De stem uit België

2054 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1917, 09 November. De stem uit België. Konsultiert 07 Mai 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/3n20c4ws0z/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Bureel : 21, RUSSELL SQUARE, LONDON, W.C. Téléphoné: Muséum 267. De Stem VOOR GOD EN VADERLAND. uit Belgie. Abonnement : 2sh. voor 3 maanden. Suhscription : 2sh. for 3 months. Voor de Vereenigde Staten : 50 cts. Voor Holland : 1 fl. Voor Frankrijk : 2.50 fr. Voor de soldaten : lsh. of 1.50 fr 4<ie Jaargang, Nr. 8. (Bûz. 1691-1702.) Opiliage: 11,200. VRIJDAG, NOVEMBER 9, 1917. Registered at G.P.O. as a Newspaper. 12 biz. 1 y2. NOTA VAN DEN UITGEVER.-Om de redens in 1 vorig nuinmer meegedeeîd kunnen we deze week nog j geene gravuren geven. Een beetje geduld ! Oorlogsvoorbereidselen. (Na het procès Soekhomlinoff.) Dewijl Dr. Van de Perre in zijn opstel van 12 Ocfober den "wensch" uitdrukt, om des-! 110ods " door tegenspraak ing-olichi te worden," wil îk hem mat aile bescheidenheid dieu lief-dedienst bewijzen. Ik dioe dit des te gereeder, omdlat hij reeds vroeger in een artikel, dat ik niet heb kunnen teru,gvinden, gewezen heeft * op de noodizakelijkheid om de oorlogsgebeur-teniasen te toetsen aan de wetten der moraal. Hij geeft hier blijk een juist besef te hebben van de onvruchtbaariheid der redetwisten over sohuld en onschuid in dezen oorlog, zoo de twistenden geen steun zoeken in de gegevens der natuurlijke zedenleer. Wan:t zoolang men. zich vergenoegt met persoonlijke gevoelens uit te dirukiken of zijn tegenstanders met don-derende urtvallen te bejegenen, kan men on-mogelijk bij een eerlijk oordeelenden man een ovrtuigmg vastigen. Het is dan ook aan de hand onzer moreele beginselan, dat ik even een kantteekening wilde plaatsen naast de volgende regelen van den beer Van de Perre: " Een autocraat, hoe vredelievend ooi, is ver-plicht zijn lan<t te verdedigen, er de noodigie maatregelen toe te nemen in tijd van vrede. Welnu ook voor een autocraat is het zeer nuoeiildjk te weten wainneer zijn land bedreigd wordt. Zijn gebuur maakt groote voorbereid-selen tôt den oorlog, hij brengit zijn leger op [ oorlogsvoet. Zal de vredelievende autocraat wacbten om oorlog te voeren? Is hij met verpl:cht te handelen vooraleer zijn gebuur klaar is? Niet toch deze, die het eerste sohot schiet, is daarom zedelijk verantwoordelijk !" Voor den hier opgesitelden twijfél komt het er weinig op aan, of het gezag bekleedrç wordt door een autocraat of een ander staatshoofd. De vraag, zooals ik ze opvat, komt enkel hierop neer : M<ag een Keizer, een Koning of Président eener republdek ten oorlog gaan, wianneer bij zijn gebuur groote voorbereidJse-len ziet makein? la hij verplicht te handelen voo'rdiat die gebuiur klaar is? Of, om nog algemeener te spreken : "Wat wordt vereisdht om het recht te hebben den oorlog te verkJla- rea en het eerste schot te schieten?" * * * Om dit vraagsituk op te lossen, is het niet raadlzaam zich te vergenoegen met het oordeel van den man op de straat. Dezes moraal is ] doorgaans wat al te rekbaar ! Voor herberg-klanten onder eene ruwe -bevolking wordt soms het bal'len van de vuist een genoegzame bedreiging geacfrt, waarna zijn tegenstander gerechtigd meent te zijn om het mes te trek-ken; maar elk redelijk mensch zal toegeven, dat men niet zoo lichtvaardig een oorlog mag aanleggen, of het eersite sohot schieten. De natuurwet leert voorzeker, dat ieen