De legerbode

1171 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1916, 20 Juni. De legerbode. Konsultiert 19 Mai 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/542j679d89/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

DE LEGERBODE den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvang-t tien of vijftien Fransche en Nederlandsche exemplaren. OORLOGSTIJD Schetsen en Indrukken van het Frant TTT VI De Rik en de Spioen waren verhuisd. Nevens de barak stond er een molmige. verlaten bier-loods. Daar gingen ze inliggen. Nu woonden ze ep hun eigen. Ze hadden hun kotje zoo gerieflijk mogelijk ingericht, spijkers en krammen gesla-gen oui hun boel op te hangen, en door middel van eenige baksteenen een schoorsteen gemetst, Daarin stookten ze den godgansche» dag. Al wat onder hun klauwen viel, was brandhout. Bij den i Spioen was 't zelfs een echte passie geworden. Hij had de pooten van onder de tafels in de ta-1 veernen geklopt, om maar brandmateriaal te ver-aamelen. Ailes kapte hij in spaanders. Hij brak ' de balken uit en stampte de sckutsels der afslui-tin^en oinver! En dan maar gestookt en gepookt dat de vlam-men in het donker schouwken opsloegen en het hout knetterde. Hij en de Rik, ze stonden daar lijk twee grinnikende duivels, de liemdsmouwen opgerold en den rooden vuurgloed op hun zwee-, tend aangezicht. En rooken dat het deed!... roo-keu! De smoor deed hen kuchen als teringlijders, maar ze veegden er ferin hun botten aan en blie-zen met verdobbeld geweld hun geweldigen asem op 't vuurke, als 't niet nijg genoeg naar hun igoesting flakkerde. Dien avond weer waren ze bezig met stoken. 'tlïad heel den dag geregend. De najaarswinden schuifelden door de reten van hun villa, klopten op het schabouwelijk deurken en joegen den verstikkenden smookwalm terug de kamer in. De Rik en de Spioen verwachtten bezoek. 'tZou groote vergadering zijn heden avond. Daarom 'moest het vuurke lekker branden. De één vôôr, de andere nà,kwamen de gezellen ibinnen : De Voddetromp, de Dood-op-Stelten, Vodden-en-Beenen, de Ajuinboer, de Drupneus, 't Klets-Koordeken. de Hondendief, de Tap-van-H Rietje, Polleken, 't Zwierken en Cartouche. ^ Cartouche was de hoofdman van 't klieksken. 'Toen hij binnentrad werd hij met bandietenge-druiseh verwelkomd. — 'Ne goeien avond, kapitein, klonk het ! Cartouche antwoordde niet. De rook sloeg in fcijn neusgaten en hoestend vroeg hij : — Wat is 't, Rik, ga-de hier haring rooken? De mannen lachten. De Voddetromp duwde er eenigen op zij en sprak dan met kunstma-tigen ernst, zich tôt Cartouche wendende : — Kapitein, ik denk dat de tribinuul zal aoeten zetelen. Zoo! zei Cartouche, wenkbrauwfronsend. — Ja, kapilein, onderbrak 't Zwierken. Daar iser een die geweigerd heeft « Leve de Vrijwil-ligers s te roepen ! Cartouche kuchte bedenkelijk. Dan pathe-îiek, oordeelde hij : — Brengt den bescliuldigde voor de recht-bank. We zullen hem vonnissen. 't Zwierke, Vodden-en-Beenen, Polleken en 't Kletskoordeken verlieten de vergadering om 't bevel uit te voeren. De Belgiscfoe Overwinningen in Duitsch Aîrika. Mededeeling' van het Ministerie van Koloniën op ij Juni igi6. Uit de nadere inlichtingen van generaal Tombeur ontvangen blijkt, dat gedurende de krijgs-verrichtingen, vermeld in de mededeeling van 14 Juni, een van onze midden-kolonnen te Kiwi-tawe, eene sterke vijandelijke achterhoede, voor-zien van machinegeweren en artillerie, heeft ingehaald en aangevallen. Het -vecht begon den 6" Juni. Na zware verliezen te hebben geleden, ont-ruimde de vijand op overhaaste wijze zijne stel- — Bereidt de intrede van het Hof, decla-meerde Cartouche verder. Al de jongens verlieten 't kamerken. Alleen de Rik en de Spioen bleven. Ze wierpen een sprei op een houten bankje. Aan een ijzer-draad hingen ze een raap, doodskoppig uitge-beiteld. Daarin staken ze een kaarsje, dat gloei-ende stralen schoot door oogen, neus en mond van 't geraamtige bekkeneel. Trots zijn wo.este verdediging werd de bescliuldigde ingepikt, en door de vier vrijwilli-gers vôôr de rechtbank gebracht. Ze hielden hem stevig vast in 't kruis van zijn rug Als hij wat veel tegenspartelde, porde 't Zwierken hem ve-nijnig in zijn hespen. Nauwelijks was hij binnen, of Cartouche, ge-volgd door zijn trawanten, hield staatsielijk zijn intrede. Hij ging achter 't gedrapeerde bankje zitten, geflankeerd door den Dood-op-Stelten en den Drupneus. Op een gegeven teeken haalden al de mannen hun zakmessen voor de pinnen, openden ze en plantten ze vôôr hen op den grond. Cartouche stak een pijp op. — Laat de vredespijp rondgaan, zei hij. Al de mannen dedeneen trekje aan de pijp. — We gaan de oorlogsbijl opgraven, o broe-ders, dramatiseerde Cartouche. De Spioen kwam met een verroest kapmes aangezwierd en hakkelde : — Asteblieft, kap... kapi... kapitein. De beschuldigde moest stillèkens lachen om àl die komedie. Maar de anderen trokken voor de gelegenheid een lijkbiddersgezicht. De zitting begon. — Hoe is de naam van den beschuldigde ? on-dervroeg Cartouche. — Verboeft ! antwoordde 't Zwierken. — Schrijf op, sekretaris, zei Cartouche, zich tôt den Dood-op-Stelten richtend. Hoe oud is hij ? — Twintig jaar. — Getrouwd ? — Neen, maar vader van twee kinderen ! — Dat 's erger, vond Cartouche. Daarna voortgaande : — Hoe zwaar weegt hij ? — Vijftig kilos... — Een mager beestje, siste Rik van aan zijn vuurken. — Waarvan is hij beschuldigd ? vroeg Cartouche verder. Drupneus stond recht, boog als een lmipschaar en begon : — Kapitein, toen we gisteren, Vodden-en-Beenen, 't Zwierken en ik, over den oorlog aan 't spreken waren, zei ik, dat de vollentutters ofte vrîjwilligers, zeker een kruis van eere ver-dienden. Verboeft begon te lachen en zei : . « De vrijwilligers, ze zijn van den honger binnen gekomen ! » Ik sprong natuurlijk op mijn peerd, en verde-digde de Vollentutters zoo goed als 't ging. Maar Verboeft hield niet op met lachen en te roepen van: « Hongerlijders, blij dat ge te vreten hebts en andere dingen te lelijk om te zeggen. 't Schol weinig of ik gai hem daar 'n oorvijg, dat de helft vanzijnfamiliein'tzothuis zou gezeten hebben. De Drupneus ging zitten. — Wat hebt ge te protokollen, siste Cartouche tôt den beschuldigde. — Wel, zijn uitleg is goed genoeg, meende Verboeft, maar zijne spekulatie deugt nietl — Dus, ge bekent ? lokte Cartouche. — Ik beken niemendalle ! — Ai-mij, dan, waarschuwde de Voddetromp. Mijn meester zal u radbraken ! — Vierendeelen, dreigde 't Zwierken. — In nen zak steken en verzuipen, verzekerde de Drupneus. — Roosteren ! lachte de Rik, een nieuwen blok hout op zijn vuur smijtend. ©p het Belgtsch Front Wekelijksck legerbericht (10-16 Juni iqiô). — Maakt de pijnbank klaar, jokte Cartouche Al de mannen wipten op. Zij wierpen het bank je om. — 'k Heb hier mijn gereedschap, doddelda de Spioen. En hij stak een ijzeren staaf in 't vuur. Verboeft verloor een beetje van zijn koelbloe-digheid. Al de mannen brulden en balden de vuisten. -- Luister, zei Cartouche, ge kunt uw vel red-den. Maar ge moet driemaal « Leve de Vollea-* tuiters » roepen. — 'k Wilde dat ge 't beleefde, sarde Verboeft. — Watte, schuimbekte de Drupneus met ge-veinsde kwttfedaard(:|fcheid, roept ge 't niet ? — We mâken baleinen voor paraplu's van uw ribbeVi, voorspT;lde de Dood-op-Stelten. — Nen keerborstel van uw haar ! — Nen vliegaard van uw ooren ! — We kappen u tôt brandhout, juichte de Spioen, met verliefde blikken naar zijn open eu ilakkerend vuurtje starend... Op nen omdraai lag Verboeft op den grond. De schildwachten hielden hem straf geboeid vast... — 'k Zal hem eens 'n baardje zetten, lachte de Voddetromp. En hij neep met zijn forsige vingeren op Verboeft's kin, dat heel 't firmament begon te draaien. — Ai-mij, tierde Verboeft... Ja ! ja, mannen, ik zal roepen... Leve de... — Ah ! zegepraalde Cartouche. Ik wist het wel ! Alleman moet onze wetten eerbiedigen eu ons gehoorzamen. Roep nu maar op. — Leve de Vollentutters ! huiîde Verboeft, inwendig verheugd dat hij er zoo goedkoop van af kwam. Driemaal herhaalde hij 't. In koor bazuinden àl de jongens : — Leve de Vollentutters ! — En nu, zoo redevoerde Cartouche, knoop dit in uw ooren. De Vollentutters zijn niet van grooten honger binnengekomen. Want rijk en arm heeft naar de wapens geschard als de MofFen ons landeken laffelijk hebben overvallen ! Groot en klein.dun en dik.allemaal rammelen ze er nu op los. En van ons Vollentutters van 1914 zullen ze later in de school nog leeren, hoe we ons ge-droegen in den slag van Melle, van Dender-monde en den Yser. We zijn dezelfde patriotten als die van 1830. En binnen vijftig jaar, zult ge te Antwerpen in den stoet, diezelfde Vollentutters zien pikkelen, met een politiemutsken op, net als die'van '30. — Maar bij ons is er een kwispel aan, verbe-terde de Ajuinboer, die geren de puntjes op de i zette. Al lachend en klappend ging de vergadering uiteen. En door de avondstilte der duinen galmde blij en huppelend hun refreintje : En we zijn van de klas, en we drinken een glas, terwijl die arme schachten aan 't patatt-en jassen zijn. Vergeten wij den troep en ons droeve dagen En roepen wij verblijd : Leve de oorlogstijd ! ('t Vervolgt.) Fritz Franckev. Den 21 Jùli te Manchester Er worden te Manchester aanstalten gemaakt tôt het vieren van groote feesten ter gelegenheid van de nationale feesten van 21 Juli. Er zullen een plechtig Te Deum, eene stoet, en volks-vermalten plaats hebben. Deze stoet waaraan al de Belgen en voornamelijk onze landgenooten, die in de munitie fabrieken werken, en de schoolkinderen, enz. zullen deelnemen, zal zich naar het stadhuis begeven om den lord-mayor een album te overhandigen met een adres van dankbetuigingen, geteekend door al de Belgen verblijvende te Manchester. De bisschop en al de burgerlijke en geeste-lijke overheden, zullen die ceremonie bijwonen. 20 Juni 1910 Nommer 280

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Zufügen an Sammlung

Zeiträume