De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk

1252 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1917, 16 Juni. De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk. Konsultiert 06 Mai 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/rf5k93323w/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Eerste Jaarganr, Nr 42. — 16 Juni 1917. Prijs : 10 centiemen. Eerste Jaargang, Nr 42. — 16 Juni 1917 DE EENDRACHT ■Weakblad voor het Vlaamsche Voik ABONNEMENTSPRIJS : Een jaar fr. 5.20 Zes maanden .... » 2.60 Drie maanden .... » 1.30 Geene abonnenten worden aangenomen die niet ep voorhand het bedrag hunner inschrijving laten geworden. BUREELEN; Voor het Generaal Gouvernement : Prinsesstraat, x6, ANTWERPEN. Voor het Etappen- en Operatiegebied : i, Huurdochterstraat, GENT. Postchekrekening Nr 86. AANKONDIGINGEN : Prijs naar oyereenk»mst. Ongeteekende stukken worden niet opgenemen. Geene handschriften worden teruggezonden. BOEKBESPRSKING : Het toezenden van éénjboek of schrift geeft recht op vermelding ; twee exemplaren, op bespreking. UNITARISME ? Toen de hoogeschool van Gent door en Bezetter vervlaamscht werd, was ,et eenige wat ons tusschen de beenen verd gesmeten dat we « eene gunut an den bczetter hadden aangenomen ». te betwistte ons niet langer het prin-iep « Vlaamsch Hooger Onderwijs» — iet enkel omdat men niet durfde, maar ok omdat men niet kon. Met de Bestuurlijke Scheiding is het nders gesteld. 't Heet bij veien — die sms ais intellectueelen doorgaan (vooral ij zichzelf) — dat het «onvaderlandsch i zulk een klein landeken als België og te willen uiteentrekken !). en ver-eelen....» Immers, in onzen tijd schijnen Initarisme en Vaderlandsliefde malkaar 1 't brein van velen volkomen te ekken, erger, zich te vereenzelvigen. Dit is slechts mogelijk bij menschen onder historischen zin, bij lieden verder, îe nooit een der beide begrippen Urii-irisme en Staat hebben uitgediept. Het lijkt ons daarom met nutteloos an deze kwestie eenige beschouwingen : wijden. In dit artikel stellen we ons vooral >t taak duideiijk te maken dat zoo er ;ts onvaderlandsch mag geheeten wor-en, dit in de eerste plaats het Unitarisme : daartoe zullen we doen uitkomen, at het centraliseerend unitarisch stelsel îtgaat van eene verkeerde opvatting van en mensch en van den staat, dat het ngezonde toestanden in het ieven roept, at het daarom dient jrijsgegeven te orden. Hoewel wij natuurlijk de kwes-e hier in verband brengen met ons ationaliteitsvraagstuk, zullen wij toch 1 't algemeene blijven : ons doel is : doen verstaan, dat de vergedreven întralisatie die tegenwoordig aan de asis van elke staatsinrichting ligt, overal a altijd te veroordeelen is, oolc in •ntalige landen. Uit deze beschouwin-sn valt dan gemakkclijk a fortiori af ! leiden, dat in een meertalig en meer-issig land als België centraliseerend nitarisme doodend werkt. * ♦ * De drie laatste eeuwen hebb»n een 'elvoorzien stel dwaalbegippen in de (ereld gebracht, en wel niet het minst 'P staatkundig en stuathuishoudkundig eWed. De Fransche Revolutie van 1789 1 de triomf dier begrippen, de omver-a'ing van het « ancien re'gime » ge-'ttst. Men meene nu echter vooral let) dat het er ons om te doen is -noemd « régime » als geheel op te -melen, evenmin dat wij voor doel :bben gelijk welken regeeringsvorm te irdedigen : dit zij verre. Wat we be-)elen, zijn een aantal begrippen, door • tiansche omwentelling op den iroon ;plaatst, en die op de maatschappij den )odlottigsten invloed hebben uitgeoe-"d : vooral het individualisme, île in-Vldualistische staadsidee, die de or-wische opvatting der maat«chappij vam omversmijten. IJat zal voor eenigen wel keukenlatijn lcerK Trachten wij dus de zaak dui-:''jker te maken. Fransche Omwenteling was in de lste plaats plaats gericht tegen de al groote alleenheerschappij der Fransche oningen ; dit absolutisme nu was niet, l0als velen meenen, met de middeleeuw- " 851 sche staatsopvatting verwassen ; ocl: neen : de eigenlijke vader ervan was de zonnekoning, Lodewijk XIV. Immers, voor hem hadden de Fransche Konin-gen zeker zeer uitgebreide rechten en bevoegdheden ; deze werden echter aan-merkelijk beperkt door het feit, dat dt toenmalige maatschappij op organischer voet was ingericht : de maatschappi; werd opgevat als een levend lichaam, uit atomen en cellen zeker, maar vooral uit organen samengesteld. Zooals in hel lichaam de atomen de cel uitmaken, dewelke haar eigen doel en werkkrin£ heeft naast of in het algemeene doel, zooals de cellen op hunne beurt organer vormen, voor dewelke hetzelide geldt zoo had de maatschappij hare cellen de huisgezinnen, en hare organen. 