De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk

708 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1918, 19 Januar. De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk. Konsultiert 26 April 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/dv1cj89600/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

( J .-na. / Dêrdê Jaargang Nr 3, ig Januari 191$. PHjs : !• cntiemen Derde Jaargang, Nr 3. — içjanwari i§ï8. DE EENDERACHT Prijs per jaargang » » drie maanden fr. 5.20 » i.3o Weekblad voor het Vïaamsche Volk ' ~ _ — __ - Rcdaktie en Burce! : Prinsesstraat, 16, ANTWERPEN. Verbanniq Prieslsr Van der meulen Aanbieding van een GOUDEN KELK Ttjdens de laatste dasen kwamen nog een aantal inschrijvingen toe met bijzonder verzoek om opname onder de oorspronkelijke rubriek. Daarom beschouwen wij het als plicht nog een laatste lijst af te kondigen onder eigen naam, wat per slot van rekening op hetzelfde uitkomt. Per Crucem ad Luceu. 1 4e LIJST Overdracht fr. 1411.35 Priesters, leeraars, hoog de vaan ; 't !onge volk wil rond U staan. Een der uwen, 1.25, Ik en mijn onderpastoor. 2.5o Uit St-Niklaas : Al raoet ik er door lijden, Voor Vlaanderïji wil ik strijden. Voor Vlaanderen zal ik strijden, Tôt spijt van die 'c benijden. 1.— Wanneer priesters niet rr.eer mogcn spre- ken, geven ze geld. 1 25 Kath Vl. Arrondissementsbond, maakt Viaamsche volksvertegenwoordigers ge-- reed voor de toekomst. (Uit Leuven). 1.25 In 't Mechelsche het heet Zwijgen dat ge zweet. Een priester die het weet. 1.25 Naamloos. 1 o5 Van eenige Viaamsche vrouwen uit Bree rijst een diepe eikentelijkheid en hoog-acliting voor den kloeken Vlaming Dr Van der Meulen en opdat weldra de hoogere stand van Bree zijn harnas van weerbarstigheid afiegge en tôt ge-voelige bezinning kome jegens den mar-telaar van Vlaanderen. 2.5o Een der acht op tien Die Vlaanderen vrij wil zien. i.2.5 Vanwege een onderpastoor uit de Ant- werpsche Kempen. 2.40 Vanwege een onderpastoor uit Brussel. i.o5 De Studentenbond van Bree : t Frische Heikracht » aan zijn oud-voorzitter, uit dankbiiarheid en warme bewondering. 23.— Priesters-collega«'s, bidt met mij : Hear, maak Vlaanderen vrij. 1.25 Heer, geefons een Vlaan.schen Kardinaal. 2.5o Uit Lebbeke : De krijgsgevangene Lebbekenaren in Duitschland : aan hunnen Vlaamschen Medebroeder, Priester Van der Meulen, Krijgsgevangene Tan Havere. i5.— Gezin Van der Goten, A. God zegene den Vlaamschen Priester 10.— De Witte, Pli. Uit houwe Trou wordt 't Moerenland herboren 5.— Heyndrickx, Corine, echtgte De Witte. Manne'ijk P^echt worde mannelijk bevocli-ten. Toch belpe God, want « willen wat is recht » kost lijden. 5.— De Witte, Wilfried. Zôô Vader thans alleen : z66 wij later met vijf. God sterke onz' geest en leën daartoe. 1.— De Witte, Hilda. O. L. Vrouwken van Lebbeke bescherme Priester Van der Meulen op zijn barre en koude rots. 1.— De Witte, Herman. Wat Walsch is valsch is : 't moet dood. 1.— De Witte, Arnold. M'11 Peter is ;n Viaamsche soldaat ; als ik gr«ot ben vecht ik 00k voor de Vlamir.gen. 1.— De Witte, Hendrik. De Bietebfiuw bijte de stoute menschen van Havere. 1.— Vlaanderen.. . Dat de were'd uw naam vereere Als ten dage van uw kracht En gerecht'gheid regeere Van geslachte tôt geslacht. 5.— Als ter laaier.de kerk het kruis v^rduistert, Aïs de heiligen staan voor hun zwaarste [strijd, In verdrukking, in vernedering, Houd U bereid, Vlaanderen, 't is de tijd. 5. - Totaal fr. i5o7.85 Erratum : De gift onder motto: Uit mijnen spaarpot... en leve Meulemans in de i'i* lijst Lwnm uit Bree. Vlaamschgezindheid, een Gewetenszaak. 