ongerech-tig aangerande zidh mag verdedigen ; imaar de moraal bepaalt duidelijk wat er vereischt is om zich in den toestiand van aangerandie te mogenj achten en het recht te hebben het wa-pen ter haind te nemen. Men mag niet voort-gaan op een bloot vermoeden ; men moet de moreele zekerheid hebben, dat men op dat oogenblik te doen heeft met een vijand die u werkelijk bedlreigit. Zoo leerde de H. Alpbon-sus de Liguori, waar hij de vraag bespreekt, of het geoorloofd is den slag van een vermoe-delijken aanrandier te voorkomen. "Heb ik het recht," zoo vraagt hij, "mijn roer af te vuren op een man, die er uitziet als een înbreker, en heen en weer loopt rondiom mijn buis?" Er zijn er, die "ja antwoorden, nnaar hun gevoelen, voegt hij earbij, mag in de praktijk niet gevo<l,gd worden, "om het gevaar van halluciniatie, waaraan men in die omstandigiheden zoo geraakkelijk blootgest'eld is." (Theol. Mor. 1. III, tr. 4, Nr. 387.) Indien mien niet zoo dadeli jk mag vuren op een vermoedelijben aanrander, dan is een Stiaat nog veel mander gerechtigd lichtvaardig de kanonnen' te doen spreken, dewijl de oorlog zulke ontzaglijke offers vraagt van landgenoo-ten en vijanden. En hoe grooter die rampen zijn, hoe meer voorzichtigheid en oordeel er moet aan den dag gelegd word'en, voordlat men1 een besluit neme. Mijn antwoord komt dus (hierop neer: Is een Staat "verplioht te handelen," wamn'eer zijn gebuur groote voorbereidselen maakt tôt den oorlog"? Zeker mag hij "handelen1"; hij mag namelijk zich 00k " voorbereiden " ; en het is zielfs zijn plicht, wanneer hij vreest "dat zijn land bedreigd wordt." Maar daarom heeft hij nog niet het recht om "oorlog te voersn " en "het eerste schot te schieten." De voorbereidselen, welke hij bij den vijand ziet, zijn nog geen zefaer teeken, dat deze den oorlog "wil " ; het is mogelijik dat deze enkel ' voorzorgsmaatregelen " neemt. Er kan aan 1 beide zijden wantronwen bestaan, en dlaarom I wordlt geëischt, alvorens den oorlog aan te-leggen, diat man ijeproeve het geschi.1 op vreedzame wijze op te lossen. * * * Laten we die theorie nogmaals toelichten door de onrechtvaardige oorlogsverklaring van Duitschland aan Rusland ; doch in korte woorden en voor zoover we kunnen oordeelen na de onvolledige bescheiden uitgegeven onder en na het procès van Soekhomlinoff. Uit de onjthfullingen van dit procès heeft de Duitsche en pro-Duîtsche pers een acte van beschuldïging opgesiteld tegen de z.g. mili-tair-politieke kaste in Rusland en haar aan-spralcelijk gesteld voor het uitbreken van den oorlog. Wij kunnen gereedelijk aannemen, dat Rusland, ondanlks de waarschuwing der Diuitsche regeering, werkelijk eerst gemobild-seerd heeft nieit enkiel tegen Oostenrijk maar 00k op zijn Duitsch front. Doch daarmee is het iheelemaal niet uitgemaakt, dat Rusland den oorlog wilde. Ailles duidit integendeel aan, dat dte Russen in de verwarde dagen vôôr Augustus gestaddg tôt den oorlog werden gedreven door de dwaze actie der Duitsche regeering ; dat zdj altijd pogingen aanwend-den, doch vruohteloos, om een onherstelbaren stap te vermijden. De algemeene mobilisatie van het Russisch leger is te wijtem aan Duitschlands verwaand optreden. Den 2Ôn Juli overhandigde graaf Pourtalès', de Duitsche gezant te Petrograd, aan Sazonof een gescbreven nota, welke al-dus begiint: " Voorbereidendie militaire anaat-regelen door Rusland zullen ons noodzaken tôt tegenmiaatregelen, die bestaan ztillen in de mobilisatie van het l'eger, doch mobilisatie beteekent oorlog." Heilloozer woorden werden in die dagen niet gesproben. Zij toonen, dat Duitschland wilde doen verstaan aan de Russische regeering, dat zelfs voorbereidende en gedeeltelijke maatregelen van mobilisatie den oorlog zouden, voortbrengen. Deze bedreiging werd wel niet ten uitvoer gebracht— op het laatste oogenblik heeft Duitschland zijn taktiek veranderd—maar zij werden ber-haald den 29, en het was onmogelijk om dien invloed van die woorden op de Russische regeering tegen te ho-uden. Zij hebben ver-hindierd, dat Ruisiland met Oostenrijk tôt een vergelijk kwam en zij hebibeai 00k aanleiding gegeven tôt de Russisch© algemieene mobilisatie.Rusland mocht geen voorzorgsmaatregelen nemen, terwijl Ooisitenrijk gewiapenderhand Serbie aanviel? Wat zat daar achter? En waarom dd:t verbod vanwege Duitschland? Luister naar de reden, dde dlaarvoor wordt aangevoerd: De burgerlijke gezagslieden in Duitsdbliand waren anders ndet bij machte hun eigen generalen sitaf te beheerseben ! Om zich zelven te besohermen tegen hun eigen militaire partij, -en om deze niet de gelegan-heid te verschaffen wiaarnaar werd uitgezien, steld'en zij aan een anderen geldjkb'erechtigd.ten Staat den ongehoordien eisch, dat deçe zijn pliebt niet zou vervuilen en geen voorbereidselen ziou treffen. Daar ziet men de macM van de Duitsche militaire parti j, waarvoor ailes zwiohten moest, zelfs de gewone regels dear internationale betrekfkinge.n. En het is uit de ver-waandlheid van dit Duitsche militarisme, welfce onmogelijke eiseben steldle, dat de oorlog tegen Rusland, en 00k later uit eene dergelijke reden, de oorlog tegen Engeland en de Vereenigde Staten, is ontsproten. L. M. O De Katholieke Missiën en Engeland. "The Catholic Missions." (96, Victoria Street, S.W.i.) Vôôr de Fransçhe Revolutie kwam de geff-delijka toesitand der Buitenlandsche Missièn maar zelden in 't gedrâng. De stoffelijke middelen, dde het missiewerk ten grondslag liggen, werden hun aan de hand gedaan, deels door de koloniale mogendheden en de ebris-tene Staatvorsten die in de mdssionarissen bun beste en kracbtigste medearbeiders er-kenden voor hun besdhavingisondernemiingen, deels. door de Kerk- en Missiecongregaties z.elve, die destijde over rijke hulpbroninen beschikten. De Fransche Omiwenteldng wierp diat aile-maal overboop en zoo kwam er groote eilende over de Missièn : vele missieposten bleven onbezet en een groot gedeelte van het katho-liek missiegebed verwilderde van langs om meer. Uit aile hoeken van de wereld, waar heidenmissionarissen werkende waren, gingen er noodscbreeuwen op om hulp. Frankrijk dat toen nog oergezond en oerkatboliek was, luisterde gewillig : in 1822, vanuit Lyon, zette. het een internationale missiebeweging aan gang, die heette : Missiegenootschap tôt voiortpilanting des Geloofs. In den beginne had het niet veel om het lijf, maar Paus Gregorius XVI (1843) werkte het op tôt een algemeene Kerkinstelling en Léo XIII (1880) onderlegde het met de hecht-ste grondslagen, daar hij het missiewezen op de ideale hoogte bracjit van een bij uitstek kerkelijke aangelegenheid. In 1825 trad België bij. In 1827 Duitschland. In 1837 Engeland. * * * Lyon en Parij® blijven de hoofdkwartieren van 't Genootschap, die al de gelden inzame-len en uitlkeerein. In elk land is daarvan een Landsbond gevestigd, dde zijn bisdom-afdeeldng heeft in elk bisdom van 't land en zijn parochiale omderafdeeling in elke paro-chie van 't bisdom. 't Is in deze parochie-bonden dat het groot werk wordt geleverd : gewoonlijk worden de leden in groepjes van tien ingedeeld., waarvan één de voorwerker is. Wat een lid moet doen : 1. Dlageldjkls een Onze Vader, een Wees-gegroet en eens "H. Franciscus Xaverius, bid voor ons," zeggen. 2. Een gewoon lid stiort een balfpenny per week. 3. Een buitengewooij lid een guinea. 4. Een Ievenslang4dd, ^8. Ail deze bijd'ragen. worden door de voorf werfeers afgehaald en aan den bestuurder van den parochiebondi overhanddgd. Deze maakt ze over aan de bisdomafdeeling dde ze voort overmaakt aan den Landsbond. Van-hier uit wordt ailes naar de headquarters in Lyon en Parij s doorgezonden. * * * In elk d'ezer headquarters vian Lyon en Parijs, zitten 12- priesters en leeken dde te samen de verslagen van de missieoversten, bissohoppen, prefetoteo, enz., nauwgezet in-studeeren. en de hulpgelden toemeten naar gelanig de uitgestirekltlhieid en noodwenddglhe-den van ellke missie, met inacbtnemdng van des Pauzen inziohten en de gegevens van de Congregatie der Propaganda. ORGANEN IN ENGELAND: 1. "Annales of the Propagation of the Faith," een vertaldng van 't blad der Headquarters, diat internationaal zijnde, brieven drulct uit aile missies en verslag geeft over de ingekomein gelden. 2. Een maandschrift "Oatiholic Missions," dat specifiek-Engelsch is, en onder de leiding van Miss Viallls zal opgewerkt worden naar de hoogte van " Die Katholischen Misionen " (Herder, Freiburg, i. B.), zoo ernstig-degelijk van inhoud en mooi geillustreerd. * * ■» Sediert 1910 staat Engeland, in deze, op een keerpunt. Bizonderlijk in Scotland is er roering en bedlrijvigheid. Het ziet er uit alsof een missiebeweging op groote schaal gaat ingeluid worden. Ook de Eingelsohe katboilieken beginnen in te zien dat de Kerk van Christ us uitdiukke-lijk gelast werd te wassen ^en zich over de heidensche wereld uit te breiden ; dat de zaak waaraan wij, heidenmdsionarissçn, ons leven en onze beste krachten wijden, de zaak is van de gansdhe Qhristenbeid en van elk katihoiliek. Ook zij hebben het gedacbt van zich af-gesebud dat het arbeidlsveld vian het apos-tolaat uitsluitend in weemde en verra heiden-. sche landen is gelegen, dat het missiewerk ' een uitheemsche aangelegenheid is die hen niet aangaat. Het wordt hun nu d'uidielij'k diat het steun-en zwaartepunt van het missiewerk in katfao-liek Europa gelegen is, diat de nitkomsten onder de heidenen sleohts de vruchten zijn van het missiewerk onder de hatholieken in hun eigen wereldideel, in hun eigen land, in hun eigen bisdom, in hun eigen parochie —dezelfde verhouding als tiusschen de sitrij-ders in de vuurlijn en de munitiewerkers ' achteraan. * * * Er bestaan in Duitschland, studiegringen voor geestelijken al over de bisdommen, om aan de hand van stof door heidenmissionarissen ingeleverd de bekeeringlsmetihoden en allerhande praktische missieaangelegenheden grondig in te studeeren. De rijpste studiëm ervan verschijnen in het driem aandelijksch "Zeitschrift fiir Katholischie Missionswissen-schaft " onder de leiding van Dr. Schmidlin, Miinster. Ik kan met zeggen hoe praktisch-nuttig dit tijdschrift voor me was in Kongo. Wij zijn in de missies te overwerkt, te over-last om kalm-stil te kunnen nadenken; wij gaan zoo op in het oogenbliklîelijke, het on-middelijk-'omgevende, dat we naar Europa moeten komen om onze ipissie eens van ver, van een hoogte in haar essentieele lijnen te kunnen aanstaren. Van hier uit zien wij veel kliaarder waar men naartoe moet en langs welken weg. Dieinzelfden verruimendien blik krijgt men uit tijdschriften, als het boven-genoemde : ze geven den misionaris ddeper en soherper inzicbt in Missieorganisiati'e. * * * Paolo' Manna, een prïester van Milanen, met groote inrichtingsgaven, en de uitgever van "Le Missioni Cattoliche," heeft dat ver-staan. Onder den oorlog heeft hij een "Unione Missionaria del Clero " tôt stand gebracht, die reeds 50 feardinalen, aartsbis-schoppen en 700 priesters op haar ledenlijst heeft stafi.n. Naar Padre Manna's bereVe-ning zal er heel in 't kort in giansch Ttalië geen enkel parochie meer zijn waar priester en parochianen zich aan de buitenlandscbe missiën ongelegen zullen laten. De parochianen zullen even-geestdriftig als hnn priesters hun deel opnemen van 't missiewerk, want van uit den predikstoel zullen zij hoo-ren hoe zij verantwoordelijk staan voor de 1,000 mdllioen heidenen die nog over de wereld zwerven ; jongens en meisjes zullen bij middel van missiefessen, naar den aard van Dr. Herm. Ditscheid's "Die Heidenmission, 1911," en op den kansel "Die Mission auf der Kanzel und in Verein, Anton Huonder, 1910," in godisdienstonderricbt, in school, en door wijdverspreide licbtbeeld-voordirachten, leeren hun zinnen zetiten op wereldaposèolaat waar de Kerk zoo grooten nood aan heeft. De Italiaanscbe geesteld jkheid wil zich zoo organiseeren dat missiepropaganda een es-sentieel bestanddee! van de parochiewerken worde. * * * Engeland voelde dat het achteruitstond. Miss Viallls in haar "Catholic Missions," en Rev. Fr. Ross in zijn kr-uistocht-lezingen hebben heel wat gezonde opvattingen van 't missiewerk rondgestrooid, die sedert 1910 a!s zuurdeesems aan 't werken zijn, en de oorlog—die den Engelschman veel nader in voel'ing heeft gebracbt met het katholiek ge-dachten- en gevoelisleven van 't vasiteland— heefit den opgiang der missiebewegidg ver-spoed. Men zdet uit ook hier naar een organiseeren van het missiewerk in aile paro-chiën, daar zonder vaste parochiale orga-~ nisatie geen actie jnogelijk is. Indien de Engelsche katholieben het met hun organisatie zoover kunnen brengen als de Duitsche en Italiaansche, dan zal men wonderen zien. Want de Engelsche katholiek voelt in de diepste schuilboeken van aijn jeugdig bekeeitlingshart een drang om zijn geloofsleven aan anderen mee te deelen. Hij is aangewezen om de bekeering der heidenen, te belpen udtwerben onder de menigvoudige rassen en Stammen waar de British fiag'over wappert en dde als fellow-sribjects of the British Empire hem recbtstreeks aanbdlangen. Indien een wijdvertakte Engelsche organisâtes van het missiewerk—als een uitikomst en nawerksel van den Anglo-Duitschen na-ijver—uit dezen oorlog kon geboren worden dan ware het een zegen voor de heidenen en voor de katholieken zelf. Fend. PËETERS. O.C. Miss. Kongo'. O- Jongens, weest fier. Fierheid, zelfeerbied, besef van eigen-waarde, en van daar beleefdheid, welvoeglijk-heid, overtuiging, diurfkracht, ziedaar wat boeft te zijn de levensleus, en het levens-programma van onze jongens in hun persoon-lijk, en in hun volksleven. Bestaat dat niet? Neen, of ten minsSe het bestond niet, als een uitwendig teeken van een innerlijk wezen, vôôr dien oorlog. En ontwaakte het ietwat binst den oorlog, het is nog onbeduidend, vergeleken bij wat het zou kunnen, en bij wat het zou moeten zijn. Het Vlaamsche volk is dus dood? Ja, en neen. Ja, zoo dood beduidlt slaap, sluimering, be-weegloosheid, onbewustheid. Het is schijn-dood. Het is een lievend schoon en kent zieb zelve niet. Het ligt ingekeerd op zich zelf, als een massa, maar het beschonwt zelf innerlijk zich zelf niet. Een schijndoode, een sla-per kan ontwaken. Het verrijze dan ! Hoe? Hoe ontwaakt een mensch? Door 't morgen-lichit, door een donderslag, door een droom, door pijn, door een oproep. Nêen, het is niet dood, zoo dood beduidt de scheiding van lichaam en ziel, de scheiding van geboorte-grond en aangeboren wezen, en aangeboren vertolking van dat wezen. ïoeh wel, zoo is 't dood bij enikelen. Zoo zouden enkelen het dood willen, maar men dioodt geen ziel. Het bloed van dat volk stroomt nog door zijn stam en takken en blâren, al verjeudigt en verheerlijkit het zich niet in 't gevoel van zijn bloed. De oorkracht van dat volk is niet uitgepuit, gelijik een steengroef. Zijn levenskracbt is niet uitgebl'uschit gelijk een aschhoop. Zijn levensgevoel is niet ver-steend. Zijn levenswil, en derhalve zijn levensdraad is met afgesneden. Het verdort niet ,het verschrompelt met, het slaapt. Het heeft de slaapziekte, niet de alaapziekte van het lichaam, maar de slaapziekte "Van de ziel, van de levensbewustheid, van de zelffierheid. Neen, het is niet dood. En dit is het groote Vlaamsche wonder, dat het Vlaamsche volk niet dood is, in zijn eigen oorkrachtig wezen, spijts zooveel enkelingen dde dood zijn, die vervreemd zijn, die parasietoi zijn, die vijanden zijn; spijts zijn slaapnekte die aanste-keldjk is, die rapelijk is ; spijts 't geweld van buiten gepleegd, op allerlei niet officiëele en officiëele wijze ; dat het niet dood is, wat zeg ik, dat het zelfs substantieel niet veranderd is, maar enkel oppervlakkig en kunstmatig vernist, dat het dus kan herleven, uit eigen macht, uit eigen drang-van wezen en natuur, als het maar wil, en dat het nog willen kan en dterhalve ook nog willen zal wanneer het zien zal het morgenlîcht. wanneer het hooren zaïl den donderslag, wanneer het voelen zal de pijn, wanneer het genieten zal den droom, wanneer het verstaan zal den oproep. Gémis aan fierheid, deze is onze groote volksziekte. En het gémis aan fierheid heeft rîit eigenaardigs in dat ons volk het natuur-wezenlijk begrip van fierheid verleerd heeft, en dat het holt en boit als een bezetene acbter valsehe en kunstmatige fierheid, in zijn ge-dachten, zijn gevoelens, zijn handel en wian-del, en het meest in zijn taal. Het heeft in ■ zichzelf, in zijn zielkunde, m zijn geschiede-nis, in zijn kunst, in zijn godsdienst, in zijn taal, in heel zijn volkswezen een voorwerp van fierheid, en het loopt er van weg. Het loopt weg van zijn schoone natuur. Maar zijn natuur loopt hem achterna, grijpt het bij de lurven, half en half vast en wreekt zich op hem met den spot van het misbakkene het halfislachtige, het nagebootste, het poesje-nellige. Ons volk vergroeit niet in een ander . volk : zijn Vlaamsch wezen, ik wil zeggen zijn physisch wezen, zinbt niet weg, zelfs zijn psychisch wezen, spijts a Ide kracht der na-aping, springt van tijd tôt tijd als een veer los. Ons volk wordt niet cosmopol'itisch. Het is een ingesloten geheel en waar het ook gaat het draagt dat ingesloten geheel mede. Het kan niet anders. Daar ds dat ander wonder :

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De stem uit België gehört zu der Kategorie Oorlogspers, veröffentlicht in Londen von 1916 bis 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Themen

Zeiträume