1)( maatschappij beweegt zich op een dubbel gebied : op dat der pohtiek, en op dai der économie ; en op die beide terreiner leelden toen de maatschappelijke organen : gemeenten en provinciën warer de politieke, neringen en ambachten dt sociale lichaamsdeelen. Het tvpische nu dezer organen was hunne natuurlijkt vorming en hun eigen doel en werkkring, hunne autonomie. Wat was er natuur-lijker dan dat de ambachtsman, de han-delaar, de me ester eerst en vooral leefde in zijn ambacht, zijne nering, zijne gilde, daar waar men zijne belangen ter harte nam, daar waar men voor de be-vordering en de verdediging derzelve schouder aan schouder stond ? Wat na-tuurlijker dan dat genoemde organen publiekrechterlijk waren. ni. in hun be-reik over wetgevende en uitvoerende macht beschikten ? Wat was er verder nog meer met de natuur in overeenstem-ming, dan eene indeeling van den staat, of beter gezegd, eene samensnoering der enkelingen eerst in gemeenten, daar-boven in provinciën bij den volksaard aangepast, en die over eene veel grootere autonomie beschikten dan de louter admi-nistratieve organismen die wij tegenwoordig onder gemeenten en provinciën plegen le verstaan. Die inrichting van den staat had als onmiddelijk gevolg de autocratie werke-lijk te milderen ; zij alleen 00k maakt het verstaanbaar dat deze niet veel vroe-ger ondragelijk is gaan worden en ge-kanteld is. Die inrichting 00k schiep eene maatschappelijke atmosfeer, een midden, waarin de mensch zich sociaal wezen voelde, waar gemeenschapszin in leven kon, gemeenschapszin die de ware basis is van vaderlandsliefde. Men zie hierin nu geen * terugkeer tôt de middeleeuwen ». Veel toch is er, dat ons de middeleeuwsche maatschappij onhebbelijk doet voorkomen. Immers, de organische idee, in haar wezen zuiver en gezond democratisch, drong slechts geleidelijk door in de maatschappij, naar gelang het christendom zich in de gees-ten ontplooide. Langzamerhand moest zij met het christendom zich van de samenleving meester maken, ze doordrin-gen « zooals het zuurdeesem het meel », De Renaissance-wind begon echter te waaien, het heidendom herleefde, de ze-den vervielen en de kritiek kwam.... Zij vergat, dat wat er onhebbelijks was in de maatschappij, in zijn aard hei-densch was, en al hetgeen veertien eeuwen noesten arbeid hadden tôt stand gebracht, moest — wetens of niet wetens — af-gebroken worden. Zoo ging het gildenstelsel aan 't ver- 859 basteren, en straks kreeg het van Turgot den eersten gevoeligen klap ; op staatkundig gebied was het Lodewijk XVI, die alleng!> de bevoegdheid der provinciën inkromp, en zich aldus groeien voelde tôt een Romtinschen « Impe-rator ». Aldus werden de maatschappelijke organen uit elkaar gerukt, en de grond-lijn der nieuwe strekking werd : veren-keling van den nochtans maatschappelijk aangelegden mensch, met als natuurlijk gevolg staatsabsolutisme... de Fransche Omwenteling nu voerde deze strekking tôt den triomf. Immers, was zij het niet, die tin den staat voortaan slechts « burgers » duldde, die omwille van dat beginsel gilden, neringen, en ambachten voorgoed afschafte en verbod van veree-niging uitschreef ; die ter eere van den-zelfden heilige, de reeds geknakte provinciën oploste in de geometrische, alles-zins potsierlijke verfruttering in depar-tementen ? Waar dus vroeger de itaat een groot lichaam was geweest, waar elke cel zich in haar orgaan thuis ge-voelde, dan was nij nu iets heel anders geworden : een dooreen gesmeten hoop « burgers » die, elk op zich lelf, recht-streeks onder den klauw der staatsma-chien stonden. Eigen leven in gemeenten en provinciën, in' gilden, neringen, ambachten, ware samensnoering en samen-werking der burgers was verdwenen, het individualisme met het unitarisme ingevoerd. Ziedaar voor Frankrijk. De Fransche Omwenteling nu heeft op heel Europa een overweldigenden invloed gehad ; niet het minst oi onzen Belgischen driehoek. Toen dan in i83o het piepjong Belgisch plantje in die atmosfeer zijn koppeken boven stak, en als hoveniers een troep mannen had, doortrokken van individualisme en dus 00k van unitaristisch-centraliseerenden geest, dan was het natuurlijk dat België een kind van zijnen tijd werd, dat het op unitaristische basis werd aaneenge-smeed : al de opeenvolgende regeeringen zouden aan de belgische eenheid blijven vasthouden als aan de conditio sine qua non van België's leefbaarheid ; de jeugd zou in dien zin worden op-gevoed — ik 00k in mijnen tijd : « Flamands, Wallons, 11e sont que des prénoms, Belges est notre nom de famille ! » — men zou spreken van art belge, daar waar bepaalde kunststukken slechts als gezond-Vlaamsche of Waalsche verstaanbaar waren ; met een woord : men zou de « âme belge » kweeken. En als men nu weet, dat de staatsmachien tegenover den burger doorgaans het stelsel « bui-gen of bersten » toepast, nu, dan heett men den sleutel van aile onrechtvaardig-heden, knoeierijen en geweldenarijen die elke nationaliteitenkwestie kenmerken. Op sociaal-economisch gebied, dezelfde knoeiwinkel ; overal heerscht hetzelfde individualisme, hetzelfde eenheidsbegin-sel ; al de klassen der maatschappij worden door elkaar, onder der lapnaam « burgers » in den grooten staatsmelt-kroes geworpen ; de bestaande organen worden uit elkaar gerukt, verdwijnen, de enkelingen staan voortaan los tegenover elkaar ; ja, de cel van het maatschappelijk organisme, het huisgezin, wordt door de wet «zoodanig geknakt en verwaterd, dat zijne werking er totaal door verlamt.... * * * Wij noemden de individualistische strekking met haren unitaristischen na-sleep, een dwaalbegrip ; we zullen thans niet veel moeite hebben aan te toonen, dat we daarbij den bal niet misslaan. Zou er nog wel iets dommer zijn dan unitarisme ? Zeker, op eerste zicht lijkt het ideëel. Wat schooner dan een groot land, waar aile burgers broeders zijn, waar allen cén en 't zelfde doel hebben, waar eenheid van wezen ze allen kenschetst en ze malkaar doet liefhebben, en hen ten slotte hecht aan den vadergrond ! Niets is onjuister dan deze voorstel-iing. M en gaat hier uit van eene verkeerde opvatting van den mensch en van de maatschappij : men stelt zich voor, tioor deze groote eenheid, door dit over-het-hoofd-zien (meer dan over-het-hoofd-zien is het toch niet) van aile verscheidenkeid van volksaard en van belangen samensnoerend te werk te gaan... Maar neen deze samensnoering v.eronderstelt eerst en vooral dissociatie. Om Franschen te kweeken, wil men Provençalen, Baskers, Bretonnen, Vla-mingen, — en we mogen hier spreken van al de verschillende volksaarden, die Frankrijk uitmaken — doen verdwijnen. Om 011s Belgen te maken, wil men ons doen vergeten dat we Via-mingen en Walen zijn ? Om « burgers » te hebben, wil men vergeten, dat de menschen arbeiders, handelaari, nijve-raars, advokaten, dokters of wat-wilt-ge zijn ; men kan zelfs maar ten halve lijden dat ze echtgenoot en echtgenoote, vader of moeder zijn... Men wil aldus, ten einde het lichaam levenskracht bij te zetten, elke cel doen béantwoorden aan het hoofddoel : de instandhouding van het leven ; daarom vindt men het goed de cellen los te rukken uit «le organen, waar ze hun bepaald doel hebben in het aljemeen doel, men smijt die cellen op eenen hoop, geeft .hun den naam « burgers » — en men meent dat het organisme leven gaat ?... De dissociatie toch maakt aile een-dracht, aile fevoel van samenhoongheid, allen gemeenschapszin onmogelijk. I*-derdaad, de staat is iets dat veel te ver buiten den onmiddelijken |ezichteinder van den enkeling ligt : de rnensch voelt er zich niet in leven ; en door de op-lossing van aile maatschappelijke organen in de centralisatie is aldus de maatschappelijke atmosieer verdwenen, onontbeerlijk aan den gemeenschapszin. Daarbij komt dan, dat de groote cen-traliseerende staatsmacht zich bij den eigen aard van geen