11. Ter voorkoming van misverstand,' verklaar ik vooraf mij te plaatsen op zuiver katholiek-gods-dienstig standpunt, alwaar men alleen oprecht spreken kan van geweten in den echten zin van 't woord, t. t. z van bewùstzijn, overtuïging eener verplichting ons door het Goddelijk Opper-wezen opgelegd, recht treeks of onrechtstreeks. Aldus kan de Vlaamschgezind als gewetenszaak positief en negatief beschouwd worden. Stellig heeft een zelrbewuste Vlaming te werken aan de grootheid van zijn volk, terwijl hij ander-zijds de schadelijke invloeden tlie de volkskracht sloopen, moet hclpen afkeeren. Onze overwe-gingen zullen eerst den positieven kant dezer gewichtige zaak aarpakken, daar het doorgaans beter is eerder opbouwend dan afbrekend te werk te gaan We stellen dan een algemeen beginsel : Gehechtheid aan eigen aard en zeden, aan eigen taal en beschaving is de stevigste waarborg van de grootheid en waarde van een volk op aile gebied. Gesteld dat een volk vooral langî eigen wegen een hem passende ontwikkeling en beschaving heeft weten te verwerven — met opname en verwerking weliswaar van wat de vreemde hem degelijks en deugdelijks wist aan te bieden, — zoo zal mets den bloei en de kracht van dat volk evenaren en zal men steeds dat volk zien opsîijgen in welvaart en beschaving. Uitgaande a van zijn eigen wezen en geaardheid, zal het beslist een bestendigen houvast bezitten, die hem zal vrijwaren voor overdrevenhe:d en gemaaktheid ; door aile verwikkelingen heen, zal dat volk steeds zich zelvn blijven in al zijn uilingen. Gebruik makend van eigen krach-Un en begaafdheden, waarmee het natuurlijk vertrouwd is, zai zulk een volk het zekerst tôt zijn voile ontwikkeling komen. Gansch zijn volksleven is dan de eenvoudige en getrouwe uitdrukking van een wezen dat zich bewust tôt volmaaktheid en verede'ing opwerkt. Op die wijze zal het zonder nood of dwang zijn volledige krachtvoorraad aanwenden en een hem eigen en best passende beschaving verwerven, gedra-gen, gevoed en bezield door de hem alleen heilbrengende moedertaal. Passen wij, Vlamingen, die beschouwingen toe bepaaldelijk aan Vlaanderen en ons Vlaamsch volk, dan begrijpen we er ras de slaande waar-heid van. Wil de Viaamsche stam zijn voile krachten terdege ontwikkelen, dan zal hij het moeten doen met inachtneining van eigen Vlaam- | schen aard De Viaamsche eigenaardigheid was een kenmerk der bloeiende beschaving van ons Vlaanderen der Middelteuwen ; ons volk genoot dan dour werken en strijden een hem p; ss nde beschaving, de zijne in merg en been, vergroeid als 't wiife met zijn wez--n en waaraan klimaat, grond en geschiedenis van Vlaanderen ni:t vreemd bleven, maar waar ailes dat 't leven der Vlamingen betrof — in 't private en in t openbare — zijn steentje bijgebracht. God schiep echter den mensch als een maat-schappelijk wezen en wilde diensvolgens dat hij als enkeling en als lid der groote familën, die we volkeren noemen, zich volmake en ver- I edele, 't geen we tegenwoordig heeten, naar ! beschaving streve. Dit zal hij doen in de mate zijner vermogens en, als van zelf sprekend, immer tôt meerder eer van God, den Schepper aller dingen ; bijgevolge op de beste en doel-matigs'e wijze. Ieder beischaving, wil zij grondig en oprecht zijn, zal dus de eigenaardigheden ! der volkeren moeten ontzie.. en zich eenigszins ! er naar voegtn. Zoo begrepen het 00k onze voorvaderen, die hoe kristelijk zij 00k waren, j toch altijd Vlamingen blelcen te zijn en voor wie 't licht van 't evangelie en de leiding der Kerk, ver van hun beschaving te schaden, die veeieer hebben verwekt en bezield om ze op te voeren tôt die heeriijke krachtenontplooïng d e wij, twintig e uwsche Vlamingen hun dikwijls benijden. Zoo werd met den tijd de goJsdienstzin een werkeUjk u£»tanddeel onze. Vlaamsch gcoaid-heid. 't Volksleven, het echte der Vlamingen was en is nog steeds in den grond diepgods-dienstig en katholiek. Het jeloof was de bezieling der Viaamsche kunjt en ontvvikkePng ; de Vlaam-s'he zeden werden er hecl naar gericht en ten slotte was de godsdienst veclal e-n inzet voor den strijd onzer roemrijke voorvaderen. NVelnu we mogen g«rust aannemen dat die \ godsdienstig en bepaald katholiek geWorden 1 Viaamsche aard het zekerst tôt zijn voile waaroe en ontplooiïng zal komen, a's het Viaamsche volk er zelf mag over beschkken. Ons velk, dat weleer een beschaving zonder weerga kon scheppen, zal ongetwijfeld, eens weer zichzelf bewust, in gewrt.n zijn lot in handen nemen en der wereld toonen dat de ziel der oude Vlamingen nog steeds krachtrol in hem voort-leeft ; datze'fde volk, thans een vlek voor ons vaderland om zijn verregaande ruwheiden tevens een weinig stichtend voorbeeld van bewust godsdienstig leven, wat al even beschamend is voor Onze Moeder de H. Kerk, zal dan beslist zijn roemvolle plaats innemen in de ri) d«r vo keren, 't\aderland en de Kerk ter eere. Trouw aan Gods beschikking en aan den Vlaamschen volksaard- gebiedt ons bijgevolge — in de eerste plaats de ontwikkeldeu - grondige Vlaamschgezindheid, die zich steeds in daden ornzet. Immers een andere is er ge»n : een liefde zonder daden is onzin. Onze Viaamsche trouw wize er dan eene die ons volk omvat in zijn voile wezen en door bestendige daden zijn echtheid laat blijken ! Legio. Vlamingen en Waîen onder de Wapens In zyn nummer van 4 januari 11. breekt « Vrij België » nogmaals eene lans ten voordeele der indeeling' van het Belgisch léger in Viaamsche en Waalsche regimenten. Wij drukken, het ar-tikel over over. De vetjes zijn van ons. Bij herhaling, o. m. in een reeks artikelen ver-schenen in de numraers van 3, 10 en 24 Augus-tus j. 1., heeft « Vrij België » een betere indeeling' van de Belgische weermacht bepleit, omdat de ïrvaririgen van den oorlog; op afdoende wijze hebben uitgemaakt, dat het mengelstelsel niet beantwoordt aan de maatschappelijke noch aan de krijgstechnische eischen van een echt volks-leger.In andere landen zien wij de manschappen bij regimenten naar hun plaatselijke herkomst ing;e-deeld, juist om de groote en vele voordeelen, welke aan een dergelijke indeeling zij 11 verbonden. I11 België. dat nochtans uit een Viaamsche en eenWaalsche landstreek bestaat, blijft men zich aan een zoogenaamd eenheidsstelsel vastklam-pen, waarvan de ondeugdelijkheid nu maar al te zeer is gebleken. De algemeene vermenging van Vlamingen en Walen, onder het Fransche kommando van een in merg en been verfranscht kader, berust op een grove miskenning van het vrije levensrecht der Vlamingen en geeft aanleiding tôt velerlei misstanden, die trots aile wettelijke bepalingen en rninisterieele aanschrij-vingen blijven voortwoekeren, tôt groot nadeel en ontmoediging van tienduizenden Viaamsche jongens en met de moreele verzwâkking van de Belgische weermacht als gevolg. In zijn hoedanigheid van minister van Oorlog, heeft generaal De Ceuninck in Augustus en September j.l. door een paar aanschrijvingen . orde in den toestand willen brengen. Hij heeft echter misgetast, waar hij op verbetering van het bestaande mengelstelsel rekende door eene meer algemeene kennis der twee landstalen te vergen en aile Vlaarftschgszinde mtiïijfen iriet Z6 een te willen fnuiken. Daarbij werd aan het vol-strekt verkeerde beginsel der onderlinge menge-ling niets veranderd, inte;srendeel was het zoo mogelijk eene verscherping van de zoogenaamde « samensmelting » (lees : algemeene verbaste-tering en geestelijke verknoeiing- van de Vlamingen). Dit neemt echter nift weg, dat er in de aanschrijvingen van minis:er De Ceuninck veel goeds zit en dat een nauv^ezette toepassing er van reeds vele grieven uk den weg had kun-nen ruimen. De minister verklaart inderdaad zonder omwegen, dat hef or.duldbaar is nog langer officieren en onder- ilficieren aan te tref-fen, die bij gebi'ek aan kennis van de taal der Viaamsche meerderheid — nen zou haast kunnen zeggen der algemeenheid — van hun manschappen, met dezen niet in rechtstreekscken omgang kunnen treden. Het is 01.iuldbaar inderdaad, maar het werd ni«ttemm werlcelijk jaren lang geduld, ja gedurende drie Moedige oorlogsjaren m weerwil van de wet er. van aile waarschu-wingen. Wat er 00k van zij, de minister scheen het goed te meerven, altb.ans wat het laatste punt — de talenkennis — betreft. Wij hebben dus de uitwerking van zijn aanschrijvingen willen afwachten, al hebben wij indertijd als onze onwrikbare meening verkondigd, dat de ware eenige natuurlijke oplossipg van de taalkwestie in het leger is ; de indeeling van Vlamingen en Walen in aparté gevechtsesnheden, onder aan-voering onderscheidelijk- vp.n een Vlaamsch en een Waalsch kader. Bij het licht der jongstc gebeurtenissen, die zich in verband met de taglkwestie in ons leger hebben afgespeeld, herhalen wij met de meeste beslistheid, dat geen duorzame oplossing mogelijk is buiten de indeeling der Vlamingen bij Viaamsche, der Walen bij Waalsche eenheden. De door minister De Ceuninck voorgeschre-ven regeling werd ingezet door de verbanning van aalmoezenier Van d"r Meulen naar het eiland Cézembre en zijn terugstelling tôt den graad van brankardier. Dat was een onrecht-vaardigheid en tevens een groote fout ; destijds hebben wij geschreven waarom. Voor de onder-geschikten van den minister is die verbanning het teeken gerveest. om los te gaan op de Ulaamsch-ge't inden. Over het geheele front en 00k in de achterhoede is dadelijk een algemeene vervolging tegen aile stambewusle-Vlamingen begonnen : ;pj werden bespied, uit g et art, •erdacht gernaakt en op aile manieren gekrenlst en vernedert door franskiljonsche meerder en. Enkel en alleen op grond van Vlaamschge\ùvdheid werden flinke militairen van aile bevortjgrnsr. verstoken. Het regende strajfen en krijgsraad, over plaatsingen en verbanningen. "Viaamsche meerderen %ijn tôt een lageren rang teruggesteld om geweigerd te hebben hun'Vlaamsche overtuigingprijs te geven. Aan de "Viaamsche soldaten wordt letterlijk aile felfstandig leven ont^egd, de censuur treedt on-verbiddelijk op tegen ailes wat naar Vlaamschgezindheid jweemt. Vlamingen, dit met den militairen vcîligheidsdienst af te rekenen hebben, is dagelijkschen kost. Wanneer Viaamsche militairen alleen naar de toepassing van taalwet of rninisterieele taalvoorschriften vragen, worden \e onbarmhartig gestraft ; terwijl de overtreders van die^elfde taalwet en taalvoorschriften maar steeds verschoond blijven Het moet dan 00k geen verwondering baren, dat sommige meerderen zich geen zier om de aanschrijvingen van den minister bekommeren ol er maar alleen uithalen wat nadeelig voor de Vlamingen is, te meer omdat een op de spits gedreven tweetalig-heid in vele gevallen praktisch onuitvoerbaar is. Men kan redelijkerwijs toch niet eischen bijv., dat iedere kapitein, luitenant, sergeant of kor-poraal, als hij iets tôt de manschappen te zeggen heeft, zich telkens even precies en uitvoerig in de beide landstalen zal gaan uitdrukken. Een Waal, die natuurlijk eijn militaire opleidmg in het Franscht heeft genoten, mist ten andere de noodige bedrevenheid in het Nederlandsch, om in die taal over krijgszaken behoorlijk uiting aan zijn «edacliten te geven. Zoo'n Waalsche meerdere is op zijn plaats voor Waalsche manschappen ; tegenover Viaamsche manschappen kan hij door den band, maar onrechtvaardig of potsierlijk wezen: onrechtvaardig als hij Fransch spreekt. potsierlijk als hij zich toch in meer dan gebrekkig Nederlandsch wil verstaanbaar maken ! De Viaamsche manschappen hebben een onvervreemdbaar recht op een in het Nederlandsch geschoold kader, evenals de Waalsche manschappen het niet zonder een behoorlijk in het Fransch opgeleid kader kunnen stellen.DeWaalsche meerderen zetten zich intusschen schrap tegen de hun opgedrongen kennis der Nederlandsche taal : zeer weinigen toonen goe-den wil ; de meesten blijven er bij, dat men hen niet mag noch kan verplichten de taal der Vla-ming'en aan te leeren. Ofzij er ten slotte ja dan neen zullen toe gebracht worden toch Nederlandsch te moeten lcennen, doet niets af aan het feit, dat er in de gelederen der Walen daarom-trent groote ontstemming heerscht. Ontstem-ming' der Walen, misnoegen derVlamingen, zie-daar wat er met het z g, stelsel der samensmelting wordt bereikt. Of dat alle3 bevorderlijk is voor een goed moreel van den troep, zal wel niemand aannemen. Het mengelstelsel biedt trouwens geen uit-komst, omdat het niet in stand is te houden zonder taaldwang op groote schaal en kortwie-king der eigen volksfierheid. De algemeene ver-tweetaling, die men schijnt te willen bewerken, ongetwijfeld om des te beter de heerschappij van het Fransch te kunnen vestigen, is en blijft een belemmering voor de vrijë ontplooiïng van den Vlaamschen geest, alsmede een onuitputtelijke bron van wrijvingen en twisten tusschen Walen en Vlamingen. Aan den taalstrijd komt geen emde, zoolang taaldwang "onder om t even wel-ken vorm, alsook ongelijke behandeling van Vlamingen en Walen in het leven worden ge-houden. — Men zoeke dus niet langer de oplossing der taalkwestie m de samensmelting van Vlamingen en Walen, wat trouwens een onmogelijklieid is, maar wel in een behoorlijke samenvoeging van Viaamsche en Waalsche strijdkrachten namelijk door indeeling van de Belgische weermacht in Viaamsche en Waalsche gevechtseenheden. De indeeling in Viaamsche en Waalsche eenheden hoeft men voorwaar gesn scheiding te ne«Hien Vlaming-ea eu Wàle* heures als 3el- 24 gen wel samen in hetzelfde Belgisch leger, niet noodzakelijk in hetzelfde korpsverband. De Belgische eendracht zal hechter gemaakt worden, en de ware nationale geest meer bevorderd door een natuurlijke samenvoeging van Viaamsche en Waalsche strijdkrachten dan door de tôt nog toe gevolgde methode der individueele menge-lmg, waardoor Vlamingen en Walen op onna-tuurlijke wijzer onder éénzelfde Fransch kommando worden samengebracht. Vlamingen en Walen kunnen als volk elkander prachtig aan-vullen, individueel passen zij minder bij mekaar, alleen reeds omdat zij een verschillende taal spreken. Waar dan nog, zooah dat in ons leger het geval is, de eene taal de andere verdringt, moet ten slotte een noodlottige taalhaat ontstaan. Men geve echter aan de Vlamingen en Walen hun eigen leven terug, men wake met dezelfde vaderlandsehe zorg over de natuurlijke ontplooiïng van hun onderscheiden raseigenschap-pen, en aldra zal men ervaren welke groote samenwerkende kracht uit dat tweeledig, maar normaal samengeordend leven zal g'eboren worden.Den Vlaamschen taalstrijd zal men uit de wereld helpen door hem overbodig te maken. Vlamingen en Walen zullen mekaar beter vsr-dragen en eendrachtiger samenwerken, als zij niet meer zullen gescheiden zijn door een stelsel van onrecht, gegrondvest op vooroordeelen en onevenwichtige, valsche eenheidsbegrippen. Het weze dus uit met het mengelstelsel, dat de Vlamingen den weg der verbastering opdringt. In de plaats daarvan kome de indeeling van het leger in Viaamsche en Waalsche inheden. Dan zal men miet langer het treurige schouwspel moeten beleven van Vlamingen die gestraft worden omdat... zij Vlamingen zijn ! En dan zal men in aile eenheden en onderdeelen van de weermacht 00k verkrijgen, wat tôt dusver met het mengelstelsel onbereikbaar is geblefen : samenhang, zelfvertrouwen en onderlinge w&ar-deeringGeen beter iUustratie van bovenstaand artikel en 00k geeir beter betoog tôt staving, dan het volgend stuk, dat wij eveneens uit «Vrij België» overdrukken : De dwaasheden van het mengelstelsel, Vlamingen gestraft... omdat zij Vlamingen zijn. Schriftelijke vragen aan den heer Minister van Oorlog en... de antwoorden : I. — In de 3de Comp. van het 3de Jagers te voet, Vde legerdivisie, nummerde men zich ge-woonlijk in het Vlaamsch, Op zekeren dag ont-staat er meeningsverschil tusschen Luit, van Lierde en Korporaal Smets ; de eerste bewe-rend dat men zich niet in 't Vlaamsch mag num-meren. Adjudant Watrir. verweet daarom aan korporaal Smets, haat gestookt te hebben onder de manschappen. doordat hij de mannen in het Fransch gelijk had gegegen Aan Smets vragend te mogen optreden met getuigen, om eerstens te. bewijzen dat hij niet in het Fransch gesproken had, tweedens dat hij geen haat gestookt had, werd dat onderhoud geweigerd.-.Hij werd integendeel ondervraagd over flamingantisme. Spijts de lofriike bewoording van den komman-dant over den korporaal, is hij gestraft en naar de rehabilitatie-compagnie der Vde divisie ge-zonden.Zou de heer Minister, over het hooger ver-melde feit den korporaal Smets, voor den krijgsraad zijne verdediging willen laten voordragen, in het bijzijn van de door hem aan te duiden getuigen ? :, — Antwoord : De feiten die aanleiding gegeven hebben tôt de tuchtstraf opgelegd aan korporaal Smets, van de 3de Komp. van het 3de Jagers te voet.be-hooren niet tôt de be voegdheid van den krijgsraad. II. — Volgens artikel 14, der wet van 2 juni 1913, moeten al de bescheiden in de twee nationale talen opgesteld worden. Welke stratmaatregelen zal de heer Minister nemen tegen de overheid, die in de Ilde Komp. va* het 3de linieregiment, de wet miskende en : 1. Sergeant Somerlinck tôt acht dagen militaire gevangenisstraf veroordeelde en tôt afstel-ling « pour avoir refusé l'ordre du chef de corps de signer la carte d'identité en français, malgré qu'il connut bien le français » 2. Korporaal Vandendooren, om dezelfde re-den, dezelfde straf oplegde. 3. Brankardier Soetens om dezelfde reden, tôt 8 dagen gevangenisstraf veroordeelde. Welke maatregelen meent de heer Minister te moeten nemen om de gestrafte Vlamingen in hun eer te herstellen ? Meent de heer Minister het niet noodig aan de oversten bekend te maken, dat de kennis der Fransche taal aan den Vlaming het recht niet ontneemt Vlaming of flamingant te zijn ? en de toepassing der Belgische wetten te vragen. II. — Antwoord : Ik verwijs naar het antwoord dat ik, aan-gaande hetzelfde onderwerp, gegeven op de, den i5de September laatstleden, door het acht-baar lid van de Kftmer der Volksvertegenwoor-digers gestelde vraag, (N. d. R.— Dat antwoord kwam namelijk hier op neer, dat Franschken-nende Vlamingen hun taalrecht verliezen !) III, — Léo de Coster, oorlogsvrijwilliger, ver--eerd met het oorlogskruis, werd om verscheidene redenen, onder ander om geroepen te hebben « vertaal dat : « Défense de fumer » of ik zal het zelf in het Vlaamsch schrijven », om geweigerd te hebben in het Fransch aan een luite-nant te antwoorden, naar de strafkompagnie gezonden. Alvorenshij in die Kompagnie (1 D.A.) aankwam, werd de Coster door inlichtingen voor-afgegaan.die op zijn nieuwe oversten een diepen indruk moeten hebben gemaakt, Reeds voor zijn aankomst immers verzamelde de adjudant de gegradueerden en sprak tôt hen in dezer ^oege : « Il va venir ici un flamingant. Il connait parfaitement le français. Je vous défends de lui parler flamand. Si j'en attrape un, il sera puni lui-même, il aura huit jours de cachot ». Wanneer De Coster een tijd nadien korporaal Donckers in 't Vlaamsch aansprak, kreeg hij voor antwoord : « Ecoutez, mon ami, je 11e puis vous répondre en flamand ». Zou de heer Minister een onderzoek willen instellen en De Coster de gelegenheid geven om zich varar «•» krijgsraad te verdedigen ! III. -- Antwoord : De feiten die aanleiding gegeven hebben tôt de straf opgelfcgd aan den soldaat De Coster, Léo, naar de eerste tuchtkompagnie der Iste legerdivisie gezonden, behooren niet tôt de bc-voegdheid van den krijgsraad. le Brdiiemiir vas catinisti- ea Msnistige lirai m. Met een gevoel van instemming las ik in «De Eendracht» van 29 December 1.1. het artikel getiteld « Patronaat- School- en Kerk-gebouwen ». Niet, dat ik het met de gevolg-trekking van den schrijver eens ben. Het doet me echter veel genoegen zulke uitlatingen te vernemen omdat ze, ontegensprekelijk, een kentering aantoonen in de geldende opvattin-gen over de beteekenis van gebouwen. Gaarne neem ik de gelegenheid waar het onderwerp even wat uitgebreider te behandelen. De, schrijver van het ongeteekend artikel betreurt het verwaarloode uiterlijk van de meeste katholieke instellingen : werkmanskrin-gen, patronaten, schoien,kerken en meer andere dergelijke gebouwen. Voor tegenspraak hoeft hij niet beducht te zijn, daarvan ben ik over-tuigd. Het feit is daar in al zijn bloote, naakte werkelijkheid. Merkwaardig vind ik zijn uit-lating vooral, omdat ze mij schijnt te komen van een leek, met werkelijk zeer beperkte be-voegdheid in zake architektuur. Zulks wordt bewezen door zijn verwijzing naar de baan-wachtershuizekens, kazernen en stadsscholen. Bij de twee eersten is er hoegenaamd geen reden om in bewondering te staan, bij de stadsscholen vervangt pronk wel eens gemakke-lijk, moderne, degelijke schoonheid. Het streven naar beter client hier wel met voile handen toegejuicht Het zijn behoeften van socialen aard, die het ontstaan van gebouwen als deze, waarover hier gehandeld wordt, noodwendig maken. Technische vaardigheid in de eerste plaats moet een hoedanigheid zijn van den bouw-meester, welke met hetontwcrpen van plannea gelast wordt. Deze hoedanigheid, hoe hoog .te schatten 00k, volstaat niet ; de bouwmeester .s nog iets meer dan een vaardig stielman, hij is of moet toch zijn : een kunstenaar. Hij moet vorm en verhouding beheerschen, en het uiterlijk van de gebouwen weten te behandelen, zoodat ze als geteekend zijn met het merk-teeken van hun bestaansreden. Hoe zelden kan, zelfs een goed bouwmeester, deze hoedanig-heden in hun voile kracht ontplooien ! Hij blijft veelal gebonden aan opgaven van lastigea aard, die het bewijs leveren, veelal toch, van miezerigen en krenterigen geest bij zijn opdrachtgevers. Bij hun stichting worden scholen, patronaten, enz. gcwoonlijk in woningen of gebouwen ondergebracht, die oorspronkeiijk met een heel ander doel opgetrokken werden. Totdat de stichting zekere uitbreiding genomên heeft, kan men vrede hebben met zulke voorloop'ge oplos-sing-, Naar gelang de levenskracht toeneemt, begint men gewoonlijk te veranderen, te wijzi-gen, woningen of terreinen bij te nemen en er ontstaat een plan, dat een echten doolhof heeten moet. Het uiterlijk van het geheel wordt totaal over 't hoofd gezien ; als er in reuzig-groote letters een titel opgeschilderd is, acht men zich voldaan. Een enkel voorbeeld : de « Burgerskring » te Antwerpen. Wie, die het niet weet, kan in de Koning- of Gratiekapel-straat vermoedendelokalen van een van demach-tigste katholieke vereenigingen van Antwerpen? Bij de stichting van een nieuws parochie, schijnt het noodwendig, dat een onooglijk weinif eerbiedwekkend gebouw jaren en jaren met zijn weinig aantrekkeliike vormen het straat-zicht komt bederven. Voor de grootschheid van de christelijke mysteriën zijn zulke gebouwen toch waarlijk ongeschikt. Kan men zulks niet inzien ? Tegenover het schitterend opge-vatté Help U Zelve gebouw in de Volksstraat, staat een voorloopig kerkgebouw, dat, juist dààr, armzaliger en beduidingloozer voorkomt dan waar anders ook. Het katholieke eergevoel moet zick naar een waardiger en hooger peil richten. Er is toch nog wel geld bij de katho-lieken, zou ik meenen ? Waar de Katholieken scholen hebben opge-richt — en hier bedoel ik namelijk volksscholen kunnen ze niet wedijveren met de officieele. Hier ook schijnt een armoedig type geliefkoosd te zijn. Nergens iets, dat een architektoniscli karakter verschaft, dat lijnen en verhoudingen tôt een kunstrijk geheel samenbrengt Die sohe-len kunnen iabneken of magazijnen zijn, en dan mogen ze reeds niet meer als naar de nieuwste inzichten gebouwd, beschouwd worden. Een voorbeeld onder velen : de Parochiale Meisjesschool in de Nosestraat. In deze gevallen moet ofwel het verwijt geiicht aaii de opdrachtgevers, dat zij geen geschikt bouwmeester zochten, ofwel -dat ze zijn architektonische | verlangens knevelden en breidelden, zoodat er een waardeloos gewrccht zonder beteekenis ontstond. Om een waardig gebouw, in aile opzichten te verkrijgen, moet tr eerst en vôôr ailes een ôverzichtelijk plan tôt stand komen. Met stukken en brokken kan nooit iets volledigs worden gemaakt Bijgevolg is het noodwendig, eens dat doel en behoeften goed omschreven zijn, de gewenschte bouwplaats te zoeken. Ten slotte, zal men zoo gewoonlijk goedkooper een beter oplossing krijgen, dan met jaren aaneen wijzigen en veranderen. Eens het terrein gevonden, komt het zoeken van den geschikten bouwmeester ; hoewel het voortreffelijker is dezen bij de keuzc van den bouwgrond mede stcun in 't kapittel te geven. Dat kan ongeloolelijk veel bijdragen tôt het ontstaan van een uit-stekend geheel. Zoo komen we eindelijk tôt een al te vaak, en al te gemakkelijk aange-voerd voorwendsel, om leelijkheid en ondege-lijkheid te verontschuldigen, nam, geldgebrëk. Zeker, niemand, allerminst een vaknian, zal de belangrijkheid van dazen faktor ontkenneH,

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk gehört zu der Kategorie Oorlogspers, veröffentlicht in Antwerpen von 1916 bis 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume