta, volgan» het woord van dan H. Paulu* tôt de ChrisUnea van Philippi : Nostra auttm conversa-tio in seelo est. (4) D* Christ*n i* eea reizigtr en zijae haardited* i* de hemel. De beproeving is riet ten eind* Gi| nuit niet ontkeaaea dat ik u neoit mijne be-duchthtld veiborg. Ik keb u de vaderlandalietde aan-gepradikt.omdat zij e*n« vertakking i* der hoofddeugd van het Chrittendom, — de liefde. Edoch, vaa in den beginn*, heb ik u Jaten vermoeden dat, naar mija beicheiden voorgevBelea, oaze beprotving laagdurig zou zijn, en dat het voordeel zou behooren aan de aatiëa die er het taaiate geduid aaa brstedea. Maar de tindztçepr&al is aan ons De overtuiging — natuuriijk ea bovennatuurlijk ge-tprokea — van onze eiadzegepraal i*, diepar dan oeit, in onze xiel gaworteld. Had zij, overigen», kunnea worden aaageta*t, de atellige verzekeringen vaa niet weiniga belanglooze en aandachtige toe*chou-wer* vaa den algem*enen toeitand, namelijk ait Noord- en Zuid-Amerika, die mij haane meening de-den aankleven, zouden die overtuiging in mij terug hebben beveitigd. Wij zullea de boveahand hebben ; twijfel erniet aat» ; maar wij zijn neg met aaa 't eind van on* lijden. Fraakrijk, Engeland, Rualand hebben er zich toe verbonden geenen vrade te *luitenzoolaog Belgiè zijne volkomen onathankelijkheid niet heeft heroverd en ruimachoot* wordt «chadeloo* gesteld. Italie trad op zi|ne beurt de ovtreeakomat van Londen bij. De toekomat i* aiet twijfelachtig veor on». Maar wij moetea haar voorbereiden. Bi ven wij vtrduldig en o/fervaardig Ditzullen wij, met in ons de deugd van verduldigheid en den geest van offervaardigbeid te onderhouden. « Handeltmanhaftig, ea boudt uw hart sterk, zegt de « P»almist, dooi uwe hoop'te stellen in God, " " Viri-" lit er agite et confortetur «or vtstrum omnts qui " sptraiis in Domino. " (5) Gelooft sterk in de Voorzienigheid Bewaart een volitrekt geloof in de Voorzienigheid : Zij waakt over hen die eerbied koe»teren voor het rijk Goda «n veor de gerachtigheid. Wat er oek overkome, ] twijtelt neoit aan haar. Op geen tijdstip van mija te-j ven, beb ik, zoo goed a's op mijn jongate reis, waar-> genomen hoe hare handeling de {.eringste omstandig» f h«den doordringt, de voorvallcn in sehijn zonder de f minste bete»kenis, de gebaurteaissen, welke aan onze Imknschelijke berekeningen meeït vreemd zijn. " Be-" mint den g#eden God, zeide de H. Paulu*, ea we««t < " verzekerd dat al wat zal gekeuren, tôt uw voordeel •« ?al keeteo : Sttmus auttm quoniam diligevitibus { " Deutn omnia cooperantur in bonum. " (6) Zijn wi] allés aiet, staed*, meer dan de lelle op het I veld en het vogeltje op dea tak, in de kand de* Aller-; h««g»ten ! God schikt ailes Maaktuwe plannen, rithtuwe batterijen, rsgeit uw* ^ bewegingen ; het blijft itteds waar dat d: manach | vikt en God beichikt. " Niet een grt)otleg;er i* het, zegt de Psalmiet, dat * " den Koning beboedt ; het paard is onmachtig het t !' behoud te verzekerea ; zijne kratht is gaene waar-' '• borg voor oaze ontzettiDg... Wij hopen in dea Eeu-«' wige ; Hij i» oaz» hulp ea on* schild." Beeldt u eene oorlegsvoarend* natie ia, verzekard vaa haren schietvoorraad, van hare bevelveerder», op weg naar de zegepraal : Godlate in de gelederaa de kiemen aener b?*m*ttelijke ziekte zich voortzetten. en op dea eigen «tond worden de gunstiga vooiuitzicktea 1 te l«ar gestald 1 St*mt God gunstig ten uw'n opziehtt, lerfl xuiver Ook, kovea allés, *telt uw betrouwea op God. Stemt , Hem gunstig te uvfca opzichte door uw &ewet«n te ! zuiveren.Maakt de luckt vaa uwenhuukri^g gezonder: doet er de zuiverheid heer»ch*n. de zedigheid, den ; chri»talijkea aenvoud. Bereidt u, m«t berouw, tet het { vervullea van uwaa paaschplicht. Letfl in den gxst dm Kerk Blijft niet eenzaam, afgezonderd iade H. Kerk. Gij bevindt u ia haren moederlijken «choot : la«ft vaa haren gee»t. De va»ten i» het tijdperk waarop de H. Kerk, in de verzuchting van het gebed, ia de ontb«rin» gen, in het lijdan.de verzoaaing vaa hare verlorea zonen ea de geboerte van hare doopleerlingea tôt het goddelijke leven afwacht. Zucht, bidt, legt u outberin-gea op, lijdt met uwe Moeder. Doet boeti B*«efaot de baatvaardigkeid. Bij wijze vaaalge-Meanen maatregel, hebban wij gemeeadu te moaten \ oatslaaa vaa de wetten vaa het va»ten en het Vlaeieh-; derven, behalv* op A»ch-Wo*n»dag ea Goedea Vrij-dag ; maar maakt van al die vergunniagen geen ge-bruik, iadiea gij ze aiet noodig hebt ; legt u uit vrijan } wil «naige veritervingen op, meer daa gij verplicht zijt. Legt u toe «p de inwendige ingetogenheid waakt opu*e zmtuigen, opde aeigingen vaa uw hart, ora i uwe ziel gemakkelijker te verheffen naar Hem die alleea uw opperste Goed is en al,eea a den vrtde kaa I *ch*aken, dat wil zeggen, de ruit in de orde. Bidt ; Bidt, bidt met vertrouwea, bidt aiet volhardicg. : Bidt des avends met heel uwhuicgezia. Begeeft u des Zcndags naar de goddelijke diensten, de Mis, de Ves-; pers, het Lof. Vooral, mijne zeer Beminde Broeders, woont, zoo dikwijl* de tijd het u toelaat, het H. Micoffer bij ea ^ nadert tôt de H. Ta/el. Velea onder « zijn thans min-der gebonden door hanne bezighedea ea be»«hikken vrijer «ver het ge bruik van huanen dag. Zoudt gij mit» eenige inspaning vaa Uwaa goedea wil, voor het Vaderland, voor Mit kelden aan dea Yzer, leveaden en gesneuvelden, voor allen die lijden ef zieltogea, niet alleen op de Zondagen, maar dage-c lijks met eea halve uur kunnen uit*paren om ze door [ te breagea aan den voet van het altaar, aaar de ziel | vereenigd met Onzen Heer Je*u*-Christus ? Hij i* Idààr, onze goddelijke Jésus ; Hij heriaaertons dat Hij, bij aitnemendheid, geweest is de mao der smartea, ea ' inkare velledigbeid haeft bczrten de wetcnschap der «llende, „ virum dolorum scienttm infirmitatem " (7) ; maar Hij is van den dood verreeen, Hij is ia de , zegepraal zijner heerlijkheid gezetea aan de reckter-hand zijn* eeuwigea Vaders , en, gewaardigt Hij zich onder oas te verbiijven om ons voedsel te wezea in het H. Sacrameat des Autaars, dan is het om oss met zija I leven te vervullea, en obs te kelptn, evenals Hij, de baan des lijdeas op te gaaa, opdat wj Hem zouden { volgen in de vreugde der gelukzalige woonstede de* Hemel*. Moed mijne Broeder*, luiitert naar onze ver-maningen ; woont aile dagea de H. Mis bij, draagt uw misboek med«, volgt dea priester van nabij, neemt met hem deel aan het H. ieestmaal in de Communie, ea het zal niet lang duren of gij zult waarnemen dat aw leven verandert en dat onze goddelijke Jésus ons ni«t bedriegt wanneer Hij oas toe»preekt : „ Komt tet mij, gij auea oie veimuei» «iji ri geouai gaat ; )K zal tt verkwikkea, " „ Vtni/e ad me omnes qui laboratis et ontraii estis et ego reficiam vos. " (8) Latea wij aset voeniefde dea H. Joseph aanroepen geduraade deze maaad Maart,hem door de godsvraeht des volks toegewijd. Vieren wij zijn ftaamieest. Bt-velen wij hem onze haisgezinaen aaa ; vertreawea wij hem de benclacrsaïag «nzer soldâtes toe. Terwijlik dit aiet aaa hot schnjven ben, maldeoens da aieawsbladen ia 't kort den inhoad van eenea Brief deer daa H. Vtder gericht aan dea Karainaal-Vicari», waarin Zijae Heiligheid eanen tweevoudigea wensch aitdrakt, walkea wij osa kaastea t beaatwoerdea. Da Paus sweakt van de goddelijke barmhartigheid ket eiade af vaa de bloadiga oorlogstwisten, welke Earopa variahearea.Wi| verzoeken aan onze priester* de Ceilacte pro ttmfore btlli te vervaagen, gedurtade daa Vastea, àeur ae collecte pro face. De H. Vader vraagt, vervoigens, dat ep Geedea Vrijdag, de reaweutie tuoeders ea echtgeaootea, zich met de Meeder vaa Jésus omhetKruis zoudenscharea, m haar eifer vereeaigen met het bleedig offer der Verlossiag van het ataschdem. Allaa zuiiea wij de iazichtea vaa Zijne Heiligheid bijtredea. België ia alreeda teegewijd gewerdon aan het H. Hart van Jesu* ea aaa dea H. Joseph. Op Goedea Vri|dag zullea wij oa» tocwijdea aaa het lijëaade ea enbevlekte Hart van Maria. Wij vereeraa met beaagea de Oabevlekte Oat-vaageai» vaa de H. Maagd, en dat i» wel gedaaa ; maar, aaait dit veerrecht ait gunst ea genade deer God geschoaJtea aan Haar die zijae Moeder moest wezea, vergeten wij met uat Maria, deer hare smartea, het tachl op oaze daakbaarneid verworvtn heeft f Het Hart vaa liaria, doari'ekea met het zwaard der iaweudige martelie, vttecaigde, ait vrijea wil, voor de , zaligmaking oazer zielen, haar mtdehjden met de op-draeht van het goddelijke »i»chtotter op Caivarie. De rampspsedige urtn welke wij doerievea zettea oas op bifzeadei e wijze aaa, onze toevlucht te nemen tet de bemiddeliug van Oaze Lieve Vreuw vaa Smarten. Oek, gekoer gevtiad aan dea wensch daar dea H. Vader mtgedrakt, zal ik, In het ianigate van mija ge- moed, oaaer Diaast op Geadea Vrijdag, mija bisdom, 1 •a, zeovael ik kaa, easdieibaar Vadeiland, toewi|d«a aaa hat lydtnd tn ,OnbtvlekU Hart van Maria. De priesteis zet ikaktiï, hua inzicht met het mijae te ver-eaaigea, — aa de geieevigea deze aanroepiag, waar-ik aireeds, voormaais, hoaderd dagea aflaat hecntte, gedvrucntig op te ceggen : Lijdtnd tn onbt-vltkt hart van Maria, M voor ons {g), die toevluent tet a uemca. (1) Handelingen dar Apostelen, IV, 3a.—fa)Hekr.V,«. U) Matth. XVI, a6. ; (4) Philipp. III, (5J P». XXX, 35. — (6) Rom. VIII, a3. ; l7i Isaias LUI, 3. - (8) Matth. XI, 39. (9) Telkens, xoo dagen aflaat. -Laatsttt Bericliten BlLIlMh rftOIT 5 April, 20 nar. De artillerie was nogal bedryvig op k*el het front. Binst den nackt werd er geweldig geschjten op ons center/ront. FKAKfCH FAUfcT 5 April 16 uur tirnaden-givtrhtm in ARGON NE bu Fiile-Morte. Westelijk de Maas belrekkelijke kalmte. Oostclijk de Maas zette wij plaatse-lijke gevecfitsn in die ons toelieten > orde-ringente maken in de boyaux noordelyk het bo&eh Caillette. WŒvRE Noo't delijk St. Mihiel wierpen d* Duilschtrs <2 mynen in de Maas. Ze oniploften zonder scha-de te veroorzaken. LOI REIN EN. Verschiliende kltine Duit sch? aanvallen wsrt m afgeslagtn VLiliCWtZCSi Boven Verdun werden arie Duitschâ toe^t'llen neerge-schoten binst de 15 luchtge-vechttn die door de Fransc/ie v'iegeniers werden geleverd. 14 obussen weiden op de statie van Nantilleis en 5 op de bivakken van Uamviilers door een vlieg-escadrille geworpen. I Jaar - N' |7 tKIJ'*1 f "mr—im' i - -ta»» t >" Vijf centiemen net nummer Vrijdag 7 April 8916

Er is geen OCR tekst voor deze krant.