enkel, ot ten hoogste van een der in den staat levende vol-keren kan aanpassen, en zoo wordt de staat den enkeling totaal vreemd : hij wordt dan weldra in de oogen van het volk iets zonder hetwelk men goed verder zou kunnen, waarvan men het nut en de bevoegdheid niet vat, waarvan men de maatregelen niet bejrijpt en met tegenzin de lasten draagt... Zoo groeit de staat weldra tôt eene den enkeling vijandige macht, — vooral in de oogen van hen die niet nadenken... En men spr«ekt van vaderlandsliefde ? Wanneer dan de eerste oorlogswoede met hare vlaag van haat tegen den vijand voorbij is... dan \iet men die vaderlandsliefde. Verder nog, hoe is op die individu- \T S6T alistische basis eendracht tusschen de standen mogelijk ? De leden der stan-e den op zich-zelf voelen zich niet meer solidair : concurrentie en onderkiuiperij s zwaaien hunnen honger-scepter. Niet I langer is de economisch-zwakkere sterk door de broedeilijke samenwerking in n den sch«ot van zijne nering, zijn ambacht, de uitbuiting moet komen... het Recht van den sterkste, de strijd van allen r tegen allen : eendracht !?... eenlseid !? II De feiten spreken hier beter dan aile r redeneering : we hebben slechts op te ,t: kijken naar de ic)eeeuw - en 00k naar 11 de 20e - om ons te overtuigen. Wat • heeft ons de verledene eeuw gebracht ? Is zij niet geweest de triomf der concurrentie, der uitbuiting ;... is 't niet 11 in den poel, door haar geschapen, en dien men de Sociale Kwestie noemt, I dat het socialisme is gaan woekeren ; en boven dien warboel, boven die vlaag II van wantrouwen en haat tusschen de 1 standen, stond daar de Staat, die m»ende ^ allés tôt zich getrokken te hebben, ? machteloos, vreemd aan zijne burgers, in den potsierlijken roi van etat-gen-1 darme.... En op het terrein der politiek : is het niet sinds verledene eeuw dat 1 we overal nationaliteitenkwesties zien > oprijzen ? Heeft men sindsdien niet altijd en overal de centraliseerende .( Staats- ^ geweld » een ellendig bevoordeeligend stelsel weten drijven : is dan 00k die * eeuw geene eeuw van algemeene onte-s vredenheid, van woelingen geweest ?.... Wat is de staat in de oogen der een-voudige lieden van onzen tijd nog anders : dan eene hun bijna onbekendc, maar > zeker hun vijandig tegenoverstaande > macht ? Verder, zijn niet rele volkeren ) door de vereenzaming van den enkeling, 1 en de oplossing der natuurbanden in ï centralisatie aan 't kwijnen gegaan ? Wat c schreeuwen u Ierland, Provence, Bre-s tanje en zooveel andere volkeren, wat 1 zegt U uw bloedeigen Vlaamsche volk ?... t En te midden van den modderpoel staat 1 eene roos te bloeien : in een landeken t nog bleef de organische idee zooveel als bewaard... daar bleef zich't bestuur bij den volksaard aanpassen : maar daar > 00k leven dan sinds eeuwen drie onder-scheidene volkeren samen in broederlijke r overeenkomst ; daar geene valsche een-r heid, 00k geen verdrukking, geen twist : ' we noemen Zwitserland. Eindelijk, 0 wonder ! wilden de staten zien dat het mit was — 't begon immers : te branden. Had men in 't eerst de ooge» > kunnen sluiten, nu ging dat niet meer : men voelde dat er iets haperde in 't raderwerk. Dat moest beteren : hoe 1 echter? Om te begrijpen, dat het Uni-: tarisme en het Individualisme de schuld van ailes waren, waren onze staatsiui - te... individualistisch en te unitaristisch ) onderlegd. Dus was 't de centraliseerende [ staa» die, tonder zijn wezen te veran-' deren, de zaak ging opklaren « à coups t de lois».... Het tijdperk der s#ciale wetgeving en den taalwetterij was daar :... t de scherpe hoeken werden aldus van de ) brandende kwesties afgeschaafd, maar 1 van een heelen der sociale wonde, van 1 een vullen der politieke klove kon aldus langs die* weg, geen sprake zijn.... ! Niettegenstaande aile — goede — sociale : wetten is het maatschappelijk leven even 1 bloedarm als vroeger ; niettegenstaande : aile taalwetten blijft de toestand — men kijke naar ons Vlaanderen — even ongezond.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk gehört zu der Kategorie Oorlogspers, veröffentlicht in Antwerpen von 1916 bis 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume